 |
We zijn de 34de week van 2025
|
 |
|
 |
Rustig genieten van gedichten, liedjesteksten, muziek, vertellingen, prenten en foto's. |
Welkom in mijn thuishaven. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens. |
 |
06-04-2016 |
Stormnacht 3. Willem Gijssels |
Wat is vandaag
zal niet meer morgen zijn.
Van uw bestaan
ontsnapt ook eens de reden
in een verleden
als het mijn.
O zee, al gaan
om al uw nutteloos gejaag
nog eeuwigheden.
Niet eeuwig zijt ge zee,
en het is mijn troost,
wanneer gij mij kastijdt
en bijt met woede.
Dat ik mijn dromenfee
uit uw gewijdheid broedde
in het beeld, dat ik eens heb gekoosd
en met mijn leven voedde.
Zee, ik geef u ze weer,
ik plof met waan en wee
haar in uw diepte neer.
Kom, spoel ze weg en weder gij,
schuimbekkend helse razernij
van blinde kolken.
Op, schimmen, draaft er mede voorbij,
als in een drift van wolken.
06-04-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
05-04-2016 |
Stormnacht 2. Willem Gijssels |
Zee, Vikinger bruid,
wat doet gij wild,
vanwaar uw woede
die mijn wangen
met schuim bespuit
van brandend zilt?
Vanwaar uw woede,
die zich voedt
met het bloed
van verlangen?
Zee die rukt en giert
met al het gezucht
van wie beminde.
Bange schimmen
in lange sliert
slaan op de vlucht
langs uw golven
die met nood en dood
mij tegen grimmen.
Zee, Vikinger bruid,
die chaos speelt,
en toch ik waag mij
onbevangen,
uw spel ten buit.
Ik die het beeld
van mijne dromen
u ontnam tot vlam
van mijne zangen.
05-04-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
04-04-2016 |
Stormnacht 1. Willem Gijssels |
Uit de diepten van de afgrond
springt de zee in wilde jacht
met haar kudde zwarte hengsten
naar de donkere nacht.
Alle sterren zijn verzwolgen
in de balgen van het gewolk,
blanke merries met de hengsten
stijgen uit den kolk.
Mannen schudden, ruggen schuimen,
rollen over, blank en zwart,
eindeloze dolle kudden
stormen uit mijn hart
04-04-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
03-04-2016 |
Zon. Willem Gijssels |
Als de wolken hun weemoed
zullen hebben uitgezucht,
als de regen zijne snaren
zal ontsnoeren in de lucht.
Zal er nog een naklank drijven
als een dobber op de stroom,
het zal de wekroep zijn der oude
liefde tot een zonnedroom.
Zonneschilfers zullen zingen
doedeldi en doedeldij,
in het water langs de straten,
in de weemoed diep in mij.
03-04-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
02-04-2016 |
Wanneer het westen bloeit. Willem Gijssels |
Wanneer het westen bloeit
in het rood van rijpe vruchten,
en mij de nacht belooft,
komt, zachte handen, komt
en koelt met balsemluchten
mijn brandend hoofd.
Uw handen komen traag
zich over mij ontfermen
en strelen maar een poos,
de balsem draagt de geur
van bloemen die verarmen,
en in mijn harte ligt
een dode roos.
02-04-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
01-04-2016 |
Gedachtenis. Willem Gijssels |
Luister met uw hart
in het open veld,
als de leeuwerik het zilver
van zijn lied tot paarlen smelt.
Luister met de zinnen
in uw eenzaamheid,
als de liefde het weefsel
van haar tover om u breit.
Laat uw ogen weiden,
wijl gij uw tijd verdroomt,
waar de zon een hemel
met haar regenboog omzoomt.
Blijde zijt gij, blijde,
dat gij hoort en ziet,
dat gij van de wereld
al wat wonder is geniet.
Ik gedenk een leven,
dat gebroken werd,
zelfs mijn lied van vreugde
draagt een wonde diep in het hert.
01-04-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
31-03-2016 |
Avondstemming. Willem Gijssels |
Waarom mijn dichterziel,
niet vrij van aardse banden,
na etherische tochten
weer in hun klem belanden?
Waarom moet uw verlangen
naar onbevlekte luchten,
voldaan in reine zangen,
vergaan in wrange vruchten?
Te schoon voor deze wereld,
verzwinden mijne dromen,
waarom mijn dichterziel,
terug op aard gekomen?
Word slijk, om in de laagte
geen nederlaag te vinden;
en o, die avondbomen
in het ruisen van de winden.
31-03-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
30-03-2016 |
O schone logen. Willem Gijssels |
Gaat de dichter begenadigd
roekeloos door de tijd
en hoe meer hij zich verzadigt
groter honger lijdt.
Schoonheid zoekt hij u te schenken
en gij gaat voorbij
om nog enkel hem te krenken
met uw medelij.
Hij begrijpt de geest der dingen,
luister naar zijn lied,
hij begrijpt en laat ze zingen,
u begrijpt hij niet.
O mysterie in uw ogen,
dat van liefde spreekt
en terwijl, o schone logen,
hem het leven breekt.
30-03-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
29-03-2016 |
Waarom? Willem Gijssels |
Waarom op mijn gezang
uw levenslied gezongen,
en dan, gelijk een snaar,
die plots is afgesprongen,
uw tover uitgedoofd?
En mochten het dromen zijn
ons zelven voorgelogen,
ze droegen mijn geluk;
ik zag het voor mijn ogen
en heb erin geloofd.
Ik wil, toch vruchteloos,
uw levenslied verdringen;
het ruist mij altijd na,
waarom, om het te zingen
hebt gij mijn hart geroofd?
29-03-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
28-03-2016 |
Oproep. Willem Gijssels |
Geliefden komt, gij fee, gij elven,
rukt in vervoering op mij aan,
ik zie u samen in mezelven,
in eenen kring van liefde gaan.
Nu slingert gij in bonte ronde
met uwen tover om mij heen,
en, zwartgelokte, bruine, blonde,
gij wordt maar een, zij alleen.
Hoe dwaas zou het wezen eerst bezinnen
wanneer het hart gesproken heeft,
hoe dom, niet durven te beminnen,
niet het leven, doch de liefde leeft.
28-03-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
27-03-2016 |
Mondscheinsonate. Willem Gijssels |
Terwijl zilverstromen glijden uit de maan,
de sterren door de ruisende eeuwen gaan,
gaat Beethovense zielsmuziek aan het zweven.
Haar hoofdje, dat op mijn boezem ligt,
weerkaatst zijn zilver op mijn aangezicht,
op zilveren ritmen golft ons beider leven.
In dieper golving wiegt ze met mij mee,
ze luistert naar mijn hart en voelt de vree
in zich ongekende diepten stijgen.
Zij ademt zacht en geurt van zaligheid,
ze ligt zo dicht aan mijn borst gevleid,
dat wij op een en zelfde ritme hijgen.
27-03-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
26-03-2016 |
Nacht. Willem Gijssels |
Nacht gij kunt een sluier werpen,
kom, op mijn geheimenis,
in een zee van groot verlangen
nu mijn hart getuimeld is.
Nacht verberg mij heel de wereld,
neem mij op in uwen schoot,
laat mij voor de mensen en de
mensen voor mij dood.
Nacht ik heb een wereld in me
sedert ik haar heb aanschouwd,
tot het einde aller dagen,
groter meer dan honderdvoud.
26-03-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
25-03-2016 |
In de meiennacht. Willem Gijssels |
In zoet geruis
versmelten de avondzangen;
een stemme trilt
waarin een zwoel verlangen
naar liefde smacht;
de eenzame nachtegaal
in roerend zingen
doet mij de ziele naar de lippen dringen
in de meiennacht.
Mijn lief, gij zijt zo waar,
een weelde wuift
uit uw aanvlijend haar,
en sterren willen uit uw ogen vlien
naar verre dromennacht,
waar zij een tegenhemel zien
in de meiennacht.
De stilte ligt
om alles heen gekluisterd
en wekt tot tederheid
wat, in het hart verduisterd,
naar klaarte tracht;
laat ons in zaligheid
stil neergezeten
de wereld, zowel goed als kwaad, vergeten
in de meiennacht.
25-03-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
24-03-2016 |
Nimf 2. Willem Gijssels |
O die lach uit witte tanden,
rinkelend als het fijnste kristal,
o die voeten, o die handen,
in het bewegen van ritmenval.
Wellust brandt mij in de boezem
en slaat om in duistere pijn,
van de kelk en tot de droesem
zwelg ik al de zwoele wijn.
Straks is het tafereel verzwonden,
het lover heeft nog zijn geruis,
en ik voel mij met duistere wonden,
als in een verlaten huis.
Geuren komen en verlomen
mij het hoofd, het koortsig hoofd,
neem van mij de kwade dromen
weg, o Heer, en wees geloofd.
24-03-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
23-03-2016 |
Nimf 1. Willem Gijsels |
Door het ruisend lover spelen
zon en lommer kussenzwaar;
het water lokt en ligt te stelen
in zijn spiegel elk gebaar.
Stille waters, diepe gronden,
ik mijmer weg in het vloeiend goud,
is het waarheid, is het zonde
wat mijn oog gevangen houdt?
Blank in het glinsterend goudgehuiver
wipt een lentenimf omhoog;
het water schijnt me nog zo zuiver
waar haar tover zich bewoog.
Zie hoe zich de golven weren
voor wie het eerst haar strelen mag;
krinkelen van genot en veren
op en keren slag op slag.
O de gracielijke vormen,
die, tot Al-natuur terug,
jagen het bloed in wilde stormen
over lijnen slank en vlug.
23-03-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
22-03-2016 |
Gouden regen. Willem Gijssels |
Geleek het water
een spiegelglas,
zij keek, maar zag niet
hoe schoon zij was.
De droom van het water,
de albasten kroon
der leliën, vond ze
zo schoon, zo schoon.
De zon verspeelde
haar fijnste goud
in duizend peerlen
vermenigvoud.
Een goudenregen
boog over haar,
zijn loof van gouden
bellekens zwaar.
Er gudste goud in
mijns harten grond,
terwijl zij daar in
der goudregen stond.
22-03-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
21-03-2016 |
Kollebloem (klaproos). Willem Gijssels |
Kollebloem, waar gij staat,
draagt gij liefdedromen,
het vuur dat niet uit keien slaat,
op het land gij laaien laat;
vanwaar zoude het komen?
Van beloften gauw gedaan,
als in avondlanden
twee geliefden minnen gaan,
het vuur blijft op uw stengel staan
lijk een lampke branden.
Slaan er veel hun vlam bijeen,
ween, mijn harte, ween,
vlamt er één gans alleen,
denk erom dat anders geen
trouw kan zijn, dan één.
21-03-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
20-03-2016 |
Als een sprookje. Willem Gijssels |
Aan gindse oude Scheldebocht
stond plots, als uit mijn droom getogen,
een wonderhuisje voor mijn ogen,
het veil omvlocht
het met festoen,
een venster keek door het strelend groen.
Een haagdoorn naar het venster stak
zijn takken uit vol bloemenzwaarte,
een wierookvat in roze klaarte,
de merel brak
toewiet wiet wiet,
de stilte met zijn innig lied.
Een sprookje, neen, het was geen droom,
mijn lieve, ik wist u uit te beelden
te midden van die zoete weelde,
ik nam van de boom
een tak, en pas
nu voel ik hoe alleen ik was.
20-03-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
19-03-2016 |
De handen. Willem Gijssels |
Uw handen roeren in de lijn
van gracielijk bewegen,
uw handen vol aromen zijn
een zegen.
Nu gaan ze naar uw hart, bereid
te ontvangen en te bidden,
ik heb mijn hart er op geleid
in het midden.
Het is het uur waarop het mysterie doet
zijn fijnste wierook branden,
gij houdt een kelk met louter bloed
in handen.
19-03-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
18-03-2016 |
Waar gij verschijnt. Willem Gijssels |
Waar gij verschijnt in het slank bewegen
van uw zwierige gestalt,
is het al muziek, is het of een zegen
van bloemen uit de hemel valt.
Uw vroom gelaat straalt als een klaarte
van heilig licht in ebben schrijn,
waar gij verschijnt, laat gij de zwaarte
van weemoed afgenomen zijn.
En van uw stem, wij zwervelingen,
wij zuchten: welke een zoet geluid;
er gaat een licht, er gaat een zingen
met fijne wierook van u uit.
En zijt gij uit het oog verdwenen
er slaat een kilheid om het gemoed;
als waart gij voor het laatst verschenen
met al wat schoon is, schoon en goed.
18-03-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
|
 |
|