 |
We zijn de 31de week van 2025
|
 |
|
 |
Rustig genieten van gedichten, liedjesteksten, muziek, vertellingen, prenten en foto's. |
Welkom in mijn thuishaven. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens. |
 |
16-11-2016 |
Nocturno 2. Frans De Wilde |
De avond liegt. De nacht zal luider liegen,
het is licht, zo licht als waren al de sterren
die aan de hemelen 's nachts de braven weten
opeens gevallen op onze zondige aard.
Want, zonde loopt er in haar kortste rokje,
op hoge hieltjes, luchtig, los en blij,
na het burgelijk-saai dreinen van dien dag
achter gesloten gordijnen.
Er is muziek in de avond, zachte cello's,
die langoureus uitwenen een vreemd lied
of een wiegende tango doet leven
in die lijven driftige dans.
De lust van gedegenereerden, van buitzoekende avonturiers,
van geringde en geridderde woekeraars,
uit "der frisscher, frohlicher Krieg"
een broederlijk en zusterlijk zootje, maar
de zonde, de zonde is zoet.
16-11-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
15-11-2016 |
Nocturno 1. Frans De Wilde |
De avond is vol licht
vol schitter-wit bits licht
dat neerpletst uit de boog
der elektrische lampen, de inferno-lucht
boven de hoge huizen vaneenrijt met
zijn snelle kleuren-slangen.
Staal-vonkend spettert uit
wreed-gloeiende ogen van venijnige auto's,
het roerloos-geel licht van bars en music-halls
dat de vermoeide wezens der mensen die daar lopen
boetseert tot wassen maskers, hard en koud.
Het is een woest kruisen, botsen van rauwe stralen
naast hoogvlakken van diep-nachtelijk zwart
waar plots de wandelaars allen in verdrinken
maar rap weer rijzen uit die korte dood.
15-11-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
14-11-2016 |
Home 2. Frans De Wilde |
Menselijke schimmen snel schuiven
uit de schaduw, in het vechtend licht-vlak
der lantaarnen of het woest geflonker
van auto's, hoog drenzend slijk.
Dansende vlekken in het donker
de armen vast tegen het lijf
kragen rechtop, diep de handen
verzonken in zakken van bont.
Is het spektakel uit of begint het?
Mondainen heupwiegen voorbij,
bepoederd, geöorringd, bemoffeld,
rad ratelend hun Frans: "Vous savez...".
Ik ga, niet meer denkend om het leven
dat veelstromig rolt om me heen,
door de kilte, een gloed in het harte,
door het duister, een zon in de ziel.
Ik ga, waar verlangend mij wachten
onder het lampelicht, mijn jongen, mijn vrouw,
ik ga, door de schreiende avond
naar de lach van de huiselijke haard.
XXXXXXXXXX
14-11-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
13-11-2016 |
Home 1. Frans De Wilde |
Door de avond, de sneeuw-herfstavond
ikzelf, snel trampend naar huis,
langs de straten, de dooi-modderstraten,
van lantaarnschijn koud-licht beglansd.
Het zwart-stil geweld van de bomen
in het park wijd-naakt, wit-bedonsd,
met mij gaande, een donkere lach lijk
waar voorzichtig, plas-beenend ik schrijd.
Langs de huizen, de klam-hoge huizen
waar hel licht leeft, een stem zingend luidt,
visioenen wekkend van warmte
en vreugd in het ver, eigen thuis.
De hemel gans toe, op de daken
rust, grauw-rood en zwaar als gewelf
waarvan immer blotten de brokken
van ijzel-sneeuw, vlokkend hand-groot.
13-11-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
12-11-2016 |
De stille gast 2. Frans De Wilde |
Voorbije dagen zullen blij ons wenken
als jonge meisjes, zij zullen in wezen ver
en onbereikbaar zijn als een hemelster,
toch zullen zij aan ons zijn deze avond.
Met al hun vreugden, smarten, kampen, lavend
de dorst van onze zielen, als een droom
wiens zaligheid doet wenen en een schroom
in het hart brengt: dat hij als zovelen gaan zal.
Mij dunkt daar bleef in het glas een druppel gal,
schuif dichterbij, het is huiver-kil daarbuiten,
hoor hoe de wind klaagt in de schoorsteen loeiend-luid,
moet gij weer heen? Het vriendelijk huis nu uit?
Gij gaat, ik blijf, weer levend in dit leven
nog licht van u. Na wat mij werd gegeven
is diep in mij, die napeins op uw dood,
mijn hart meer eenzaam en de nacht meer groot.
XXXXXXXXXXX
12-11-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
11-11-2016 |
De stille gast 1. Frans De Wilde |
Niet als de dag naar luide kusten streeft,
maar wanneer hij moe de gouden zeilen reeft,
ter purperkim traag heendrijft in zijn boot,
en ver in zee stil sterft een schone dood.
Als schemering haar web weeft zoet en fijn
en de avond komt met warmte en lampen-schijn,
dan uit het duister van de dode nacht
komt gij tot mij, mijn trouwe vriend, en zacht
is uw stem sprekend in gulle groet.
Uw oog blauw-klaar, uw handdruk vast en goed,
gij zet u op het laag bankje bij het vuur
dat lustig vlamt. Het is late herfst en guur
zijn de avonden. Schuif dichter bij, wij zullen
de lege bekers dezer uren vullen
met de oude wijn van wijding-rijk herdenken.
11-11-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
10-11-2016 |
Avond. Frans De Wilde |
De avond neurt een oud weemoedig lied
en heel mijn ziele zingt het zacht hem na
om milde pijn, het is of ik schreien ga,
waarom? Ik weet het zelve niet.
Is het een verlangen onvoldaan dat giet
die zoete treurnis in mij? In de la
van het harte sluimeren vele. Stik ik sta
voor het open schrijn en vraag, maar weet het niet.
Ik weet alleen dat onbewust ik moest derven
veel wondere extazen, menig gouden droom,
de bloei der jeugd maar eens in ons kan sterven.
Ik weet alleen dat het in me schreit: o koom
die lente weer. Laat me eens bewust weer erven
de verre vreugd dier dagen blank en vroom.
10-11-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
09-11-2016 |
De schone stad 3. Frans De Wilde |
O verre stad zo liet ik aanbiddend-vroom
uw frisse schoonheid om mijn harte schijnen,
O grijze droomster bij de groene Avon,
waar ik geleefd, geliefd heb en geleden
in het droef mysterie van een dubbele dood.
Ik de eigen zielsstrijd stil heb uitgestreden
door donkere dagen, lief zijt gij me en groot
zoals geen andere zijn, en mijn gedachten
gaan diep-verlangend, dorstend naar uw schoon.
Als zachtjes gaan in zwoele zomernachten,
de ranke reeën naar de wel in het woud.
Langs het ros-bemoste bochtig klimmend pad
ga ik ter hoogte die mij geeft altijd
de stille weelde waar mijn ziel om schreit
de blauwe verten en de grijze stad.
(Avon is een rivier in Engeland.)
XXXXXXXX
09-11-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
08-11-2016 |
De schone stad 2. Frans De Wilde |
Mij streelt de stilte als het handje van een kind,
de zon weeft goudkant om de beukenhal
hier op de top. Hoor, zoet gezang
gaat plots daar droppelen uit het rein azuur
vult heel de hemel met zijn zilveren klang,
stijgt en verluidt, hoog in het zonnevuur.
Ik ben weer alleen,
mijn oog dwaalt dromend naar de stad beneen,
het ziet straten, pleinen en het ziet ze niet,
want huizen, hoven, vormen lijn en kleur.
Want woud en water, het al te samen vliet
in het gretig oor der ziele tot een keur
van rijke tonen eener symfonie.
Waar harpakkoorden, het juichlied der violen,
der hoornen klaagtoon, cello-melodie
versmelten gaan, en onder voolen
gedempt opruisen tot wie daar in droom
zich wiegen laat op het zingend kleuren-deinen.
08-11-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
07-11-2016 |
De schone stad 1. Frans De Wilde |
Door het wolkige waas der nevelen, melken linten
het schemer-krullen van de schouwenrook
vlotten de tonen weg in tere tinten
wordt het een droomland uit een toversprook.
Hoe harmoniëren schoon in de vallei
de leien daken en het heuvelgroen
het zilver der rivier die vrij
zich wendt en windt en na een zoen
aan weide en woud, weer vlucht.
Gelijk een vrouw die om het gelaat
een gouden glimlach, blank en blond ons toetreedt
maar wier schone lijf zich nimmer nemen laat.
Het is hier zo goed. Hoe dauwig koel en breed
om het hete voorhoofd strijkt de morgenwind,
alle geluid klinkt dof op uit het dal.
07-11-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
06-11-2016 |
Avondstemming 2. Frans De Wilde |
Muziek hangt op de lucht
het is of daar alles beidt
het ontbloeien van een lied
een bloem van melodie.
Wat is de wereld schoon en goed in deze stond
daar leeft het op, het lang-verwachte wonder
in het hullend loof, de nachtegaal
eenzame koorknaap in de dom bij avond.
Zijn offerzang ten zuivere hemel heft
het zwijgt alles, alles luistert
mee-deinend op dit klaar koraal
o hart, o hart, zo rustig sloegt gij nooit.
XXXXXXXX
06-11-2016, 08:44
Geschreven door André 
|
|
 |
05-11-2016 |
Avondstemming 1. Frans De Wilde |
Het avondkarmozijn dat van de kimmen leekte
als het levensbloed van een gewonde god:
van dag, de blijde blonde.
Vervloeide stil in zilverige wasem
die aan de verre zoom der bronzen bossen doomt.
De hele hemel spant zich spiegel-klaar
en al-geluid gaat op een zachtere voet.
De avond droomt, de nacht zal weldra openen
zijn blauwe poort van peinzens-schone rust.
En zie, ginds uit zijn handen
de gouden maneschaal glipte geel en groot,
en uit de holle ronding rolden
de zilveren sterren-appels over de hemelvloer.
Een groenige glimmer webt
over het loom-hangend loof
der somber-hoge bomen
op de avondhemel scherp-klaar geëtst.
05-11-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
04-11-2016 |
Symbool. Frans De Wilde |
Mijn ziel is een vlakte hoog in de venen
waar de winden joelen, de wolken wenen
hun groot grijs leed in regens zwaar,
veel schuimende beken storten daar
dof-loeiend naar het dal, diep groen en goud.
In mystiek zwijgen welft er een woud
in wijd-zwarte krans om een duister moeras,
een eenzame vogel wiekt loom langs de plas
en stoort soms de stilte met weemoedige roep
als in de nacht-zee de zang op een visserssloep.
Wat malve bloemen, lis en kruid
om een glas-klaar ven, geen levend geluid,
de stilte droomt wijd, bron-koel en sereen
over woud en hoogland, mos en steen.
Tot de bleek-gulden lijn van het verste verschiet
waar de dag door de sneeuwige nevelen giet
zijn zonnige, zijdige, blauw-blanke lach
die soms hel in het ven hij herboren zag.
04-11-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
03-11-2016 |
Ecce Puer. Frans De Wilde |
Zie daar het kind
het blonde
gezonde
rozig
blauw-oogig
lach-graag gezind.
Wie die niet mint
deze donzen wangen
verlangen
wekkend te plukken
veel zoete zoenen
al zachtjes rukken
de rijpe vruchten
der rijke takken
van nooit-arme boom.
Geen gouden droom
maar waar, het kind, dit levend kind
met spartel-handjes
knib-knabbel tandjes
met lichte lachjes
en blijde dagjes.
Op roze voetjes
trippelend vlugjes en zoetjes
met lieve lonkjes
woorden als vonkjes
knetterend-klaar
ondeugend of strelend
schaterend of kwelend
immer waar.
Heel deze bloeiende heerlijkheid
heb ik gegeven
u, eeuwig leven.
Kan ooit een mens
schoner iets geven?
03-11-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
02-11-2016 |
Waar anders. Frans De Wilde |
Waar anders zult gij vrede vinden
als in uw eigen hart?
Verhard
tegen het woeden der winden
van het leven
dat nimmer geven
zal
al
wat wij hopen of vragen.
Niet klagen.
Maar zien en wetend bedenken
zal u schenken
de rust, die eeuwige, hoog-stille rust
die u kust
en vrij en licht maakt
als een durende, goddelijke lust.
02-11-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
01-11-2016 |
Klimmend en dalend 2. Frans De Wilde |
Niet meer, nooit meer wil ik groot-vragend staan
voor het diepe leven, breed daar uitgebreid,
maar kalm-bewust, vast-wetend verder gaan
mijn eigen weg, in stille heerlijkheid.
Want ik overwon fel-willend alle waan
in stom-doorstreden, dag en nachtenstrijd,
nu ben ik veilig, rustig ligt de laan
van het komend leven, loverend koel en wijd.
Ik heb gezocht, was het zoeken soms een pijn,
het doel zelf misschien, uit waarheid's zonnen
koos ik mij deze die mijn rots zal zijn.
O zalig wie het verlangen heeft overwonnen,
uit de eigen kracht zal de eigen blijheid bronnen
het hoger licht leeft in ons diepste zijn.
01-11-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
31-10-2016 |
Klimmend en dalend 1. Frans De Wilde |
Nu laat mij gaan bij het schone dag-verscheiden,
in het eenzaam huis der vree-bezonken ziel,
waar ik vinden zal, al wat in weemoed wijdde
of vreugde, het leven waar ik als kind voor kniel.
Er zijn de paarlen van mijn rijk verblijden,
een donker vuur uit smart-robijnen viel,
de glinster-gaven door mijn handen glijden
laat ik droom-peinzend, ogend naar het wiel
van het wentelend lot, dat klaterende kleinoden
mij lokkend verschuift, die ik niet begeer...
mijn diepste zelf wil weten van de goden
of God alleen, beschikte met dit teer
en wild en wonder leven, wat ons boden
wil het licht dat leeft en uitgloort telkens weer.
Uit de bundel: De weg door het woud.
1921
31-10-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
30-10-2016 |
Nakende herfst. Frans De Wilde |
De laan ligt leeg en nat, de hoge huizen zwijgen,
de regen rinzelt staag van het bonzend loof der twijgen,
zwaar-zoevend windgerucht breekt in een bomenkruin.
Een edele rode roos gloeit in een kale tuin
gelijk de laatste lach van één die sterven gaat,
een verre, vale wei vol zilveren nevel slaat.
Een vreemde, grijze rust rilt uit de lome luchten
op huizen, bomen, mens en ding en het zwoegend ziele-zuchten.
30-10-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
29-10-2016 |
Serenade. Frans De Wilde |
Blond herderinneken
hoor naar mijn bee
wordt mijn zoet minneken
kom met me mee.
Naar mijn grijs huizeken
ter geurige hei
in het schemerig kluizeken
wees het zonneken gij.
Open uw vensterken
bloemige boog
gun mij een gensterken
uit uw blauwe oog.
Blauwer dan het blinkende
vergeet-mij-niet
lachende en winkende
vrolijk als een lied.
Donzig uw velleken
als lammervacht
blij als een belleken
uw stemme lacht.
Vlug vliegt uw voeteken
als het hert in het woud
uw lokken zoeteken
zijn koren-goud.
Room-blanke tandekens
bes-rode mond
wol-warme handekens
borstjes rond.
Van u mijn schoon slaapsterken
droom ik iedere nacht
om u mijn hart-kaapsterken
smeek ik en smacht.
Jent herderinneken
ik min u wees mijn
mijn koninginneken
zult ge eeuwig zijn.
29-10-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
28-10-2016 |
Aan de slaap 7. Frans De Wilde |
Arm van ziel en arm van leden
wetend van verleden noch heden
als een korrel graan verloren
in een zee van zwaar rijp koren.
Als een goudstof in de lucht
Als in het storm-gesteun een zucht
Als een vlok in het sneeuw-gewemel
Als een stille ster ten hemel.
Als een grasje in de zomerwei
Als een kruidje op de hei
Als een blad in het herfstig woud
Als een vogel tussen het hout.
Uit de omarming van vergeten
weer bewust van wil en weten
zal ik te morgen opgestaan
rust-verzoend naar het leven gaan.
XXXXXXXXX
28-10-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
|
 |
|