 |
We zijn de 35de week van 2025
|
 |
|
 |
Rustig genieten van gedichten, liedjesteksten, muziek, vertellingen, prenten en foto's. |
Welkom in mijn thuishaven. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens. |
 |
14-12-2016 |
Ervaringen 2. Frans De Wilde |
Niet wat de mond der mensen gaarne spreekt,
maar wat hij niet spreekt en verborgen bloeit
achter de blinde muur van hun gelaat,
dat wou ik weten. Wat daar heeft geschreid,
gezongen en geweeklaagd en gebeden.
De stille tragedie van menige zege,
het droevig spel van menig nederlaag,
al wat daar ongeweten is geboren,
aan daadloos scheppen, denken, liefde en haat,
de dromen die wij ongeweten in ons meedragen.
Heel het groot mysterie van de mensenziel,
dat wij genaken, soms even beroeren,
gedachteloos of bewust in vreemde of vriend,
als voor een schip dat koers-verloren zwerft
de waterig-grijze mist-muur plots zich scheidt.
De blonde kustlijn doemt ver ongekend,
maar schoon-vermoed, verlangd, stout nagestuurd,
en plots weer weg is achter hetzelfde schof
van nevelen onverbiddelijk gesloten,
ons peinzend laat, weer met onszelf alleen.
14-12-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
13-12-2016 |
Ervaringen 1. Frans De Wilde |
Niet wat de spiegels van onze ogen vangen
niet wat de antenne van oor herkent,
wat al onze zinnen dag aan dag ervaren
van 's levens snel-ontrolde, bonte film
is hoog en schoons, en het diepste weten waard.
Het is het kleurenspel der blije bloemen niet,
noch het dons-zacht groen der bomen teer in bot,
het zijn niet de dieren in het gelijk verloop
van hun verduldig, mens-dienend bestaan.
Noch het eeuwig-ritmisch, grijs gebaar der zee,
de stoere bergen noch het veie veld,
maar wat daar trilt en leeft onloochenbaar
achter de broosheid van de zichtbare vorm,
achter die schijn van schoon, van goed en kwaad.
Het is het mystiek licht dat gloort achter de ruit,
de matte ruit van het leven waar zovelen
hun jonge, zoekende ogen blind op staarden,
het is de zin, de zekerheid, de klaarte,
de zalige glimlach der gewonnen rust.
13-12-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
12-12-2016 |
Interieur 3. Frans De Wilde |
Van zuivere inkeer, hogere harmonie,
breed-menselijk gegroeid naar het begrijpen
van vele anderen, zelve nog zoekend,
de strijd nog wagend die wij wonnen.
O wij die vonden laat ons vriendelijk zijn,
en hulp-gereed en van goede wil
voor hen die vragend gaan de poort voorbij
van onze ziel, ver dolend in de nacht.
Ik leef, de kamer leeft, ik hoor de stilte,
het licht gloeit kalm en klaar, o vrede,
nu moet ik bidden, bidden,
dan "Leven à nous deux".
Mijn kamer is de rust-blanke kajuit
in het donker schip van het nacht-zwaar sluimerend huis,
mijn kamer is de veilige kajuit
in het hoger schip van het avond-somber huis.
12-12-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
11-12-2016 |
Interieur 2. Frans De Wilde |
Ik voel me wiegen, kalm en diep gedragen
op het deinend spel van mijner-stille droom
naar het groenend eiland eener rijke rust,
het heimwee van tal van ongesproken dingen
ligt troost-gestild gelijk een blauw-groot meer.
Ik ben bewust en kalm en accepteer
dit leven met sereen gelaat
in al zijn schande en schoonheid
zijn vreugde en verdoemenis
zijn zonde en zaligheid.
Zo is het goed. Nu sterk en waardig zijn,
uit iedere nederlaag fierder opstaan
en strijden, strijden om dit armelijk zelf
hoog-mooi te maken in een mooiere mensheid,
moeten wij niet de meesters van ons leven zijn?
Spoorzoekend in het woud van ons weten
talmend bij de kruisweg van twijfel,
wadend door de wateren der wanhoop.
Herlevend op de oevers der hoop
zullen wij eens, gelovend, vast-betrouwend
genaken het lang-gezochte El Dorado.
11-12-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
10-12-2016 |
Interieur 1. Frans De Wilde |
Het zilverwit licht vloeit strelend er langs het bruin
der eiken kasten waar de bonte banden
der trouwe boeken schemeren bleek-tintig.
Achter het glas-water-groen der hoge rechthoek ruit,
uit de open klep der koesterende kachel
breekt gulden bres in het rood-en-blauw tapijt.
Vanuit hun acajou en donker-eiken lijsten
vlakkend breed-hoog aan grijs-behangen wand
sturen mij beelden en portretten aan.
Met ernstig-wijde, mystiek-levendige ogen
waar ik eenzaam-dromend bij
de zwarte tafel zit.
Tot klare groepen mijn gepeinzen rijend;
daarbuiten weet ik het lang kanaal der straat
vol vochten-schemer, licht-sterren door-priemd.
De brede baai der ruisende avondstad
waarrond de zee van het duister-liggend land
haar grauwe golven slaat.
En verder, verder de oceaan
de stormende oceaan der eeuwige, grote wereld,
mijn kamer is de vredige kajuit.
10-12-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
09-12-2016 |
Nachtliederen 2. Frans De Wilde |
Veel diepe dingen, veel schoons en veel droefs
weet en vertelt mij de nacht,
wijl zij glimlachend nijgt naar mijn oor.
Als in een droom lig ik zalig te luisteren
de ogen ver-weg, half-toe,
is het liefde of leed of beide?
Ik weet het niet, het is alles zeer schoon,
het wiegt me als de stortzang van baren
uitrustend op een zandig zeestrand.
Misschien zal ik morgen nog weten
wat de nacht mij vannacht heeft toevertrouwd,
dan zal ik door het dag-leven dragen
die sproke van lachen en pijn.
Als iets zoets, als iets wonders en heiligs
dat geen andere weet, ik alleen.
09-12-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
08-12-2016 |
Nachtliederen 1. Frans De Wilde |
De nacht, o de nacht is zeer schoon
en klaar als een "Kyrie Eleison"
van jongen stemmen onder een kerkbeuk.
Het is goed te luisteren naar het rustig lied van de nacht,
de zuivere toon eener zilveren fluit
na het schel-koperen orkest van de daverende dag.
Het komt van heel ver aan de kim
zwelt hoog tot een golf van geluid
breekt bruisend over mijn hoofd.
Er vloeit langs mijn luisterend gelaat
met de frisheid van zingende dauw.
De nacht, o de nacht is zeer schoon.
Uit de bundel "Het huis op de vlakte" 1926
08-12-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
07-12-2016 |
Zangen van de nieuwe mens 5. Frans De Wilde |
Wij zijn mensen en willen leven
vrij en vreudig, schoon en goed,
heel de aarde is aan ons
met haar veie velden en ruisende wouden.
De zingende wateren en bloeiende wonderen van bloemen
de helle liederen der vrije vogelen
het eeuwig wisselend spel der
blauwe en grauwe luchten over ons hoofd.
En de zon goudend-groot over het al,
daar is ruimte en brood voor allen
die willen arbeiden als mensen
met een vrije wil en een open geest.
Aarde, eeuwige, al-goede gastvrouw
zal voeden met de oogst harer landen en zeeën
allen die het haar zullen vragen.
XXXXXXXXX
07-12-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
06-12-2016 |
Zangen van de nieuwe mens 4. Frans De Wilde |
Broeders laat ons arbeiden,
nog valt er veel te doen,
nog staat de muur der dwaze
vooroordelen hoog.
En menig onzer die het houweel
sloeg in de harde steen
met durvend driftig geweld
zal vallen als steen bij deze taak.
Broeders zo gij wilt de wereld schoon en goed,
maakt u zelve tot schone mensen,
uw geest zij een diep-klare bron
uw hart een tempel vol gezang.
Dat ieder vrij drinke het water der dauw-reine wel
en elke mens ten offer gaat in de tempel
de wereld zal zijn een hemels paleis
van licht.
06-12-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
05-12-2016 |
Zangen van de nieuwe mens 3. Frans De Wilde |
Geef mij mijn staf en mijn mantel
mij roept een stem in de nacht,
de weg is lang en zwaar,
betrouwend zal ik gaan.
Sneeuw-koele toppen der eenzame overpeinzing
vaarwel.
Mystiek vaderland der troostende dromen
vaarwel.
Strenge cel van zelfonderzoek
vaarwel.
Nieuwe horizonten rollen voor mij open
hun gulden poorten met zingend gedruis,
nu wil ik gaan naar de grote wereld der mensen,
tot simpele lieden, aan der rijken deur.
Bij braven, bozen, bij zondaars en bij zaligen,
met wijn en brood van liefde en goede wil,
in vromen moed zal ik hen nederig vragen,
wilt gij mijn vriend, mijn broeder zijn?
05-12-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
20-11-2016 |
Zangen van de nieuwe mens 2. Frans De Wilde |
Thans heeft mij de vlakte gewonnen
de vlakte waar de bezige mensen wonen
de korenzee deint en zwelt
op de brede adem der winden van het lage land.
Waar de zilveren stromen stuwen
hun woelige pracht van wateren
dragend hun rijke vracht van trotse schepen.
Waar de landman zaait en oogst
in de eeuwige gang der gulden getijden,
de fabrieksarbeider in de dompige grootsteden zwoegt
en de grote miseries zijn.
20-11-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
19-11-2016 |
Zangen van de nieuwe mens 1. Frans De Wilde |
O ziet, dat is het wonder
het glanzend, nieuw-geboren wonder
dat zich ter kim heft als een blij heraut
met blinkend schild en zilveren bazuin.
Hoor hoe hij klaar de nieuwe dag verkondigt,
treedt naderbij en luistert, luistert allen:
Goddelijk schoon is de eenzame hoogte,
zij heeft mijn ziel gelaafd met dromen en visioenen,
met de bonte beelden van weidse panorama's.
De eeuwige melopee van het leven heb ik er beluisterd
uit blank-betulbande verten,
zo ruist een gave zeeschelp aan het oor.
Goud-vleugelige winden hebben mijn wangen geaaid,
met vochtige vingeren koelde de regen mijn koorts-hete slapen,
de sombere silhouetten van reuzige wolken-rotsen
torenden rings over mij
en geen vrees verkleinde mijn hart.
19-11-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
18-11-2016 |
Nachtstraat. Frans De Wilde |
Bleke bloei van lage lichten in de hoge straat,
hoge huizengevels, evenwijdig-blankend
gang zeer lang en licht, vernauwend-ver,
donkere daken, klimmend, dalend klein
schaduw-overspoeld uit duister hemelhol.
Aan een dakgootrand troost van een enkele ster,
omlaag, vlak-uit de stenen, talloos-naakt,
eenzaam-naakt, ver, vele, ver;
onder de stijve schijn der strakke lantaarn-ogen
die kijken, kijken naar u, star en stil, waar gij gaat
zo laat en alleen.
Uw vallende stappen wekken een hol geluid
in de wijde, lege kelderstilte,
uw voeten reppen,
zwaar drukt uw denkend hoofd,
nachtwind holt door de straat
met de spotjoel van een satanse geest
bonzend op deuren en vensters
toe, alle toe, dood-toe.
Uw schreden vallen, vallen vast en vlug
en luider en luider,
reppend naar het doel
al rasser, rasser
moe van eenzaamheid
want heel de stad is dood.
18-11-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
17-11-2016 |
Nocturno 3. Frans De Wilde |
Ogen-handschaduwend loert het klein-rentenierken
door een reet in het gordijn-goud-brocaat,
paradijspoort voor blinkende blikken.
Luid roept begeerte in zijn lust-gespeend lijf:
troosten zal hem het gevlei en gestreel dier bacchanten
over wet-gedwongen milde-huishuur-missen.
Over het leven dat thans te hoog voor zijn gretige hand
de volle schaal zijner geneugden houdt,
weifel-ziek tast zijn hand in de broekzak
bevingert zijn portemonnaie.
Maar hij zucht en wendt het hoofd en sluipt henen
door de avond, zoet als een zoen,
naar zijn deftige gasarme woon toe,
op zijn eentje, slef-slefjes, naar huis.
XXXXXXXXXXXXX
17-11-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
16-11-2016 |
Nocturno 2. Frans De Wilde |
De avond liegt. De nacht zal luider liegen,
het is licht, zo licht als waren al de sterren
die aan de hemelen 's nachts de braven weten
opeens gevallen op onze zondige aard.
Want, zonde loopt er in haar kortste rokje,
op hoge hieltjes, luchtig, los en blij,
na het burgelijk-saai dreinen van dien dag
achter gesloten gordijnen.
Er is muziek in de avond, zachte cello's,
die langoureus uitwenen een vreemd lied
of een wiegende tango doet leven
in die lijven driftige dans.
De lust van gedegenereerden, van buitzoekende avonturiers,
van geringde en geridderde woekeraars,
uit "der frisscher, frohlicher Krieg"
een broederlijk en zusterlijk zootje, maar
de zonde, de zonde is zoet.
16-11-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
15-11-2016 |
Nocturno 1. Frans De Wilde |
De avond is vol licht
vol schitter-wit bits licht
dat neerpletst uit de boog
der elektrische lampen, de inferno-lucht
boven de hoge huizen vaneenrijt met
zijn snelle kleuren-slangen.
Staal-vonkend spettert uit
wreed-gloeiende ogen van venijnige auto's,
het roerloos-geel licht van bars en music-halls
dat de vermoeide wezens der mensen die daar lopen
boetseert tot wassen maskers, hard en koud.
Het is een woest kruisen, botsen van rauwe stralen
naast hoogvlakken van diep-nachtelijk zwart
waar plots de wandelaars allen in verdrinken
maar rap weer rijzen uit die korte dood.
15-11-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
14-11-2016 |
Home 2. Frans De Wilde |
Menselijke schimmen snel schuiven
uit de schaduw, in het vechtend licht-vlak
der lantaarnen of het woest geflonker
van auto's, hoog drenzend slijk.
Dansende vlekken in het donker
de armen vast tegen het lijf
kragen rechtop, diep de handen
verzonken in zakken van bont.
Is het spektakel uit of begint het?
Mondainen heupwiegen voorbij,
bepoederd, geöorringd, bemoffeld,
rad ratelend hun Frans: "Vous savez...".
Ik ga, niet meer denkend om het leven
dat veelstromig rolt om me heen,
door de kilte, een gloed in het harte,
door het duister, een zon in de ziel.
Ik ga, waar verlangend mij wachten
onder het lampelicht, mijn jongen, mijn vrouw,
ik ga, door de schreiende avond
naar de lach van de huiselijke haard.
XXXXXXXXXX
14-11-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
13-11-2016 |
Home 1. Frans De Wilde |
Door de avond, de sneeuw-herfstavond
ikzelf, snel trampend naar huis,
langs de straten, de dooi-modderstraten,
van lantaarnschijn koud-licht beglansd.
Het zwart-stil geweld van de bomen
in het park wijd-naakt, wit-bedonsd,
met mij gaande, een donkere lach lijk
waar voorzichtig, plas-beenend ik schrijd.
Langs de huizen, de klam-hoge huizen
waar hel licht leeft, een stem zingend luidt,
visioenen wekkend van warmte
en vreugd in het ver, eigen thuis.
De hemel gans toe, op de daken
rust, grauw-rood en zwaar als gewelf
waarvan immer blotten de brokken
van ijzel-sneeuw, vlokkend hand-groot.
13-11-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
12-11-2016 |
De stille gast 2. Frans De Wilde |
Voorbije dagen zullen blij ons wenken
als jonge meisjes, zij zullen in wezen ver
en onbereikbaar zijn als een hemelster,
toch zullen zij aan ons zijn deze avond.
Met al hun vreugden, smarten, kampen, lavend
de dorst van onze zielen, als een droom
wiens zaligheid doet wenen en een schroom
in het hart brengt: dat hij als zovelen gaan zal.
Mij dunkt daar bleef in het glas een druppel gal,
schuif dichterbij, het is huiver-kil daarbuiten,
hoor hoe de wind klaagt in de schoorsteen loeiend-luid,
moet gij weer heen? Het vriendelijk huis nu uit?
Gij gaat, ik blijf, weer levend in dit leven
nog licht van u. Na wat mij werd gegeven
is diep in mij, die napeins op uw dood,
mijn hart meer eenzaam en de nacht meer groot.
XXXXXXXXXXX
12-11-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
11-11-2016 |
De stille gast 1. Frans De Wilde |
Niet als de dag naar luide kusten streeft,
maar wanneer hij moe de gouden zeilen reeft,
ter purperkim traag heendrijft in zijn boot,
en ver in zee stil sterft een schone dood.
Als schemering haar web weeft zoet en fijn
en de avond komt met warmte en lampen-schijn,
dan uit het duister van de dode nacht
komt gij tot mij, mijn trouwe vriend, en zacht
is uw stem sprekend in gulle groet.
Uw oog blauw-klaar, uw handdruk vast en goed,
gij zet u op het laag bankje bij het vuur
dat lustig vlamt. Het is late herfst en guur
zijn de avonden. Schuif dichter bij, wij zullen
de lege bekers dezer uren vullen
met de oude wijn van wijding-rijk herdenken.
11-11-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
|
 |
|