Rustig genieten van gedichten, liedjesteksten, muziek, vertellingen, prenten en foto's.
Welkom in mijn thuishaven. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.
04-10-2012
Luisteren naar de wind. Elize Van Kaathoven
Uit de regenavond is de wind verlopen, om de stille huizen waarin rustig openbloeien de avonduren, de wind kreunt zijn klacht.
Boven verre blauwe zee werd hij geboren, tegen grauwe regens brak zijn kracht, verloren gaat hij sterven uit de regennacht.
Door het dicht getralie der gutsende stralen, met al flauwer stoten schokt zijn ademhalen, en men zegt: de wind zal liggen gaan.
Doch een enkele blijft in de nacht, de duisternis, naar de grote Zwervers stem hunkerend luisteren, gewis, om haar stervend rythme te verstaan.
1923
04-10-2012, 09:54
Geschreven door André
Herinnering. Elize Van Kaathoven
Het verlangen naar verleden, lieve dingen, het leed om dierbaren die van ons gingen, wij willen het niet ontheiligen door klachten, begraven niet in duistere zieleschachten.
Maar het opwaarts voeren met eerbiedig zachte beweging, naar de hoogten der gedachten, tot waar door nevelen ten hemel dringen, de blanke toppen der herinneringen.
En als de smart ons hart dreigt te bevangen, bij het moeilijk stijgen van ons zielsverlangen, naar uitzichtsvelden boven droefenis,
dan zullen wij gaan tot de klare stromen, die van de hoge, lichte verten komen, en aan hun wateren drinken lafenis.
1923
04-10-2012, 09:29
Geschreven door André
03-10-2012
Tuin bij maanlicht. Elize Van Kaathoven
De maansikkel snijdt daarboven, oogst van zilveren draden, in de tuin kwam een smalle schove, nederdalen.
Waar de halmen vielen, gingen schijnselen opbloeien, willen deze zachte hemelingen, ook hier groeien?
Aan de schaduwen ontstijgen blanke, stralende aren, en de tuin omvangt in roerloos zwijgen, het wonderbare,
zacht lichtende koren, gegleden uit de hemelschuren, in de stille gaarden dromen vredevol, de uren.
1923
03-10-2012, 16:05
Geschreven door André
Zandwegen. Elize Van Kaathoven
Waar de stilte houdt de wake, waar in de valleien, lang vergeten dromen slapen onder bloemenspreien, waar in het kruid als honingdruppels hangen gouden bijen, daar ontglijden, brede, dromerige wegen aan de heide.
Langs de wijde, wijde velden en de eenzame hoeven, gaat hun ruige, schuchtere schoonheid, dienend het behoeven, van wie onder zware arbeid winnen het brood van heden, maar die de ochtendluchten kennen en de avondvrede.
Als een krachtige avondteug gaan zij door het woud, storten tussen donkere dennen stromen zonnegoud, blank en zuiver liggen zij als het maanlicht komt gegleden, lijk de melk de schone dieren die hen daags betreden.
Stil verdroomd ten zomermiddag rusten zij op het land, als de hitte trillend waas van zilvergazen spant, maar in strenge winterdagen gaat hun stage moed, tussen strakke, stugge lijnen de einder tegemoet.
En wanneer dan de avondwolken rode wieken spreiden, vleugt langs hen een zachte gloed, die dromen doet, van purpere zomerheide.
1923
03-10-2012, 10:19
Geschreven door André
02-10-2012
Liederen. Elize Van Kaathoven
Liederen zijn de zacht deinende boten, die over de lichtende wateren gaan, aan boord is er plaats voor vele genodigden, uit nevelige verten glijden zij aan.
Haar werf lag waar de rythmen van het leven, als fijne hamers in de polsen slaan, naar lichte ruimten wenden zij de steven, de vlugge golven zijn haar welgezind.
De stuurman voelt langs strak gespannen reven, de grote adem van de wereldwind, liederen zijn de zacht deinende boten, die over de lichtende wateren gaan.
1923
02-10-2012, 09:50
Geschreven door André
Najaar. Elize Van Kaathoven
De zomer stierf in het vlammengoud der bomen, een schone dood. In het stille woud, ten avond is hij uitgevaren.
Vereenzaamd waren, nog enkele vogelroepen door het hout, vorstelijk bekleed staat de aarde nu te dromen, in goud en rood.
Doch ijler wordt, het weefsel dat de takken spreiden, en langzaam glijden, omlaag de bladeren, ritselend en verdord.
En witte nevels als gewaden, komen.
Het westen ontsloot, zijn brede poort, de winden tuimelen aan, zij gieren, op het takkenspel hun wilde wijzen en zwieren.
En huilen, en jagen voort, maar in de veilige holen schuilen zachte dieren.
1923
02-10-2012, 09:34
Geschreven door André
01-10-2012
Leven. Elize Van Kaathoven
Schoon is het om de morgen van het leven, op ranke, glanzende schouders te dragen, het fiere, jonge hoofd rechtop geheven, vooruit te schrijden tussen rozenhagen.
Het is schoon, de volle lichtdag te beleven, de hand beraden aan de ploeg geslagen, met stoere zin dat zuiver zij gedreven, het levensspoor door aarde's zware lagen.
En komt de avond de mensen vrijheid schenken, de werker kan rustig zijn gedachten denken, door ogen die de verten klaarder zien,
dan het eerst nabije, het leven te bestaren, iets van zijn heiligende zin te ontwaren, dat is het allerschoonste nog, misschien.
1923
01-10-2012, 11:00
Geschreven door André
Ruisende bomen. Elize Van Kaathoven 1863-1941 Leiden
Daarbuiten ruist in zoele avondlucht, het breed gevederte der iepebomen, ook door mijn hart woei even een zoet gerucht, een blij gevoel, al ging je morgen komen.
Vervlogen..., doch gelijk een drenkeling, in enkele tellen schouwt zijn ganse leven, zo heeft aan mijn ziel, herinnering, één oogenblik, het verleden weergegeven.
Ik zie mijzelve door ons huis weer gaan, het vreugdevol, het bijna vroom bereiden, want begenadigd is de mens, die aan, wie hij zeer lief heeft, zorgend zich mag wijden.
En als in alles wat je zal omringen, gelegd is zoveel liefde als ik vermag, is het mij alsof de levenloze dingen, de glans weerkaatsen van je warme lach.
Eindelijk, eindelijk zal je dan komen, ik zet mij neer, alleen, waar ik de gracht, kan overzien. Het ruisen van de bomen, verbreekt de stilte telken maal, ik wacht...
Tot aan je komst wil ik mijn hart beluisteren, en horen vreugde's naderende tred, doch plotseling voel ik mijn gezicht verduisteren, mijn handen samengaan als in gebed,
mij grijpt de werkelijkheid, jij ligt gebed, waar de avondwind nu ruist door de hoge bomen, en nooit, nooit meer, zal jij bij ons komen.
1923 Elize Van Kaathoven gaf les Frans aan de middelbare meisjesschool van Leiden.
Ik wijd aan u, deze verzen, zwaar geslagen, van Passie, en Verdoemenis, en Trots, in doodsbleek marmer of dooraderd rots, al naar mijn kunstenaarswil en welbehagen.
Zij zijn doorleefd: ik heb daarin neergedragen, rijkhandig, al wat, in de loop des Lots, aan mensenliefde of hoge liefde Gods, dit doodarm wezen heeft te voelen wagen.
Ik, die mijn leven, uit te zeggen zoek, heb al mijn lieve voelen, zoeken, tasten, en weten in dit somber boek gevat.
En ik bied, met dit mijn eerste en laatste boek, een laatste groet aan u, die met uw vasten stap, naast mijn al te wankele schreden tradt.
30-09-2012, 00:00
Geschreven door André
29-09-2012
6. Schemering. Willem Kloos.
Nauwelijks zichtbaar wiegen op een lichte zucht, de witte bloesems in de schemering, ziet, hoe langs mijn venster nog, met zacht gerucht, één enkele, al te late vogel vliedt.
En ver, daarginds, die zacht gekleurde lucht, als parelmoer, waar iedere tint vervliedt, in tederheid...Rust, o wonder vreemd genucht, want alles is bij dag zo innig niet.
Alle geluid, dat nog van verre spreekt, versterft; de wind, de wolken, alles gaat, al zachter en zachter, alles wordt stil.
En ik weet niet, hoe thans dit hart, zo week, dat al zo moe is, altijd luider slaat, altijd maar luider, en niet rusten wil.
29-09-2012, 00:00
Geschreven door André
28-09-2012
5. Ik ben een God. Willem Kloos
Ik ben een God in het diepste van mijn gedachten, en zit in het binnenste van mijn ziel ten troon, over mijzelf en het al, naar rijksgeboden, van eigen strijd en zege, uit eigen krachten,
en als een heir van donker, wilde machten, joelt aan mij op en valt terug, gevloon, voor het heffen van mijn hand en heldere kroon.
Ik ben een God in het diepste van mijn gedachten, en toch zo eindeloos smacht ik soms om rond, uw overdierbare leden de arm te slaan, en, luid uitsnikkende, met al mijn gloed,
en trots en kalme glorie te vergaan, op uw lippen in een wilde vloed, van kussen, waar ik niet langer woorden vond.
28-09-2012, 00:00
Geschreven door André
27-09-2012
4. De eerste dag. Willem Kloos
Zij hoorde het twisten en de doffe smak, zij kwam niet, zag niet, zag in mijmering, altijd die ene plek, waar de appel hing, en de appel zelf aan diezelfde tak.
Zij dacht, is het al een droom..., herinnering...? Was het mijn...hand, wee mij, Gods hand, die hem brak...? toen trad Gods engel tot haar, kalm, en sprak, "de Heer zegt: vrouwe, zie uw zoon" en ging.
En golvend vielen op zijn vaal gelaat, haar lokken, toen zij viel, de goudenen, wijl het zware hoofd aan het outer bonsde, en lag...
Zij roept het lijk... roept God... die zwijgt en haat... zij wist niet dat de dood zo stil was...en voelt dat zij was vervloekt, van de eerste dag...
27-09-2012, 00:00
Geschreven door André
26-09-2012
3. Zij. Willem Kloos
Ik droomde van een kalme, blauwe nacht, de matte maan lag laag in mistig glimmen, maar hoog scheen aan de schemerende kimmen, de klare, wolkenloze, sterrenwacht.
Toen, tussen maan en sterren, rees zij zacht, mij zoeter dan de muze, en scheen een schimme, wijl ik om haar hoofd als diademen, klimmen, en dalen zag, de gouden sterrenpracht.
O, liefste mijn, eer ik één groet vond, Ave Maria, ruiste het door mijn ziel, en heel mijn ziel ruiste u toe, één zucht,
totdat op eenmaal door de stille lucht, al die millioenen gouden druppels vielen, en gij als een heilige in die glorie stond.
26-09-2012, 00:00
Geschreven door André
25-09-2012
2. Beeltenis. Willem Kloos
Zoals daarginds, aan stille blauwe lucht, zilverzacht, de half ontloken maan, bloeit als een vreemde bloesem zonder vrucht, wier bleke bladen aan de kim vergaan,
zo zag ik eens in wonderzoet genucht, uw half verhulde beeltenis voor mij staan, dan, met een zachte glimlach en een zucht, voor mijn verwonderde ogen, ondergaan.
Ik heb u lief, als dromen in de nacht, die, na een eindeloos heil van éénen stond, bij de eerste schemering voor immer vloon.
Als morgenrood en bleke sterrenpracht, iets liefs, dat men verloor en niet meer vond, als alles, wat heel ver is en heel schoon.
25-09-2012, 00:00
Geschreven door André
24-09-2012
1. Aan mijn moeder. Willem Kloos 1859-1938 Amsterdam
Ik denk altijd aan u, als in die dromen, waarin een ganse, lange, zalige nacht, een nooit gezien gelaat ons tegenlacht, zo onuitsprekelijk lief, dat bij het domen,
des bleken ochtend, nog de tranen stromen, uit halfgeloken ogen, tot wij ons zacht, en zwijgend heffen met de stille klacht, dat schone dromen niet wederkomen.
Want alles ligt in eeuwige slaap bevangen, in de eeuwige nacht, waarop geen morgen daagt, en heel dit leven is een wondere, bange,
onzegbare droom, die eens de nacht weer vaagt, maar in die droom een droom, vol licht en zangen, mijn droom, zo zoet begroet, zo zacht beklaagd.
24-09-2012, 00:00
Geschreven door André
23-09-2012
Olympische Spelen Londen 2012 7.atletiek lange afstand en zevenkamp
1.Emma Coburn USA 3000 m steeple 2.Bridget Franek USA 3000 m steeple 3.Kara Goucher en Shalane Flanagan USA marathon 4.Julia Machtig Duitsland zevenkamp 5.Jessica Ennis Engeland zevenkamp 6.Tatyana Chernova Rusland zevenkamp 7.Ida Marcussen Noorwegen zevenkamp 8.Sara Aerts België zevenkamp
23-09-2012, 20:00
Geschreven door André
De nachtegaal. Olga Weber Nederland
Middernacht plooit zijn glans uit, een maan doorvloeide, wijde, witte roos, als een lichtstraal beweegt zich een bekoorlijk geluid, dan opent de hemel zich een poos, een korte poos.
O, dat zacht getril, loochent mij elke ondergang van het leven, ik weet niet waar mijn heimwee henen wil, mijn open hart dat ik dansend aan de sterren geef, mijn bloedend hart, een rijpe vrucht, die ik zingend weggeef, een gouden hunkering doet mijn hart beven.
Ik zie het geluk door een open deur, een warme gloed die mijn lichaam doorbloedt, een zoete geur die de aarde en lucht doorvloedt, het leven ademt een stil en zacht verlangen, ik droom het geluid van zilveren klanken en kleur, de nachtegaal zingt haar hemelse gezangen.
1920
23-09-2012, 00:00
Geschreven door André
22-09-2012
Blauwe ogen. Fiore della Neve 1849-1934 Leiden
Het was blauw, niet het blauw van een vergeet-mij-niet, bescheiden, zwijgend en bleek, ook niet het blauw van lobelia's, aan de oever van een rustige beek.
Het was ook niet het blauw van de zomerlucht, schoon dit van de hemel vertelt, zelfs niet van de lucht in het meer weerkaatst, waar het zacht in de golven versmelt.
Het was vreemder, meer dat van de zuidernacht, doorschijnend, lichtend en diep, waaronder Venetië fluisterend lacht, en het gouden Palmyra sliep.
Het blauw van de wijkende horizont, waar Lohengrin's boot in verdween, het blauw, waarheen ijdele wensen gaan, en onverhoorde gebeden, meteen.
22-09-2012, 07:56
Geschreven door André
21-09-2012
Oudenaarde. Gentil Antheunis 1840-1907
Daar zit en droomt gij aan de Schelde, en spiegelt u in het klare nat, uw roem en welvaart zijn verzwonden, toch zal mijn lied uw lof verkonden, o moedergrond, o moederstad, toch blijft gij steeds mijn liefste schat, mijn dierbaar Oudenaarde.
Gij hebt uw rusting afgeworpen, sinds lang het strijdzwaard neergeleid, wat hoeft gij wapens die u prangen, terwijl de jeugd uw frisse wangen, met zachte dons nog overspreidt, aan de schoonheid past de schuchterheid, lieftallig Oudenaarde.
Ja, jong en schoon zijt gij gebleven, en waar ik ging en waar ik stond, bij zuiderweelde en prachtgebouwen, bij het wonderbeeld der Rijnse gouwen, ontsnapte uw naam aan mijnen mond, ik vergat u nooit, mijn vadergrond, mijn dierbaar Oudenaarde.
Vergeten, kan ik u vergeten? uw weiden, waar ik heb gespeeld, uw heuvels waar de bronnen springen, waar bloemen geuren, vogels zingen, ja, schoonheid is u toebedeeld, en nergens prijkt uw evenbeeld, lieftallig Oudenaarde.
Hoe dikwijls heb ik tot u naderend, u stil bewonderd, luid begroet, wanneer het eerste daglicht straalde, wanneer de zon in het westen daalde, omvattend in haar purpergloed, uw tuinen, heuvels, weiden, vloed, mijn heerlijk Oudenaarde.
En leef ik nu van u gescheiden, ik gedenk u steeds en immervoort, ik zie uw schoonheid immer blinken, ik hoor uw moederstemme klinken, uw Vlaams, uw Diets, uw vrije woord, mijn bakermat, mijn lievelingsoord, mijn dierbaar Oudenaarde.