Je kent het wel, het moment dat een vriend of vriendin je vraagt wat er zo leuk is aan lopen. Ze snappen het plezier er niet van. Sommigen onder hen hebben zelf pogingen ondernomen om te lopen, maar nooit hebben ze genoten op de manier die ik bedoel. Ze hebben het steevast over frustraties eruit lopen, over alle registers open zetten, ze hebben het over zweten en zwoegen tot een spreekwoordelijke last van hoofd of rug is gevallen. Ze begrijpen er niets van. Ja, ik kan ook wel eens genieten ten gepaste tijde van een uurtje snoeihard knallen. We noemen het steevast de ziel uit het lijf lopen. Ik loop hem er liever in, die ziel. Ik loop liever de ziel in mijn lijf. Helaas krijg ik het concept van de ziel in mn lijf lopen niet altijd uitgelegd aan buitenstaanders. Er is immers een basisvoorwaarde vereist, namelijk een goede basisconditie. Je moet namelijk kunnen joggen, al is het aan laag tempo, zonder ook maar enige vorm van vermoeidheid te voelen, zodat je niet eens beseft dat je aan het lopen bent. Die vrienden waar ik het over had kunnen niet lopen zonder moe te worden, zij moeten voortdurend zwoegen, pushen en doorbijten. Als ik voortdurend moet zwoegen, dan hoeft het voor mij niet.
Als ik de ziel in mijn lijf loop, dan loop ik langs velden en riviertjes, door bossen en boomgaarden. Honderden gedachten razen door mijn hoofd. Ik mijmer over wereldreizen waar ik met rugzakje en tent hoge bergen oplopen terwijl ik interessante mensen van verschillende culturen ontmoet, met bijhorende tradities. Ik zie hoe ik in Paraguay thee zit te drinken in de bergen met een lamaboer. Ik denk over hoe ik mijn leventje verder zie, in een klein gezellig huisje, vol quotes en teksten van grote schrijvers aan de muren terwijl legendarische jazz-, blues- en rockiconen uit een oude platenspeler klinken. Zowel de platen als de platenspeler heb ik zorgvuldig uitgekozen tijdens één van mijn vele strooptochten langsheen rommelmarkten. Ik bedenk hoe ik mijn huisje wil inrichten, hoe ik zal knutselen met allerlei wegwerpmaterialen waar ik een boekenrek van maak die vol staat met historische werken. Ik denk aan hoe ik het roer zou kunnen omgooien in mijn leven, naar links of naar rechts, naar een wereldreis vol avonturen of naar een eigen huisje waar ik elke dag van mijn leven in knutsel. Ondertussen loop ik daar, een even lieve als schichtige eekhoorn wekt eventjes mijn aandacht, waarna ik weer rustig verder loop en denk over het leven.
Op koude winteravonden doe ik graag van die lange looptochten, lekker warm aangekleed met dikke muts en handschoenen. Dan loop ik, weg van de stad, langs veldwegeltjes en boerderijtjes. De straatlampen in de verte spelen de rol van sfeerlampen. Schuin vallende sneeuwvlokjes zorgen voor het sprookjesgehalte en in mijn oren heb ik Sigur Ros en Fljótavik. De ijzingwekkende stilte van het winterdecor, de sneeuwvlokjes die dwarrelen op het ritme van de piano, de huilende stemmen die breekbaar zijn als het ijs op de vijver Je hoeft slechts je ogen te sluiten, dat nummer op te zetten en weg te dromen in het winterse decor. Mooier kan een koude winteravond niet zijn. Ook al heb internationale kampioenschappen gelopen en aardige tijden en resultaten neergezet, ze zijn zowaar waardeloos. Als ik het heb over het plezier van lopen, dan denk ik hieraan. Lopen zonder aan lopen te denken, wegmijmeren, dromen, filosoferen, de ziel in mijn lijf lopen.
Zo weinig teken van leven als er is in mijn oriëntatieleventje, zoveel teken van leven is er elders. In de afgelopen maand heb ik nog deelgenomen uit principe aan het BK aflossing, kwestie van de ploeg en club niet in de steek te laten, en aan het militair kampioenschap halve marathon, kwestie van dat het een aangename werkdag en goede training is. Naar het BK interclub en het BK lang stuurde ik mijn kat. Sommigen vinden dat vreemd, niet deelnemen aan het BK, nochtans, zo gek is dat nu ook weer niet. Na Brazilië heb ik me bezig gehouden met wat onderhoudstraining, 4x per week, 30-50, onvoldoende om een degelijke prestatie op een lange afstand neer te zetten, laat staan op een BK. De interclub was in de verre Hoge Venen, en in een periode dat ik 5 dagen per week in Arlon zit kan ik mijn uurtjes thuis goed gebruiken. Met mijn project Fast Forward Fitness Coaching ben ik tal van dingen aan het uitwerken, waaronder wat affiches ophangen in het Leuvense, flyers uitdelen en in brievenbussen steken, en ook voor Zatopek Magazine heb ik mijn werk.
De conditie is nog meer dan behoorlijk, heb ik kunnen vaststellen op die halve marathon. Hoewel het slechts 20km was, was een tijd van 1h16 verre van slecht, wetende dat ik trager dan 4/km vertrok, dat ik wat spelend tussen groepjes liep, dat ik even terug ben gedraaid om een makker op te wachten en hem nadien uit de wind te zetten. Easy running aan 345/km, altijd leuk dat zoiets kan J.
De doelen de komende maanden zijn niet dik gezaaid. Mijn energie zal ik vooral steken in de trainingen die ik moet geven op het werk (MTB, lopen, conditietraining, ) en de trainingen voor mijn eigen project. In de mate van het mogelijke wil ik me wel voorbereiden op het militair veldloopkampioenschap, jaarlijkse afspraak met de snelle benen.
Voor Zatopek heb ik ook al een volgende wedstrijd aangestipt, t is te zeggen, geen wedstrijd: ik ga SAFARI-JOGGEN! In de Hoge Veluwe, het grootste natuurreservaat van Nederland, ga ik in een klein groepje, begeleid met gids, bij zonsopgang wild spotten tijdens een loopje van om en bij de 15km. Nadien maak ik er een verslagje van. Lijkt me reuzeleuk. Intussen ben ik ook al aant kijken waar ik volgend jaar nog heen kan voor een reportage. Ik liet alvast mijn oog vallen op de Passo Del Stelvio, een halve marathon die 1700m stijgt en aankomt op 2700m hoogte. Jezus, lopen kan toch avontuurlijk zijn!
Na alweer een periode van radiostilte post ik toch weer weer even een berichtje om de blog niet te laten overkomen als een ten dode opgeschreven site. Het is trouwens niet omdat er een periode van blogstilte is geweest dat het levenheeft stilgestaan, integendeel.
Eerst en vooral was er 8 dagen geleden mijn 'hoogtepunt van het jaar', Pukkelpop. Als muziekfanaat en medewerker van muziekcentrum Het Depot zijn concertjes, festivals en muziek in z'n geheel een aanzienlijk deel van mijn leven. In die mate dat ik jaar na jaar afweeg of ik wel 'topsport' kan doen, naar een WK kan gaan en me recht in mijn schoenen voelen omdat ik zo vaak op festivals en concertjes sta, en hoe je het ook draait of keert, dergelijke activiteit wordt niet onterecht geassocieerd met het consummeren van draknen die niet zo nauw bij dat sportleven aanlsuiten. Ik beken, schuldig. Er is Rock Werchter, het grootste, het 'thuisfestival', het gezelligheidsfestival waar alle vrienden uit het Leuvense zijn. Aan de andere kant is er Pukkelpop, hét festival dat met voorsprong mijn voorkeur wegdraagt. Er komen ontelbaar veel kleine groepjes die een heel beperkt publiek hebben, te klein om gekend te zijn, enkel onder muziekfanaten. Die groepen wil ik zien. Een goede vriend, muziekprogrammator in Het Depot is dan ook mijn man om me in te lichten over de allernieuwste bands die ik moet checken. Het is zijn werk, hij reist ervoor naar de States om daar te checken wat nieuw en hot is.Dit jaar stond op Pukkelpop voor velen de hoofdact The Foo Fighters, OK, leuke band, toffe muziek, maar voor mij zou -en dat stond buiten kijf- Miles Kane en vooral -VOORAL- The Horrors het overweldigende optreden van 2011 worden. Sinds hun album uit was, juli, bracht ik iedereen op de hoogte, "mis dit niet", een storm die je omver zal blazen, weken lang hield ik het vol. En ik zweer het, het album zou, zeker in een tent, het publiek omver blazen. Ik koos om dit jaar geen WOC-kandidaat te zijn om naar Pukkelpop te kunnen gaan. Helaas draaide alles anders, zoals iedereen intussen wel weet, The Horrors heb ik nooit gezien, de horror daarentegen wel. Het omvergeblazen worden ook. Ik overleefde zonder brokken of schade, buiten wat blauwe plekken van de hagel. mijn (aangeboren, militaire, sportieve?) overlevingsdrang deed me kiezen voor een pijnlijk plekje midden op de weide, maar oooh zo veel veiliger dan al zij die gevlucht waren naar tenten om te schuilen. Delobel versus de dood, 2-0 (zie januari waar ik de stand op 1-0 bracht door een drenkeling te reanimeren). Ook hier ging ik nog op zoek naar slachtoffers, kijken waar ik hulp kon aanbieden, alle helpende handen waren immers welkom, al was het maar om de chaos in te perken. De eerste dagen na het drama werden vooral verwerkt onder lotgenoten. Van de Depotvrienden was iedereen ongedeerd, en dat was een mirakel. Een vriendin was aan het werk in de ingestortte tent, een andere Depot'er stond in diezelfde tent als technieker op een stelling 4m hoog en is in paniek naar beneden gesprongen, met slechts kleine verwondingen. Onze Depotcommunicatie- en persverantwoordelijke werkte op Pukkelpop in het mediadorp, zij zag alle berichten als eerste passeren, en het laatste nieuws dat zij van haar vriend had gekregen was dat hij eveneens in die ingestortte tent op haar wachtte. Vanaf dan, geen netwerk meer, lief in ingestortte tent, en zij kon urenlang alle nieuws zien passeren en verspreiden zonder iets van hara vriend te weten. Gelukkig zijn we ongedreerd en zijn we er als vrienden waarschijnlijk nog sterker uitgekomen. Intussen staat de nieuwe lichting soldaatjes klaar om hun opleiding aan te vatten en ik ben de afgelopen maand ijverig bezig geweest met mijn voorbereiding. Ik wil immers met een aan het venijnig grenzende glimlach kunnen zeggen:" komaan jongens, nog 10x pompen, én nog 10, en dan 20 sit-ups, en nog 20,én nog . Het lopen staat intussen op een 'laag pitje'. Geen programma, maar wel 5x per week wat lopen, lang, kort, snel, traag, tempowisselingen, makat niet uit, de riem ligt er nog eventjes af en de kampioenschappen zijn dan ook niet belangrijk. Zondag zal ik mijn beste beentje moeten voorzetten voor de club, want dan is het BK aflossing, maar voor de rest primeert momenteel het eigen leventje, het werk, en vooral het zaakje als zelfstandige waarin ik momenteel op mijn eigen olieveld ben gestoten. Puik werk, al zeg ik het zelf. Snel aanboren die handel!
Nu de Wereldspelen erop zitten is het tijd voor wat rust, wat anders, en dus ook om m'n zaakje als zelfstandige sportcoach richting definitieve gietvorm te sturen. De website staat sinds gisteren online, al moeten er nog wel wat aanpassingen gebeuren, het is al een soort opening, je weet wel, de receptie die de officiële opening vooraf gaat .
In het nieuwe en kwailtietsvolle looptijdschrift Zatopek Magazine verschijnt mogelijk een verslag van mijn hand over Brazilië (althans, ze lieten me weten dat het er zeker in zou komen). Laten we hopen dat het er effectief in komt, een goede reclame voor onze sport en voor mezelf ook een reden tot bescheiden gejuich.
Nu Rio achter de rug ligt is het tijd om te ontspannen. Rust, het leven beet nemen met twee handen, en wat sportief bezig blijven door wat te sporten zonder programma vormen de hoofdbestanddelen van de komende weken. Ter voorbereiding van de nieuwe lichting rekruten in september zal ik wat extra krachttraining (pompen, sit-ups, ...) doen om de jonge snaken de baas te kunnen les na les.
Vandaag werd de laatste wedstrijd betwist, de aflossing. Ik startte als eerste loper in de eerste ploeg en Jo Linten startte voor de tweede ploeg. de kaart was plat als een Vlaamse biljart, maar met een mix van andere gewassen. de eerste drie posten gingen door wel heel erg hardnekkig donkergroen struikgewas, met een soort liaan die je wurgt als je'm om je keel krijgt of die je voet of bovenlichaam tegenhoudt als je'm wat lager krijgt. Niet door te wringen. Daarna kregen we open, wit bos met wat gras. Vliegwerk. Op het einde kwam er nog wat groen bij. Ik vertrok matig, niet echt slecht, maar zeker niet goed (zoals velen), maar halfweg heb ik me vast gelopen in het groen, terwijl anderen wat verderop wel door konden. Ik begin de fout me op te jagen, verloor concentratie, ging in de fout, en kwam in de vicieuze cirkel terecht van opjagen en meer missen. De moed zakte wat weg en het tempo zakte mee. Intussen kreeg ik nog een tak in het gezicht waarvan bloedneus en dito bovenlip getuigden. Jo liep net ietsje sneller dan ik, maar dat was al een eind na de koplopers. Geert liep wel sterk, maar dat was de enige van de ploeg die goed liep. De vermoeidheid zat er ongetwijfeld tussen. Ook bij de toppers zagen we veel kleerscheuren en veel fouten. Het officiële resultaat heb ik nog niet gezien, maar dat komt wel. nu eerst, slotceremonie en nog enkele dagen genieten van onze welverdiende vakantie.
42e en 46e, twee maal eerste Belg en twee maal tevreden Belg
De individuele wedstrijden zitten erop. Het landenklassement is beslecht. Het enige wat er nog op het programma staat is de aflossing, maar onze coach ziet dat als een gebeuren voor het plezier, de vriendschap, en als het kan, om sterk te presteren, maar niet zo belangrijk wegens geen landenklassement. De individuele wedstrijden dan. we wisten van de trainingskaart dat het zwaar zou worden, redelijk beloopbaar, en technisch niet zóó aartsmoeilijk. Een variante van Ardennenterrein. Mijn taak, die ik mezelf had opgelegd, was: niet te hevig gaan, geen risico's nemen, en zekerheid kiezen. Het lot zat mee, een sterke Litouwer startte twee minuten achter me. Ik moest zien dat ik geen grote fouten zou maken zodat die kerel me niet ongezien voorbij zou lopen. Ik startte voorzichtig, met 2, foutjes van om en bij de 20" en twee wegkeuzes waar ik 15-20" laat liggen. en aan post 52 zie ik hem al ver achter me, maar hij haalt me pas in aan post 10. Hij passeert me te snel en ik ben gedwongen kaartcontact te houden, want als hij weg is, kan het anders wel eens mislopen. Helaas voor hem, maar wegraken deed hij niet. ik liep wat rechter naar de posten, hij mistte een beetje, en zo kon ik in zijn spoor blijven. Even liep ik zelfs terug voor hem. Jammer maar helaas, naar de laatste post werd ik al iets te vroeg euforisch en ik liet nog 30" liggen door een onnodig ommetje te maken. Alles samen kon er dik anderhalve minuut af, maar da's kommaneuken, ik had een goede wedstrijd gelopen. Resultaat: 42e: mijn beste ooit, al moet ik erbij zeggen dat er wat afwezige landen zijn waardoor mijn resultaat wat mooier oogt.
De lange afstand beloofde nog een stuk zwaarder te worden: 9.2km met 540m stijgen, al denk ik dat dat met de natte vinger gemeten was. Het was zwaar, maar niet moordend. Ik vertrok met veel concentratie, opnieuw de focus op alles zo eenvoudig mogelijk houden, geen risico's nemen. Ik liep wat rond naar post 2, liep wat rond naar post 6, met eventueel enkele extra hoogtemeters, maar liever die zekerheid (eenvoudige wegkeuze, goed aanvalspunt, paden) dan doorsteken door mogelijk dichtbegroeid terrein waar constante concentratie nodig is. Halfweg verlies ik een minuut door op een lang been wat te laat door te steken van een pad naar een volgend pad, maar ik mis geen enkele post. Aan de kijkpost ben ik nog even verward door een tweede verplichte doorgang die ik niet gezien had (15"), en in de laatste lus vertraag ik 2x omdat het terrein wat onduidelijk is... Maar ik mis de post niet. Ik mis geen enkele post en kan er dan ook heel weinig af doen. Helaas is de waarheid dat de internationale top over zo'n zwaar terrein véél sneller is dan wij simpele Belgen. Ik eindig 46e, alweer een heel sterk resultaat, alweer eerste Belg, en alweer erg tevreden. Ik mag dan wel de militaire titel gemist hebben, of vorig jaar niet meegedaan hebben voor die titel, voor mij is het militair WK belangrijker, en net als vorig jaar ben ik tot twee maal toe snelste Belg, sneller dan Geert Simkens, meervoudig Belgisch militair en burgerkampioen (die twee maal goed gelopen had). De ploeg is net achter Denemarken 11e geëindigd (op 25). Schitterend resultaat. Iedereen blij.
Een eerste reactie na de wedstrijden, alvorens een uitgebreider verslag te posten: De Belgen hebben het goed gedaan, alle onze lopers hebben goed gelopen. we zijn tevreden met het resultaat in het landenklassement. Wat mij betreft: Twee maal goed gelopen. Twee maal eerste Belg, telkens een beetje voor 'The champ' Geert Simkens. Op de middle distance maak ik enkele kleine foutjes, maar niet veel. Op de long Distance maak ik in feite geen fouten, buiten een minuutje dat ik ergens tussen twee posten laat liggen. Resultaat: 42e en 46e, op 160 deelnemers. Hooray!
De Openingsceremonie was symbolisch, een statement, Rio for President
Na de eerder meegedeelde indrukken vooraf e, de wat spaak lopende organisatie was er de eerste grote afspraak van de spelen, de openingsceremonie. Het was een lang aangekondigd evenement, een feest, en dat was zeker niet overdreven. Nadat straaljagers overvlogen om de ceremonie op gang te trekken en nadat een eerste resem vuurwerk het stadion in lichterlaaie zette moest de ceremonie nog echt beginnen. De eerste van vele speaches begon met de overduidelijke ambities van Brazilië/Rio dat zich profileert als Wereldsporthoofdstad van dit decennium. Met deze spelen, in 2014 de Wereldbeker voetbal en in 2016 de Olympische Spelen staat Brazilië een decennium lang in het teken van sport, en de eerste hoogdag was deze openingsceremonie. Een schot in de roos!
Het werd een spektakel dat kon tippen aan een openingsceremonie van de Olympische Spelen. Een gigantische show, verzorgd door honderden kinderen die een dans brachten van wel 30 minuten, waarin zowel Brazilië als land gepromoot werd als de kerngedachte van de militaire spelen, Peace Through Sport, getoond werd. Je werd er week van vanbinnen. Ze schetsten de schoonheid van de mensen en de natuur, uiteraard gekoppeld aan de weelderige Braziliaanse natuur. De kinderen dansten en speelden met de overtuiging dat het hun mooiste dag van hun nog jonge leven was. De gedachte aan vrede, met militairen uit alle uithoeken van de wereld, zelfs al liggen ze met elkaar in oorlog, die hier samen vriendschappelijk en sportief strijden, zij aan zij wordt zo aandoenlijk sterk weergegeven dat je er zelfs in gaat geloven, in die wereldvrede. Nergens nog oorlog!
De ceremonie eindigde met de symbolische fakkel, die na een aflossingsrondje bij Pélé belandde en de historische sportfiguur stak het vuur aan. Het is een vuur dat opnieuw- alles heeft van een Olympisch vuur. Het overvolle stadion ontplofte.
Intussen zijn we weer 2 dagen verder en zijn wij oriënteurs overgeplaatst naar een luxehotel 100km verderop. Waar we ook komen, de spelen lijken overal. Deze spelen zijn meer dan overduidelijk een training voor zowel de medewerkers als voor de hele voorbereiding voor de Spelen in 2016. Installaties zullen dezelfde zijn, draaiboeken zullen herbruikt worden met de nodige verbeteringen. En, deze spelen zijneen gigantische financiële investering om zichzelf te promoten als organisator voor wat komen gaat. Of het nu in Rio is, in de straten rond de atletendorpen op 60km van Rio, of hier, 100km verderop, de straten hangen vol met vlaggen, affiches en spandoeken met het logo van de spelen. Nergens in dit land kan je naast de spelen zien. Als de verbinding het toelaat (of na de spelen, terug thuis) zal ik fotos online zetten waaraan je kunt zien hoe groots deze spelen zijn opgevat. Ronduit indrukwekkend!
Oh, gisteren hadden we training aan het atletendorp, op een kaart waar niet te kruipen viel. Hoog gras is niet wat het in België is: 2.5m hoog, en heel dicht begroeid! Vandaag was er de training in de omgeving van de wedstrijd. Heel andere koek. Vrij goed beloopbaar, maar uiteraard een ander maar mouwen dan een Kempisch of Ardeens bos. Eén ding is zeker, ik zie het zitten. Technisch wordt het best doenbaar, fysiek wel loodzwaar (heel veel stijgen!!)
De eerste indrukken: De Spelen, De Atleten, De Legendarische Copacabana, ...
Vandaag, zaterdag, is de openingsceremonie. Bij het schrijven van dit eerste verslag weet ik niet wanneer ik deze tekst op het wereldwijde web kan gooien wegens een netwerk dat operationeel is met de regelmaat dat Nessie zich liet zien in zijn meer.
Het allerbelangrijkste nieuws, we zijn er, en de Spelen zijn er ook. Aan de organisatie valt af te lezen dat Brazilië ook Afrikaanse roots heeft. Er zijn 3 atletendorpen, samen goed voor 6000 atleten. Wij, in white village, hebben splinternieuwe blokken ter beschikking die ook zouden moeten dienen voor de spelen in 2016. Of beter gezegd, die af zouden moeten zijn tegen 2016. De ruwbouw is af, de elektriciteit ligt, de watervoorzieningen zijn er... alleen, ze zijn nog niet allemaal geïnstalleerd. bedradingen waar nog een stopcontact op moet, waterleidingen die nog niet goed zijn aangesloten aan de wastafel. Dergelijke zaken. Storend? Voor kommaneukers wel.
De openingsceremonie zou groots moeten worden. In de officiële Rio Guide 2011 worden er bladzijden aan gewijd, dus dat zou in orde moeten zijn. De verschillende stadions lijken ook klaar voor de competities. Het schoentje wringt bij de logistieke kant, de omkadering, die nochtans niet onbelangrijk is. Het dagelijks busvervoer van en naar Rio centrum lijkt wel een potje vogelpik: de bus van 9 uur vertrekt om 10.15, en de bus terug, daar kan je maar beter om bidden dat die er überhaupt zal zijn. Pietluttigheden als je goed door de vingers kan zien. Topsporters die de volgende dagen in actie moeten schieten kunnen dit niet altijd door de vingers zien. Rust, training, eten,... een strikte dagindeling is belangrijk om zich goed voor te bereiden en te concentreren.
Het atletendorp is indrukwekkend. Met zon 2000 atleten per dorp, verdeeld over een 20-tal nieuwe appartementsblokken, ommuurd en beveiligd, is zon dorp een echte sportoase. Al bij het krieken van de dagen lopen atleten rondjes in het dorp. Sommigen in zweetpak (gevechtssporters die een kilootje willen verliezen), sommigen in loopoutfit, sommigen met bokshandschoenen en boksmasker, als rondje rust tussen de rondes boksen. In ons dorp krioelt het van Boksers en Taekwondoka. Overal, waar je ook kijkt, staat er eentje touwtje te springen, eentje tegen een imaginaire vijand te slaan en te trappen, iemand tegen om zn leven te boksen met een stootkussen, for Gods sake... Rocky maal 1000x quoi!
Morgen is het zover, dan vertrekken we naar Brazilië. om correct te zijn, woensdagochtend om 3.30, maar morgen komen we al samen in Peutie, om dan van daaruit na een persconferentie in team de laatste uurtjes voor het vertrek door te brengen. De persconferentie is uiteraard hoofdzakelijk bedoeld voor de topsporters van Defensie, zoals bijvoorbeeld Marino Vanhoenacker, die afgelopen week nog het wereldrecord op de triatlon scherper stelde. We hebben de deelnemerslijst ook al onder ogen gekregen, en die belooft veel goeds, althans wat betreft onze kansen in het landenklassement. Ons voortbestaan hangt af van onze placering in dat landenklassement, en deelnemende landen als Venezuela, Chili, Argentinië, Saoedi Arabië, Iran, ... kunnen we alleen maar toejuichen. Voor de lezende lopers onder is heb ik ook nog nieuws... dit jaar is er een nieuw looptijdschrift bijgekomen, Zatopek (Vlaanderen), een trmesterieel tijdschrift dat volgens mij meer informatie biedt voor de ervaren loper dan het wereldwijd gekende runner's World. Waar Runner's World vaak erg oppervlakkig blijft, in herhaling valt en zich telkens opnieuw met 10 tips richt op de beginnende loper, gaat Zatopek dieper. En wat is het goede nieuws daar dan aan? Wel, ik mag een artikel schrijven over het WK in Brazilië voor het volgende nummer. Hopelijk doe ik het goed genoeg en verschijnt het effectief in het tijdschrift. Alternatievere loopvarianten zoals Trail, berglopen en dergelijke krijgen altijd wel een plaatsje in zulke tijdschriften, en wie weet dus binnenkort ook het oriëntatielopen. Misschien kan er zelfs nog een artikeltje over de Tiomila of Jukola in verschijnen, want als er één legendarische ervaring is die zweet, testosteron en natuur bundelt, dan is het die ervaring wel!
En dan nu, eerst concentreren op het sportieve.
Sportieve groeten, en hopelijk volgen er verslagen vanuit Rio
mentale training: trainen aan het Leuvense Sportkot
Daar waar afgelopen weekend tijdens het hele Werchtergebeuren de gedachten niet 100% met de World Games bezig waren, was mijn avondloopje vandaag een regelrechte mentale opkikker, eentje om weer helemaal into topsport te zijn. Ik ging lopen, en net als ik vertrok passeerden er 3 ranke kerels. Even vragen of ik mag meelopen. Sure, we're Americans, we're here for some races this summer. We're professionals. Eentje liep al eerder de Memorial Van Damme, alle 3 behoorden ze tot de Amerikaanse top 5 op de 1500m. Ze waren goed voor 3'37 op de 1500 en eentje voor 1'47 op de 800. Leuk eindje joggen was me dat. Na hun 50' rustige duurloop heb ik er zelf nog 15' aangeplakt, maar al gebiedt de eerlijkheid me te zeggen dat dat ietsje trager ging...
Met nog tien dagen te gaan trekken we de laatste trainingsweek in. Nog wat kwaliteitstrainingen wil ik doen, zonder al te veel te vermoeien. Evenwicht tussen trainen en rust is nu hoofdzaak. En het hoofd klaarstomen. De foto's van het logement zien er alvast op z'n lichts uitgedrukt aardig uit... http://www.arcozelopalacehotel.com.br/fotosnovas.html
De drukke wedstrijdperiode van de afgelopen maand is achter de rug. Het was een periode zoals ik ze niet graag heb, met twee wedstrijden per week, altijd maar rusten, loslopen, wedstrijd, loslopen, rusten... Ik train graag, het trainen op zich is een liefde, zelfs zonder wedstrijden. Deze week ben ik dan ook als een dartel kuiken in de bossen gaan spelen. Lopen noem ik het niet, het was spelen. Lekkere frisse stortbuien die eindeloos veel energie lijken te geven, en dan maar huppelen lopen springen door mooie heuvelachtige bossen. Dan besef ik waarom ik in goeie conditie wil zijn. Ik wil kunnen rennen, een berg op lopen of springen alsof het spelen is, niet zoals velen, moeten afzien om te kunnen joggen. Mensen zouden me misschien als een gek bestempelen als ze me zouden zien, denk ik soms, vandaar dat ik het probeer te verbergen voor andere wandelaars of lopers, maar ik huppel en spring tijdens het lopen. Ik loop 10x op en af tussen twee bomen, pletsend in de regen en spreid m'n armen als een vogel/vliegtuig/... Als ik als trainer één doel zou mogen bereiken, dan is het niet dat m'n atleten/volgelingen titels en medailles binnenrijven, maar dat ze net als ik, daar, op dat moment, spelen in het bos, niet eens goed beseffen dat ze aan het lopen zijn.
Na het vertrek van onze twee jonge welpen F Portin en D Stenlund moeten we het bij IF Brahe anders aanpakken. De jonge kleppers kiezen voor de ambitieuze toekomst bij een grotere club, en dus moeten de achterblijvenden proberen hun vertrek zo snel mogelijk doen vergeten. Door sterk te presteren bijvoorbeeld. Op de jongste Tiomila deed de verzwakte ploeg het niet veel slechter dan vorig jaar, en die goeie moed zat er duidelijk nog in. Jacky Mathijssen zal er wel voor iets tussen zitten, want ook al zie je met het blote oog dat de fysieke scherpte bij sommigen vergaan is met het verdwijnen van de VHF-recorder, toch blijven ze er prat op gaan dat ze top 100 aankunnen.
Een deel van de nieuwe strategie was: Delobel als slotloper en niet langer als starter. Ook al voelt ondergetekende zich als een vis in het water bij een massastart, we vermoedden dat ik meer winst kon boeken op het lange laatste been dan dat een andere startloper zou verliezen in de start. Een moeilijke vergelijking, want als de eerste loper 8 verliest zullen ook de tweede en derde loper daardoor tijd verliezen, zij zijn immers het contact met de snellere concurrenten kwijt. Ouderdomsdeken Nikka Lindell startte en hij kon niet anders dan toegeven dat het zijn beste koers niet was. Hij verloor veel tijd, en vele plaatsen. Voor een ploeg met top 100 of top 120 als ambitie is een startloper die rond positie 250-300 binnenkomt niet bepaald een droomstart. Onze tweede loper, Staffan Järn, waar je normaal op kan bouwen, liet ook wat steken vallen naar eigen weten. Gelukkig keerde het tij vanaf de 3e loper. Er werd opgeraapt alsof IF Brahe een professionele opruimdienst was.
Wanneer het mijn beurt was stond de ploeg 151e. Ik was in de week een dagje ziek geweest, had de afgelopen nacht niet goed geslapen, en voelde me fysiek niet super. Ik vertrok rustig aan, me concentrerend op mijn kaart. De wedstrijd beloofde lang te worden, en ik kon maar beter zuinig met de mogelijk fletse benen omspringen. Hoewel ik me voorgenomen had zo eenvoudig mogelijke wegkeuzes te maken en geen risicos te nemen verloor ik toch aan post 3, 6 en 8 tijd. Samen zon 5. Daarna komt een cruciaal moment. We waren net samen met een 3-tal lopers en er wachtte ons een lange wegkeuze. Ik besloot mijn ding te doen: omweg en zekerheid, via een vlot beloopbare route. Benen noch hoofd vermoeien, geen risicos. Ik kom ongeveer langs achter aan de post, en net als ik knip is daar een trein van wel 10-12 man, waaronder enkele gezichten die ik vroeger op de omloop had gezien. Het kan niet anders of zij hebben de meer risicovolle keuze rechtdoor bekocht met een fout, waardoor ze samentroepten. Ik zuchtte opgelucht. Ik wist wat me te doen stond, nl meelopen zonder mezelf te tonen, gewoon rustig meeschuiven in de groep en wat controleren en vooruit kijken naar wat komen gaat en plannen waar ik mijn energiegel kan eten op een moment waar de concentratie even minder kan. Laat de springers het stunt- en vliegwerk maar doen. Ik merkte snel dat niet iedereen in de groep uit hetzelfde hout gesneden was en moest alert meeschuiven. Als je het gat laat vallen en er kiezen enkele gluiperds het hazenpad kan het zijn dat je ze niet meer terug ziet. Ik schoof op, voelde me fysiek beter dan bij de start, maar voelde dat ik zeker niet met de vingers in de neus meeliep. In het laatste derde, mede door de opstoppingen van tragere lopers (4e, 5e en 6e lopers) viel er een gat dat ik niet meer kon overbruggen, net aan een post met forking. Ik trachtte niet te panikeren, alhoewel dat niet helemaal lukte. Ik verloor aan de post 20, fioew, safe. Gelukkig, want in mijn poging om naar de vier of vijf vluchters te lopen was ik de bende achter mij kwijt en stond ik er eventjes alleen voor. Amper 2 later kreeg ik nog een achterblijver van het groepje voor me in het vizier, net op het moment dat ik mijn energiegel nam. Redding! Ik beende hem bij, maar naar de volgende post gingen we samen eventjes fout, iets te ver, onder mijn leiding. Een geluk bij een ongeluk, door het foutje zag ik de voorgangers weglopen en ik besefte dat ze amper 30' voor me liepen. De energiegel stroomde samen met de adrenaline door mijn aderen en op amper 400m tijd sloot ik aan bij het groepje. We schrijven goed 1200m van de meet. Er wordt gespeculeerd, het wordt wat nerveuzer, en ik betwijfel dat mijn benen goed genoeg gaan zijn om met de 4 kompanen af te reken in de slotmeters. Op weg naar de voorlaatste post gaan we in waaiervorm, en ik knip als laatste, zon 10 na de anderen. Alles of niets, nog 400m struikgewas en dan de schnitzel in. In het struikgewas blijft er eentje steken en ik glip hem voorbij. Zijn adem wordt stilaan stiller in mijn nek. De anderen zag ik niet. Op 50m van de laatste post doemt een andere voor me op. Zon 20m voor me knipt hij. Hij oogde sterk en in de schitzel lijk ik amper te naderen... tot we het steile brugje over moeten. Hij valt stil, ik kom naast hem, en in de afzink snel ik weg. Ik kom al eerste van de trein over de meet. In de eerstevolgende minuut komen er 10 lopers over de meet.
Ik heb 24 plaatsen goedgemaakt. 12 heb ik ingehaald, en dat allemaal ondanks een toch wat aarzelende start. Een grote opluchting, en heel tevreden ploegmakkers!