De
voetbalgekte is nu wel echt losgebarsten. Je kan geen straat indraaien of je
ziet onzedriekleur wapperen aan enkele huizen.
Achter ramen of uit een dakraam Aan een appartementsblok hangen minstens 15
vlaggen. Een kleurrijk gedoe. Een horecazaak in Deurne heeft de voorgevel in
onze nationale kleuren geverfd. Anderen hebben dan weer hun ramen laten
schilderen met karikaturen van de Belgische spelers. In Kapellen is de
winkelketen Promenade eveneens versierd met vlaggen en nog meer in de drie
kleuren. Het is niet overdreven;
zegt ons Rina, maar toch. Autos zijn ook versierd. De zijspiegels krijgen een
mantel achteraan in zwart, geel en rood, soms met een duivel hoorn bovenop. De autodeuren
vooraan hebbenBelgische vlaggetjes. Op
de hoedenplank een sjaal in onze driekleur. Je kan het niet zo gek genoeg
bedenken. Zet radio en TV aan en de kans is groot dat het over de Rode Duivels
gaat. Onze kleinkinderen zijn ook in de ban van de Rode Duivels. Morgen mogen
ze zelfs in voetbaltenue naar school. Geschminkt en al. Vooral onze oudste,
Joey, heeft het flink te pakken: stickers, boeken, voetballen, T-shirts,
kousen Als het maar met de voetbal te maken heeft. Zelfs kleindochter,
Yuna,wordt er willens nillens in
meegesleurd door grote broer. Zelfs hun Bomma, ons Rina, doet gezellig mee. Ze
verzameld mee prentjes van de Rode Duivels, schildert bloempotjes in zwart,
geel en rood. Stickers, van alles, wat maar met Brazilië te maken heeft wordt
er netjes opgeplakt. Ze staan in de voortuin als blikvanger. Ze breidt een
sjaal voor Joey in de nationale driekleur. Cola blikjes worden verzameld en
verschillende snuisterijen worden door de winkels zelfs gratis aangeboden.
Morgen is het zover. Om18:00u spelen de Rode Duivels hun eerste WK match tegen
Algerije. Volgens mij zitten er dan miljoenen supporters tegen het scherm
gekluisterd. Op sommige plaatsen heeft men reuzen Tv-schermen geplaatst. Als
Lukaku scoort davert België beslist op zijn grondvesten. De sfeer is er nu al.
Morgen moeten onze Rode Duivels laten zien of de voetbalgekte terecht is. Tot
morgen.
Knooppunten:
146-173-149-171-170-162-153-148-121-145-144-146. Afstand: 38,5 Km.
Zaterdag 12
april 2014. Om 08:15 plaats ik de fietsen op de auto. Een uur geleden hing er
nog veel mist. Nu breekt de zon door in het oosten. We rijden naar de Limburg,
naar Haspengouw. Hopelijk zijn we niet te laat om de bloesems te bewonderen. De
lente was dit jaar vroeger in t land dan anders. Onze GPS, Lucy, wijst 55minuten
rijden aan over een afstand van 89km. Bij de ring rond Antwerpen nemen we de
E34, richting Luik. Bij het knooppunt van Ranst rijden wij rechtdoor, Turnhout
is rechtsaf. De mist wordt dikker. De zon doet haar best om door de witte massa
te breken, maar tevergeefs. De temperatuur wijst 9° aan. Hoe zou het in Limburg
gesteld zijn?
Om 09:17
heten de Limburgers ons welkom op een groot bord langs de snelweg. De mist
wordt nog hardnekkiger. Het zicht is beperkt tot 100 à 150 meter. Nog 24km tot
de afrit van Sint-Truiden. Momenteel rijden we langs Han. Om 09:30u nemen we
afrit 28 Hasselt Zuid.
Het is
frisjes. Amper 7° wijst een thermometer aan in het centrum van Alken. Het dorp
is vooral bekend door zijn brouwerij en het bier Cristal Alken dat er gebrouwen wordt en waaraan de gemeente haar naam
gegeven heeft. We houden halt op een grote parking, waar we langdurig kunnen
parkeren. Het is nog vroeg en er staan slechts enkele autos geparkeerd. De
kerk is nog omringt door een koude grijze mist. We willen eerst iets warm
drinken en gebruik maken van het sanitair. Het is nog geen tien uur. Geen enkel
café of taveerne opent zijn deuren. Bij het speeltuintje is een kantine. Een
dame is zo vriendelijk om de toiletten te openen. We drinken koffie uit ons
meegebrachte thermos.
We
vertrekken met de fietsen naar knppnt 146. We rijden langs de kerk met zijn
groot monument voor de gesneuvelden van beide wereldoorlogen. Vervolgens staan
we stil bij het H. Hartkruis. De kerk staat in de steigers. Vlakbij staat de
grote kapel naast de begraafplaats. De kapel is opgericht ter ere van St.
Aldegondis. Behoedt ons voor kanker en maak onze zielen blanker. Tralies
beschermen de Heiligenbeelden op het altaar. Kaarsen zijn dichtbij het hek
geplaatst. Alsook het offerblok. Het schooltje t Laantje, is een oud
schoolgebouw. Rechts naast de kapel leidt een pad naar de toeristische dienst. Boven
het portaal een gevelsteen met opschrift: Gebouwd in 1914 ter ere Gods en tot
welzijn van der gemeente.Het is de voormaligeGildezaal met spitse siertorentjes. Gelegen in een mooi plantsoen, met
een oude waterput. Achteraan in het kleine parknog een monument met twee tondragers. De toeristische dienst is tijdens
het weekend niet open. Raar maar waar. We rijden door de Hoogdorpstraat langs
het gemeentehuis van Alken. Het gebouw werd door de gemeente aangekocht in 1929.
Het werd onlangs nog gerestaureerd. De vaandels wapperen in de wind.
Na 1300m
verlaten we het centrum van Alken. We hebben de bloesems onmiddellijk links en
rechts van ons. Er hangt nog steeds een hardnekkige mist. Het heeft niet het
gewenste effect. Bij zonneschijn en blauwe lucht komen de bloesems het meest
tot hun recht. We rijden op een nieuwe baan. Je ruikt nog het zwarte baanasfalt
en de rode verf van het fietspad. Als eerste komen de kersenbloesems. De
hoogstammige bomen steken majestueus hun kruin in de mist. Door hun omvang
dragen ze meer bloesem dan de laagstammige appel- en perenboom. Door de zachte
temperaturen staan de bloesems echt op springen. Zelfs in de mist is het
uitzicht prachtig. De kersenboom is samen met de peer een vroege bloeier. De
kers- en perenbomen dragen witte bloesems terwijl bij appelbomen de kleur
varieert van wit tot roze. Ook de boomstam kan helpen om de aard van het fruit
vast te stellen: appelbomen hebben een eerder gladde stam terwijl de stam van
een perenboom eerder een craquelé uitzicht toont. De ene na de andere fruitakker met
bloesems rijden we voorbij. Het is toch frisjes tussen de open velden. We hadden afgelopen winter
moeten komen. Toen was de temperatuur hoger dan nu. Het enige nadeel: dan waren
er geen bloesems. We houden halt om een foto te nemen van laagstammige
appelbloesems. Het veld ernaast is van peren. De groene ranken zijn bloesem
loos. We trekken onze handschoenen aan. We krijgen het koud. Een muts op ons
hoofd is geen overbodige luxe. Aan ons volgende kapelletje houden we halt. Een
zitbank nodigt ons uit om plaats te nemen en een beker warme koffie te drinken.
De kapel dateert van 1953 en is gebouwd voor de maagd der armen. Het is een
indrukwekkend altaar met het Heiligenbeeld van de maagdder armen. Ze staat in een nis omringt door
bloemen van plastiek. Het geheel wordt mooi onderhouden. Ons Rina laat een
kaars branden, in de hoop dat het zonnetje gaat schijnen. Verderop slingert ons
fietspad tussen weiland, met op de achtergrond de bloesems. Het uitzicht is
mooi, ondanks de mist. Fietsend langs al dat groen horen we een kakafonie van
vogelzang. Verschillende vogels laten zich horen. De mannetjes lokken de
vrouwtjes met hun serenade. De vink steekt er bovenuit met haar Suskewiet.
Een vrouwtjes fazant loopt over een braakliggend weiland. Ze hebben een bruin
verenkleed en zijn beter gecamoufleerd dan de mannetjes. Ons Rina wil er een
close-up foto van maken, maar het dier is sneller. Het verdwijnt tussen de bomen en het hoge onkruid
langs de weg. We zullen iets anders moeten eten vanavond.
Bij de kapel
van Onze-Lieve-Vrouw van het Gezin houden we weer een korte pauze. Een groot
spandoek is rond de boom bevestigt. Op 29 augustus 2012 zijn hier op het
kruispunt twee tieners verongelukt. Het is hier ook een drukke baan. De kapel
is gebouwd als eerbetoon aan de stichter van de kapel, die in 1905 deze kapel
bouwde. De zwarte Madonna met kind staat achter beschermglas, geflankeerd door
kandelaars en de eeuwige plastiek bloemen. Vooraan op een schab enkele
relikwieën met een foto van de twee verongelukte vrienden.
Route 149
leidt ons tussen de twee kleine dorpen, Ulbeek en Wellen. Verderop weer de
appelbloesems en perenplantages. Ook de hoge kriekenbomen met hun witte bloesems
sieren het uitzicht. Vanaf nu moeten we een tandje bijsteken. Het wordt
heuvelachtig. Met onze e-fietsen worden we het zelfs gewaar. De afdaling is dan
ook een aangename afwisseling. Telkens laden we onze batterijen een beetje op. In
de verte, achter groene landbouwgrond hebben we een mooi panoramazicht op
hectaren bloesems. Ons Rina neemt fotos, maar door de mist komen de kleuren
niet tot hun recht. Het is nog steeds koud. Doch zien we boven ons de contouren
van de zon. Ze doet haar best om de mist te verdrijven. Rechts van ons weer een
klein kapelletje. De St-Antoniuskapel is gebouwd in 1959. Dit keer met een
rustbank. Door het raam van de gesloten deur zien we het Heiligenbeeld van moeder
Maria. Drie bloemstukken en vier kaarsen. Rechts vooraan een borstbeeld van een
heilige op een pedestal. Het wordt mooi onderhouden.
We dwarsen
de Vloedgracht en de Spaasbeek. Verderop weer hectaren weiland met appelbloesems
met op de achtergrond mooie villas. Voor het centrum van Ulbeek houden we halt
bij een weggeworpen klokhuis. Een reuzenklokhuis. Het is een kunstwerk zonder
nadere informatie. Het lijkt alsof het net is weggegooid door een wandelaar of
fietser. De boven- en onderkant zijn rood en groen geschilderd. De stengel
hangt er ook nog aan. We rijden door het centrum van Ulbeek. Het dorp is sinds
1977 een deelgemeente van Wellen. Het kleine dorpsplein is een beschermt
dorpsgezicht. De Sint-Rochuskerk is gebouwd in 1716. Ze werd herhaalde malen
vergroot en gerestaureerd. In 1938 echter besloot men verderop een nieuwe kerk
te bouwen. Sinds mei 2012 is de overdekte begraafplaats in de voormalige
Sint-Rochuskerk officieel geopend. Heel indrukwekkend. De kerk bezit nu 40
graven en een columbarium voor 21 urnen. In het koor staat een levensgroot
beeld, gesneden uit de stam van een eeuwenoude eik. Het kunstwerk stelt een
treurende familie voor. Het achterste gedeelte van de kerk heeft een glazen dak
gekregen. Het is er licht en luchtig. In de hoeken van de kerk staan nog
kruisen van enkele oude graven die dateren van 1660. De tekst is door de tand
des tijds niet meer te ontcijferen. Ik vindt het uniek. Ons Rina en ik zijn er
van onder de indruk. Dit moet je zien om te geloven.
Tegenover de
kerk staat de brouwerij Sint-Rochus. Deze bottelarij is de voormalige Hayen
brouwerij die in 1890 werd aangekocht. In 1936 werd ze echter al stopgezet door
de verouderde infrastructuur. VZW Aski renoveerde een deel van dit patrimonium
en maakte er verschillende locaties. Een vergaderruimte, kunstgalerij en op het
gelijkvloers, achter de inrijpoort een taveerne met groot zonneterras. Vanaf
april 2009 kan men hier dus genieten van Limburgse bieren en allerlei
streekgebonden dranken en gerechten in een rustig kader.Een binnenstebuiten fietscafé. Tijd om iets
te drinken. Ondertussen verdrijft de zon de bewolking en wordt het enkele
graden warmer. De kaars in de wegkapel heeft blijkbaar toch geholpen. Of is het
omdat we op een zonneterras zitten? We bestellen een donker abdijbier Ter Dolen.
Een bruin bier met een alcoholpercentage van 7,1%. Het abdijbier wordt
gebrouwen te Helchteren in kasteel De Dool.
We volgen
verder knooppunt 149. Bij het verlaten van Ulbeek rijden we de gemeente Wellen
binnen. We houden halt bij de kapel die opgericht werd door het echtpaar Hayen.
Een mooi onderhouden kapel. Hier maken we gebruik van de zitbank om onze
picknick te nuttigen.
Even verder houden we weer halt om de
bloesemvelden te fotograferen. Nu de zon schijnt komen de kleuren van de
bloesems tot hun recht. Met bloesems kan je vele kanten op. De mooiste fotos
maken we tegen een staalblauwe hemel. We maken de meeste fotos tussen de
takken door. Ook de kersenbomen staan te pronken met hun bloesems. Route 171
brengt ons door een holle weg. Het ruikt hier naar vers afgereden gras. Een
tractor rijdt tussen de plantages het gras kortaf. Het gras zorgt ervoor dat de
stoffige grond niet opwaait. Het wordt drukker op de fietspaden. De middag is
gepasseerd. We rijden op het hoogste punt van Wellen, ongeveer 82 meter boven
de zeespiegel. Bij helder weer kan men van hieruit de mijnterrils zien. Door de
mijnbouw in Genk kwamen er enorme hoeveelheden afval vrij tijdens het
delven en sorteren van de steenkool. Op deze manier ontstonden de bergen van
mijnsteen (terrils). We turen in de verte, maar er hangt te veel nevel.
We rijden
voorbij de Canadawinning uit de 19de eeuw. Een Vierkants hoeve in
baksteen. Het voorste gedeelte, de bakstenen omheining met toegangspoort, is
volledig verouderd en klaar om af te breken. Achter deze muur bevindt zich
echter een nieuw gerenoveerde woning of hoeve. Het is privaat domein en dat
respecteren we. We rijden verder onze route af. Onze volgende halte wordt de
kapel van Oestersloven. De omgeving bestaat uit oude perenbomen en een
meidoornhaag. In 1187 werd hier de eerste kapel gebouwd door de toenmalige
heer. Op deze manier kon hij na een kruistocht hier bidden voor zijn behouden
terugkeer. Deze grote kapel is van de 15de eeuw. Een
ontmoetingsplaats voor bedevaarders die O.L.Vrouw van de zeven smarten
vereerden. De kapel werd totaal vernield in 1466. Maar een jaar later weer
opgebouwd. In de 18de eeuw werd er nog een Kluis bijgebouwd om
Kluizenaars en pelgrims op te vangen. Dat werd echter in 1894 afgebroken om de
huidige sacristie te bouwen. Op het altaar staat het heiligenbeeld van Maria. Ernaast
nog enkele gips en houten beelden. Vele dankbetuigingen voor bewezen diensten.
De kapel bezit nog enkele banken en stoelen. Het is duidelijk dat hier nog erediensten
worden gehouden. De glasramen zijn eveneens indrukwekkend. Boven de ingang, op
het balkon, bevindt zich het koor. Tegen de binnenmuren de volledige kruisweg
van Jezus.
We vervolgen
onze weg heuvelaf. Het kapelletje aan de Daalstraat en de Kerselaarstraat is al
heel oud. Gebouwd in baksteen met een rood pannendak. De vermolmde houten deur
moet dringend vernieuwd worden. De houten dwarsbalk is al enkele jaren
vermolmd. Men spreekt hier van het Jonckmans kapelletje. Het eerste
Jonckmanskapelletje werd 200 jaar geleden gebouwd. Dit kapelletje is van 1988. Het
interieur is mooi onderhouden, maar de deur is gesloten en op slot. We rijden
verder en genieten. Soms lijkt het uitzicht op een foto uit het aardsparadijs.
We zien hoge kriekenbomen in volle bloei. De achtergrond is licht bewolkt. Het
gras is groener dan ooit. Wilde paardebloemen groeien tussen het gras. Ons Rina
neemt er een foto van. En het wordt de mooiste foto van vandaag. We zetten onze
longen open en snuiven de geur op van de bloesem die door de wind worden
verspreidt. Er staat slechts 1 à 2 beaufort. Er wordt hier nog aardig nieuwbouw
gezet. Het zijn geen arbeiderswoningen. Dat kan ik gerust zeggen. Het is mijns
inziens een welgestelde familie die hier een nieuwe fruitplantage beginnen en
een bescheiden woning laten bouwen. Kleine villa is hier de juiste benaming.
Weer een stuk landbouwgrond dat verdwijnt. Wat doen we eraan?
Er wordt
langs onze route veel gewandeld. Met rugzak en stapschoenen. Men kiest voor de
knooppunten of de thema routes. Haspengouw is een echt wandelparadijs.
Slenteren tussen de talrijke boomgaarden, ruikend aan de verschillende appel-
peren- en kersenbloesems. De geur van de natuur opsnuiven. Gewoon genieten. Na
ons volgend knooppunt volgen we route 170 langs een brede beek. Ondanks het hoge waterpeil in deze regio staat
de beek droog. We rijden Rijkel binnen. Een deelgemeente van de stad Borgloon.
Bekend om haar waterkasteel Kasteel van Rijkel. Het sprookjes kasteel is
omgeven door een hoogstammige boomgaard van ongeveer 8 hectaren. De provinciale
diensten zijn er thans in ondergebracht. De seringen langs ons fietspad verspreiden
een zoete aangename geur, die een eindje met ons mee fietst. Meestal zie je de
kleur van de bloem in paarslila tinten, maar af en toe kunnen we de witte,
gele, roze en blauwe kleuren bewonderen. De struik heeft een vochtige,
waterdoorlatende grond nodig. Ze gedijen het liefst in volle zon. Een panoramazicht
laat ons genieten van fruitbomen in de verte. Boven de toppen zien we de
punttorens van verschillende kerken. Onmogelijk uit te maken van welke
gemeenten ze zijn. Aan ons volgende kapelletje moeten we linksaf.
Om 14:00u
zijn we in het centrum van Hoepertingen. Eveneens een deelgemeente van
Borgloon. 150 meter verder onze zoveelste kapel op de hoek van de Lange
grachtstraat en de Truienweg. Ze dateert van 1923. Hoge kapel met bordes van 6
treden. Mooi gerestaureerd, maar afgesloten. Door het raampje in de deur
bewonderen we het interieur. Een uitgesneden houten altaar. De vele kandelaars
en bloemen fleuren het geheel op. De muren zijn vakkundig geschilderd in
tegelreliëf. Een eveneens geschilderd Heiligenbeeld van O.L.Vrouw van
Altijddurende bijstand siert de muur boven het altaar.
Na de kapel
gaat de weg heuvelaf. Het is zowat iets anders dan klimmen. We rijden het dorp
Hoepertingen binnen dat een deelgemeente is van Borgloon. Eerst houden we halt
bij het kasteel. Het kasteel was ooit een middeleeuwse burcht uit 1150. In de
17de en de 18de eeuw werd het volledig verbouwd tot
adellijke woningen. Van 1930 tot 1985 werden er opnieuw verbouwingswerken
uitgevoerd tot een meisjesinternaat. Toen zwaaiden de zusters Annuntiaten hier
de plak. Na een grondige renovatie in 1987 werd het kasteel Mariagaarde VZW
gesticht. Nu worden er retraites, zomerstages en filosofische avonturenkampen
voor9- tot 12 jarigen met overnachting
gehouden. Er worden cursussen gegeven voor beeldhouwers en steenkappers voor
het kappen en tekenen van letters. Onze volgende halte is de kerk van
Hoepertingen. De Sint Vedastuskerk dateert van 1788. De toren, het enige wat
rest van de vroegere kerk, werd in de 12de eeuw gebouwd. De
classicistische pastorie is van 1790. Na meerdere renovaties kreeg het gebouw
zijn mooie gevel. Onze volgende kapel bevindt zich op de kruising van de
Truierweg, Nieuwmolen en de Weg op Berlingen. Gebouwd in 1632. Boven de deur,
in de dwarsbalk, zijn de woorden gegraveerd van de Heilige Job. Het bezit nog
steeds zijn oorspronkelijk wit marmeren altaar. Oude kerkstoelen nodigen uit.
Ook de offerbak nodigt uit. De enkele heiligenbeelden maken het geheel
compleet. Om 15:00u zijn we bij het kasteel van Rullingen, gelegen in de vallei
van de Herk. Er was reeds sprake van het kasteel in 1623. In de 18de
en de 19de eeuw werd het grondig gerestaureerd volgens de normen van
de moderne tijd. De tuin werd aangelegd in 1850. Na een brand in 1920 werd er
nogmaals gerenoveerd. Tot augustus 2013 was kasteel Rullingen een
Hotel-Restaurant. Nu staat het samen met het jachthuis te koop voor de prijs
van 1 250 000.
Als we
knooppunt 121 volgen komen we in het centrum van Herten. Een deelgemeente van
Wellen. De Sint-Lambertuskerk is gelegen op een steile helling van de
Herkvallei. De kleine kerk met prachtige glasramen en met kerkhof errond
dateert van 1693. Werd herhaaldelijk gerestaureerd. De laatste verbouwingen
dateren van 1960. Ze werd nog uitgebreid met een zijbeuk. Een hond blaft vlakbij.
Hij herkent de geur van vreemden. Het oorlogsmonument is gebeeldhouwd voor
Luitenant Etienne Dufossez. Hij stortte in de buurt neer met zijn vliegtuig
tijdens de Tweede Wereldoorlog. Na het centrum van Herten, rijden we
onmiddellijk in het centrum van Wellen. Niet zonder een kapel. De kapel van de
Heilige Rochus. De brede, gesloten, toegangsdeur is het enige lichtpunt van de
hoge kapel. Door het glasraam kunnen we het interieur zien. De Heilige Rochus
met kind en een trouwe hond staan op een voetstuk boven het altaar. Wat
kandelaars en gedoofde kaarsen fleuren het geheel wat op. Boven de Heilige Rochus
hangt het kruis van Jezus. De zon verlicht het altaar met nog meer heiligenbeelden.
Bij de kerk
van Wellen houden we halt bij het monument van de gesneuvelde helden van beide
Wereldoorlogen. Bij de kerk hoort een bijkerk die nu dienst doet als
bibliotheek. Ondertussen verdwijnt de zon achter de bewolking, die vanaf het
westen komt opzetten. Het wordt opslag een pak frisser. We bezoeken de St-Jan
de Doperkerk langs de binnenkant. Het interieur isbewonderenswaardig. Het orgel boven de inkom
is volledig in hout en uitgehouwen. We zien de vier apostelen en de vele
engelen. Fraai stukje vakmanschapswerk. Ook het kleine altaar vooraan is
vakkundig uitgesneden. Spijtig dat men een doek over het offertafel heeft
gedrapeerd. We zien slechts een gedeelte van het kunstwerk. De Ursulinnen kapel
behoorde tot een schoolcomplex van Wellen die onderwijs gaven voor meisjes.
Opgericht in 1853. In 1930 telde de school 400 leerlingen met internaat. De
kloosterkapel dateert van 1899. Vanaf 1985 werd het schoolgebouw geleidelijk
gesloopt. Enkel de kapel bleef bewaard en werd gerestaureerd. Het gebouw is nu
eigendom van de gemeente en kreeg een culturele bestemming. De kapel is enkel
te bezoeken na telefonische afspraak.
Op de hoek
van de Rechtstraat en de Smalstraat in Alken staat onze laatst kapel. Ze is
gebouwd in 1954. Om 16::40u zijn we terug op de parking waar we vanmorgen onze
auto hebben achtergelaten. Mat dit verschil, dat nu de parking volledig vol
staat. Dat is te zien aan de plaatselijke horeca. De terrasjes zitten overvol.
Tot schrijfs
Een
stralende dag vol zonneschijn. Onze kleinkindjes blijven het weekend logeren en
we maken er gebruik van om samen naar een speeltuin te gaan. Deze keer kiezen
we voor het park Hof de Bist te Ekeren. Vooraan bij de parking is een gezellige
eigentijdse speeltuin voor de kleintjes. Ze voldoen aan de hoogste
veiligheidseisen. Yuna (4) is meteen in de wolken en wil meteen geduwd worden
op de schommel. Joey (7) vindt het niet avontuurlijk genoeg. Wij gaan eerst
voetballen, maar dan krijgt hij het de grote klimtorens in de gaten. In het
midden van de speelweiden staat, enigszins verscholen, een gesofistikeerd
speeltuig voor grotere kinderen. Het is een constructie die tot de verbeelding
spreekt. Er reizen hoog in de lucht twee spitse klimtorens die op een afstand
van elkaar staan. Een hangbrug van gevlochten touwen verbindt de torens op
ongeveer negen à tien meter hoogte. Langs gevlochten touwen klimmen de kinderen
omhoog tot bij een eerste platform. Niet zonder gevaar. Ik houdt meermaals de
adem in en sla een zucht van verluchting als Joey op het platform verschijnt.
Over de hangbrug gaat hij dan naar het tweede platform. Best leuk en
vermoeiend. Na enkele minuten ben ik toch blij dat hij langs de aluminium glijbaan
naar beneden zoeft en weer met beide benen op de grond staat. Doch, om hem te
motiveren, vraag ik overdreven enthousiast of hij nogmaals het gevaarte wil
beklimmen? Hij schudt zijn hoofd van neen: - Saai! Is zijn antwoordt.
De lach om
mijn mond verdwijnt als sneeuw voor de zon. Hoe haal ik het in mijn hoofd om ons
kleinkind op een saai speeltuig te laten spelen? Mijn gedachten gingen
razendsnel terug naar de tijd dat we met onze beide zonen naar de speeltuin
gingen. Houten toestellen, amper 1,5m hoog. Het enige grote gevaarte in die tijd
was de vliegende Hollander. Alles in ijzer vervaardigt en door weer en wind
afgebroken wegens roest en onveilig. Onze kinderen hebben zich steeds goed
geamuseerd in de speeltuin van het Veltwijckpark.
Ik dwaal
zelfs verder af. Toen ik zo oud was als Joey, had ik nog nooit een speeltuin
gezien. Ik kom van den Deuzeld. De straat was onze speelplaats. Weiland was
onze speeltuin. Als er dan een speeltuin zou zijn hadden mijn ouders nooit tijd
om met vijf kinderen er naar toe te gaan. Maar ja, dat waren de jaren
stillekes. Saai! Tot schrijfs.
Woensdag 12
maart 2014. Het is 08:30u, de zon schijnt en het wordt 15° tot 17° in de
schaduw. Vervolgens beloven de weerprofeten een windkracht 2. Dat beloofd. Voor
onze fietstocht vandaag kiezen we voor de Antwerpse Kempen. Het ideale decor om
te fietsen of te wandelen. Het wordt een schitterende tocht die we zelf
uitgestippeld hebben aan de hand van het fietsknooppuntennetwerk in de Kempen. Als
we vertrekken, om 09:15u, wijst de temperatuur amper 9° aan. Het is nog fris.
Onze bestemming is Retie, Kastelsedijk 1. De GPS loodst ons op de snelweg aan de Noorderlaan
en we rijden richting Antwerpen. Na
Antwerpen-Oost draaien we de E313-E34 op, richting Eindhoven-Hasselt. Bij Ranst
is het vertraagt verkeer. Het is aanschuiven. Sinds maandag 5 augustus 2013
voert NV De Scheepvaart werken uit aan de brug van de E34 over het Albertkanaal
in Oelegem.De aannemer is
bezig met het aanpassen van de doorvaarthoogte van alle bruggen over het
Albertkanaal aan de Europese norm van 9,10 m. Op die manier kunnen er containerschepen
met vier lagen containers onder de bruggen varen en kunnen ook grotere
kustschepen het Albertkanaal gebruiken. Dat brengt uiteraard de nodige drukte
mee.
Het is
67,3km en 55 minuten rijden vanuit Ekeren, volgens Lucy, onze GPS. Om 10:30
staan we op de parking van het Prinsenpark. Er staan al enkele autos.
Waarschijnlijk van vroege wandelaars of sportieve joggers. Of mensen die hun
hond in het Domein uitlaten. Het is redelijk rustig. Met mijn 4/5 op woensdag
zou ik nog vergeten dat het vandaag een gewone werkdag is en dat de scholieren
nog achter hun lessenaars zitten. Vanmiddag wordt het beslist drukker.
Ook de wandelknooppunten
hebben hier hun intrede gedaan. In oktober 2009, enkele jaren geleden, hebben
ons Rina en ik hier in het Prinsenpark een themawandeling gemaakt. Van wandelknooppunten
was hier toen nog geen sprake. Samen maakten we die dag een verkwikkende
wandeling door de diepgroene bossen van dit bijzondere natuurgebied.Het
provinciebestuur van Antwerpen kocht domein Prinsenpark in februari 1972. Toen
nog 126 hectare groot en met de jaren uitgebreid tot 215 hectare. Het hele
gebied ademt rust en schoonheid uit. De bossen van Prinsenpark bestaan
hoofdzakelijk uit naaldhout. Maar ook het loofhout is sterk aanwezig, zoals; de
eik, beuk, berk en els.
Op onze
fiets rijden we terug naar de baan en staan we voor ons eerste knooppunt.
Knppnt 94. Aan de natuur is het nog niet te zien dat het weldra lente wordt. Hoog
in de bomen is de suskewiet aan zijn ochtend serenade bezig. De vink
(suskewiet) is een standvogel en komt in België en Nederland veelvuldig voor.
Hun zang is kort, maar is de hele dag te horen. De suskewiet wordt ook gebruikt
in de Vinkensport. Sinds 1972 mogen geen vinken meer gevangen worden, maar de vinkenhouders
mogen ze wel kweken en ze laten deelnemen aan zangwedstrijden. Ons pad slingert
zich rechts van het Provinciaal Domein. Rechts van ons fietspad strekt zich
weiland uit. De akkers liggen er nog kaal bij. Als het weer blijft zoals vandaag
kan de landbouwer beginnen met de werkzaamheden. Sporadisch kan de akkerman een
perceel bieten en de eerste uien zaaien of planten. Nu genieten we nog van verre
panoramazichten. Als we ons eerste knooppunt naderen wijst de temperatuur 12°
aan. Nog frisjes, maar we genieten van droog weer. Route 25 loopt rechtdoor.
Ons pad blijft slingeren. We fietsen alleen op ons breed fietspad. Geen enkele
tegenligger. Een haas springt dwars over het fietspad en verdwijnt in de wilde
begroeiing langs de weg. Het was lang geleden dat we dit zoogdier nog gespot
hebben. De haas lijkt op een konijn, maar is duidelijk groter. Naast het
provinciaal domein liggen de Kastelse bossen. Kleine vogels schrikken boven
onze hoofden op en vliegen snel naar een nieuwe schuilplaats. We proberen de
zang van enkele vogels te herkennen. Vooral de vink en de merel steken er boven
uit. De berk domineert hier in de regio. Hij groeit bij voorkeur in drassige
gronden. Ze groeien hier massaal aan de beken, die verwonderlijk leeg staan. Er
is nochtans de afgelopen weken veel hemelwater gevallen. De katwilg siert zijn of
haar takken met fluwelen katjes. De lange twijgen worden vaak gebruikt voor
het vlechten van manden. De takken zijn vooral gegeerd als bonenstaken. Na de
landbouwgrond is het de beurt aan weilanden. De afspanning verraad dat er
binnenkort paarden grazen. Nu staan ze nog op stal. Af en toe rijden we voorbij
een grote hoeve met erachter de vele paardenstallen. Hectaren grond eromheen.
Er hangt in de verte nog veel mist. De zon verdampt de regen van de afgelopen
weken. Vanmorgen hadden de vliegtuigen vertraging opgelopen bij het opstijgen
en landen in Zaventem door de dikke mist.
We naderen
ons volgende kruispunt. Route 87 volgen we langs een smalle betonbaan die
afgeboord is met berkenbomen. Erachter loopt een beek. De omgeving straalt rust
uit. In de verte kraait een haan. Aan knppnt 87 wijken we van onze route af. We
draaien de Brevensedijk in en rijden richting centrum Kasterlee. Op de grote
baan slaan we linksaf. We volgen de Houtumstraat, niet richting Camping. We
naderen de rivier, de Kleine Nete. Ze slingert zich door de Kempen met een
lengte van 44 km. Het seizoen is nog niet begonnen, maar de rivier is uiterst
geschikt om te kajakken. Zelfs met de kano is het een uitzonderlijke belevenis
om de Kempense landschappen op een rustige manier te bewonderen. Bij de brug
over de Kleine Nete stoppen we bij het info-bord dat Erfgoed Kasterlee hier
heeft geplaatst. Een zwart-wit foto, die dateert van 1930, toont ons een groep
jongeren die tot hun knieën in het water staan. Achteraan op de foto zien we de
woning of schuur met het waterrad. Het is de vroegere Watermolen van Brustele.
Deze watermolen is sinds 1957 uit bedrijf genomen.Als
we de Kleine Nete overgestoken zijn zien we de watermolen, met op de
achtergrond, een zeer bosrijk gebied. We
houden halt om een kijkje te nemen. Momenteel zijn er schilderwerken aan de
omheining van de vijver. Het rad is slechts te zien door twee kleine raampjes.
Het oorspronkelijk rad hangt nog aan de zijgevel, maar heeft geen functie meer.
Een kleiner moderner rad neemt het werk nu over. Langs een ijzeren hek komen we
op het terras van Hotel-restaurant-seminaries De Watermolen. Het heeft de
naam om een culinair hoogstaand te zijn. We worden vriendelijk bediend door de
gastvrouw. We hebben een tafeltje in de zon genomen. We genieten met volle
teugen van onze sanitaire stop.
Na de
watermolen rijden we naar de Keeses molen in de Geelsebaan te Kasterlee. Hier
werd eveneens een bord geplaatst door Kasterlee. De oude foto is van 1922 en
toont ons de molen bovenop de Molenberg. Oorspronkelijk was de molen van
Antwerpen-Dam, waar hij gebouwd was in 1650. Hij werd opnieuw in 1853 gebouwd
te Heist-op-den-Berg. In
november 1921 waaide een zware stormde
molen te Kasterlee omver. De familie kocht de molen van Heist en bouwde de molenhiervoor in de plaats. In 1954 werd de molen
overgebracht naar deze locatie na aandringen van de Koninklijke Vereniging voor
Natuur en Stedenschoon. In 1970 werden restauratiewerken uitgevoerd en vanaf
1980 werd de molen af en toe weer in werking gesteld. De molen is ook nu in
restauratie. Volgens het infobord tot maart 2014. Taverne Aan De Molen is een
piekfijn gerenoveerde zaak met ruime parking, vlak voor het centrum van
Kasterlee. In mei 2012 waren we hier met onze jongste zoon en schoondochter,
Edwin en Elke en de kleinkindjes Joey en Yuna. Yuna, toen net 2 jaar,
mini-golfde niet mee op het mooi onderhouden parcours. Wij amuseerden ons in de
speeltuin en de trampolines voor de kinderen. Achteraf aten we pannenkoeken a
volonté op het terras. Een leuke aangename middag.
Aan de
overzijde van de Geelsebaan bekijken we eerst de zwart-wit foto van het
vroegere Commonwealth oorlogskerkhof. De foto is een oude prentbriefkaart van
het Engels kerkhof. Toen nog met houten kruisjes, maar met heel wat meer bomen.
Een kerkhof is het nooit geweest. De bevolking noemde het zo. We betreden de
begraafplaats langs een afgeronde steektrap met in het midden een kruisbeeld. Aangelegd
in 1945 voor 97 Britse en drie Canadese soldaten die in 1944 in Geel-ten-Aart
sneuvelden. Het geheel wordt onderhouden door de Commonwealth War Graves
Commission. Het gras is net afgereden.
De houten kruisjes werden reeds lang vervangen door witte Portlandstenen
zerken, gegroepeerd in vijf rijen.
We zijn in
het centrum van Kasterlee. Een gemeente van de provincie Antwerpen op een
hoogte van 18 meter. Centraal gelegen in de Kempen tussen Geel, Turnhout en Herentals.
We maken de fietsen vast aan een fietsenrek, vlakbij een groen plein met
talrijke bomen. Het standbeeld van een ouderpaar met kind brengt hulde aan de
talrijke politieke- en burgerslachtoffers, waaronder vijf kinderen, van de
Tweede Wereldoorlog. Het monument werd in 1969 ingehuldigd. Naast het monument staat een hoog
kunstwerk in de vorm van een paddenstoel. Onderaan de hoed nog enkele kapot
geslagen lichtbakens. Het is een oude waterpomp. Bovenop heeft men bloementjes
geplant. Het is nauwelijks te zien, zo hoog is de witgekalkte waterpomp.
De Sint-Willibrorduskerkklok
slaat 12:30u. ook hier toont het info-bord een oude foto van de kerk. Op het
eerste zicht zijn er geen verschillen. Het plein ervoor was toen ook een oase
van groen met enkele kleine bomen. De waterpomp is duidelijk zichtbaar op de
voorgrond.In 1735 brandde de kerk
af. Alleen het onderste gedeelte van de westertoren uit 1531 bleef gespaard. In
1740 werd de kerk heropgebouwd. In de 19de eeuw werd ze nogmaals
herbouwd en vergroot. De toren kreeg in 1900 een nieuwe spits. De grote, mooie kerk
is afgesloten. De hoofdingang is van wit natuursteen met verschillende siertorentjes.
Het lijkt alsof de klokkentoren in het midden van de kerk gebouwd is. We maken
een ommetje rond het complex en zien dat het gezichtsbedrog is. De toren is aan
de Westzijde gebouwd. Opzij van de toren hangt het grote Christus kruis. Vanaf
deze plek vertrekken een aantal thema- en knooppuntenwandelingen.
Rechtover de
kerk, op het Marktplein, prijkt een groot monument met wapperende vlaggen van
Monseigneur Heylen. (1856-1941) De Kerkvorst Kempenzoon werd hier in
Kasterlee geboren. Hij stierf op 27 oktober 1941. Het monument is van de Vlaamse
Toeristenbond, naar aanleiding van de 100ste verjaardag van de
bisschop. Het werd ingehuldigd op 17 juni 1956. De waterpomp naast het monument
is niet dezelfde als op de oude foto. Dit hier is een robuuste arduinen blok
die de oude waterpomp moet vervangen. Ze werd onlangs nog gerestaureerd.
Links van
het plein staat het gemeentehuis. Een laag breed gebouw. Het is de voormalige
onderwijzerswoning die in 1874 verbouwd werd tot gemeentehuis. In 1995 nog
extra uitgebreid met een politie kantoor. De gedenksteen in de voorgevel is
voor Jozef De Ceuster (1864 1949). Hij was hoofdonderwijzer van deze
voormalige school. De tekst onder zijn profiel luidt: Gaf zich met liefde aan
de opvoeding van zijn volk. Voor het gebouw een klein standbeeld van
Kasterlee pompoendorp. Rond 1700 was de aardappel nog onbekend en at men nog
zijn dagelijkse portie bonen. Pompoen kende men echter al wel. De dorpsbewoners
van Kasterlee genoten op de kermis van pompoensap. Deze rage is herstart in
1990 met een pompoendag op de laatste zondag van oktober. Vooraan lonkt een
zitbank in volle zon. Een uitgelezen kans om te picknicken. Aan het uitstalraam
van de plaatselijke apotheek hangt het groene logo met het uur en de
temperatuur. Hij verteld ons dat het ondertussen 14° is.
Na onze picknick
rijden we verder. We verlaten het centrum van Kasterlee en rijden onder de
snelweg verder. Een korte smalle tunnel die enkel geschikt is voor voertuigen
tot 2,3Om hoog. Eens in de Vijverstraat rijden we op een smalle asfaltbaan die
slingert tussen de ruime villas. We naderen De Hoge Rielen. Een gezond
jeugdverblijfscentrum van 230 ha met bestemming voor jongeren met een jeugdige
geest. Het jeugdkamp in het uitgestrekte natuurdomein biedt alle comfort. Dit
domein is een oude militaire kazerne geweest. Er staan nog vele loodsen die
dienst deden als munitieopslagplaats. Ze zijn ondertussen herbouwd tot
leerrijke lokalen en slaapplaatsen. Op het domein bevinden zich ondertussen 17
paviljoenen waarin verschillende groepen te gast kunnen verblijven. Bij de
Rielenkapel in de Rielenven houden we
halt. We staan hier op de grens van Kasterlee en het gehucht Zandhoef. Op de
foto van het Erfgoed Kasterlee zien we een zittende vrouw met een paternoster
in de hand. De grote kapel werd oorspronkelijk gebouwd in 1564, ter verering
aan Onze-Lieve-Vrouw-Geboorte. Uiteraard werden tijdens de volgende eeuwen
meerdere herstellingen en verbouwingswerken uitgevoerd. De laatste verbouwing
dateert van eind 20ste eeuw. Verschillende bakstenen werden opnieuw
gebruikt. Sommige van deze stenen vertonen nog de negen kerven, gekrast met de
kruisjes van hun paternoster. Stille getuigen van aanstaande moeders die hier
toen kwamen bidden om een gezond kind te baren. Op het leien dak staat een
zeskantig torentje met klokken. Ze spelen sinds 1999 op regelmatige tijdstippen
een vertederend lied. De oude glasramen vertellen ons de legende van de kapel.
Hoogstwaarschijnlijk was rondom de kapel nog een begraafplaats. Nu staan er
enkel nog de oude lindebomen. Voorbij de kapel rijden we door en naderen knppnt
33.
Voor het
centrum van Tielen moeten we linksaf, om route 57 verder te volgen. We rijden
terug door de natuur, weliswaar op een asfaltbaan. We slalommen langs de beek.
Paarden grazen in de weiden. Onverstoord en zonder stress. We houden halt bij
een panoramazicht op het dorp Tielen. De kerktoren steekt majestueus boven de
rode pannendaken uit. We blijven nog even nagenieten. Straks staat hier de mais
drie kontjes hoog en weet de voorbij rijdende fietser niet wat hij mist. Voor
ons stroomt de Kleine Nete. Aan knppnt 56 moeten we rechtsaf en rijden het bos
in. Het Zwart Water. Gelegen tussen Lichtaart en Herentals aan de
rechterzijde van de N123. Het is een geklasseerd landschap met moeras en een
weelderige plantengroei. Het domein is niet toegankelijk maar er zijn
uitkijkposten ter observatie van broed- en trekvogels.
In het
midden van de bossen in Lichtaart staat al een eeuw een herdenkingskruis voor
Nestor Bayot. Het hofke van Bayot genoemd. Het bijhorende info-bord toont de
foto van 1919 tijdens de plechtige inhuldiging van het kruis. Bayot was een
soldaat uit Lens Saint Servais in de provincie Luik. Op 20 augustus 1914 liep hij
op die plaats in een hinderlaag van Duitse ulanen. Toen hij plots oog in oog
kwam te staan met de vijand loste hij een paar schoten maar werd dan zelf
dodelijk getroffen. Hij viel van zijn paard dat samen met de medesoldaten
ongedeerd kon ontsnappen. Een paar dagen later werd Bayot aan de kerk van
Lichtaart begraven. In 1919 lieten zijn ouders de stoffelijke resten naar zijn
geboortedorp overbrengen. Nestor Bayot was 21 jaar toen hij stierf. Rond 1919
werd op de plaats van het vuurgevecht een kruis opgericht dat nu nog steeds
herinnert aan de gruwel van de oorlog.Bij camping Floreal op
de Herentalsesteenweg te Lichtaart gaan we nog iets drinken. In de
taverne/bistro kan je eveneens terecht voor snacks of een uitgebreide maaltijd.
We plaatsen een stoeltje, buiten in de zon, vlakbij de grote speeltuin en
genieten van een plaatselijk streekbiertje. Ik kies voor het streekbier Witte
Madam. Een goudblond en dubbel gegist biertje. Het heeft een alcohol
percentage van 8,5%. De Witte Madam is een mythische figuur uit het oud
Kastels geloof. Ons Rina kiest een Kastel bier dat gebrouwen is in Lochristi.
Een amberkleurig bier op basis van 6 mout en 2 hopsoorten. Het heeft slechts
een inhoud van 7% alcohol. Het getal op het glas, 2460 verwijst niet naar een
jaartal. Het is het postnummer van de gemeente Kasterlee. Het is ondertussen 14:30u.
geworden.
Verder op de
Herentalsesteenweg wordt het druk. Tegenliggers op het fietspad. Het monotone
gezoef van autos en het gedreun van vrachtwagens. Nabij Bobbejaanland kunnen
we gelukkig links afslaan en de drukte achter ons laten. Na het domein van
Bobbejaanland fietsen we terug tussen weilanden. Rechts van ons pad is de
Snepkensvijver. Een bekend natuur- en vogelreservaat. Tussen de kale bomen
zien we grote waterpartijen. Ze hebben een grote aantrekkingskracht op
verschillende watervogels. Het privédomein is slechts met een kleine groep te
bezoeken. Maar, langs de Lichtaartseweg is een vogel observatiehut met een mooi
zicht op de vijver. We rijden langs vele loofbomen zonder bladeren. Vooral de witte
berk domineert de regio. We komen bij knppnt 13. Vanaf hier rijden we langs het
water. Het kanaal van Herentals naar Bocholt. Het jaagpad langs het kanaal wordt
druk bereden door fietsers die het fietsnetwerk volgen door de Kempen.We blijven de kanaaldijk volgen tot na
knppnt 23. Dan slaan we linksaf en onmiddellijk rechtsaf tot knppnt 22. Hier
wijken we van onze route af voor De Molen van t Veld. Sinds de inhuldiging
op 14 mei 1993 bevindt zich ten westen van Ten Aard een standerdmolen, die
voordien in Elsum stond. Nabij de molen is een bakkerijmuseum ondergebracht,
met gratis toegang. Er is een gids aanwezig van april tot en met september. Het
is aan te raden om vooraf te reserveren. Het natuurgebied De Zegge ligt aan
de overzijde van de Zeggendijk. Het is het oudste natuurreservaat van België.
Eigendom van de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen. Ook
Natuurpunt en het Agentschap voor Natuur en Bos zijn mede-eigenaars. Het is een
waar paradijs voor de vele zeldzame vogelsoorten. Het domein is echter
uitsluitend te bezoeken met een ervaren gids.We rijden terug tot ons knooppunt aan het
kanaal, slaan linksaf en volgen knooppunt 21. 2,3km verder is knooppunt 21,
vlakbij de kerk van Ten Aard. Het dorp werd gesplitst door de aanleg van de weg
Turnhout-Diest. De kerktoren werd tijdens de Tweede Wereldoorlog vernield door
de Duitsers. Dit was hier een strategische plaats en vormde een onderdeel van
de Slag om Geel. Eind jaren veertig werd de kerk weer opgebouwd en in 1950
plechtig ingehuldigd door bisschop Everaerts. We fietsen voorbij de Yachting
Club. Talloze jachten schommelen zachtjes op het water. Ik heb er al over
nagedacht om met zon motorjacht het kanaal af te varen. Tot in het zuiden van
Spanje. Wat een avontuur!
We rijden op
de Sasachtweg tot knppnt 20. Ons pad brengt ons voorbij het domein De
Kasseman. Een recreatiedomein van de stad Geel. Het is er zalig vissen,
fietsen en wandelen. Na sluis 7 zijn we bij knooppunt 95. We steken opnieuw het
water over en rijden richting Prinsenbos.
Het laatste
stuk is het zwaarst. We rijden opnieuw door het Prinsenbos. Een smal pad met
oude kasseien. Het pad ligt nog bol ook. We proberen naast het pad, in de berm
te rijden. Dat doen ze allemaal, denk ik. De ene kuil na de andere. Ik heb meer
zin om te voet te gaan dan te fietsen. Maar kom, het is beslist niet ver meer.
We dachten dat dit slechte stuk ons terug bij de auto zou brengen. Niet dus. We
komen terug op het slingerend fietspad naast het Domein. Maar dit is beslist
het laatste stuk. Door de bomen zien we de autos op de parking staan. Het
laatste stuk heeft ons gekraakt. Tot schrijfs.
09:30u, het
fluitsignaal voor de eerste voetbalmatch van het toernooi op de pleinen van Olse
Merksem. Onze zeven pupillen zijn present, en willen er alles aan doen om de
nederlaag van vorige week recht te zetten. Het werd uiteindelijk de zevende
plaats, van de acht aanwezige ploegen.
Niet om over huis te schrijven. Begrijpelijk toch? Dat mag je niet
vergelijken, zeggen nonkel Danny en papa Edwin, onze beide zonen. Maar leg dat
maar eens uit aan onze pupillen. Mijns inziens:nog zon nederlaag en er komt geen enkele Pupil meer opdagen. Maar soit
De arbiter
fluit en Seja geeft de aftrap voor 2x10 minuten spelplezier. Olse gaat
onmiddellijk in de aanval. Het is van het begin duidelijk dat onze Pupillen
thuis spelen. Alsof ze willen zeggen: - Helaba!! Dit is hier ons speelveld
hé!! Vanaf de zijlijn roept Stefan zijn pupillen toe. Dat hebben ze nodig. Seja
gooit in vanaf de zijlijn en onmiddellijk wordt de bal onderschept. Joey staat
vooraan en krijgt de bal toegespeeld van Yannic. Hij speelt hem op zijn beurt naar
Yannick. Beiden lopen naar de goal. Nils krijgt de bal en trapt. Een eerst punt
voor Olse. Ze spelen mooi in teamverband. Hier kunnen de Rode Duivels nog van
leren. Ze krijgen ook de kans om de bal naar elkaar toe te spelen. Jarenlange
training werpt eindelijk zijn vruchten af. Het volgende doelpunt is van Joey.
Hij krijgt een voorzet van Yannick en scoort. Mama en papa zijn apetrots. Nonkel
Danny en Bompa ook natuurlijk. Ik SMS naar Bomma. Ze heeft spijt dat ze er niet
bij is. Na nog een doelpunt loopt Joey naar zijn teamspelers en geeft een
dubbele (hai five). Leuk toch? Ook Kiani speelt de pannen van het dak. Als Seja
dan eens een kans krijgt om de bal naar de goal te trappen, houdt onze doelman
ze nog tegen ook. Goed bezig Kiani! Maar ook de jongens van Seja scoren en
de eindstand is 3 1. Eén goal van Joey. (De zon schijnt precies eens zo fel.)
Veel tijd om
te rusten krijgen onze pupillen niet. Match twee is tegen Stabelino, een ploeg
uit Deurne. Een paar spelertjes gaan tegen de vlakte. Niet voor lang. Trainer
Stefan wrijft over de pijnlijke plek en ze springen opnieuw recht. Na een
voorzet van Joey scoort Yannic. Maar dan scoort Joey opnieuw met een schot van
ver. De Seja doelman duikt er nog naartoe maar de bal rolt tot in het net. (De
zon begint te branden.) Weer zien de toeschouwers een mooi samenspel. Vijf
goals op een rij. Eindstand 5 0. Euforie onder de toeschouwers. Indien onze
Pupillen de volgende match winnen spelen ze de finale. Voor de eerste of de
tweede plaats. Zou dat niet tof zijn? Dan drinken we champagne. Nou ja Een
Stella aan de kraampjes gaat er ook in. De hamburgers en de frietjes worden
door de zonen geweldig geapprecieerd.
Om kort te
gaan. De derde match tegen Helderhoek winnen onze jongens met 5 - 2. Weer door fantastisch
samen te spelen. Het zweet staat op onze jongens hun voorhoofd. (We krijgen
dorst, de zon heeft ons volledig uitgedroogd.) Van achter de zijlijn gaan de
ouderen uit de bol. Ze moedigen de spelertjes nog verder aan. Komaan Olse! t Is nog ni gedaan, hé!?
Stefan staat te glunderen. Dit hebben onze jongens nog nooit meegemaakt. Het is
duidelijk te zien dat Olse B1 geëvolueerd is. Dankzij de trainingen. Vooral
Stefan speelt hierin een grote rol. We mogen echter de hulptrainers niet
vergeten. Ook de afgevaardigden zijn steeds van de partij. Pupillen B1 speelt
de finale voor de eerste of de tweede plaats. Maar tegen wie? Hopelijk niet
tegen hun eigen makkertjes Pupillen B2. Onze jongens hebben de beker bijna in
hun handen. Stefan is er echter om ze met beide voeten op de grond te houden.
Er moet nog gespeeld worden.
De finale is
Olse tegen Simikos. De twee beste ploegen van het toernooi. Van hun leeftijd
natuurlijk. Ze hebben hun best gedaan, maar Simikos is sterker. Olse kreeg mooie
kansen, maar de bal ging er net naast en zelfs twee keer tegen de lat. Het
mocht niet zijn. Misschien sloeg de vermoeidheid toe. Ze shotten al van half
tien vanmorgen. Joey krijgt de kans om op het doel te schieten, maar de bal
heeft geen kracht genoeg. De doelman kan zonder problemen de bal stoppen. Eindstand
0 - 5. Toch een tweede plaats. Wel verdiend. Proficiat Olse B1. Proficiat Joey
Nils - Wout Lukas - Yannick Kiani en Yannic. Eveneens proficiat aan de
trainers Stefan en Wim, en de afgevaardigden Seth en Freddy. Aan de ouders, grootouders, ooms, tantes en
sympathisanten die supporteren vanaf het eerste uur. Tot schrijfs.
Zondag 23
februari 2014. Een zonovergoten dag. Het is 10:30 en de temperatuur bedraagt 9°.
De weerman voorspelt voor vanmiddag zelfs 13°. Als we buiten komen verrast de
wind ons toch. Een koude snijdende wind. De gevoelstemperatuur zakt met
minstens 5°.
Schoonselhof werd in 1911 aangekocht door Stad Antwerpen met
als doel, niet alleeneenbegraafplaats, maar om er ook een mooi park
met brede dreven en waterwegen aan te leggen. Waar het fijn kuieren is en waar
men kan genieten van prachtige monumenten. In deze sfeervolle omgeving komt men
tot rust. Een ideale locatie voor wie aan onthaasting toe is. Een begraafplaats
als toeristische bestemming? Waarom niet? Voor de overledenen doet dat zeker
geen afbreuk aan het respect dat ze verdienen. Op de begraafplaats is zoveel te
ontdekken. Bij de
ingang stuiten we al op onze eerste gedenksteen. Ter nagedachtenis van
Technicus Van Put Frans-Louis. Geboren te Wilrijk op 09 maart 1893 en overleden
te Edegem op 02 januari 1945. Een slachtoffer van de V-bommen.
Bij het
kastje met beschermend plexiglas nemen we een boekje met de: Beroemde
wandeling door het Schoonselhof. We gaan rechtsaf, de brede dreef in, tot bij
de rotonde met een enorm monument in het midden. Het beeld is gemaakt voor
Peter Benoit. De componist en eerste directeur van het Koninklijk Vlaams
Muziekconservatorium. Dit monument stond oorspronkelijk op de
Kielbegraafplaats. Het werd in 1939 naar deze plaats overgebracht.