Nu is mijn tijd verbeurd. Al naar ik ouder word,
en meer de waarde van de dingen kan beseffen,
voel ik, wen ik peins aan u, een puntig mes me treffen,
ik zie alles klaarder thans, daar ik sta op hoger sport,
en boven schijn en wezen stout den geest durf heffen.
O jeugd, ik ging voorbij, en zag niet wat ge waart,
ik wilde een ernstig mens zijn in dit ernstig leven,
ik wilde, kind nog, mede aan het kostbaar laken weven,
waardoor de grote lijn der grote daden aârt,
en gouddraad van gedachten kunstig wordt gedreven.
Maar ik merkte niet dat ik uw dodenwindsels won,
ik merkte uw aanzicht niet, al smaller en al bleker,
ik merkte het kantelen niet van uw kristallen beker,
ik merkte het doven niet van uwer ogen zon,
ik was een ernstig man, en wat ik wou, was zeker.
01-04-2017, 00:00
Geschreven door André 
|