 |
We zijn de 39de week van 2025
|
 |
|
 |
Rustig genieten van gedichten, liedjesteksten, muziek, vertellingen, prenten en foto's. |
Welkom in mijn thuishaven. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens. |
 |
25-06-2015 |
Zomerdag aan zee. Ellen Corr |
De wind zwoelt langs mijn rug zo zacht,
de zon luwt mild, en straalt,
fijn strelend over gans mijn lijf,
het is of het smelten gaat,
van louter wonne en plezier,
van voelen fris en fijn,
het leven in zich, sterk en fors,
hoe goed is het mens te zijn.
xxxxxxx
Lui en lekker,
lekker lui,
lig ik in mijn rode trui,
door het zonneke vertroeteld,
door het windeke gepaloeterd,
door de zingezang gesust,
van de baren bij de kust,
die al ziedend, zonder pozen,
het natte zand, witschuimend kozen,
voelen, voelen, wat een genot,
danke Jezeke, danke God.
xxxxxxxx
Alles is zo stille stil,
het is of het gras niet roeren wil,
het windeke luiert in het zuid,
niets beweegt er, geen geluid,
hier noch daar, maar ginder ver
blikkert reeds de eerste ster.
25-06-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
24-06-2015 |
In en rond mijn stad 8. De stroom. Ellen Corr |
De stroom is grijs,
hij rolt en schubt,
het is of hij adem haalt,
de bootjes worden fel geschud,
en schraal de zonne straalt.
De meeuwen zwenken rond ons schip,
ze krijsen wild en schril,
die het water kennen zeggen me,
dat het storm beduiden wil.
De overzetter, breed en lomp,
een zwaar en vadsig dier,
neemt mensen mee van hier naar ginds,
en weer van ginds naar hier.
Dan slaat opeens de zonne zich
geheel door het wolkenspel,
in één seconde is alles klaar,
en licht, en blauw, en fel.
24-06-2015, 08:47
Geschreven door André 
|
|
 |
23-06-2015 |
In en rond mijn stad 7. Bouwen. Ellen Corr |
Bouwen, bouwen, bouwen,
huizen zonder schouwen,
rechte lijnen zonder zwier,
goed genoeg voor het nieuw kwartier.
De architect is schrander,
zet de een doos op de ander,
Modern Style, het is gauw gezegd,
echt modern, schraal en recht.
Erzatz hier en Erzatz daar,
niets is nog de echte waar,
namaak stenen, namaak eik,
namaak alles, het staat rijk.
Twintig vloeren van dat soort,
de harmonie is niet gestoord,
in dat bouwwerk zonder ziel,
ik wou de bliksem erop viel.
23-06-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
22-06-2015 |
In en rond mijn stad 6. Boerentoren. Ellen Corr |
Boerentoren, heerschappij,
van de bazen uit de wei,
die symbool van hun gedacht,
zonder gratie maar met kracht,
nederflansten in onze stad,
die fameuze Tour Patattes.
Dat de toren van Lieve Vrouw,
deze pummel moet aanschouwen,
elke dag van dauw tot nacht,
vind ik een tragiek gedacht.
Ik hou van geen bombardement,
maar toch ware ik content,
en met mij al de echte sinjoren,
als het Boum was op de boerentoren.
22-06-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
21-06-2015 |
In en rond mijn stad 5. Wat ik zie. Ellen Corr |
De toren van Onze Lieve Vrouwe,
zeer oude en hoge schouwen,
een massa daken rood en bruin,
van een kastanjeboom de kruin.
Drie geveltjes uit de Spaanse tijd
en tortelduiven, geen lawijd
dan dat van klokken en schepen,
die luid de stilte breken.
Ook heel veel mussen, rook en zon,
is wat ik zie van uit mijn balkon.
xxxxxx
In stralen zwiept de regen neer,
terwijl er klokken luiden,
hoe kommervol is het in mijn hart,
wat moet dat nou beduiden?
Het is of de hemel roept en schreit,
voor wat er gaat gebeuren,
twee volkeren willen weer ten strijd,
en gaan elkaar verscheuren.
Mijn ziel is ziek van vragen,
ze kan alleen nog klagen.
21-06-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
20-06-2015 |
In en rond mijn stad 4. Aan alle kwezels. Ellen Corr |
Het is maar een klein Liefvrouwtje,
en ze heeft een zwart gezicht,
ze draagt heel rijke kleren,
ze is schitterend verlicht,
door immer nieuwe kaarsen,
die branden Haar ter eer,
en ook Haar Goddelijk Kindje,
de kleine Lieven Heer.
In een schoon zeer oud kerkje,
te midden van de stad,
troont het mirakelbeeldje,
bij geurend wierookvat.
Het Kapelletje van de Schoenmarkt,
het heeft nog een ander naam,
doch beter hem verzwegen,
voor Antwerpse goede faam.
20-06-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
19-06-2015 |
In en rond mijn stad 3. Een wijk. Ellen Corr |
Er is een wijk in de oude stad,
waar bochtige smalle straten,
van heel nabij elkaar bezien,
en soms schijnen verlaten.
Maar is het zon en warm weer,
zo hangen vinken buiten,
bij vensters waarop volop in het groen,
geraniums ontluiken.
En is de grote hitte weg,
en schaduw te bespeuren,
dan zetten de bewoners zich
voor hun open deuren.
Priemen in de hand, de mond aan het woord,
bijeen op lange rijen,
zitten de vrouwen in akkoord,
met naarstigheid te breien.
De mannen spelen whist of wip,
de kinderen lawaaien,
ge hoort soms het toeten van een schip,
het is als in oude tijden.
19-06-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
18-06-2015 |
In en rond mijn stad 2. Herfst. Ellen Corr |
Het is herfst en het waait,
de lucht is grauw,
de blaren volop rijzen,
en zijgen van hun twijgen neer,
op heel verschillende wijze.
Ze ontloken samen in april,
op sapvol forse takken,
die nu, verslapt en levensmoe,
hun krachten voelen zakken.
Ze tierden groen en fris tegaar,
bij zon, bij wind, bij regen,
en ruisten ritselend door elkaar,
als zelfs de vogels zwegen.
Het is alles uit nu, ze zijn dor,
en dwarrelen van de bomen,
zo eenzaam treurig, één na één,
hun einde is gekomen.
18-06-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
17-06-2015 |
In en rond mijn stad 1. De academie. Ellen Corr |
Een groot portaal,
een hekken
van ouderwets fatsoen,
enkele hoge bomen
en hier en daar plantsoen.
Achter in de academie,
eer ouwelijk dan antiek,
met wijde stijle treden,
en reusachtig portiek.
Daarin de professoren,
en jeugd met hoop in het hart,
ze moeten het maar leren,
dat ware kunst meent smart.
En als stilaan het donkert,
vangt aan het mussenkoor,
voorzeker zijn er duizend,
die scheuren u het oor,
door hun brutaal gekwetter,
hun hard en schril gefluit,
dat alvoor ze gaan slapen,
zo krachtig wordt geuit.
Al dat rumoer en vechten,
beduidt: plaats op de tak,
die waar ze willen slapen,
in vree, op hun gemak.
17-06-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
16-06-2015 |
Aan weduwe Pol de Mont. Ellen Corr |
Het is reeds lang geleden,
mijn vader was amper dood,
als Pol de Mont voorspelde
in mijn diepe zielenood,
dat ik eens zou schrijven en dichten,
ja dichten, bij gratie Gods,
dat hij mijn meester zou wezen,
hierover was hij trots.
Zijn woorden werden waarheid,
en gaven mij het hoogste genot,
nog dank ik de Brabantse leeuwerik,
die luider nu zingt, bij God.
16-06-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
15-06-2015 |
Rijmekens. Ellen Corr |
Mijn verzekens zijn simpel,
in het geheel niet voor het verstand,
het zijn kleine gevoelens,
traanlachjes door de band.
Het zijn precies luttel diertjes,
die kruipen uit mijn hart,
soms dansen ze van wonne,
soms kreunen ze van smart.
Want is humor de broer niet
van leed en zielepijn,
waarmede zelf we spotten
om niet beklaagd te zijn?
Uit de bundel: Gedichtjes en Gedachtjes 1936
Ellen Corr 1876-1951 Pseudoniem van Helene Mendiaux-Coremans.
Ze leefde in Antwerpen en schreef gedichten, jeugdboeken en romans.
15-06-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
14-06-2015 |
Slotvers. Blanka Gyselen |
Hoe luttel weten wij, die onze dromen snoeren
tot zangen in kadans van klanken en van maat,
of ons verwoord gevoel uw bloed vermag ontroeren,
de mensheid is een ziel met onbepaald gelaat.
En toch, indien ik wist, dat één mijn zang mocht baten
tot troost in nood of dood, tot stuwing naar de daad,
tot richting voor zijn wil, tot liefde voor zijn haten
dan heeft mijn geest bereid het rijpen van uw zaad.
Dan ben ik trots, mijn volk, voor u te mogen schrijven
en ik weet geen beter lot, in eeuwigheid te blijven
het koren voor uw brood, de druiven voor uw wijn.
uit de bundel: Zangen voor mijn land
1942
14-06-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
13-06-2015 |
Voor mijn geliefde 2. Blanka Gyselen |
Nochtans, om het lichaam niet, noch om het genot der zinnen
heb ik, mijn lief, u zo volmaakt bemind,
niet slechts omdat gij waart de vader van mijn kind,
maar om het goud in mij,dat gij mij woudt ontginnen.
Om mijn werelden, die uw woorden wekten,
om het dompelen in de bron van uw verfijnde geest,
om ieder horizon die wij tesaam ontdekten,
om het stemmen van de snaar bij de aanvang van het feest.
Om iedere melodie waarin ik werd herboren,
om deze liefdestroom die in uw zee verzwond
weet ik mij, Lief, geheel u toebehoren
en blijft gij mijn, in tijdeloos verbond.
xxxxxxxxx
Al heeft uw dood mijn wasdom afgesneden,
gij die van kind tot vrouw mijn groeien hebt gevoed,
ik heb geen schade diep in mijn ziel geleden
want eeuwig blijft gij mij bronader van mijn bloed.
En eeuwig breekt dit rijk en roekeloos beminnen
de bittere bolster door der tijdelijke pijn
tot mijn opstandig hart in wonderlijk bezinnen
in deze loutering weet aangerijpt te zijn.
Soms drijven dromen aan, die aan uw borst ontloken
gestalte nemen in dit onbegrensde uur,
dan wordt verlangens klacht in zangen uitgesproken
o rode ondertoon, o bloei van bloedend vuur.
13-06-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
12-06-2015 |
Voor mijn geliefde. Blanka Gyselen |
(De man van Blanka Gyselen is overleden in 1942)
Geliefde lichaam, naar mijn leest gesneden,
want door de eeuwen heen feilloos voorbestemd,
heeft ooit één mensenpaar de levenswet beleden
zo koninklijk als ons de hartstocht hield omklemd?
Want één verlangen rein als het reiken van uw armen
en welig één begeerte als het noden van mijn schoot,
verrees ooit tederheid, ontheven aan het erbarmen,
in het milde driftgeweld zo zuiver en zo groot?
Hoe lagen we aan elkaar in dit gepaard ontstijgen
en raakten roekeloos elkanders grenzen aan,
en voelden in de groei van dit oneindig zwijgen
als vuren op ons vlees de verre sterren staan.
xxxxxxx
Nietwaar, wij zijn geweest de Heer die het al aanschouwde
de dubbele korenaar op zijn gerijpte veld,
de roep en wederroep der harten in zijn wouden,
de ebbe en de vloed die door zijn zeeën zwelt.
Wij stapten argeloos als kinderen door zijn dreven,
ontwakend zonder zucht en kozend in de droom,
wat brak zijn hand, die nemen kan en geven,
de tweelingbloesems aan zijn gaafste boom?
Wat baat mij thans zijn bloei in vreugden en in vruchten,
die eenzaam gadesla het wonder van Zijn zaad?
waartoe wenkt me zijn stem, als ik slechts kan verzuchten
naar het lichaam van mijn lief, dat in zijn aard vergaat?
12-06-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
11-06-2015 |
Voor mijn kind. Blanka Gyselen |
Toen het kind geboren werd was haar man reeds soldaat in wereldoorlog 2. Toen hij in 1942 terugkeerde was
het kind al gestorven.
Mijn kind dat nooit zijn vader heeft gekend,
al mocht ik het spoor van de geliefde trekken
in het bloesemen van uw pril gezicht ontdekken,
hoe leefden wij geheel elkander toegewend.
Mijn hart had rond uw wieg een kleine kring getrokken,
daar was slechts plaats voor u en mij,
zo werd dan dag aan dag uw korte reis voltrokken
het leven zongen wij voorbij.
Verstomd was elk geluid en elk gelaat vergaan,
een boreling aan de borst der moeder die het baarde
zij ademen te saam aan het hijgend hart der aarde
zij raken tot de rand de maan en sterren aan.
Maar voor mijn ziel het eind der reis ervaarde,
vergleedt gij scheurend uit mijn schoot,
en nimmer kan mijn bloed aanvaarden
dat ik u voedde voor de dood.
XXX
Toen brak de draad der dromen af
en vloeide elk begrip verloren,
ik moest aldoor dit ene horen:
de regen, ruisend op uw graf.
En zie, in die verbijstering
verzonk de zon en vogels zwegen
alsof in het ruisen van de regen
mijn wereld langzaam onderging.
En lang nadat de wind zijn wolken
opnieuw naar klare einders joeg
en ik mijn geest weer kon bevolken
en dwaze dromen in mij droeg,
blonk mij uw pril gezichtje tegen
en zoog mij aan en liet niet af,
en ik hoorde weer langs alle wegen
de regen, ruisend op uw graf.
Uit de bundel In Memoriam
1944
11-06-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
10-06-2015 |
Bij het lezen van uw brief. Blanka Gyselen |
(De man van Blanka Gyselen was soldaat in Wereldoorlog 2)
Te weten dat gij leeft, en van deze aarde ademt
de geuren en de kleur, de schaduw en de zon,
dat na de harde dag ook u de slaap omvademt
met deze zachte vacht, die uw verlangen spon.
Te weten dat mijn beeld, in het strelen van uw ogen
gekoesterd langs de toets van vreemde vormen glijdt,
dat mijn verkleinde naam, die uw lippen pogen
aan uw verstorven mond zijn wonde openrijt.
Te weten dat uw hoop, met strakgespannen koorden
de zoete boog bespeelt naar het leven van ons kind,
dat reeds uw innigheid aan nieuwgeboren woorden
en uw verstilde stem aan wiegeliefde wint.
Geliefde, weten dat uw heimwee deze bladen
betraand heeft met het leed waaraan begeren knaagt;
en toch, alleen, doorheen deze nevelzee te waden,
verdwaald van uw gelaat, dat smartelijk vervaagt.
10-06-2015, 08:42
Geschreven door André 
|
|
 |
09-06-2015 |
Gezoende mond. Blanka Gyselen |
Mijn zwoel-gezoende mond: die rijpe druiventros
waaraan, nog ongelaafd, uw lippen hevig plukten,
en onze huid, waardoor de laatste lusten rukten,
het glanzend-zachte bed van dauwend avondmos.
O troostend weten, dat wij zo elkaar behoorden,
verzonken in dit nooit volzongen lied,
ik verloor mij grondeloos aan het water van uw boorden,
gij peilde de ijlte mijner grenzen niet.
Gij wist hoe, willig, weer het uitgepuurd begeren
reeds uit mijn adem naar mijn aderen joeg,
ik voelde hoe, verdiept bij ieder wederkeren,
naar het deinen van mijn lijf uw vers verlangen sloeg.
09-06-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
08-06-2015 |
Ik ben zo eenzaam. Blanka Gyselen |
Ik ben zo eenzaam als de kranke tak
die van te zwaar beladen bomen brak,
allener dan, door regen-vege ruit,
het jonge meisje tuurt de lange zondag uit.
Ik ben zo eenzaam als de witte vlek
waarnaast ik in ons bed het verlaten lichaam strek,
allener dan een wens, die nimmer werd geuit,
allener dan het huis, waarop geen grendel sluit.
Ik ben zo eenzaam als de bruid in het even beven
eer zij zich algeheel de liefde zal begeven,
allener Heer, dan dit gebed van het mensenkind
dat door uw hoge kerk zijn enge weg niet vindt.
Ik ben zo eenzaam als, in onbewoonde zaal,
de beurse bloemengeur van lang verlaten schaal,
allener dan de vrucht, van maden diep doorkorven,
allener dan het kleed van een die is gestorven.
Ik ben zo eenzaam, ach, hoe toch mijn droeve weelde
de toetsen naar de maat van levensloze beelden?
allener ben ik, Heer, dit is de weeë kreet
waarvan uw medelij alleen het einde weet.
08-06-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
07-06-2015 |
Geluiden. Blanka Gyselen |
Hoe thans geluiden aan de ruiten ranken
en ruisen rond mijn huiver-zieke ziel,
een mondharmonika van smartomrande klanken
waarin, als rijpe roos, mijn heimwee openviel.
Hoort gij ook het wee gehuil van maanbevreesde honden
naar verre einder (welke?) van uw dagen slaan?
verlokt ook u dit lied uit jonge vrouwenmonden
tot dat verdwaasd gebaar van onbepaalde waan?
O laat dan uit de pijn van soortgelijk ervaren
mijn liefste, onze ziel die aardse melodie
ontstijgen voor één stond van wonderlijk bedaren
waarin gij mij aanschouwt, en ik u hoor, u zie.
Dan wordt mijn smart een harp voor tijdloze akkoorden
die mij naar vlees en geest tot jonge moeder wijdt
en ons, voorbij het gebaar, voorbij de troost der woorden
en van de ruimte los, verbindt voor de eeuwigheid.
07-06-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
06-06-2015 |
Hoe schoon deze avond droomt. Blanka Gyselen |
Hoe schoon deze avond droomt aan kleuren en aromen,
de duinen wuiven zwoel hun beurser geurend groen,
de daken blaken hel in het feller zonverbloen
en puilend glanst de vrucht aan zwangere zomerbomen.
Zo daalde de avond vaak, om tot elkaar te komen,
gerezen uit die weelde steeg het begeren toen
totdat wij mond aan mond verdronken in een zoen
tot gij mijn droom en drift hebt in bezit genomen.
Doch nu beveiligd in mijn zwijgend lichaam rust
de bloesemende vrucht van onze dubbele lust,
mijn man, wat toeft gij lang en moet ik moeizaam neigen
naar dit festijn van pijn mijn barensbrede schoot,
maar dan in eenzaamheid mijn rijpere ziel bestijgen
die steile eeuwigheid tussen geboorte en dood?
uit de bundel: Heimwee, as der branden
06-06-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
|
 |
|