Nog negen lange maanden, dan is het zover. Ik ga op brugpensioen. Het is genoeg geweest. Ik heb mijn werk altijd graag gedaan. Schilderen of behangen, het was mij om het even. Altijd mijn best gedaan opdat de klanten tevreden zouden zijn. De laatste vijf jaar wou ik iets anders doen in mijn carrière. Stoppen met schilderen. Geen ladders of stellingen meer. Kwam er dan nog bij dat de synthetische verven stillaan verdwenen en plaats moesten maken voor watergedragen verven. Niet echt mijn ding. Nu ben ik sleutelmaker-magazijnier. Het woord is groter dan mijn salaris. Maar soit. Het is iets rustiger, dus minder stresserend. Het laatste anderhalf jaar sturen ze ons naar Deurne. Het gebouw in Ekeren wordt verkocht. Ze willen er een school in onderbrengen. Dat is tot hiertoe niet gelukt. Het gebouw staat leeg. Mijn nieuwe collegas zijn bezorgt omdat ik op pensioen ga Wat ga je doen de hele dag? Je valt beslist in een diep zwart gat! vertellen ze. Ik probeer hen duidelijk te maken dat ik hoogst waarschijnlijk tijd te kort kom om alles te doen wat ik wil doen. Wij, ons Rina en ik willen wandelen en fietsen wanneer we willen. In het verleden konden we dat slechts in het weekend doen. Vanaf mijn pensioen doen we het wanneer wij willen. Wandelen en fietsen, bedoel ik. Ik vertoef ook graag in de boekerij. Op een rustige manier de krant of een tijdschrift lezen. Iets opzoeken in speciale boeken die niet in bruikleen zijn. Ik wil tevens ons Rina helpen in de huishouding en de kleinkindjes opvangen. Bij mooi weer gaan voetballen met Joeyke, of naar de speeltuin met ons Yunake en Brentje. En last but not least, terug schaken. Nog een droom van vroeger. In de jaren tachtig van vorige eeuw kreeg ik de microbe te pakken. Ik oefende thuis na de werkuren. Boeken uit de bibliotheek verslond ik met tientallen. Enkele schabben van ons boekenrek thuis staan vol met boeken van de grootmeesters Kasparov en Karpov. Maar ook enkele leerrijke boeken van Dr. Max Euwe. Mijn eerste schaakboek dat ik nooit zal vergeten kreeg ik voor mijn verjaardag. Het trainingsschaakboek van de Polgàr zusjes. Het boek bevat meer dan 5 000 schaakproblemen. Ik heb er veel uit geleerd. Ik had mij in 1996 en 1997 bij de Schaakkring Centrum Ekeren aangesloten. Bijna 20 jaar geleden, maar ik herinner mij nog goed die eerste avond in oktober. Mijn hart klopte in mijn keel. Ik voelde de adrenaline stromen. De stress bezorgde me schele hoofdpijn. Ik heb gelukkig een doorzettingsvermogen. Na enkele weken bleef slechts de stress over. Goeie stress dan. Met tien mannen waren we op de eerste avond. Handjes schudden en elkaar voorstellen verliep vlotjes. Vijf minuten later wist ik niet meer wie wie was. De enige voornaam die ik nu nog ken is van de oudste deelnemer. Jozef, hij was 83, en de op één na beste van de groep. Van hem heb ik nog veel geleerd. Spijtig genoeg stierf hij twee jaar later. Daarover later meer. Die avond speelde ik dus mijn eerste match. De zenuwen tot het uiterste gespannen. Ik verloor glansrijk, maar dat is een leerproces dat elke beginneling meemaakt. Mijn tegenspeler wenste mij veel geluk en opende het spel met wit: 1. e2-e4 (een traditionele opening),Pg8-f6 (niet al te best, maar wat wil je? Het is mijn eerste partij) 2. e4-e5, Pf6-d5 3. Pg1-f3, d7-d6 4. d2-d4, Lc8-g4 (sterk hé?) 5. Lf1-e2, c7-c5 (ik krijg nog meer hoofdpijn van de spanning, maar ook een korte adempauze. Vic, mijn schaakpartner rokeert) 6. 0-0, Dd8-b6 7. e5xd6, e7xd6 (achteraf leek mij Db6xd6 of Lf8xd6 veel beter. Spijt komt altijd te laat.) 8. Tf1-e1, Lf8-e7 9. Le2-c4, Lg4xf3 (een rokade was beter geweest.) 10. Dd1xf3, Pd5-f6 (een betere zet! Als het goed is zeg ik het ook.) 11. Pb1-c3, Pb8-c6 12. Pc3-d5 (een uitstekende zet. 3 zwarte stukken worden bedreigt. Ik breng mijn Dame in veiligheid), Db6-d8 (back to basics) (Dan speelt wit met zijn Dame. Vic speelt echt om te winnen) 13. Df3xf6, g7xf6 (wit is zijn Dame kwijt, maar geeft mat in 2 zetten. 14. Pd5xf6, Ke8-f8 15. Lc1-h6, MAT. Bloed, zweet en tranen. Ik was blij dat de avond afgelopen was. Ik bleef toch volharden en met succes. Tot schrijfs.
Ons Rina en ik wandelen over de dijk langs de Middellandse zee. Het is begin september en de temperatuur bedraagt nog meer dan 25° in de schaduw. We genieten van de rust op de boulevard en we praten en lachen. Uit mijn ooghoeken kijk ik naar de mensen die ons passeren. Jonge mensen die arm in arm voorbij wandelen. Velen met oortjes waaraan een draadje hangt. Dat leidt naar een broekzak of jaszak. Een MP3 speler is dan mijn eerste gedachte. Sommigen lopen er zelfs mee in de hand. Ook joggers lopen ons voorbij met draadjes in hun oor. Hun MP3 speler is duidelijk om hun arm gebonden, bij gebrek aan een broekzak natuurlijk. Kortom, bijna iedereen loopt met een MP3, of een MP4 toestel over straat.
Op zichzelf niets verwonderlijk natuurlijk. Ikzelf heb dat vroeger ook nog gedaan. Ook ik liep met een radio rond. Het was wel iets groters. Een transistor radio. Een radio die volgens onze normen klein was. Een 20 à 25cm lang, 10 à 15cm hoog en 5cm dik. Het was midden jaren zestig. Ik zal het nooit vergeten. Ik kreeg het toestel voor mijn verjaardag van mijn ouders. Ik rende er onmiddellijk de straat mee op, want iedereen mocht het weten. Ik heb mijn eigen radio. Hij woog zwaar van de batterijen. Bovenaan naast het handvat een minuscuul antennetje. Frontaal twee knoppen. De op en off-knop. Deze knop werd tevens gebruikt als volume knop. De tweede knop was de frequentie knop. Je kon hem in drie standen draaien. De korte- midden- en lange golf. Links de luidspreker. Ik voelde me de koning te rijk. Ik liep heel de tijd met dat ding naast mijn oor. Opzij een draaiknop om van zender te veranderen. Ik draaide voortdurend aan die knop. Ergens moesten ze toch rock- n - roll draaien? Wat ik te horen kreeg was voornamelijk gepraat. De mannelijke stem, de radio presentator praatte aan één stuk door. Ik begreep er niets van. Het waren meestal Franstalige zenders. Niet meteen mijn beste vak. Er moet toch muziek uit die radio komen? Nog maar eens op een andere post zetten. Een andere stem, weer in het Frans. Na een tijd moest ik het ding vlak bij mijn oor houden. De batterijen geraakten leeg. De volume knop nog wat meer open. Weer een andere post opzetten. Niets gekort, weer een vreemde taal. Ditmaal leek het Russisch. Dan op zeker moment: Beste luisteraars Joepie, eindelijk een begrijpelijke taal. Nederlands. Luister mee naar de laatste nieuwe plaat van Elvis Presley. Return to sender. Mijn dag was meteen goed. Mijn geduld werd beloond. De begin tune begon en . Gedaan. De batterijen leeg, plat. Niets meer. In vier haasten terug naar binnen. Voor nieuwe batterijen. Zeg manneke! Dat kost allemaal geld hoor! Denk je dat het op mijne rug groeit? De transistor radio verdween in de kast en voor zo goed ik nog weet is hij daar nooit meer uitgekomen. Tot schrijfs.