 |
We zijn de 40de week van 2025
|
 |
|
 |
Rustig genieten van gedichten, liedjesteksten, muziek, vertellingen, prenten en foto's. |
Welkom in mijn thuishaven. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens. |
 |
10-09-2016 |
Limburg 7. Felix Rutten |
De vlier weegt op zijn wit gespreide handen
de volle weelde van het gerijpt getij,
de felle zon mag rode daken branden,
en zengen het gras der wit besterde wei.
Het levende al beurt hoog, met allerhande
gebloemte, het aanschijn op tot haar, zo blij,
daar zij de gloed herwekt in lucht en landen,
die het leven is en schoonheids hooggetij.
Ook ik mijn handen dankbaar strek in het licht,
en leg mijn lome hoofd aan het hart der aarde,
der weide sterren in een krans rondom.
Zo wordt in mij de stem der onrust stom,
en heil zo hoog, dat nimmer één het verklaarde,
bloeit spraakloon in mij open tot een gedicht.
10-09-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
09-09-2016 |
Limburg 6. Felix Rutten |
O pracht van water binnen bloemige zomen,
blank blauwe straat door het koren blonde land,
met bomen en met burchten wijd omplant,
geen schepen storen ooit uw klare dromen.
De visser zoekt uw bed bij het morgendomen,
een eenzaam zwemmer mint uw koele rand,
maar zelf baadt gij uw palet in de ijle brand
der zon, die goud laat door uw zilver stromen.
O Maas, hoe voel ik me uw milde pracht vertrouwd,
stroom van mijn Limburg, vreugde van mijn gedachten,
droom van mijn ziel, die slechts voor schoonheid leeft.
Het is me of mijn ziel zelf op uw adem zweeft,
en het lied waarnaar vergeefs mijn woorden trachten,
staat langs uw baan gestold in zonnegoud.
09-09-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
08-09-2016 |
Limburg 5. Felix Rutten |
Daar houdt de Maas de blanke arm gebogen
in het oevergroen, beneveld en bedauwd,
de meeuwen, van de verre zee gevlogen,
scheren er sneeuwwit onder het zonnegoud.
Wijd schrijdt de grijze brug met zeven bogen
in het water, dat haar beeld er spiegelend schouwt,
van de oevers wuiven franjig, windbewogen,
koren dat gloeit, en groen dat ver vergrauwt.
Daar beurt mijn stee haar tal van schone spitsen,
en scherpe daken om de donkere Dom:
getogen zwaarden, die in het zonlicht flitsen.
Sta vast en wacht mij, tot mijn uur weerkom(e),
en ik zal u schoon gelijk gij waart, hervinden,
u lievend, als ik eenmaal u beminde.
08-09-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
07-09-2016 |
Limburg 4. Felix Rutten |
Zingende heuvels stijgt voor mijn gelaat,
heft al uw toppen in de jonge dag,
het licht breekt in stromen uit de dageraad,
en groet uw schoonheid met verreinde lach.
Rijst tot de morgen in verklaarde staat,
en scheurt de purperen mist tot ijlend rag,
de dag blaakt van belofte, en juichend slaat
mijn lied de lucht, als een ontrolde vlag.
Gij zijt het land van mijn verblijde jeugd,
gij zijt de vreugd van mijn gerijpte zomer,
de pracht die straks mijn late herfst verheugt.
En als mijn hart, bij het kloppen traag en lomer,
het ritme vergeet der frisse levensvreugd,
blijft gij de laatste liefde van uw dromer.
07-09-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
06-09-2016 |
Limburg 3. Felix Rutten |
Wij gaan en zullen niet voor avond keren,
als schemering over veld en weide daalt,
wij zullen van het verleden niets ontberen,
en niet verlangen wat ons heden faalt.
Wij zien de zon die van de bergen straalt,
van de ochtend af haar glans en gloed vermeren,
en het lied van bos tot bos zo blij herhaald,
weet de vervulde droom van ons begeren.
Zie, van de klaarte van ons blij gelaat,
straalt al wat lacht en bloeit in bos en beemd,
wij gaan en keren niet voor avond laat.
De wereld die wij vlieden, werd ons vreemd,
wij zoeken niets dan liefdes dageraad,
tot ons de schemer in zijn vrede neemt.
06-09-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
05-09-2016 |
Limburg 2. Felix Rutten |
Wij gaan vereend naar het land van louter prachten
waarnaar verlangen dag aan dag mij wenkt,
wij gaan naar het bloeiend land van mijn gedachten,
dat de verbeelding met nieuw leven drenkt.
De schone werkelijkheid die het zielesmachten
als onbereikbaar schone droom gedenkt:
het paradijs waarvoor mijn hart de schachten
van schat en roem en rijker leven schenkt.
Wij zullen zalig hand in hand er waren,
en dwalen buiten tijd en daagse plicht,
alleen op ongedroomde schoonheid staren.
En het zonlicht dragen op ons blij gezicht,
en ieder uur zal, of wij goden waren,
voltonig zijn als een volmaakt gedicht.
05-09-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
04-09-2016 |
Limburg 1. Felix Rutten |
Ik wil dat dit lied zeilt onder de vlag
van uw mij broederlijk geliefde naam,
bracht ons de vloed des levens niet te saam,
dat trouw ons verenige tot de laatste dag.
Gij zijt de witte wimpel aan mijn vlag
wiens onbesmette schoon ik niet beschaam;
dat ik gerust mijn trotse vaart beraam,
gaaft zeilen gij mijn mast, en hechtte het rag.
Als ik ter haven keren zal in het eind,
en lading lossen van veredeld goud,
vervulde schat wat twijfelend werd beloofd.
Zoek ik uw aanschijn, mij zo dier-bekend:
en om de pracht die mijn gelaat ontvouwt,
wordt gij, de Reder van mijn lied, geloofd.
04-09-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
03-09-2016 |
Het vuur in de haard. FelixRutten |
Het vuur in de haard een rode mijn
met goud dooraard, waar blauwe vlammen beven,
de lamp vertederd met behagen schijn
de stille dingen van het daagse leven.
De schemering is rondom weggedreven;
voor het donker buiten schut het strak gordijn,
hoe moest hier alles vroom en vredig zijn,
als in een sfeer van aandacht stil geheven.
Wie u ontbeert, lijdt overal gemis,
onrustig woelt de brand van mijn gedachten:
mijn hart is louter angst en duisternis.
En alles om mij in deze lege nachten,
de dingen, waarin vreugde noch droefheid is,
delen met het verdriet van eenzaam wachten.
03-09-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
02-09-2016 |
O tijd. Felix Rutten |
O tijd die leeft van altijd weer verderven,
en delgt tot zelfs de herinnering van het genoegen,
is heilig voor u het heiligste dat wij droegen,
ons korte leven is een eindeloos sterven?
Zal het wrekend ijzer uwer vratige ploegen
ook door mijn bloeiend heil uw voren kerven,
en doemt gij mij, zo rijk, tot eender derven,
als die allen die vergeefs uw meelij vroegen?
Neen, mijn geluk gaat niet met mij te gronde,
ik heb mijn lied gelegd in het hart van velen,
het zal klinken in nog ongeboren monden.
Dra zult gij mij tot stilte zelf bevelen,
maar doods doem treft de geest des kunstenaars niet,
en leven zal ik in de echo van mijn lied.
02-09-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
01-09-2016 |
Laat de herfst de schone pracht verwoesten. Felix Rutten |
Lief, laat de herfst de schone pracht verwoesten,
van het veld dat stierf aan rijpens overdaad,
de wilgen ballen hun verweerde knoesten,
wild om de schaad van hun berooide staat.
Laat dag aan dag de late lovers roesten,
in onverzoenbaarheid van bittere haat;
lief, zo wij zelfs de sterren missen moesten,
hebt gij niet mij, heb ik niet uw gelaat?
Ik kus uw lippen en ik kus uw lokken,
stromende lokken van uw zonnig hoofd.
Wat bloesem zal mij om uw haar verlokken,
wat is mij zomers rijp en sappig ooft,
sinds ik tot uw ziel en schoonheid aangetrokken,
weet: dat geen macht mij meer deze schatten rooft.
01-09-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
31-08-2016 |
Hoe vieren wij de herfst. Felix Rutten |
Hoe vieren wij de herfst, geliefde mijn,
bij tuberrozen naast een schaal vol ooft,
met ronde druiven om ons dronken hoofd,
en de verrukking van verkoelde wijn.
Befeesten wij ons zomer-rood festijn
met vers-muziek die lust en zomer looft,
met heel de pracht van ons late min beloofd,
veratmosfeerd tot droom van zonneschijn?
Gij zijt mijn onherzegbare hymne zelf,
waarvoor ik mijn vroeger lied tot rag verrafel,
gij schoonste pronkjuweel van 's levens tafel.
Mijn zonnekoningin, mijn zomerelf,
kom met uw lippenfruit mijn dorsten blussen,
met al de rozen uwer rijpe kussen.
31-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
30-08-2016 |
Gelijk de maan steeds wentelt. Felix Rutten |
Gelijk de maan steeds wentelt om en om
van sikkel tot voltogen ring, en weer
van ring tot sikkel, drijvend in een meer
van klaarte langs der nachten koelen dom.
Steeds anders naar haar tal van dagen klom,
en steeds gelijk, aan het hoofd van het sterrenheer,
verluchtend met haar schemer, veren-teer,
de randen van verijlden wolkendrom.
Zo trekt gij langs de luchten van mijn zang,
in pracht van immer wisselende beelden,
verheerlijkt in uw eigen stralend licht.
Wordt elke dag niet schoon als ik verlang,
en ieder ogenblik is nieuwe weelde,
zichzelf vergoddelijkend tot gedicht.
30-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
29-08-2016 |
Mijn droom is in uw zoete ziel verzonken. Felix Rutten |
Mijn droom is in uw zoete ziel verzonken
gelijk de sagastad in de eeuwige zee,
de diepte heeft haar zwijgend ingedronken,
die als ten sluimer in haar schoot verglee.
Soms spelen langs de golven schuwe vonken;
soms hoort één, met de trage baren mee,
geluiden als van klokken opgeklonken,
gezangen van wereldverre, vreemde vree.
Ik ben mezelf niet meer, en luister schuw
naar de eigen, blijde, wonderbare klank.
Hoe werd mijn ziel zo diep en rijk door u?
Hoe werd de dag zo licht en parelblank,
en wiegt de zee nu zorgeloos en luw
die droommuziek, al dag en nachten langk?
29-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
28-08-2016 |
Smart B. Felix Rutten |
De doodsklok schudt met troosteloos rouwgeklag
haar lome hoofd, als stormbewogen fruit
dat vallen gaat, en slaat in slag bij slag
zwaardaverend over de aard haar weedom uit.
De klok weent met mijn wenend hart en luidt
met uw licht-leven uit: mijn blije dag,
die ik in uw stralende ogen dagen zag,
en vallen nu ge uw ogen voor immer sluit.
De doodsklok klaagt en kreunt om u met mij;
haar zwaar metalen slag bonst op mijn hart,
dat scheurt van pijn en splijt en springt aan stuk.
Terwijl bij dit lied van ondraagbare smart
feestjubelend heel de hemel daalt ten rei,
juichend om zijn nieuw, ontscheurd, geluk.
28-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
27-08-2016 |
Smart A. Felix Rutten |
Dood, dood, wat wil dat donker-kille woord,
dat op mijn ziel neerligt als klamme mist,
die het warm licht weert; als kruitdamp stikkend in het
rondom; waardoor het al luider-naderend voort-
klinkt, al maar sterker, dreigend: bloed en moord,
wijl vals gedekt in lage en donkere list
het fijnpuntig vlammend om me, onmachtige, sist
en flitst en duizendvoudig het hart doorboort.
Dood, dood, het bonst op mijn borst als bronzen brokken
loodzwaar als mokerslag, als schroeiend vuur:
regen van vuur op weerloos hoofd en handen.
Dood, dood, mijn lief verschijn me en scheur mijn banden
van onmacht, dat ik vluchte, of in dit uur
vergaan moog en niet hoor het luien dier klokken.
27-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
26-08-2016 |
Meditatie B. Felix Rutten |
De grauw-geribde bomen, wild verward
en winter-koud, dringen zich diep in hagen
dor-doornig op, in somberheid verstard,
waar goor, hun toppen over, wolken jagen.
Van het rouwgeween gezwollen en de smart
om het wreed verscheiden van de zonnedagen;
en de avond bangt rondom in droomloos zwart;
al scherper snerpt der stormen troostloos klagen.
Daar is maar één oord op deze aarde wijd,
waar vrede woont en mijn ziele troost:
daar waar uw schoonheid slaapt in stille rust.
Oase van mijn droom, waar onbewust
van wee, mijn stormontvluchte ziele poost,
en sterkt zich, strevensmoe, ten nieuwen strijd.
26-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
25-08-2016 |
Meditatie A.Felix Rutten |
Woud-varens staan met zwaargebogen bladen
roerloos als treurgroen bij dof kreupelhout
in het heuvelbos, waar, tussen het eeuwenoud
gebouw der donkere stammen, schaduw, waden
en stilte slapend hangen, een toverwoud.
Geel-rijpe velden ginds en blanke paden
zie ik door het struweel glanzend in zonlicht baden
op verdere hoogte, een land van louter goud.
O goudene, met uw zonnig warme lach
die naar de lichte heuvelen heengesneld
zijt, wijl deze aarde in zo zwart duister lag.
Wier schoonheid mij heel de natuur nu vermeldt
zo is mijn geheugenis op deze smartendag
nu Lief: als zonneschijn op een ver veld.
(Herdenken en de reeks Meditatie gaan over een jong gestorven meisje.)
25-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
24-08-2016 |
Herdenken. Felix Rutten |
Het stille woud zo blank van anemonen
en mijn ziel van dromenbloemen blank,
die beiden hebben heel een leven langk
elkaar verstaan: in het woud wou ik immer wonen.
Geliefde was mij rozen- en varenrank,
en broederen zangbevolkte beukenkronen,
zij kenden het lied, mij lief voor alle tonen,
en wisten wat ik hun zei met zachte klank.
En nu is het lieve woud mij plots zo vreemd:
der bomen schudden het hoofd stom heen en weer,
en schuchtere bloemen zien mij vragend aan.
Alom is kille leegte en koude leemt,
ik voel overal gemis, en niets is meer
als het vroeger was: sinds gij zijt heengegaan.
24-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
23-08-2016 |
Dromen. Felix Rutten |
Geel goudig lampenlicht, door groenig gaas
verkoeld, werpt weke weelde warme schijn
op bruinrood beukeloof en wit satijn
van bloesemtwijgen, roerloos in één vaas
verenigd, dromen spreidend en aroom
in de avondstille cel, een zoet gepeins
van naamloos heil, iets teers en innig-reins,
mijn hoofd rust achterover, dromenloom.
Daarbuiten hangt nu bloei en loverbruin
omluisterd van wit-zilveren maanlicht,
het komt me in de ziel lijk een schoon gedicht
het gedenken van een blanke bloesemtuin.
23-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
22-08-2016 |
Herinnering. Felix Rutten |
Over der zee lag en de zomerlucht
een glanzenwade, een gulden glorieschijn,
over het stranddamast en het zeesatijn,
en het ver verschemerde zeegehucht.
Er lag een stilte van bewondering
over der golven zachtgewiegde rust,
over de vrede van de gele kust,
wijl ik met mijn lieveling langs de golven ging.
Goud was de middagstilte door de pracht
van het goudgelokte kopje, en de zee
lachte met de glimlach van mijn lieveling mee,
gelijk een broer tot zijn klein zusje lacht.
22-08-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
|
 |
|