Rustig genieten van gedichten, liedjesteksten, muziek, vertellingen, prenten en foto's.
Welkom in mijn thuishaven. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.
01-09-2012
Ochtend. Alice Nahon
Zilver zijn de wegen, zilver zijn de weiden, zilver van parel dauw, die de feeën verspreiden.
Zingen doet de stilte, zingen doen de psalm akkoorden, zingend naar elkander gaan, met al onze liefdewoorden.
Zoenen doen onze zielen, zoenen ongebonden, zoenen als de zon, die, zoent de bloemen monden.
Zalig zijn je armen, zalig zijn je ogen, zalig is de oneindigheid, onder de zilverbogen.
01-09-2012, 08:29
Geschreven door André
31-08-2012
Drie bloemen. Alice Nahon
Kennen jullie ook dat stekelig kruid, distel genoemd, geen sterveling roeit het uit, het is het kruid van de wegen, het kruid van de gracht. maar zacht is de bloem die paars er op lacht.
Zo groeit onuitroeibaar de struik van uw taal, met bloemen van dons en met bladeren van staal, ik had graag wat zachters voor Vlaanderen gekozen.
En ik ween, maar ik vond geen rozen, geen één.
Geen volk van verlangen, dat zingt en schalmeit, hoog boven uw armoe, hoog boven de tijd, dat lijdend en lachend ons Vlaanderen lieft, al heeft men er nimmer uw hart gegriefd.
Mijn ziel heeft in stite u een bloem gewijd, die, rood van illusie, in het wilde gedijt, de vonken van Vlaanderens korens en klavers.
Die ik noem, scharlaken papavers, uw roem.
Papavers uw dromen, en distels de daad, gij moogt ze niet scheiden, zaait het zaad, op Vlaamse wegen, al zijn zij beslijkt, tot boven onze gouwen een regenboog prijkt.
Het mag u niet deren, wat laf men u zegt, wij weten uw liefde, uw lijden, uw recht, wij lieven onze mannen, de stoeren, de koenen.
De trouwen, wij,Vlaamse pioenen, wij, vrouwen.
31-08-2012, 10:05
Geschreven door André
30-08-2012
Maskers. Alice Nahon
De mensen doen hun maskers af, zij kijken vreemd elkander aan, verwonderd dat zij naast elkaar, lijk vreemden staan.
Nochtans zij stonden zij aan zij, in zelfde strijd, voor zelfde brood, sleepten zij niet dezelfde sleur van zorg en nood?
Viel niet dezelfde klacht en scherts, van uit hun bitter blije mond? Was het niet of men de hele dag, elkaar verstond?
De mensen gaan zover vaneen, wanneer de schemering is nabij, zij worden er niet triestig om, of ook niet blij.
Zij speelden immers maar een spel, waarin de ziel geen teken gaf, zij deden enkel met elkaar, wat lief, wat laf.
En met een gauw vergeten groet, een scheiding zonder lach of leed, gaat ieder naar zijn eigen huis, dat stilte heet.
Daar zijn er die te dromen gaan, langs paden mul van schemering, naar het land dat 's avonds schoner wordt, herinnering.
En velen worden stil devoot, om een rein profiel van lief gelaat, dat in de voorhal van hun ziel, gebeeldhouwd staat.
Ik weet er ook die sprakeloos, en moede van de ondankbare strijd, de avond danken om zijn uur, van eenzaamheid.
De mensen doen hun maskers af, het mooie spelen moe gedaan, arme mensen, zij die levenslang, gemaskerd gaan.
Gemaskerd door hun eigen trots, vergulde lach of kranke lust, zij krijgen van geen enkele dag, wat avondrust.
Zij gaan lijk zwervers altijd door, langs dageraad en avondrood, zij vinden nergens het eigen huis, dan in de dood.
30-08-2012, 08:46
Geschreven door André
29-08-2012
Onder uw handen. Alice Nahon
Onder uw handen, die veilige haven, word ik weer de stille, de zachte, de lieve, die vredig de ogen kan laten varen, over de herfst en de verloren jaren.
Onder uw handen, mij binnen halen, in de kleine portiek van de zeer hoofse zalen, waar ik hoor zingen, dat verre, ijle lied, als gij mijn naam zegt, of zacht naar mij ziet.
Onder uw handen, de droom herwinnen, glimlachen en goed zijn, herboren worden naar binnen, uw polsen nat schreien van gesmolten trots, en wonen en gaan slapen in die schone haven Gods.
29-08-2012, 13:37
Geschreven door André
28-08-2012
De kinderen van de Soetewey. Alice Nahon
Zij trekken naar de school om half acht, het dorpje ligt ver van het gehucht, om het even, of liefelijk het zonnetje lacht, voor wind noch voor regen beducht.
Met blauw baaien rokken, (1) de blinkende blokken, van 's zaterdags vers gevernist.
Zo trekken zij zwijgend, de hoofden nijgend, door regen, door sneeuw of door mist.
Dan spreken die Soetewey kinderen geen woord, de groten trekken de kleinen voort, klikkerdeklakker zo kloefen de rijen, op blokken voorbij langs de grauwe kasseien.
Op grootmoeders neusdoek, met kopspeld gehecht, en kleurig met bloemen bestikt, de strogele haren, heel stevig gevlecht, met vuurrode lintjes gestrikt.
Bolrode gezichtjes, en ogen als lichtjes, de handen fris en gezond.
Hoe lief en hoe gekjes, die kinderbekjes, met koffierandjes rond.
Zo stappen zij fier, als waren zij rijk, hun neusdoek sleept met de tippen door het slijk, klikkerdeklakker zo kloefen de rijen, op blokken voorbij langs de grauwe kasseien.
's Zomers dan lopen de jongens voorop, ze knabbelen aan een raap of aan een pee (2), de meisjes die leren hun lessen luidop, de kleintjes die zeggen ze mee.
Soms doen zij hun blokken, en lichtgrijze sokken, aan het oud kapelletje uit,
Dan klinkt langs de wegen, het joelen u tegen, en het plifplef voetjesgeluid.
Maar zien zij in het deurgat hun moeder staan, gauw schieten sokken en blokken weer aan, klikkerdeklakker zo kloefen de rijen, op blokken voorbij langs de grauwe kasseien.
(1) baaien: dikke wollen stof (2) pee: wortel
28-08-2012, 10:33
Geschreven door André
27-08-2012
Avondliedje. Alice Nahon 1896-1933 Antwerpen
's Avonds worden mijn gepeinzen, een hofje van geheimenis, waar bloemen naar het westen wijzen, waar iedere vogel slapen is.
's Avonds wordt de wereld kleener, en dichter alle ver verleden, die eenzaam zijn worden alleener, en die beminnen meer bijeen.
's Avonds weegt er op mijn zwijgen, die schone menselijke pijn, de drang een innig woord te krijgen, en zelf voor iemand lief te zijn.
Daar ligt erbarmen in de avond, een goedheid die geen grenzen weet, wie 's avonds zijn hart geeft en zijn handen, vergeet zo goed zijn eigen leed.
Daar ligt vergiffenis in de avond, o gij, die ik 's morgens heb gehaat, ik voel dat gij ter schemeruren, weer schoon door mijn gedachten gaat.
Er ligt liefde in de avond, zoveel, dat ik de wrede man, die het schoonste van mijn droom ontwijdde, 's avonds weer beminnen kan.
Het is goed in eigen hart te kijken, nog even voor het slapen gaan, of ik van dageraad tot avond, geen enkel hart heb zeer gedaan.
Of ik geen ogen heb doen schreien, geen weemoed op een wezen legde, of ik aan liefdeloze mensen, een woordje van liefde zegde.
En vind ik in het huis mijns harten, dat ik één droefenis genas, dat ik mijn armen heb gewonden, rondom een hoofd dat eenzaam was.
Dan voel ik op mijn jonge lippen, die goedheid als een avondzoen, het is goed in eigen hart te kijken, en zo zijn ogen toe te doen.
27-08-2012, 09:37
Geschreven door André
26-08-2012
Olympische Spelen Londen 2012 3a schoonspringen
1.Katie Bell USA 2.Melissa Wu Australië 3.Julia Prokopchuk Oekraïne 4.Maria Kurjo Duitsland
Onder hun zonnehoeden, zo liggen zij in het vlas, boos is de zon hierboven, en zo heet als een oven.
Rood is hun aangezicht, als ongepijnd was, kwaad is de zon hierboven, en zij blaakt als een oven.
Schaduwt hun hoofden, gij, hoeden van stro, strekt u, zo ver als gij kunt, op hun leden.
Zij blijven maar wieden, en zij rusten nooit, zij snakken naar adem, hun zonnehoed schaduwt beneden.
's Avonds zal het branden, gedaan zijn, en dan, laat de avond vrij, frisheid en koelte om te slapen.
Verlost van, de arbeid en van de grote zonnehoed, gaan zij in de koelte slapen.
1897 de XIV stonden
26-08-2012, 12:50
Geschreven door André
25-08-2012
Wolkensneeuw.Guido Gezelle
Geen zwanendons, geen witte zaan, (1) op versgemolken melk ontstaan, geen sneeuw, geen lammervel, blinkt als wolkensneeuw zo fel.
Het is de sneeuw die bloeit, zo zegt het volk, onbevlekt, alwit gewolk, dat is wolkensneeuw, geen sneeuw groeit, zo wit als witte sneeuw die bloeit.
Er blinkt daarin een helderheid, zo wit wordt geen wol bereid; zo wit kan, dat weet ik vast, dat weet hij die een lijndoek wast.
O wolkensneeuw zo wit als schuim, van zuivel of van zilver, het ruim des hemels schijnt één weefgewaad, van zonlicht en zijden draad.
Er ligt ook witte wolkensneeuw in het hemelsblauw des levens, sneeuw en wolken, hopelijk altijd zomerwit, daar waar dikwijls het duister zit.
(1) zaan: room 1897 VIII korenmaand
25-08-2012, 10:14
Geschreven door André
24-08-2012
Het klokkengebed.Guido Gezelle
Hoe helder klinkt de klokkentaal de toren uit, tot negenmaal, herhaalt, herhaalt, de klepel, op de ronde boord, zijn gebedsklop.
De landman laat zijn paarden staan, naar huis zal hij rusten gaan, maar eer hij een stap naast het veld zet, bidt hij eerst nog zijn klokkengebed.
Een engel naar Maria kwam, een boodschap van het Boetelam meegebracht, en negenmaal begroet haar nu de klokkentaal.
Gods eeuwig woord het licht des hemels verliet, en Maria heette moeder te zijn van Hem, die aan een boom voor ons heeft boete gedaan.
De landman na de laatste klop stopt met bidden, houdt met werken op, zijn paarden staan op stal weerom, en moeder wenst hem welkom.
1897 Rijmsnoer VII hooimaand
24-08-2012, 09:08
Geschreven door André
23-08-2012
Twee paarden. Guido Gezelle
Zij stappen, terwijl overal de bellen klinken, de twee sterke paarden, zij staan steeds klaar, zij zwoegen en zweten, en blinken doet het blonde gelijm van hun haar.
Zij stappen over stenen, zij stijven de stringen, het ronde gareel, het spant op hun spannende lijven, de voerman beweegt ze aan een zeel.
De wagen komt achter, de rossen, gelaten in het lastig geluid, schokkend, schuddend en botsend, zij gaan stil en gestadig vooruit.
Geen zweep hoort er te zinken, geen snoer raakt er één haar, zo stappen zij, terwijl overal de bellen klinken, de twee sterke paarden, zij staan steeds klaar.
1897 Rijmsnoer
23-08-2012, 09:56
Geschreven door André
22-08-2012
Marialied. Guido Gezelle
O Maria die daar staat, gij zijt goed en ik ben kwaad, wilt gij mijn arme ziel gedenken, ik zal u een Ave Maria schenken.
O Maria gij die weet, dat mijn hart u is besteed, wilt gij mijn arme ziel gedenken, ik zal u een Ave Maria schenken.
O Maria die mij ziet, gij hebt alles, ik heb niet, wilt gij mijn arme ziel gedenken, ik zal u een Ave Maria schenken.
O Maria, voluit, spreek ik mijn beloften uit, wilt gij mijn arme ziel gedenken, ik zal u een Ave Maria schenken.
O Maria, in onze harde strijd, toont dat gij onze Moeder zijt, wilt gij mijn arme ziel gedenken, ik zal u een Ave Maria schenken.
1865-1870 Liederen, eergedichten en reliqua
22-08-2012, 00:00
Geschreven door André
21-08-2012
Morgenstond. Guido Gezelle
O Morgenstond, uw blij gelaat, na lang gepeins, mij hopen laat, dat ik eindelijk deze enkele dag, u vrij en vrolijk groeten mag.
Komt hier en straalt mijn hart en zin, mijn lijf en ziel uw blijdschap in, en duwt mij, bedroefd en moe, de diepe en duistere wonden toe.
O zoet genot, zaligheid en kracht, zo lang gevoeld, zo lang gewacht, o morgenstond, vol hemeldrank, blijft hier, ook al is het eeuwen lang.
1870 Gedichten, Gezangen, Gebeden
21-08-2012, 10:33
Geschreven door André
20-08-2012
De wagen der tijd. Guido Gezelle 1830-1899 Brugge
Er kwam hier een wagen, vol nachten en dagen, vol maanden, uren en minuten aangereden, fel getrokken door paarden die zich verweerden, zes edele paarden, die zesmaal vier hoefijzers kletteren deden.
Rijdend en schokkend, stotend en botsend, piepend en krakend, zo vloog hij door de steden, en als hij was henen, en reeds lang verdwenen, toen waren de dagen en maanden ook mede.
Het spreken en het dromen, het gaan en het komen, en al wat wij deden hetzij droef, hetzij blij, het mocht tijdelijk zijn, of voor altijd zijn, of goed zijn of kwaad zijn, het was al op de wagen, het was alles voorbij.
Toch nimmer vergaat het, en altijd bestaat het, wat God door zijn heilige gratie ons geeft, het deugdzame leven, dat ons is gebleven, al het andere, hoe zoet en hoe schoon, het begeeft.
Nooit zal ons de wagen, der tijden ontdragen, het sierraad en de rijkdom van de edele ziel, de deugd blijft duren, ofschoon rotsen en muren, en torens en al dat maar vallen kan, viel.
1855 Dichtoefeningen
20-08-2012, 10:11
Geschreven door André
19-08-2012
Olympische Spelen 2012 Londen zwemmen
1.Ranomi Kromowidjojo Nederland 2.Sharon Van Rouwendaal Nederland 3.Katie Ledecky Verenigde Staten 4.Rebecca Soni Verenigde Staten 5.Jemma Lowe Engeland 6.Alexandra Wenk Duitsland 7.Ruta Meilutyte Litouwen 8.Kimberly Buys België
19-08-2012, 17:11
Geschreven door André
Oud liedje. Gaston Burssens
In een roze zeepbel in een blauwe zeepbel staat een broze roos te bloeien staat een blauwe ster te staren waar de ster bleef stille staan meisje wat zijn je wangen roze meisje wat zijn je ogen blauw
Als de ster stil staat zal ik je roze wangen zoenen zal ik je blauwe ogen zoenen roze zeepbel blauwe zeepbel waar de ster bleef stille staan waar de ster roze wangen waar de ster blauwe ogen waar de ster stil staat.
Roze zeepbel blauwe ster die nooit stilstaat
19-08-2012, 08:46
Geschreven door André
18-08-2012
Zwerftocht. Gaston Burssens
In deze avond valt de regen koud in deze zomeravond staat het ruiterstandbeeld in de regen koud één glimmende schim van schimmel en van ruiter van ruiter en van ros fosforescent van groene schimmel op grond van donkere bomen aan de zoom van het bos.
In deze zomeravond valt de regen koud en waar gij ook uw stappen zet ook op de stoepen van een duister huis waarin wellicht geen wezen woont schuift van uw lijf uw schaduw in het schuwe licht.
Keert gij nu huiswaarts gij zet uw tred in het zog van het schip de schim van het schip dat om uw schaduw zeilt thans zeilt de tram het ruiterstandbeeld om en waar zo juist het ruiterstandbeeld glom glijdt een oneindigheid aan het einde van uw zwerftocht in het zwaluwzwenken om de koele kom.
18-08-2012, 09:35
Geschreven door André
17-08-2012
Twist. Gaston Burssens
Je wangen zijn kil en klam is je haar en je mantel druipt van de regen wij lopen wrevelig naast elkaar het winderukken tegen.
Wij spreken nu de woorden niet die nietige malle woorden de storm zingt in de plaats zijn lied in valse spotakkoorden.
Wij vragen niet naar kussen nu wij lopen koud en doelloos je opent niet eens je paraplu wij zijn voor alles gevoelloos.
17-08-2012, 08:25
Geschreven door André
16-08-2012
Regen. Gaston Burssens
In de regen zonder regenscherm tussen een zwerm van regenschermen.
De regen plast maar na regen komt zonneschijn want de konkurrentie verbeurt geen beurt te gepaster intentie.
Er huist in alle huizen een zwerm van vledermuizen.
Als de regen op uw wegen als een zegen plast lopen in de regennachten verliefden met zelfmoordgedachten schuwen het licht van de boulevards schuilen in een kerkportaal waar een elektrische kaars boven het gewijde water de diepte peilt want al wat glanst heeft diepte regen beglanst materie miserie mysterie want wordt de deugd niet gemeten aan de maat van rijstpoeder op het vermurwend gelaat verlepte garderobe.
Onder doffe schijn van elektrische globen ontfermen ontfermen glanzende regenschermen.
Als de regen druipt van de dakgoot van uw hoed behandel dan de dieren goed.