Fietsknooppunten: 71-72-86-74-75-99-98-95-09-67-48-49-71
= 32,5 km.
Parkeermogelijkheid: Lange
Gaanweg, nabij de kerk van Bazel.
17
oktober 2018. Een prachtige dag voor een bezoek aan de Scheldestreek. De
provincie Oost-Vlaanderen staat bekend voor haar gevarieerd landschap en talrijke
natuurgebieden en het lijkt ons een reden omdat allemaal met de fiets te verkennen.
We rijden al vroeg in de morgen, met de auto, naar het pittoreske dorpje Bazel
dat op de lijst staat van één van de mooiste dorpen van Vlaanderen en dat is
onmiddellijk duidelijk als we de auto parkeren voor de brede boogpoort van het
adellijke kasteel van Wissekerke. Het poorthuis werd gebouwd in 1832 en heeft
nog de wapenschilden van de families Vilain XIIII en de Zoë De Feltz. Het
geheel zelf is al indrukwekkend met zijn kantelen en smalle schietgaten. Hier
laten we onze fantasie de vrije loop. We wanen onszelf even terug in de
middeleeuwen met blinkend harnas en een vlijmscherp zwaard in de hand. We laten
ons stalen ros nog even op de drager achter en gaan de toegangspoort door tot
op het domein van het kasteel dat sinds 1989 eigendom is van de gemeente. De
historische waterburcht heeft een Engels landschapspark met talrijke bomen die
nu hun herfstkleuren tonen. Ook de herfst zijn charme. Er hangt momenteel nog
mist, maar de zon schijnt erdoor zodat het uitzicht romantisch en idyllisch
wordt. Het levert exclusieve beelden op. Links in de hoek bevindt zich het
hoevegebouw met indrukwekkende duiventoren uit de zestiende, begin zeventiende
eeuw, die een vervallen indruk heeft. Het dak is kegelvormig met op de top een
windmolen en overgroeid met groen klimop. De ronde bakstenen toren was ooit een
symbool van macht en rijkdom. Er zouden volgens geschreven bronnen een 700-tal
duivenhokken in gemetselde zijn. In de oude dienstgebouwen van het kasteel
bevindt zich bistro Den Duiventoren. Het etablissement is nog gesloten. Vlakbij
staat een vierkante waterpomp en een houten galg.
In
1824, werd in opdracht van Philippe Vilain XIIII, een smeedijzeren
voetgangersbrug gebouwd over de kasteelvijver. De brug werd laatst nog in 2012
gerestaureerd en is 28 meter lang en 2 meter breed. Het koperen kunstwerk
Landende Zwaan is van de hand van de plaatselijke beeldhouwer Cees Huisman.
Het
kasteel was oorspronkelijk van de tiende eeuw en maakte deel uit van een
versterkingsgordel aan de Schelde. Het kasteel stond toen volledig in het
water. Sinds 1803 ligt tot tegen de noordzijde een aarden dam. Het huidige
kasteel dateert van de zestiende eeuw al werd het ook vanaf dan nog vaak
verbouwd en gerestaureerd. Het kasteel is regelmatig toegankelijk voor
individuele bezoekers. Het is nog vrij vroeg en we weten niet of we het kasteel
binnen mogen. We zoeken eigenlijk een toilet. Binnen is geen levende ziel te
bespeuren. We betreden toch de vestibule met haar wit- en rood marmeren vloer
en zuilen. Dan komt een grote struise dame met een boenmachine onze kant op. Ze
glimlacht vriendelijk en dat stelt ons al gerust. We mogen van het toilet
gebruik maken. Ze zet het apparaat in gang en is ons compleet vergeten. Het
interieur van weleer is precies tot op heden nog steeds overheersend aanwezig. We
kunnen een blik werpen in de eetkamer met een uitgerekte lange tafel en twaalf
stoelen. De eikenhouten lambrisering is donker maar geeft een warme sfeer weer.
We
verlaten het kasteeldomein langs de toegangspoort en terwijl ik de fietsen van
het draagrek haal neemt moeder de vrouw een foto van Restaurant De Eenhoorn.
Het gebouw bestond al voor 1452 waarbij het een rol speelde in de slag om
Bazel, toen het als verschansing diende tegen de Franse troepen van Filips de
Goede. Het was de voormalige zetel van de Vierschaar en ook het hoofdcollege
van het Land van Waas hield er lange tijd haar vergaderingen.
We
fietsen eerst richting kerk omdat we nog niet weten in welke richting we moeten
om knooppunt 71 te volgen. De dorpskern heeft als middelpunt de veertiende
eeuwse Sint-Pieterskerk. De oudste delen gaan terug tot de vijftiende eeuw. In
1815 liet graaf Philippe Vilain XIIII een bidkapel bouwen met daaronder een
grafkelder. De replica van een kroonjuweel van Zoë De Feltz, aan haar
geschonken door Napoleon, is in de kerk te bezichtigen. Hoogbaljuw van het
Waasland Servaas Van Steelant (+1607) ligt hier begraven. De preek- en
biechtstoel zijn van de hand van Adriaan en Filip Nijs, twee bekende
beeldhouwers uit de achttiende eeuw. Rond de kerk staan enkele beelden. Hoog op
een arduinen sokkel staat Anzie Seppe
een fluitende en marcherende Chirojongen. Het beeld is van Frieda Mariën
en werd geplaatst ter ere van het 45-jarig bestaan van Chiro inzet in 1988. Het
andere bronzen beeld stelt een fietsend kind voor. Het opschrift luidt 13
maart. Er wordt hiermee aandacht gevraagd voor kwetsbare mensen in het verkeer,
voetgangers en fietsers. In het midden van een groene haag werd een buste
geplaatst van Amadee Verbruggen. Geboren en getogen te Bazel op 18 november
1886 en overleden op 28 november 1980. Hij was de kasseilegger van de Vlaamse
Beweging, een Vlaams-nationalistisch voorman, redenaar en politicus. Het
standbeeld werd onthuld op 30 april 1988. In een hoek van de kerk werd een
zandstenen beeld geplaatst op een gemetselde sokkel van Kardinaal Cardijn. Jozef
Leo Cardijn (1882-1967) was priester en later verheven tot kardinaal vanwege
zijn verdienste als stichter en bezieler van de jeugdbeweging Katholieke
Arbeiders Jeugd, bijgenaamd De Kajotters. Het oorlogsmonument werd in de gevel
ingewerkt. Het herdenkt de gesneuvelden en oud-strijders van Bazel van beide
Wereldoorlogen. Ernaast bevindt zich het Heilig Hart.
Over
de kerk werd in 1842 begonnen met de bouw van een bescheiden gemeentehuis. Het
gebouw staat momenteel leeg en lijkt onderkomen. Het is niet direct duidelijk
of het pand te koop staat. Om knooppunt 71 te volgen moeten we terug naar de
toegangspoort van het kasteel en linksaf slaan in de Lange Gaanweg. Op de hoek
van de Lange Gaanweg en de Verkortingsdijk werd een bronzen monument geplaatst
van een man en vrouw die diepe voren moeten maken voor het koren. Het beeld
werd geschonken op 9 december 2012 door het Polderbestuur van Kruibeke. Het
infobord is niet meteen duidelijk maar ik veronderstel dat het met het
overstromingsgebied te maken heeft.
We
fietsen volop door het Waasland dat oorspronkelijk een overwegend agrarisch
gebied was en bekend is door zijn typische panoramas van bolle velden,
begrenst door knotwilgen. Het Waasland wordt in het noorden begrenst door de
Nederlandse staatsgrens, in het oosten door de Schelde, in het zuiden door de
Schelde en de Durme en in het westen door het kanaal Gent-Terneuzen. We volgen
knooppunt 86 als we rechts een blik opvangen van de Rupelmonde Kreek die 300
jaar geleden gevormd werd tijdens een dijkbreuk in de polders op 3 maart 1715. In
de verte zien we reeds de Onze-Lieve-Vrouwtoren van Rupelmonde boven de kruinen
van de bomen uitsteken en lijkt nog oneindig ver weg. Links vloeit de Rupel in
de Schelde die we een tijdje gaan volgen. Rupelmonde, de stad van Mercator groeit
in de middeleeuwen uit tot een bevoorrechte woonkern dankzij haar strategische
ligging bij de Schelde tegenover de monding van de Rupel. De stad kan tol
heffen op de Schelde en krijgt als grafelijke enclave een benijde positie
binnen het landelijke Waasland. Zowat alle transport gebeurde toen nog via het
water en deze rivieren waren van groot economisch belang.
We
stoppen bij de ruïne van een waterburcht uit de twaalfde eeuw dat een
kollossale burcht was die ooit 17 torens telde. De vesting, omgeven door een
brede wal, werd opgetrokken door de graven van Vlaanderen, ter verdediging van
de Schelde en de Rupel. Bijna 500-jaar lang domineerde de machtige burcht van
de graven van Vlaanderen. Hier werden tegenstanders van de graaf onthoofd en
opgeknoopt, werden veldslagen uitgevochten, onderwierp een grafelijke tollenaar
alle scheepverkeer aan de gehate tol van Rupelmonde, borg de graaf een groot
deel van zijn arsenaal en archief op, er was een garnizoenskern voor eventuele
militaire acties en gevangenis. Het is in die gevangenis dat Mercator op
32-jarige leeftijd wordt vastgehouden op verdenking van ketterij. Februari
1544. In zijn woonplaats Leuven wordt Mercator met 42 anderen verdacht van
lutherse praktijken. Op het moment van zijn arrestatie is hij niet thuis en
wordt hij beschuldigd van voortvluchtigheid. Op dat moment was hij echter even
terug in Rupelmonde om de nalatenschap van zijn oom Gijsbrecht te regelen.
Uitgerekend in zijn geboorteplaats wordt Mercator gearresteerd en acht maanden
gevangen gehouden in het kasteel. Op voorspraak van enkele hooggeplaatste
figuren en bij gebrek aan bewijzen, wordt hij uiteindelijk vrijgesproken.
Nadat
de burcht in 1583 al ernstig werd vernield, volgde in 1678, door de lange
strijd van Spanje en de Verenigde Nederlanden tegen Frankrijk, de totale
verwoesting. Van het imposante complex, in de stijl van het Gentse Gravensteen,
is enkel het benedendeel van Doornikse kalksteen nog een zichtbaar
overblijfsel. Op die restanten bouwde baron De Feltz in 1817 een toren als jachtpaviljoen,
de huidige Graventoren. In de overgebleven toren werd in 1955 een Schelde- en
Mercatormuseum ingericht. Op de tinne staat een oriëntatietafel en krijg je een
mooi uitzicht over Rupelmonde en de Scheldestreek. De schietgaten zijn dicht
gemetseld en de vlag wappert op het hoogste punt. De site is al een tijd niet meer
toegankelijk wegens werkzaamheden maar het geheel spreekt zo al tot de
verbeelding.
De
watergracht onder de getijdenmolen staat droog aan de achterzijde. Langs deze
zijde is ook het rad niet te zien. Aan de voorzijde hebben we er een beter
zicht op. In 1187 stond op deze plek al een watermolen, aangedreven door de eb
en vloed op de Schelde. De huidige molen dateert van 1516 en is de enige
overgebleven getijdenmolen in Vlaanderen. De molen is tot op de dag van vandaag
nog uitgerust met het grootste binnenwater rad van het land. In 1997 werd hij
nog volledig gerestaureerd.
Tijdens
onze trip naar de kerk van Rupelmonde blijven we staan voor de gesloten kapel
ter ere van Jezus van het Kruis afgedaan. Ze werd gebouwd in 1859 met een
opvallend dak torentje. We plaatsen onze fiets vlakbij de kerk en bekijken het
grote standbeeld van Mercator die indrukwekkend hoog op een sokkel zijn
geboortedorp overkijkt. Het levensgrote beeld werd in 1870 gegoten te Brussel.
Gerard De Kremer werd hier, in Rupelmonde, geboren in 1512 en was in zijn leven
cartograaf, instrumentenmaker en graveur. Hij werd vooral bekend door de
introductie van het woord atlas. Dit woord omvatte destijds alle kaarten van
de kosmos, van zowel het heelal als de aarde. In 1552 verhuisde Mercator met
zijn familie naar Duisburg waar hij op 82-jarige leeftijd overleed. Aan de
overzijde van het Mercatorbeeld werd op 4 maart 2012 het bronzen beeld
ingehuldigd van de Jonge Mercator in aanwezigheid van de toenmalige
burgemeester en het koninklijk echtpaar van België. Het beeld werd onthuld
tijdens het geboortefeest ter ere van vijfhonderd jaar Mercator.
Vervolgens
draaien we rondom de imposante Onze-Lieve-Vrouw-Bezoeking kerk. In de achtste
eeuw zou volgens de geschiedenis hier op deze plaats een kapel gestaan hebben.
Deze werd vervangen door een romaanse kruisvormige kerk rond 1172. Vervolgens
werd de kerk nog enkele malen uitgebreid en gerestaureerd. De toren werd
opgericht in 1661. De huidige kerk dateert van 1757 en bezit talrijke beelden
en een kopie van een schilderij van Jacob Jordaens. De huidige sacristieën
werden in 1860 gebouwd. De collectie glas-in-loodramen zijn van grote
erfgoedwaarde. Het is uniek in Vlaanderen om dergelijke taferelen van het
Nieuwe Testament in een evenwichtig ensemble te zien. De ramen zorgen voor een
mooi en kleurrijk lichtspel in de kerk. Het grote glasraam boven de
toegangspoort is van 1971 en stelt Sint Michael voor, patroonheilige van Rupelmonde.
Terug
naar de kapel en rechtsaf om stroomopwaarts de fietsen langs de Schelde. Het
standbeeld van een reusachtige naakte vrouw staat uitdagend te zonnen met haar
armen achter haar hoofd. Een realisatie van Irenée Duriez dat de Schelde
symboliseert: groots, vloeiend, wassend, schoon en strak omlijnd. We maken een
bocht om de voormalige scheepswerf van de Chantier Naval de Rupelmonde of
kortweg CNR. Gesticht in 1913 en in 1962 uitgebreid met een tweede
scheepshelling. Eind jaren van 1980, begin jaren van 1990 kende de werf een
laatste bloeiperiode met de bouw van acht mijnenjagers maar in 1996 viel het
verdict. De scheepswerf zette haar activiteiten definitief stop.
We
fietsen door Steendorp, een deelgemeente van Temse. Hier bevinden zich langs de
waterkant de voormalige steenbakkerijen. In 1881 waren er nog een groot aantal
bedrijven gevestigd met een 1.000 à 1.200 werknemers die voor een jaarlijkse productie
van ongeveer 90 miljoen stenen zorgden. We fietsen langs de enige steenbakkerij
die nog actief is aan de rechterzijde Steenbakkerij Wienerberger. Voorbij
Steendorp krijgen we aan de overzijde van de Schelde De Notelaer te zien. Het
prachtige belvedère van de familie dUrsel van het verderop gelegen kasteel van
Hingene. Het paviljoen werd gebouwd tussen 1792 en 1797. De adellijke familie
kwam er regelmatig dineren of om gasten te ontvangen en te feesten. Het
belvedère is beter bekend als Villa Vorlat uit de tv-serie Stille Waters.
Momenteel heeft De Notelaer een uitgebreid jaarprogramma met
tentoonstellingen, wandelingen en concerten.
We
verpozen even op een picknicktafel bij de kapel van O.L. Vrouw van de Schelde.
De kapel werd vernieuwd in september 2011 nadat enkele vandalen het vorige plat
brandden. Van de heiligenbeelden, het kruisbeeld en de kandelaars was geen
spoor meer te bekennen. We krijgen zicht op de torens van de O.L. Vrouwekerk en
het gemeentehuis die boven de daken van het centrum van Temse uitsteken.
We
fietsen onder de Temsebrug door naar de Wilfordkaai. Het bronzen kunstwerk van
beeldhouwer Valeer Peirsman werd gemaakt in opdracht van Toerisme Temse. Het
zijn twee figuren die de oude en de huidige spotnaam van de Temsenaar
voorstelt. De Tuysscher en de Azijnzeker. Het monument werd onthuld op 20
september 1997. Verderop houden we halt bij de bronzen Kaailopers, de stoere
bonkige kerels die de schepen in Temse laadde en losten op het einde van de
negentiende, begin van de twintigste eeuw. Ze waren kleurrijke figuren die een
eigen plaats innamen in de geschiedenis en de folklore van de gemeente. De
beeldengroep werd onthuld op 25 mei 1991. De priemende zon nodigt uit voor een
biertje op het zonnige terras van de plaatselijke taverne. Mensen lunchen,
brunchen en genieten van een streekdrankje aan de kade terwijl op de Schelde de
boten af en aan varen. Schol!
Vanaf
knooppunt 75 hebben we een uitstekend zicht op de dubbele Scheldebrug. Met een
lengte van 365 meter is de Temsebrug een van de langste van Vlaanderen. In 1870
overspande hier al een brug de Schelde, voltooid door de Franse ingenieur
Gustave Eifel. Dezelfde man die de Parijse toren ontwierp. De brug maakte deel
uit van de spoorlijn Mechelen-Terneuzen. In 1955 kwam er een nieuwe brug voor
spoor- en autoverkeer. In 2009 werd een tweede parallelle brug aangelegd. We
wijken af van onze knooppunten en rijden naar de Markt van Temse. Over de kerk
werd van 1903 tot 1905 het gemeentehuis opgetrokken op de plaats van een
schepenhuis dat nog dateerde van de vijftiende eeuw. Het schepenhuis werd
vervangen in 1795 en verbouwd in 1828. Ook dit gebouw werd gesloopt in 1900 en
het huidige gebouw werd in gebruik genomen in 1906 tot 2006. In 2006 opent de
gemeente enkele straten verder het Administratief Centrum de Zaat dat de taken
van het gemeentehuis overnam. Het voormalige gemeentehuis is sindsdien een
ceremonieel-cultureel-toeristisch centrum. Het Belfort is 31 meter hoog en
bezit in totaal 40 klokken. Het eerste klokkenspel dateerde uit 1976 en had 23
klokken. Tijdens de restauratie in 2006 werden er nog 15 klokken aan
toegevoegd. In 2014 werden nog twee klokjes toegevoegd.
De
Onze-Lieve-Vrouwekerk van Temse werd vermoedelijk rond het jaar 770 gesticht en
werd toegeschreven aan de Heilige Amelberga, beschermheilige van Temse. Wat men
zeker weet is dat in 1496 de kerk door brand geteisterd werd dat Filips de
Schone een speciale belasting toestond om de herstellingswerken te bekostigen.
Vervolgens heeft de kerk in de loop der tijden diverse verbouwingen meegemaakt.
De laatste grote verbouwing dateert van 1888. Bij de kerk werd een monument
opgericht voor Priester Edward Poppe (1890-1924). De kerk verklaarde hem
eerbiedwaardig op 30 juni 1986 omwille van zijn heldhaftige beoefening van de
deugden. Hij werd op zondag 3 oktober 1999 zalig verklaart te Rome door Paus
Johannes-Paulus II. Het monument werd onthuld op 29 april 2000.
We
fietsen terug naar knooppunt 75 en volgen knooppunt 99. Een tocht van 3,5
kilometer. Links van ons is de Gewestweg. De Parklaan heeft naast de vele
prachtige landhuizen ook nog veel groen. De middenbermen hebben nog te lijden
onder de maandenlange droogte. We dwarsen de Krijgsbaan (N419). Verderop brengt
de fiets ons tussen akkers en weilanden, over smalle asfaltwegen en dan weer
over fraaie dreven met mooie villas. Voor elk wat wils!
We
rijden over de Europese weg E17 die loopt van Antwerpen naar Beaune in
Frankrijk. Onze volgende kapel wordt opgedragen aan Sint Amelberga en werd
gebouwd in 1921 op de hoek Haagdam / Luiseekstraat. De binnenzijde is wit
geschilderd en op het altaar staat het beeld van de heilige, geflankeerd door
grote kaarsen. Twee kerkstoelen nodigen uit om te bidden. De kapel werd onlangs
nog gerestaureerd. De uitzichten zijn hier wel spectaculair. Onze weg slingert
zich tussen hoge dennenbomen. Rondom rond is er geen huis te bespeuren. We zijn
hier helemaal alleen. We kunnen niet naar het Fort van Haasdonk. Arbeiders zijn
verderop in de straat bomen aan het snoeien en het is te gevaarlijk om verder
te rijden. We maken een omweg langs de Luiseekstraat en nemen de Bergstraat
naar links. Het is de N485 maar van drukte valt het goed mee. Aan het volgende
kruispunt willen we linksaf slaan om alsnog naar het fort te rijden. Maar ook
hier is de straat afgespannen wegens het snoeien van bomen. Rechtsaf dan, naar
het centrum van Haasdonk en knooppunt 95. Na dit knooppunt stoppen we bij het
oud-gemeentehuis van Haasdonk. Dit gebouw is niet het originele uit de
zestiende eeuw. Dat werd in 1926 gesloopt vanwege zijn slechte staat. Maar wel
identiek heropgebouwd. Er zijn momenteel
vergaderruimte voor plaatselijke verenigingen.
De
parochiekerk Sint-Jacobus de Meerdere in de Keizerstraat werd in twee fases
opgetrokken tussen 1843 en 1872. Na de afscheiding van Melsele in 1150 werd
meteen begonnen met de bouw van een eigen kerk. Ze werd in de loop der eeuwen
afgebroken en vergroot terug opgebouwd. De kerk staat middenin het dorp en voor
een gedeelte omringd door een grasveld met daarin het borstbeeld van de
patroonheilige.
Een
half uur later stoppen we bij de O.L. Vrouwekerk van Kruibeke, opgetrokken in
zandsteen. In 1575 werd de kerk in brand gestoken door Spaanse troepen. Ze werd
hersteld maar de daaropvolgende decennia werd de kerk opnieuw verbouwd. Na WOI
werd de vervallen kerk gerestaureerd en uitgebreid. Het gemeentehuis van
Kruibeke werd gebouwd in 1870. Boven de ingang bevindt zich een sokkel versierd
met het gemeentewapen (eenhoorn) en het bouwjaar. Het voormalige kabinet van de
burgemeester is afkomstig uit het huis van de ouders van Rubens, dat zich
bevindt op de Meir te Antwerpen. Op het O.L. Vrouwplein staat de arduinen
gemeentepomp van 1860.
Aan
Broekdam-Zuid staat de vierkante kapel
O.L. Vrouw van zeven Weeën die aan een grondige restauratie toe is. Vooral het
houtwerk heeft fel te lijden onder de weerelementen. Bij de N419 werd in de middenberm een sokkel
geplaatst met een bronzen brandweerhelm. Een infobordje met gedicht werd
geplaatst op 11 september 2001. Het brengt hulde aan de inzet van
brandweerlieden en andere hulpdiensten.
Onze
laatste kapel bevindt zich op de hoek van de Kemphoekstraat en de Oude
Kruibekestraat in Bazel. Het is de Heilige Petruskapel, patroonheilige van de
parochie. Ze werd gebouwd in opdracht van de kerk van Bazel en met de
financiële steun van burggraaf Stanislas XIIII, toenmalig burgemeester en
eigenaar van het kasteel. Deze kapel dateert van 1902 nadat de vorige kapel
werd afgebroken omdat op die plaats een tramlijn moest aangelegd worden. De
kapel, gebouwd in Steendorpse baksteen, is nog een overblijfsel van de
Sint-Pietersommegang. Die werd van 1587 tot 1617 jaarlijks gehouden, maar door
het in voegen treden van de Heilige Sacramentsprocessie werd de ommegang niet
meer gedaan. Jaarlijks wordt er nog wel een eucharistieviering gehouden in en
aan de kapel. In de Tweede Wereldoorlog viel een vliegende V2-bom naast de
kapel, maar de bom ontplofte niet. Men schreef dat toe aan de hulp van
Sint-Pieter.
Bij
bistro den Bazelique drinken we nog iets ter afscheid op het in de zon
gedrenkte terras. De zon staat al laag
aan het firmament en werp lange schaduwen. Tijd om terug te keren naar
Ekeren.





|