Ondertussen zijn we al bijna twee weken
in Amerika, de jetlag is al lang verteerd.
Toen we aankwamen was het heet, schaduw
vinden was de boodschap. Als je in de auto stapt kan je makkelijk een
eitje bakken op je dashboard. Onze eerste overnachting was in
wintergarden, dat ligt ten westen van Orlando en de bed &
breakfast daar is zeker een aanrader. Een honderd jaar oud hotel met
een heel gezellige ontbijtkamer. Wintergarden zelf is klein maar
gezellig. We hebben er nog een terrasje gedaan.
Zondag zijn we dan verder westwaarts
gereden richting Sint Petersburg. Onderweg is Frans nog gaan skiën
bij Lucky Lowe, een beetje gekke kerel die daar duidelijk alles
zelf doet en er nooit in slaagt om zijn skischool helemaal in orde te
maken. Hij had ook wel pech want zijn houten dek stond al maanden
onder water omdat het grondwater blijkbaar heel hoog stond. In de
boot kon ik gelukkig genieten van een fris windje.
In Gulfport zaten we in een airbnb, in
een tuinhuis, ook best gezellig. Frans houdt ervan om naar de
drummers te gaan kijken op het strand, dat was best erg relax.
's Avonds zijn we tapa's gaan eten in
Sint Petersburg en die waren verdorie beter dan in Spanje.
Maandag zijn we daar het museum gaan
bezoeken, ze hebben er van alles wat maar toch best wel goeie
stukken. Er was ook een eerste solotentoonstelling van Shana Moulton,
misschien kan je die eens googelen, ze had best grappige video's
waarbij ze op zoek gaat naar methodes om zichzelf te verbeteren.
De agglomeratie van Sint Petersburg
uitrijden is niet echt top. De Boomse steenweg komt er nog het
dichtst in de buurt maar er zijn veel meer lichten en billboards
(voornamelijk van advocaten die auto-ongelukken afhandelen, het zet
je wel aan tot voorzichtig rijden). Hier ben je toch meer dan een uur
bezig naar het noorden voor je landschap te zien krijgt.
Onze volgende stop was Wichi Watchee,
dat vooral bekend is voor zijn meerminnenshow (die we niet gezien
hebben). Toen we bij de airbnb aankwamen had ik eerst zo mijn
bedenkingen ; twee keffers die van katoen gaven, een nogal donkere
kamer en een beetje vreemde vrouw. We hadden hier twee nachten
geboekt om de volgende dag kano te kunnen varen.
Lucille stelde voor om haar kano's te
gebruiken, zij zou ons ook naar de vlakbij gelegen rivier brengen.
Als je één ding vooral niet mag
overslaan als je naar centraal Florida gaat dan is het wel om kano te
varen en een bron te bezoeken. De bron hebben we dit keer niet
gezien maar de rivier was fantastisch. Je zag de vissen zo naast je
zwemmen in super helder water dat afgeboord was met jungle vegetatie.
In het weekend en in de zomer kan het er erg druk zijn, nu was het
gewoon zalig.
We hebben bijna 4 uur op het water
gezeten om 9km te peddelen met de stroom mee. Picknicken doe je
onderweg op een zandbank.
Lucille pikte ons terug op aan de
monding. Mijn idee over haar heb ik in positieve zin kunnen
bijstellen, ze is een heel toffe vrouw. Haar echtgenoot zou ik niet
echt willen zijn. Wat hij op zijn bord kreeg leek wel heel erg op
wat de honden geserveerd kregen. 's Morgens kreeg hij blikvoer en de
hondjes kregen kip. Hier gaat de liefde niet door de maag denk ik.
Gelukkig konden wij voor ons eigen ontbijt zorgen.
Woensdag zijn we dan doorgereden naar
Santa Rosa beach. Ik voelde me niet echt goed en wist niet of mijn
hele rug pijn deed door het kajakken of door een of ander virus
(moest ook flink hoesten).
Bij Brenda zag het er nog net uit als 2
jaar geleden. Misschien hadden wij daar zelfs voor het laatst
gekookt.
En dan begon het eindeloze winkelen
(shop till you drop) om ons huis in te richten.
Het heeft net geen week geduurd voor we
konden verhuizen. Nu wachten we nog op het internet (dinsdag) en een
sofa en eettafel (donderdag). Er zijn hier massa's meubelwinkels maar
zo goed als allemaal verkopen ze de beachhousestyle of shabby
chique. Aangezien het huis niet echt bij die stijlen past en wij
geen Amerikanen zijn hadden we dus moeite om onze goesting te vinden.
Er zijn hier ook een vijftal kringloopwinkels in de buurt, daar
hebben we toch ook al wel wat op de kop kunnen tikken. Dat kan je ook
onmiddellijk in je auto laden.
Voor het ogenblik zit ik op een
strandstoel. We hebben een 2de hands tuintafel en stoelen, een nieuw
bed en enkele salontafeltjes en zelfs een staande lamp en
nachtlampjes en nachtkastjes.
Gisteren hebben we hier voor het eerst
gekookt.
Ik noem het trouwens ons plastieken
huis. De basis zal zeker hout zijn maar verder is er niet echt
veel hout te zien. Frans dacht dat de buitenzijde ook van hout was;
één tikje ertegen en je weet dat het (dunne) kunststof is (dat
moeten we al niet schilderen). Verder is het wel helemaal netjes en
in orde, we hoeven geen verfborstel aan te raken.
Gisteren ben ik mijn oude koersfiets
gaan ophalen bij de fietsenmaker, die heeft nog nooit zo goed gereden
en is nog nooit zo proper geweest. Die is hier dus aan een nieuw
leven begonnen.
Ik heb dan meteen maar 60km gereden. Er
stond wel wat wind maar dat is niets in vergelijking met de orkaan
die 4 uur van hier aan het razen is. Er zijn hier inderdaad
opvallend veel jongeren en kinderen die anders op school zouden
moeten zitten. Blijkbaar zijn er veel mensen uit het oosten naar
hier uitgeweken. De wind komt hier voor het ogenblik uit het noorden
en de zee is dus spiegelglad.(zie foto op facebook).
Verder rijden we vandaag alleen nog
naar de supermarkt (eten en schoonmaakproducten kopen, ba!)
En hierop gaan jullie jaloers zijn :
bijna iedere dag gaan we net voor zonsondergang zwemmen in zee. Het
water is nog warm, dat zal binnenkort waarschijnlijk verminderen.
We pakken onze fietsen voor het ontbijt. We moeten nog een paar km klimmen naar het station van Gedinne. We kunnen maar beter op tijd vertrekken anders moeten we 2uur wachten op de volgende trein. Naar Gedinne zelf is het ook niet allemaal afdalen we krijgen nog enkele mooie vergezichten. Gelukkig zijn we goed aangekleed want het is fris. Het station ligt inderdaad 3km van Gedinne, 3km klimmen. We zijn goed op tijd, het wachten op het kille perron is niet erg gezellig. In een mum van tijd laden we de fietsen in de trein. Het is trouwens een mooie rit, eerst op het plateau en daarna langs de Maas tot Namen. De 8 minuten om over te stappen zijn we al kwijt bij aankomst van de trein. Gelukkig is het maar een half uur wachten op de volgende naar Brussel. Hier laten we wat zakken aan de fiets hangen maar dat is een minder goede strategie. In Brussel Noord moeten we de trappen doen. In Antwerpen splitsen we ons op om in de regen naar huis te rijden. Zo nat zijn we op de route gelukkig niet geworden. Na die week voel ik me een stuk sterker bij het fietsen. We hebben bovendien mooie streken leren kennen waar je anders niet zo snel komt. De b&b's kunnen we allemaal aanraden, we zijn steeds goed onthaald en hebben goed gelachen.
Tijdens het ontbijt valt het er buiten flink uit. We kunnen dus de tijd nemen en genieten van het buffet. We maken ongevraagd lunchpakketjes, de kans dat we vandaag een winkel tegenkomen is klein. Gelukkig is het droog als we vertrekken. Het begint heel pittig. Het is buiten erg fris maar we krijgen het al snel warm als we een kilometer aan 9 en 10% klimmen en de volgende maar iets zachter klimt. Ook daarna blijft het nog stijgen. Voorbij Fechaux is een mooie afdaling maar daarna wacht ons DE klim van de grensroute. Niemand had eigenlijk zin om die op zijn palmares te schrijven, toen we voor de hoofdweg naar Dion stonden hebben we die dan maar genomen. Dat was nog een flinke klim maar tenminste doenbaar met een beladen fiets. We blijven trouwens klimmen. In Felenne zitten we dan ook echt hoog. Hier was tot voor een aantal jaren een café. We eten onze boterhammetjes dan maar op na de lange afdaling voorbij Felenne. We krijgen nog een straaltje zon ter compensatie van het feit dat er geen banken zijn in het bos. De klim die erop volgt is mooi en regelmatig maar toch weer een paar kilometer. We warmen weer wat op. Even voor Bourseigne-Vieille geeft de batterij van Linda het op. Over de 800 hoogtemeters moet ze het zelf doen. Gelukkig zijn we bijna ter bestemming, bovendien is de zon er weer. Dit is een minidorp maar er is wel een terras dat dan ook druk bezocht wordt. Liliane vliegt er goed in maar het is Gerd die van de bank valt. Hopelijk vorderen ze onze outfits niet terug want er zit nog iemand die bij Profix werkt. We vielen in alle geval wel op met ons lawaai.
Ondertussen telefoneert Magda met de vaste lijn van onze gastheer naar Francis. Bier kan je krijgen maar de gsm's staan hier droog.
Die gastheer is een heel vriendelijke man. Hij bezit hier 3 gasthuizen (les trois voisins), het onze is nog niet helemaal afgewerkt. We eten hier ook lekker. Voor het ogenblik zijn er in het dorp wel meer toeristen dan inwoners geloof ik. We zijn best moe, het waren 36 zware kilometers. Sorry, de zonnekloppers waren te ver verstopt voor een foto met de tablet.
In de 'forge de pernelles' krijgen we het beste ontbijt. Geen poespas maar wel kwaliteit. Bovendien mogen we nog een lunchpakketje maken omdat het een feestdag is. Als we van de grote baan naar Couvin afrijden krijgen we een steil stuk te verwerken. Daarna komen we wandelaars tegen...leden van VV. Volgens hen kunnen we niet verder vanwege de bouw van de snelweg, er wacht ons een te steile helling. We geven ons niet snel gewonnen, en we hebben Claudine bij die ons al snel toont hoe het moet ; ze daalt het met gras begroeide talud schuin af met de fiets aan de hand, een makkie! Verder is het asfalt wel in een miserabele toestand.
In Petigny is het enorm druk. We moeten weer afstappen om door het dorp te komen waar een reuze brocante markt is. Nu weten we waar al die b&b's hun decoratie halen. Voor ons is het mensen kijken interessanter.
We komen niet echt goed vooruit want in Nismes doen we nog een toeristisch rondje en halen we nog wat centen uit we muur. Dan volgt er 4km grote weg. In Olloy sur Viroin kunnen we een ravel nemen, vroeger reed hier een trammetje naar Oignies. Het fietsbaantje klimt constant over 8km. Het is wel heel rustig fietsen met de vogeltjes als begeleiding. In Oignies is er wel een terrasje maar daarvoor is het nog te vroeg. Het wordt weer even heel steil. Daarna krijgen we wel een snelle afdaling naar Mazee. We picknicken aan de tafels van een gesloten frituur. Ik stel voor om naar Hierges af te slaan en de route te verlaten. Boven het kleine Hierges torent een fort uit. We doen even een terrasje en krijgen de eerste druppels. We dalen verder af naar de Maas. Van Auberives naar Chooz heb je nog we een klim, daarna kunnen we naast de Maas rijden tot Givet, je hebt van daar zicht op een grote citadel. Om zeker te zijn dat we nog in de regen zullen fietsen, drinken we er nog een in Givet. Daarna hebben we inderdaad prijs. Bovendien is het volgende stuk langs de Maas allesbehalve vlak. Na Heer komt er nog een nijdige klim. Ons 'kasteel' ligt dan weer wel bij het water. In plaats van 55km staat er 62 op de teller maar ook 750 hoogtemeters. Uiteindelijk valt het nog wel mee dat we alleen de laatste kilometers een beetje nat zijn geworden. Het 'castel les Sorbiers' is mooi gelegen aan de Maas. De kamers vallen wel wat tegen, de b&b's zijn veel persoonlijker. Er is wel een mooie eetzaal en het eten is goed en betaalbaar.Het restaurant zit vol vanavond, er is o.a. ook een groep wandelaars. De serveuze brengt in alle geval ook leven in de bar, ze is wel de eerste die we allen zien die de tafels al kauwgom kauwend bediend. Slapen doen we goed,je hoort hier niets.
Terug thuis ontbijten zou wel eens kunnen tegenvallen, de tafel was weer heel mooi gedekt. Vlakbij hebben we brood en kaas kunnen kopen, we verwachten geen winkels onderweg. We starten in westelijke richting naar Momignies om terug op de grensroute te komen. De 12km ravel waren makkelijk fietsen, weinig wind, fris maar met zon. In Momignies staat een kleine markt, gelukkig kunnen we onze lunch met wat fruit en groenten aanvullen. Linda koopt zelfs nog snel een (toffe) broek. Daarna volgt een redelijk grote weg, maar om echt het hoekje van de laars van Henegouwen te ronden zitten we op een heerlijk klein weggetje. Tot aan de verrassing achter de hoek, een helling van dik 10%. Eerlijk gezegd heb ik het percentage niet gezien vanwege te hard moeten trappen. Daarna komt er nog een flinke helling waar ik wel kan zien dat we 10% klimmen. Klimmen met bagage is toch heel wat anders dan met de koersfiets. Vanaf 8% is het een karwei. Bij een baan die de grens kruist zien we weer een tabac en een leonidas, het bewijs dat je nog aan de Belgische kant zit. Daarna gaan we in Forge Philippe nog even naar de forellen kijken bij de gite waar we een aantal jaren geleden logeerden. Het laatste café voor de grens bestaat niet meer. Daarna volgen we weer zalige kleine weggetjes in Oostelijke richting. een plek om te lunchen vinden we aan de ingang van de abdij van scourrmont. Hier wordt er ook trappist gebrouwen. Hun stenen toegangsmuurtje is een prima buffet. Een ritje door het bos brengt ons naar hun brasserie. De 'chimay experience' laten we aan ons voorbij gaan. De paters hebben ook kaas gegeten van marketing. Daarna volgt er een stuk grotere weg, gelukkig rijdt hij vlot en is hij niet te druk. Voorbij het douanekantoortje (er zitten een paar grappige poppen in) mogen we weer flink duwen. Gelukkig kunnen we de grote weg weer snel verlaten, de kleine baantjes, daar doe je het voor. Richting 'barrage du Ry de Rome' volgt de langste klim tot hiertoe, bovendien begint hij heel pittig. Naar de barrage kunnen we ons laten bollen. De naam doet en meer spectaculaire dam vermoeden. Verder kunnen we blijven dalen... tot we voor een wegversperring staan. We kunnen echtniet door, tenzij we dwars door een stuk bos wandelen. Hier worden de voorbereidingen getroffen voor het bouwen van een nieuwe snelweg. Er torent een enorme zandwand met machines voor ons uit. De tunnel eronder lijkt toegankelijk. De tunnel ligt ook een stuk hoger, ik ga kijken want terugrijden betekent ook een heel stuk klimmen en op de gps kan ik de weg zien liggen waar we naartoe moeten. Blijkbaar ben ik een camera gepasseerd want er gaat een alarm af. De tunnel is we toegankelijk en de toegang tot de hoofdweg is gelukkig niet versperd. Zonder vuile schoenen en wielen komen we er wel niet door. Een paar werkmannen zijn denk ik blij dat maar een paar onnozele vrouwen het alarm lieten aflopen, ze laten ons doen. Ons logement ligt wel langs de grote baan maar is best in orde. We bestellen pizza's die we in hun taverne (alleen in het weekend open) mogen opeten. Liliane is een beetje boos op mij : bij vertrek stond er een pijl 'Couvin 20km' wij hebben er nu 74 op onze teller staan en 750hoogtemeters. Het zijn zotten die fietsen he, en dan nog veel langer dan nodig. We hebben ops aperitief en de pizza's verdiend.
Terug thuis ontbijten zou wel eens kunnen tegenvallen, de tafel was weer heel mooi gedekt. Vlakbij hebben we brood en kaas kunnen kopen, we verwachten geen winkels onderweg. We starten in westelijke richting naar Momignies om terug op de grensroute te komen. De 12km ravel waren makkelijk fietsen, weinig wind, fris maar met zon. In Momignies staat een kleine markt, gelukkig kunnen we onze lunch met wat fruit en groenten aanvullen. Linda koopt zelfs nog snel een (toffe) broek. Daarna volgt een redelijk grote weg, maar om echt het hoekje van de laars van Henegouwen te ronden zitten we op een heerlijk klein weggetje. Tot aan de verrassing achter de hoek, een helling van dik 10%. Eerlijk gezegd heb ik het percentage niet gezien vanwege te hard moeten trappen. Daarna komt er nog een flinke helling waar ik wel kan zien dat we 10% klimmen. Klimmen met bagage is toch heel wat anders dan met de koersfiets. Vanaf 8% is het een karwei. Bij een baan die de grens kruist zien we weer een tabac en een leonidas, het bewijs dat je nog aan de Belgische kant zit. Daarna gaan we in Forge Philippe nog even naar de forellen kijken bij de gite waar we een aantal jaren geleden logeerden. Het laatste café voor de grens bestaat niet meer. Daarna volgen we weer zalige kleine weggetjes in Oostelijke richting. een plek om te lunchen vinden we aan de ingang van de abdij van scourrmont. Hier wordt er ook trappist gebrouwen. Hun stenen toegangsmuurtje is een prima buffet. Een ritje door het bos brengt ons naar hun brasserie. De 'chimay experience' laten we aan ons voorbij gaan. De paters hebben ook kaas gegeten van marketing. Daarna volgt er een stuk grotere weg, gelukkig rijdt hij vlot en is hij niet te druk. Voorbij het douanekantoortje (er zitten een paar grappige poppen in) mogen we weer flink duwen. Gelukkig kunnen we de grote weg weer snel verlaten, de kleine baantjes, daar doe je het voor. Richting 'barrage du Ry de Rome' volgt de langste klim tot hiertoe, bovendien begint hij heel pittig. Naar de barrage kunnen we ons laten bollen. De naam doet en meer spectaculaire dam vermoeden. Verder kunnen we blijven dalen... tot we voor een wegversperring staan. We kunnen echtniet door, tenzij we dwars door een stuk bos wandelen. Hier worden de voorbereidingen getroffen voor het bouwen van een nieuwe snelweg. Er torent een enorme zandwand met machines voor ons uit. De tunnel eronder lijkt toegankelijk. De tunnel ligt ook een stuk hoger, ik ga kijken want terugrijden betekent ook een heel stuk klimmen en op de gps kan ik de weg zien liggen waar we naartoe moeten. Blijkbaar ben ik een camera gepasseerd want er gaat een alarm af. De tunnel is we toegankelijk en de toegang tot de hoofdweg is gelukkig niet versperd. Zonder vuile schoenen en wielen komen we er wel niet door. Een paar werkmannen zijn denk ik blij dat maar een paar onnozele vrouwen het alarm lieten aflopen, ze laten ons doen. Ons logement ligt wel langs de grote baan maar is best in orde. We bestellen pizza's die we in hun taverne (alleen in het weekend open) mogen opeten. Liliane is een beetje boos op mij : bij vertrek stond er een pijl 'Couvin 20km' wij hebben er nu 74 op onze teller staan en 750hoogtemeters. Het zijn zotten die fietsen he, en dan nog veel langer dan nodig. We hebben ops aperitief en de pizza's verdiend.
Het ontbijt was prima. Afstoffen moet wel je hobby zijn als je hier woont. De stapels decoratiemagazines verraden waar de inspiratie vandaan komt voor de inrichting. We kunnen ons permitteren om wat langer te blijven plakken. Noordelijker inpikken op de route wordt afgeraden door onze gastheer, de weggetjes zijn onberijdbaar. Dus hebben we maar 58km voor de boeg. De winkel in het eerste dorp laten we links liggen (fout dus).
De dorpen zijn verbonden door kronkelende wegen tussen koolzaad, tarwe, gras en lege aardappelvelden. In de verte zie je steeds de toppen van kerktorens boven de velden uitsteken. De koekoek doet het ook nog goed in deze streken. Onze gastheer had ons een café aangeraden in Bussignies. We hebben de omweg nog gemaakt maar niet de laatste afdaling, die was erg stijl en volgens een inwoonster was er niet zoveel kans dat het open was. Met de koersfiets waren we toch wel eens gaan kijken. Nu hadden we al een heel eind kasseien gehad, dat was al genoeg geweest. Verder was er wel een sereuze bebouwde kom maar we moesten ons behelpen met de winkel van het naftstation. Ze hadden er wel kleren en veel snoep maar geen groenten of fruit. Een wit brood en wat toespijs was onze buit. Het fietsen was wel heerlijk langs kleine wegen en met fantastisch weer. Een goede bank hebben we ditmaal niet gevonden. Onze boterhammen hebben we gegeten bij een monument van een vergeten oorlog in 1709. Er waren zelfs schema's van het verloop van de veldslag.
Het eten heeft in alle geval gesmaakt. Verder kwam er een stuk loodrechte (grotere) weg. Gelukkig was die wel erg mooi, we zaten hoog, je kon heel ver zien. Deels was er ook een apart fietspad. Daarna kwamen er nog wat klimmetjes in zuidelijke richting, vandaag was dat met tegenwind. Iets drinken lukte niet meer. We zijn wel wat van de route afgeweken langs vieux reng (niet mis). We zullen dus maar naar ons kasteel gaan. Het is een half kasteeltje in het dorp. De tuin is van 'ik wil wel maar ik kan niet meer'. Onze fietsen staan in een stal, de mest is er nog niet lang buiten gekeerd. Hier is ook veel werk gemaakt van de kamers. De talloze hartjes, misschien uit de uitverkoop na valentijn. We raden dat de eigenaars homo zijn omdat de kamer met roze en zwarte commode echt wel 'over the top' is. Linda is er weg van, ik ben blij dat ik ergens anders mag liggen. De gastvrouw stelt voor om ons naar Erquelines te brengen voor het diner. Ze heeft een grote auto! Het is lang geleden dat ik nog met meer dan 5 in een gewone auto heb gezeten. Het was wel gieren, terwijl Jacky over de weggetjes scheurde aan 90 per uur. De frituur met restaurantallures was ook de moeite. Ons wantrouwen was direct gewekt met de enorme keuze. We gaan voor de petite restauration, als we dan toch uit de diepvries gaan eten, dan maar aan een redelijke prijs. Linda bestelt alleen een voorgerecht maar dat mag niet van de chef. We bestellen 2 porties calamares voor ons allen maar die zijn in kreeftensaus bereid, moeilijk om te delen. De ambiance is er, niet echt voor de dienster. Claudine en ik 'mogen' bij het terugrijden vooraan zitten. Onze benen zijn er eigenlijk te veel aan maar we geraken veilig thuis (maar nog niet binnen)
De 2 honden wachten ons al op (er zijn ook 3 speciale katten). Met de homo's hebben we het mis, Jacky is de vrouw des huizes. we genieten nog van de avondlucht op het terras.
De ontbijttafel was er natuurlijk ook 'over'. Met champagne en sap en yoghurt en smarties en gedroogd fruit en druifjes en croissants en koeken ...alles in individuele potjes en glaasjes en dat in, laten we zeggen, een origineel interieur. Wie heel lange tochten plant komt beter niet naar deze streek, vroeg vertrekken lukt niet echt. Van Erquelines en omgeving wordt je niet echt vrolijk maar verder is het weer volop genieten van de natuur en de kleine dorpen die we passeren. In Baumont kunnen we ons bevoorraden. Er wordt besloten om te splitsen na de lunch. Claudine en ik gaan de grens verder volgen en nog 500m klimmen, de rest gaat de ravelnemen naar Chimay. Onze route volgt weer prachtige kleine wegen maar we krijgen enkele pittige hellingen. We bezoeken het meer van valjolie en een kleine kerk die binnen mooi blauw is maar ook een Lourdesgrot heeft in een zijbeuk. We passeren nog een knap kasteeltje, later doen we nog het laatste stukje ravel. Linda proeft alle soorten Chimay op de grand place. We genieten og van de zon. Ons logement is heel charmant, romantisch maar er niet over. Een aanrader. Als je hier groenten wilt eten kan je alleen sla kiezen, de walen zijn vleeseters. De wijn lijkt wel aangelengd, die sturen we terug, de rest is best in orde.
De warmwaterketel was kapot in de jeugdherberg maar het ontbijt maakt het wel goed. De carrefour gaat pas om 10 uur open, de bakkerij in de buurt is van de jaren stillekes, idem de bakkersvrouw. We scoren een brood en een pot choco. Doornik is wel mooi merken we bij het terugzoeken van de herberg. Eens uit de agglomeratie is de route mooi landelijk. De eerste veldweg is wel niet te doen, de klei plakt aan de wielen. Lilianne haar wielen zijn compleet geblokkeerd. Mijn klikpedalen klikken pas een paar uur later weer. De volgende veldwegen laten we links liggen. we maken wel een mooie omweg naar de steen van Brunehaut, de grootste menhir van Belgie. Net over de grens krijgen we een stukje bos, genieten! Verder kunnen we onze karige lunch aanvullen met ribbetjes en kippenworst aan een kippenkraam. Er zijn picknickbanken en de lunch is vettig en prettig. Bij de basiliek van bon secours kunnen we een koffie krijgen en plassen. De kerk heeft wel iets, zelfs de 'virgin de gouadeloupe'. Het wordt ook heuvelachtiger. Na Quevrain verlaten we de grensroute, we doorstaan nog een brede zandweg, het was dat of kasseien. Het is toch wel de moeite om deze grensstreek eens te verkennen, het is zeker niet alleen tristesse. We logeren hier trowens in een romantische b&b. Er is hier serieus gewerkt, de tuin is ook heel aantrekkelijk. Binnen hebben ze zich duidelijk uitgeleefd om de kamers te decoreren. We kunnen hier toch eten krijgen, dat bespaart ons een extra rit van 14km.
De bomen gaan goed te keer, we vertrekken 5 min. Vroeger naar het station. Een half uurtje later zijn we er, niet slecht met bagage en wind tegen. Vriendelijke treinconducteur die behulpzaam is met de fietsen. En we komen bovendien stipt aan in Kortrijk. Om 10.20u zitten we op de fiets. Langs de Leie is het serieus trappen met de wind pal op kop. We zijn blij als we kunnen afslaan. Na een paar heel sjieke villa's met zicht op de Leie wordt het snel veel eenvoudinger van bebouwing. Eerst is het echt een afwisseling van kleine percelen met velden en woonstraten met heel weinig bouwvoorschriften. Het paradijs en de vagevuurstraat zijn niet echt hemels. We worden door de winkelwandelstraat van Moeskroen geleid. Vooral de bakker op het marktplein is speciaal van architectuur, het neoklassieke stadhuis is niet mis. We worden toch nog op een bui getrakteerd.
Op een miniveldweg borstelt het natte lange gras onze schoenen, het paadje is soms onzichtbaar.
Het canal de l'espierres dateerd van 1840. De bomen ernaast zijn niet zo oud maar rijzen op als reuze zuilen. Het eerste cafeetje is dicht, er is bovendien een Franse ruzie aan gang. Gelukkig want het tweede bij een oude sluis en douanehuisje is dik in orde. We kunnen zelfs buiten zitten. Drie van de 5 kunnen niet weerstaan aan het plaatselijke bier dat hen toelonkt vanuit een prachtig glas (raden wie?).
Verder is er "Au retour du cimetiere", misschien zien we hier nog wel andere originele namen voor cafés.
Daarna slingeren we meer tussen de velden, de wind zit nu meestal wel mee, gelukkig want Linda haar batterij laat het afweten. Lege aardappelvelden, groene weiden en graanvelden wisselen elkaar af. Het laatste stuk klimt zacht voor we op de grote weg naar Doornik afdalen.
Flessen wijn die je op de fietst meesleurt smaken beter, een geslaagde après fiets.
Iets minder geslaagd is de koude douche en de trappen naar de 2de verdieping.
De brasserie waar we eten heeft typische kost waarin ze ook graag een biertje verwerken.
Tijdens het tikken is er buiten een serieus vuurwerk aan de gang, het is hier kermis en er slaapt een hele voetbalploeg tegenover ons op de gang, dat belooft voor vannacht!
Gisteren toch goed een hele dag kunnen skiën. Daarna was ik blij dat de sneeuw eens netjes dwarrelde zoals het hoort. Vandaag gaat hij weer in 45 graden naar beneden. We zijn naar de top van de stoeltjeslift Merles geklommen. Er moet zeker nog gewerkt worden aan de conditie.
Het bleef maar sneeuwen gisteren en er was al 30cm gevallen. Bijna alle liften bleven dicht. De sneeuwraketten zijn dan handig om toch wat te sporten. Met moeite heb ik het twee uur volgehouden. Ik deed een poging om de langlaufpiste te volgen maar dat was niet evident. Bij een volgende ronde zag ik tenminste mijn eigen sporen. Bij het terugklimmen zat ik op het dak van de parking. Vandaag heb ik het zelfs maar een goed uur volgehouden. Nu weet ik dat de paaltjes links van de piste staan. Het zicht was nu goed maar de sneeuw loodzwaar. Alleen de Tichot, de bollin en de palafour zijn open. We waren bij de Tichot gaan kijken maar ik heb er nog nooit zo'n massa zien aanschuiven. Frans en Serge zijn dan maar met de tourskis vertrokken. Ondertussen is het zicht alweer triestig. Het zou ook best kouder zijn, er ligt nu wel een flink pak sneeuw maar buiten piste skien zal niet super zijn. Boven staat er blijkbaar nog altijd een wind van 120km per uur.
Op de grande motte was het prachtig vandaag. Naar het westen was het 1 wolkenzee. Noordwaarts stak de mont pourri er bovenuit, daartussen waren nog een aantal eilandjes.
De mont blanc had een streep wolken onder de top, daaronder blauw en dan weer een wit wolkendek.
In de namiddag zagen we nog het 'ile Toviere', zelfs met alle constructies er bovenop zag het er sprookjesachtig uit. Op de foto zitten we duidelijk onder de wolken. Ondertussen is alles toegetrokken.
We zijn nog geen 10 dagen thuis en Frans wil weeral weg. De sneeuw lonkt.
Onze picknick in de Ardennen is van korte duur vanwege de kou.
We maken een stop in Langres dat we alleen kennen van 'le soleil', een beeld dat op de snelweg naar het zuiden staat.
De stad is een aangename verrassing. Ze is helemaal ommuurd en heeft enkele machtige vestingstorens. De binnenstad is heel charmant, het oude Frankrijk. Op de stadswallen is het best fris, je hebt er een prima uitzicht op de ruime omgeving. Dit is echt wel helemaal anders dan wat we de laatste maanden zagen.
Op de volgende etappe kunnen we gelukkig in de zon picknicken.
In Tignes is het ook wel even wennen aan de temperatuur. De hitte van Panama is nu wel heel ver weg. Dit is de eerste sneeuw die we deze winter zien. In San Christobal in Mexico zaten we ook wel op 2000m, sneeuw was er niet te bekennen, alhoewel het er 's nachts best koud werd.
B. De vogels in onze tuin zijn niet zo spectaculair als sommige exemplaren in de tropen maar ze kunnen me best bekoren. Ons Noorse vogelhuisje heeft alweer bewoners die druk in de weer zijn.
Zondag ben ik wel erg teleurgesteld bij een wandeling in Vordenstein. In centraal Amerika heb ik zoveel machtige bomen kunnen bewonderen en hier vind ik een paar tronken van grote bomen die ze net hebben afgezaagd. De jaarringen zijn onbeschadigd, er zit geen holte in de stam. Ze hebben al een hele dreef omgelegd, misschien hadden ze dit jaar weer inkomsten nodig? Ik begrijp het niet.
De vlucht vanuit Panama city is toch wel memorabel. Bij het opstijgen zitten we al wel snel in de wolken maar verder noordwaarts klaart het op en zien we supersmalle lange eilanden met riffen. We steken cuba over dat ook een mooie kustlijn heeft. Daarna hebben we een prachtig zicht op de Florida keys die als een parelsnoer in het fel blauwe en blauwgroene water liggen. In de everglades zie je inderdaad weinig menselijke sporen. Iets noordelijker lopen er wel enkele kaarsrechte wegen. De westkust van Florida ziet er spectaculair uit vanuit de lucht. Het landschap heeft eerder weg van een patroon voor behangpapier. Er zijn hier overal van die gesloten bebouwingen. Elk heeft zijn eigen patroon, soms met een extra tekening van kanalen. Mooi vanuit de lucht maar hier wil je dus niet komen fietsen. De wegen leiden alleen maar naar de volgende 'gated community' waar je niet in mag, als je er inkomt moet je er langs dezelfde poort weer uit.
Gelukkig is de luchthaven van Atlanta niet vreselijk want we moeten er 5uur wachten. Er is bovendien wel wat kunst te zien.
Ons vliegtuig naar Amsterdam zit goed vol en vertrekt op tijd. Delta is er wel heel zwaar op achteruit gegaan met het eten. Ik heb een kortwerkend slaappilletje genomen en had eigenlijk wel spijt dat ik wakker werd toen ze het ontbijt bedeelden (trok ook op niets)
Op schiphol hadden we al snel een trein richting Antwerpen. De mist viel wel tegen maar tegen dat we Belgie binnenreden klaarde het op.
Thuiskomen viel best mee in een huis dat niet heeft leeg gestaan.
We zijn wel 24 uur onderweg geweest. Na de middag kruip ik in bed. 's Avonds duurt het wel erg lang voor ik terug in slaap val. Ik wordt 's morgens pas laat wakker maar de volgende dag ben ik al terug op schema.
Voor even nog. Het doet raar terug naar huis te gaan. Ik kijk er niet naar uit en zie er ook niet tegenop. We zien wel. Tot hiertoe heb ik enorm veel input gekregen, hopelijk komt er thuis weer iets uit. Van reizen wordt je slimmer en dommer tegelijkertijd. Voor lange tijd wist ik altijd de weg ; gewoon verder naar waar er iets te zien valt. De grote wegwijzer zei 'Panama'. Thuis zal ik de weg niet meer zo goed weten, in Europa zijn er zowieso meer wegwijzers dan in centraal Amerika, hopelijk kies ik een goeie richting.
Vlak naast de stad ligt het 'parque natural metropolitana'. Daar heb ik mijn honger naar natuur nog kunnen stillen want Frans had geen zin om nog een weekend de bergen in te trekken. Vlak bij de ingang hoorde de suppoost een toekan. Zijn geoefend oog had hem ook sneller gevonden. Hij liet zich goed bewonderen (de toekan).
Een beetje verder op het pad bekeek een groepje een luiaard. Hij was wel bezig maar zat nogal verstopt tussen het loof.
Bij de 2de ingang gaat het pad omhoog naar een uitzichtspunt. Aan deze zijde is het bos droger en kaler. Ik had dan ook niet verwacht om net hier een heel actieve luiaard aan te treffen. Het was een groot exemplaar dat zich heel bedachtzaam bewoog. Een soort klimballet maar dan in vertraagde film. In de kale takken konden we hem of haar goed volgen.
Verder waren er bankjes waar je alleen al zou gaan zitten om de vele vogelgeluiden te beluisteren. Ik heb dan ook nog een specht kunnen aankruisen. Plus een heleboel verschillende kleine vogels gezien.
Terug volgden we een ander paadje waar we nog 3 mooie vlinders en een motmot zagen.
Het peerdsbos kan hier niet mee concurreren.
Een kilometer van het bos ligt Albrook. Dat is een enorme transportterminal met daarnaast een groot shoppingcenter. Voor ons was het vooral genieten van de airco. De binnenzijde lijkt op Wijnegem. Er was een bijhuis van 'el trapiche', voor ons het beste restaurant met typisch Panamees eten. Voor de prijs heb je bij ons nog geen voorgerecht.
Winkelen moeten we niet doen want de vraag is nu al of we alles in onze bagage krijgen.
De infrastructuur is hier in alle geval heel goed. Vanuit het propere station vertrekken bussen naar alle uiteinden van het land. Het metrostation ligt ernaast. Dat brengt ons tot vlak bij ons hotel. Er komt net een enorme vrouw voorbij , haar borsten hangen tot haar navel maar alleen 15cm onder en boven de navel zijn bedekt. Een preuts volk is het hier niet maar dit is er wel over. We kijken nu op de oceaanzijde en schuin op het zwembad dat wordt opgeknapt.
Gisteren naar de kapper geweest, ik ben flink gekortwiekt maar voor 4 dollar voel ik me niet geplukt. Verder nog wat in de stad gewandeld, de central avenue blijft plezant om mensen te zien. Een shoppingcenter in de hoogbouwwijk, dat goed van architectuur moest zijn, was ik snel weer uit. Ik vraag me af of ze die dingen hier draaiende kunnen houden. In de volkse buurt wordt er duidelijk meer gewinkeld.
De nieuwkomers voor vandaag laten lang op zich wachten maar tijd speelt hier nog weinig rol. Zij hadden autopech, dus vertrekken we allemaal wat later voor ons volgende eilandbezoek. Ondertussen zat Frans bijna de hele tijd te snorkelen, ik hoop dat hij niet gaat krimpen. Vandaag is de bootrit gelukkig wat kalmer. Ook bij dit eiland ligt er een wrak maar een veel recenter. Je kan er niet naartoe want het ligt op de rand van het rif waar de golven hoog zijn. Onze bemanning kookt pasta met groenten en garnalenspiesjes met daarbij ananas en meloen. Er valt redelijk te snorkelen maar eigenlijk is ons eiland daarvoor nog het beste. Een oude man vertelt me dat het water soms zo glad is als een spiegel maar zo is het nu verre van. Het geeft ons wel zicht op flinke uitspattingen waar verschillende stromingen botsen. 's Avonds zitten we nog gezellig met zijn allen op het strand, er is vandaag nog een tof koppel vrouwen uit Toronto bijgekomen. De Duitsers doen hun reputatie eer aan door te veel te drinken (er zijn verschillende flessen abuelo mee, dat is goedkope Panamese rhum, maar wel lekker) Er vallen woorden als 'cocofobia'en 'cocoinsurance', je wil hier namelijk geen kokosnoot op je kop krijgen. Vannacht is mijn toiletbezoek een ietsje griezeliger met veel wind en weinig maanlicht. De volgende morgen waren de nieuwkomers er wel snel en vertrokken we vroeg naar isla Pelicano. Dat was echt een mini-eiland met 1 hutje. De schaduw van de paar palmbomen moesten we wel delen. Voor de lunch werden we weer op een ander eiland verwacht. Hier was het druk maar het was wel mooi, het was een dubbeleilandje, je kon pootjebaden naar het tweede deel. Je krijgt dan heel veel tinten met de verschillende dieptes. We lunchen ditmaal op ons eiland dat we in de namiddag weer verlaten voor het vasteland. We maken nog een stop op 1 van de overbevolkte eilandjes langs de kust. Onze kapitein woont daar. De mensen zitten er echt wel opeengepakt, de enen in rieten hutten zonder vloer, anderen in houten of stenen gebouwen. Veel meubels hebben ze hier niet, maar wel heeft ieder huis een zonnepaneel en staat er een grote wifischotel. Er zijn verschillende scholen, een medisch centrum, een gemeenschapshuis en natuurlijk een paar winkels. Het politiekantoor staat boven het water, de schooltoiletten ook. Vroeger zijn de kuna yala naar de eilanden verdreven maar nu wonen ze er omdat de eilanden malariavrij zijn en ook wel frisser met de wind. Het grootste gebouw op een ander eiland blijkt van Amerikaanse mormonen te zijn. De kustlijn van het vasteland is in alle geval geen voorbeeld, er ligt heel veel rommel. Op de derde rij zitten in de auto op een weg die veel weg heeft van een achtbaan valt niet mee. Meestal geniet ik van de bergen maar nu was ik blij om op de grote weg te komen. Uiteindelijk zijn we om 8 uur bij het hotel. We zijn best moe, vuil en een beetje verbrand.