Terug thuis ontbijten zou wel eens kunnen tegenvallen, de tafel was weer heel mooi gedekt. Vlakbij hebben we brood en kaas kunnen kopen, we verwachten geen winkels onderweg. We starten in westelijke richting naar Momignies om terug op de grensroute te komen. De 12km ravel waren makkelijk fietsen, weinig wind, fris maar met zon. In Momignies staat een kleine markt, gelukkig kunnen we onze lunch met wat fruit en groenten aanvullen. Linda koopt zelfs nog snel een (toffe) broek. Daarna volgt een redelijk grote weg, maar om echt het hoekje van de laars van Henegouwen te ronden zitten we op een heerlijk klein weggetje. Tot aan de verrassing achter de hoek, een helling van dik 10%. Eerlijk gezegd heb ik het percentage niet gezien vanwege te hard moeten trappen. Daarna komt er nog een flinke helling waar ik wel kan zien dat we 10% klimmen. Klimmen met bagage is toch heel wat anders dan met de koersfiets. Vanaf 8% is het een karwei. Bij een baan die de grens kruist zien we weer een tabac en een leonidas, het bewijs dat je nog aan de Belgische kant zit. Daarna gaan we in Forge Philippe nog even naar de forellen kijken bij de gite waar we een aantal jaren geleden logeerden. Het laatste café voor de grens bestaat niet meer. Daarna volgen we weer zalige kleine weggetjes in Oostelijke richting. een plek om te lunchen vinden we aan de ingang van de abdij van scourrmont. Hier wordt er ook trappist gebrouwen. Hun stenen toegangsmuurtje is een prima buffet. Een ritje door het bos brengt ons naar hun brasserie. De 'chimay experience' laten we aan ons voorbij gaan. De paters hebben ook kaas gegeten van marketing. Daarna volgt er een stuk grotere weg, gelukkig rijdt hij vlot en is hij niet te druk. Voorbij het douanekantoortje (er zitten een paar grappige poppen in) mogen we weer flink duwen. Gelukkig kunnen we de grote weg weer snel verlaten, de kleine baantjes, daar doe je het voor. Richting 'barrage du Ry de Rome' volgt de langste klim tot hiertoe, bovendien begint hij heel pittig. Naar de barrage kunnen we ons laten bollen. De naam doet en meer spectaculaire dam vermoeden. Verder kunnen we blijven dalen... tot we voor een wegversperring staan. We kunnen echtniet door, tenzij we dwars door een stuk bos wandelen. Hier worden de voorbereidingen getroffen voor het bouwen van een nieuwe snelweg. Er torent een enorme zandwand met machines voor ons uit. De tunnel eronder lijkt toegankelijk. De tunnel ligt ook een stuk hoger, ik ga kijken want terugrijden betekent ook een heel stuk klimmen en op de gps kan ik de weg zien liggen waar we naartoe moeten. Blijkbaar ben ik een camera gepasseerd want er gaat een alarm af. De tunnel is we toegankelijk en de toegang tot de hoofdweg is gelukkig niet versperd. Zonder vuile schoenen en wielen komen we er wel niet door. Een paar werkmannen zijn denk ik blij dat maar een paar onnozele vrouwen het alarm lieten aflopen, ze laten ons doen. Ons logement ligt wel langs de grote baan maar is best in orde. We bestellen pizza's die we in hun taverne (alleen in het weekend open) mogen opeten. Liliane is een beetje boos op mij : bij vertrek stond er een pijl 'Couvin 20km' wij hebben er nu 74 op onze teller staan en 750hoogtemeters. Het zijn zotten die fietsen he, en dan nog veel langer dan nodig. We hebben ops aperitief en de pizza's verdiend.
Het ontbijt was prima. Afstoffen moet wel je hobby zijn als je hier woont. De stapels decoratiemagazines verraden waar de inspiratie vandaan komt voor de inrichting. We kunnen ons permitteren om wat langer te blijven plakken. Noordelijker inpikken op de route wordt afgeraden door onze gastheer, de weggetjes zijn onberijdbaar. Dus hebben we maar 58km voor de boeg. De winkel in het eerste dorp laten we links liggen (fout dus).
De dorpen zijn verbonden door kronkelende wegen tussen koolzaad, tarwe, gras en lege aardappelvelden. In de verte zie je steeds de toppen van kerktorens boven de velden uitsteken. De koekoek doet het ook nog goed in deze streken. Onze gastheer had ons een café aangeraden in Bussignies. We hebben de omweg nog gemaakt maar niet de laatste afdaling, die was erg stijl en volgens een inwoonster was er niet zoveel kans dat het open was. Met de koersfiets waren we toch wel eens gaan kijken. Nu hadden we al een heel eind kasseien gehad, dat was al genoeg geweest. Verder was er wel een sereuze bebouwde kom maar we moesten ons behelpen met de winkel van het naftstation. Ze hadden er wel kleren en veel snoep maar geen groenten of fruit. Een wit brood en wat toespijs was onze buit. Het fietsen was wel heerlijk langs kleine wegen en met fantastisch weer. Een goede bank hebben we ditmaal niet gevonden. Onze boterhammen hebben we gegeten bij een monument van een vergeten oorlog in 1709. Er waren zelfs schema's van het verloop van de veldslag.
Het eten heeft in alle geval gesmaakt. Verder kwam er een stuk loodrechte (grotere) weg. Gelukkig was die wel erg mooi, we zaten hoog, je kon heel ver zien. Deels was er ook een apart fietspad. Daarna kwamen er nog wat klimmetjes in zuidelijke richting, vandaag was dat met tegenwind. Iets drinken lukte niet meer. We zijn wel wat van de route afgeweken langs vieux reng (niet mis). We zullen dus maar naar ons kasteel gaan. Het is een half kasteeltje in het dorp. De tuin is van 'ik wil wel maar ik kan niet meer'. Onze fietsen staan in een stal, de mest is er nog niet lang buiten gekeerd. Hier is ook veel werk gemaakt van de kamers. De talloze hartjes, misschien uit de uitverkoop na valentijn. We raden dat de eigenaars homo zijn omdat de kamer met roze en zwarte commode echt wel 'over the top' is. Linda is er weg van, ik ben blij dat ik ergens anders mag liggen. De gastvrouw stelt voor om ons naar Erquelines te brengen voor het diner. Ze heeft een grote auto! Het is lang geleden dat ik nog met meer dan 5 in een gewone auto heb gezeten. Het was wel gieren, terwijl Jacky over de weggetjes scheurde aan 90 per uur. De frituur met restaurantallures was ook de moeite. Ons wantrouwen was direct gewekt met de enorme keuze. We gaan voor de petite restauration, als we dan toch uit de diepvries gaan eten, dan maar aan een redelijke prijs. Linda bestelt alleen een voorgerecht maar dat mag niet van de chef. We bestellen 2 porties calamares voor ons allen maar die zijn in kreeftensaus bereid, moeilijk om te delen. De ambiance is er, niet echt voor de dienster. Claudine en ik 'mogen' bij het terugrijden vooraan zitten. Onze benen zijn er eigenlijk te veel aan maar we geraken veilig thuis (maar nog niet binnen)
De 2 honden wachten ons al op (er zijn ook 3 speciale katten). Met de homo's hebben we het mis, Jacky is de vrouw des huizes. we genieten nog van de avondlucht op het terras.
De ontbijttafel was er natuurlijk ook 'over'. Met champagne en sap en yoghurt en smarties en gedroogd fruit en druifjes en croissants en koeken ...alles in individuele potjes en glaasjes en dat in, laten we zeggen, een origineel interieur. Wie heel lange tochten plant komt beter niet naar deze streek, vroeg vertrekken lukt niet echt. Van Erquelines en omgeving wordt je niet echt vrolijk maar verder is het weer volop genieten van de natuur en de kleine dorpen die we passeren. In Baumont kunnen we ons bevoorraden. Er wordt besloten om te splitsen na de lunch. Claudine en ik gaan de grens verder volgen en nog 500m klimmen, de rest gaat de ravelnemen naar Chimay. Onze route volgt weer prachtige kleine wegen maar we krijgen enkele pittige hellingen. We bezoeken het meer van valjolie en een kleine kerk die binnen mooi blauw is maar ook een Lourdesgrot heeft in een zijbeuk. We passeren nog een knap kasteeltje, later doen we nog het laatste stukje ravel. Linda proeft alle soorten Chimay op de grand place. We genieten og van de zon. Ons logement is heel charmant, romantisch maar er niet over. Een aanrader. Als je hier groenten wilt eten kan je alleen sla kiezen, de walen zijn vleeseters. De wijn lijkt wel aangelengd, die sturen we terug, de rest is best in orde.
De warmwaterketel was kapot in de jeugdherberg maar het ontbijt maakt het wel goed. De carrefour gaat pas om 10 uur open, de bakkerij in de buurt is van de jaren stillekes, idem de bakkersvrouw. We scoren een brood en een pot choco. Doornik is wel mooi merken we bij het terugzoeken van de herberg. Eens uit de agglomeratie is de route mooi landelijk. De eerste veldweg is wel niet te doen, de klei plakt aan de wielen. Lilianne haar wielen zijn compleet geblokkeerd. Mijn klikpedalen klikken pas een paar uur later weer. De volgende veldwegen laten we links liggen. we maken wel een mooie omweg naar de steen van Brunehaut, de grootste menhir van Belgie. Net over de grens krijgen we een stukje bos, genieten! Verder kunnen we onze karige lunch aanvullen met ribbetjes en kippenworst aan een kippenkraam. Er zijn picknickbanken en de lunch is vettig en prettig. Bij de basiliek van bon secours kunnen we een koffie krijgen en plassen. De kerk heeft wel iets, zelfs de 'virgin de gouadeloupe'. Het wordt ook heuvelachtiger. Na Quevrain verlaten we de grensroute, we doorstaan nog een brede zandweg, het was dat of kasseien. Het is toch wel de moeite om deze grensstreek eens te verkennen, het is zeker niet alleen tristesse. We logeren hier trowens in een romantische b&b. Er is hier serieus gewerkt, de tuin is ook heel aantrekkelijk. Binnen hebben ze zich duidelijk uitgeleefd om de kamers te decoreren. We kunnen hier toch eten krijgen, dat bespaart ons een extra rit van 14km.
De bomen gaan goed te keer, we vertrekken 5 min. Vroeger naar het station. Een half uurtje later zijn we er, niet slecht met bagage en wind tegen. Vriendelijke treinconducteur die behulpzaam is met de fietsen. En we komen bovendien stipt aan in Kortrijk. Om 10.20u zitten we op de fiets. Langs de Leie is het serieus trappen met de wind pal op kop. We zijn blij als we kunnen afslaan. Na een paar heel sjieke villa's met zicht op de Leie wordt het snel veel eenvoudinger van bebouwing. Eerst is het echt een afwisseling van kleine percelen met velden en woonstraten met heel weinig bouwvoorschriften. Het paradijs en de vagevuurstraat zijn niet echt hemels. We worden door de winkelwandelstraat van Moeskroen geleid. Vooral de bakker op het marktplein is speciaal van architectuur, het neoklassieke stadhuis is niet mis. We worden toch nog op een bui getrakteerd.
Op een miniveldweg borstelt het natte lange gras onze schoenen, het paadje is soms onzichtbaar.
Het canal de l'espierres dateerd van 1840. De bomen ernaast zijn niet zo oud maar rijzen op als reuze zuilen. Het eerste cafeetje is dicht, er is bovendien een Franse ruzie aan gang. Gelukkig want het tweede bij een oude sluis en douanehuisje is dik in orde. We kunnen zelfs buiten zitten. Drie van de 5 kunnen niet weerstaan aan het plaatselijke bier dat hen toelonkt vanuit een prachtig glas (raden wie?).
Verder is er "Au retour du cimetiere", misschien zien we hier nog wel andere originele namen voor cafés.
Daarna slingeren we meer tussen de velden, de wind zit nu meestal wel mee, gelukkig want Linda haar batterij laat het afweten. Lege aardappelvelden, groene weiden en graanvelden wisselen elkaar af. Het laatste stuk klimt zacht voor we op de grote weg naar Doornik afdalen.
Flessen wijn die je op de fietst meesleurt smaken beter, een geslaagde après fiets.
Iets minder geslaagd is de koude douche en de trappen naar de 2de verdieping.
De brasserie waar we eten heeft typische kost waarin ze ook graag een biertje verwerken.
Tijdens het tikken is er buiten een serieus vuurwerk aan de gang, het is hier kermis en er slaapt een hele voetbalploeg tegenover ons op de gang, dat belooft voor vannacht!
Gisteren toch goed een hele dag kunnen skiën. Daarna was ik blij dat de sneeuw eens netjes dwarrelde zoals het hoort. Vandaag gaat hij weer in 45 graden naar beneden. We zijn naar de top van de stoeltjeslift Merles geklommen. Er moet zeker nog gewerkt worden aan de conditie.
Het bleef maar sneeuwen gisteren en er was al 30cm gevallen. Bijna alle liften bleven dicht. De sneeuwraketten zijn dan handig om toch wat te sporten. Met moeite heb ik het twee uur volgehouden. Ik deed een poging om de langlaufpiste te volgen maar dat was niet evident. Bij een volgende ronde zag ik tenminste mijn eigen sporen. Bij het terugklimmen zat ik op het dak van de parking. Vandaag heb ik het zelfs maar een goed uur volgehouden. Nu weet ik dat de paaltjes links van de piste staan. Het zicht was nu goed maar de sneeuw loodzwaar. Alleen de Tichot, de bollin en de palafour zijn open. We waren bij de Tichot gaan kijken maar ik heb er nog nooit zo'n massa zien aanschuiven. Frans en Serge zijn dan maar met de tourskis vertrokken. Ondertussen is het zicht alweer triestig. Het zou ook best kouder zijn, er ligt nu wel een flink pak sneeuw maar buiten piste skien zal niet super zijn. Boven staat er blijkbaar nog altijd een wind van 120km per uur.
Op de grande motte was het prachtig vandaag. Naar het westen was het 1 wolkenzee. Noordwaarts stak de mont pourri er bovenuit, daartussen waren nog een aantal eilandjes.
De mont blanc had een streep wolken onder de top, daaronder blauw en dan weer een wit wolkendek.
In de namiddag zagen we nog het 'ile Toviere', zelfs met alle constructies er bovenop zag het er sprookjesachtig uit. Op de foto zitten we duidelijk onder de wolken. Ondertussen is alles toegetrokken.
We zijn nog geen 10 dagen thuis en Frans wil weeral weg. De sneeuw lonkt.
Onze picknick in de Ardennen is van korte duur vanwege de kou.
We maken een stop in Langres dat we alleen kennen van 'le soleil', een beeld dat op de snelweg naar het zuiden staat.
De stad is een aangename verrassing. Ze is helemaal ommuurd en heeft enkele machtige vestingstorens. De binnenstad is heel charmant, het oude Frankrijk. Op de stadswallen is het best fris, je hebt er een prima uitzicht op de ruime omgeving. Dit is echt wel helemaal anders dan wat we de laatste maanden zagen.
Op de volgende etappe kunnen we gelukkig in de zon picknicken.
In Tignes is het ook wel even wennen aan de temperatuur. De hitte van Panama is nu wel heel ver weg. Dit is de eerste sneeuw die we deze winter zien. In San Christobal in Mexico zaten we ook wel op 2000m, sneeuw was er niet te bekennen, alhoewel het er 's nachts best koud werd.
B. De vogels in onze tuin zijn niet zo spectaculair als sommige exemplaren in de tropen maar ze kunnen me best bekoren. Ons Noorse vogelhuisje heeft alweer bewoners die druk in de weer zijn.
Zondag ben ik wel erg teleurgesteld bij een wandeling in Vordenstein. In centraal Amerika heb ik zoveel machtige bomen kunnen bewonderen en hier vind ik een paar tronken van grote bomen die ze net hebben afgezaagd. De jaarringen zijn onbeschadigd, er zit geen holte in de stam. Ze hebben al een hele dreef omgelegd, misschien hadden ze dit jaar weer inkomsten nodig? Ik begrijp het niet.
De vlucht vanuit Panama city is toch wel memorabel. Bij het opstijgen zitten we al wel snel in de wolken maar verder noordwaarts klaart het op en zien we supersmalle lange eilanden met riffen. We steken cuba over dat ook een mooie kustlijn heeft. Daarna hebben we een prachtig zicht op de Florida keys die als een parelsnoer in het fel blauwe en blauwgroene water liggen. In de everglades zie je inderdaad weinig menselijke sporen. Iets noordelijker lopen er wel enkele kaarsrechte wegen. De westkust van Florida ziet er spectaculair uit vanuit de lucht. Het landschap heeft eerder weg van een patroon voor behangpapier. Er zijn hier overal van die gesloten bebouwingen. Elk heeft zijn eigen patroon, soms met een extra tekening van kanalen. Mooi vanuit de lucht maar hier wil je dus niet komen fietsen. De wegen leiden alleen maar naar de volgende 'gated community' waar je niet in mag, als je er inkomt moet je er langs dezelfde poort weer uit.
Gelukkig is de luchthaven van Atlanta niet vreselijk want we moeten er 5uur wachten. Er is bovendien wel wat kunst te zien.
Ons vliegtuig naar Amsterdam zit goed vol en vertrekt op tijd. Delta is er wel heel zwaar op achteruit gegaan met het eten. Ik heb een kortwerkend slaappilletje genomen en had eigenlijk wel spijt dat ik wakker werd toen ze het ontbijt bedeelden (trok ook op niets)
Op schiphol hadden we al snel een trein richting Antwerpen. De mist viel wel tegen maar tegen dat we Belgie binnenreden klaarde het op.
Thuiskomen viel best mee in een huis dat niet heeft leeg gestaan.
We zijn wel 24 uur onderweg geweest. Na de middag kruip ik in bed. 's Avonds duurt het wel erg lang voor ik terug in slaap val. Ik wordt 's morgens pas laat wakker maar de volgende dag ben ik al terug op schema.
Voor even nog. Het doet raar terug naar huis te gaan. Ik kijk er niet naar uit en zie er ook niet tegenop. We zien wel. Tot hiertoe heb ik enorm veel input gekregen, hopelijk komt er thuis weer iets uit. Van reizen wordt je slimmer en dommer tegelijkertijd. Voor lange tijd wist ik altijd de weg ; gewoon verder naar waar er iets te zien valt. De grote wegwijzer zei 'Panama'. Thuis zal ik de weg niet meer zo goed weten, in Europa zijn er zowieso meer wegwijzers dan in centraal Amerika, hopelijk kies ik een goeie richting.
Vlak naast de stad ligt het 'parque natural metropolitana'. Daar heb ik mijn honger naar natuur nog kunnen stillen want Frans had geen zin om nog een weekend de bergen in te trekken. Vlak bij de ingang hoorde de suppoost een toekan. Zijn geoefend oog had hem ook sneller gevonden. Hij liet zich goed bewonderen (de toekan).
Een beetje verder op het pad bekeek een groepje een luiaard. Hij was wel bezig maar zat nogal verstopt tussen het loof.
Bij de 2de ingang gaat het pad omhoog naar een uitzichtspunt. Aan deze zijde is het bos droger en kaler. Ik had dan ook niet verwacht om net hier een heel actieve luiaard aan te treffen. Het was een groot exemplaar dat zich heel bedachtzaam bewoog. Een soort klimballet maar dan in vertraagde film. In de kale takken konden we hem of haar goed volgen.
Verder waren er bankjes waar je alleen al zou gaan zitten om de vele vogelgeluiden te beluisteren. Ik heb dan ook nog een specht kunnen aankruisen. Plus een heleboel verschillende kleine vogels gezien.
Terug volgden we een ander paadje waar we nog 3 mooie vlinders en een motmot zagen.
Het peerdsbos kan hier niet mee concurreren.
Een kilometer van het bos ligt Albrook. Dat is een enorme transportterminal met daarnaast een groot shoppingcenter. Voor ons was het vooral genieten van de airco. De binnenzijde lijkt op Wijnegem. Er was een bijhuis van 'el trapiche', voor ons het beste restaurant met typisch Panamees eten. Voor de prijs heb je bij ons nog geen voorgerecht.
Winkelen moeten we niet doen want de vraag is nu al of we alles in onze bagage krijgen.
De infrastructuur is hier in alle geval heel goed. Vanuit het propere station vertrekken bussen naar alle uiteinden van het land. Het metrostation ligt ernaast. Dat brengt ons tot vlak bij ons hotel. Er komt net een enorme vrouw voorbij , haar borsten hangen tot haar navel maar alleen 15cm onder en boven de navel zijn bedekt. Een preuts volk is het hier niet maar dit is er wel over. We kijken nu op de oceaanzijde en schuin op het zwembad dat wordt opgeknapt.
Gisteren naar de kapper geweest, ik ben flink gekortwiekt maar voor 4 dollar voel ik me niet geplukt. Verder nog wat in de stad gewandeld, de central avenue blijft plezant om mensen te zien. Een shoppingcenter in de hoogbouwwijk, dat goed van architectuur moest zijn, was ik snel weer uit. Ik vraag me af of ze die dingen hier draaiende kunnen houden. In de volkse buurt wordt er duidelijk meer gewinkeld.
De nieuwkomers voor vandaag laten lang op zich wachten maar tijd speelt hier nog weinig rol. Zij hadden autopech, dus vertrekken we allemaal wat later voor ons volgende eilandbezoek. Ondertussen zat Frans bijna de hele tijd te snorkelen, ik hoop dat hij niet gaat krimpen. Vandaag is de bootrit gelukkig wat kalmer. Ook bij dit eiland ligt er een wrak maar een veel recenter. Je kan er niet naartoe want het ligt op de rand van het rif waar de golven hoog zijn. Onze bemanning kookt pasta met groenten en garnalenspiesjes met daarbij ananas en meloen. Er valt redelijk te snorkelen maar eigenlijk is ons eiland daarvoor nog het beste. Een oude man vertelt me dat het water soms zo glad is als een spiegel maar zo is het nu verre van. Het geeft ons wel zicht op flinke uitspattingen waar verschillende stromingen botsen. 's Avonds zitten we nog gezellig met zijn allen op het strand, er is vandaag nog een tof koppel vrouwen uit Toronto bijgekomen. De Duitsers doen hun reputatie eer aan door te veel te drinken (er zijn verschillende flessen abuelo mee, dat is goedkope Panamese rhum, maar wel lekker) Er vallen woorden als 'cocofobia'en 'cocoinsurance', je wil hier namelijk geen kokosnoot op je kop krijgen. Vannacht is mijn toiletbezoek een ietsje griezeliger met veel wind en weinig maanlicht. De volgende morgen waren de nieuwkomers er wel snel en vertrokken we vroeg naar isla Pelicano. Dat was echt een mini-eiland met 1 hutje. De schaduw van de paar palmbomen moesten we wel delen. Voor de lunch werden we weer op een ander eiland verwacht. Hier was het druk maar het was wel mooi, het was een dubbeleilandje, je kon pootjebaden naar het tweede deel. Je krijgt dan heel veel tinten met de verschillende dieptes. We lunchen ditmaal op ons eiland dat we in de namiddag weer verlaten voor het vasteland. We maken nog een stop op 1 van de overbevolkte eilandjes langs de kust. Onze kapitein woont daar. De mensen zitten er echt wel opeengepakt, de enen in rieten hutten zonder vloer, anderen in houten of stenen gebouwen. Veel meubels hebben ze hier niet, maar wel heeft ieder huis een zonnepaneel en staat er een grote wifischotel. Er zijn verschillende scholen, een medisch centrum, een gemeenschapshuis en natuurlijk een paar winkels. Het politiekantoor staat boven het water, de schooltoiletten ook. Vroeger zijn de kuna yala naar de eilanden verdreven maar nu wonen ze er omdat de eilanden malariavrij zijn en ook wel frisser met de wind. Het grootste gebouw op een ander eiland blijkt van Amerikaanse mormonen te zijn. De kustlijn van het vasteland is in alle geval geen voorbeeld, er ligt heel veel rommel. Op de derde rij zitten in de auto op een weg die veel weg heeft van een achtbaan valt niet mee. Meestal geniet ik van de bergen maar nu was ik blij om op de grote weg te komen. Uiteindelijk zijn we om 8 uur bij het hotel. We zijn best moe, vuil en een beetje verbrand.
Om 5 uur zaten we in de lobby, we werden als eersten om 6u opgepikt,niet zo'n goed begin. Met 3 koppels in de auto waren we compleet. Nog een stop gemaakt in een chique supermarkt en dan kon de rit beginnen. Eerst langs snelweg, dan een kleinere baan tot de noordelijke afslag naar Carti. Daarna ging het vooral flink draaien en kwamen er steile stukken. De weg is bijna helemaal geasfalteerd, dat valt dus mee. De omgeving is mooi met weer heel veel groentinten en verschillende boomvormen. Kuna yala is een autonoom gebied en we krijgen hier dus ook een paspoortcontrole. Dit is dan ook een uitweg naar de zee waarlangs je bijv. naar Colombia kunt. Vandaag echter niet, denk ik, er staat nogal wind en de zee is ruw. Spijtig genoeg zit ik vooraan in de sloep, daar gaat het flink omhoog om dan met een smak terug neer te komen. Zwaar voor de rug. Op het eerste eiland zetten we ons onmiddelijk in badpak om een paar eilanden verder te gaan snorkelen. Rond de eilanden zijn de kleuren van het water onwaarschijnlijk. De zon speelt verstoppertje met de wolken. Op isla del perro ligt een wrak voor het strand. Frans ziet er een paar bijzondere beesten. Ik vind het een beetje griezelig maar wel fascinerend. De lunch, vers gevangen vis, krijgen we op een ander eiland voorgeschoteld. Dit is groter en heeft in het midden begroeiing buiten de palmbomen. Ook op dit eiland woont een familie die het nu van de toeristen leeft. Je bent hier natuurlijk niet alleen want we zijn nog dicht bij de kust maar het is zeker geen overrompeling. Handig is wel dat er voorzieningen zijn zoals toiletten en een douche. Onze reisgenoten spelen een partijtje volleybal maar ik verstuik bijna onmiddellijk mijn duim en moet forfait geven. De ambiance in dit groepje is in alle geval goed. Rond 4u zijn we dan terug op ons eiland. We krijgen een privehut met 5 bedden. Ik hang het muskietennet maar op, dan hebben we het toch 1 keer gebruikt alhoewel er hier geen mug te zien is. Doordat de hut van bamboestokken is gemaakt hebben we heel veel paaltjes en touwtjes om gerief op te hangen, iets wat je in veel hotels mistte. De grond is gewoon zand. Hopelijk krijgen we wel geen storm want de muren zijn open en de vraag is hoe waterdicht een dak van palmbladeren is.
Aan de noordelijke kant zitten er veel pelikanen en dus zit er veel vis. Bij het snorkelen zag ik veel verschillende soorten, ik zwom ook door een hele school zilveren minivisjes, prachtig.
Om 6u krijgen we kip en rijst en sla. Er zijn twee kleine generators, die voorzien het eiland van verlichting. De familie die hier woont heeft een zonnepaneel.
We liggen vroeg in bed. Mijn nachtelijke wandeling naar het toilet is de beste ooit. Met de volle maan die schaduwen van de palmbomen op het zand werpt. Een lamp is niet nodig. Spijtig dat we niet eerder in zo'n hutten logeerden, ik slaap hier prima.
Er wordt hier op verschillende manieren gevist, met netten en een houten sloep of met de lijn. Gisteren vertrok er ook een primitieve zeilboot. Bij de eilanden waar we gisteren waren lagen er veel zeiljachten. De golven voorbij het rif leken me wel veel te hoog om uit zeilen te gaan.
Vandaag moest Frans nog wat zaken regelen. We zijn in de warme stad gebleven. Morgen om 5u vertrekken we naar een San Blas eiland in de Caraibische zee. Je zal dus pas zaterdag terug van me horen want we hebben daar geen internet (en wie weet wat nog allemaal niet).
We moesten vroeg de deur uit. Om 6u30 wordt er tegenover het hotel al heel druk ontbeten. Wij gaan voor een beker fruit en ik een tamale (die is geel). De rest van het uitgestelde eten is voornamelijk bruin. Niet moeilijk dat er hier zoveel mensen buitenshuis ontbijten, wie heeft er nu zin om al zo vroeg biefstuk met ui te gaan bakken. We hebben een hele uitleg op papier waar we achtereenvolgens moeten zijn en hoe we er geraken. De tolweg is gelukkig niet druk. Je kan hier op minder dan een uur van de ene naar de andere oceaan rijden. Alle uitleg ten spijt vinden we toch niet direct het eerste kantoor. Het valt hier verder wel mee, de kantoren waar de shippers zitten zijn nieuw en de omgeving is verzorgd (het zijn dan ook veel Amerikaanse bedrijven). De eerst stap is wel snel gezet, zonder aanschuiven. Stap 2 ; de douane had snel moeten gaan was het internet niet een tijd uitgevallen. De douane was wel minder goed behuisd. Stap drie duurde nog het langst. Als je alle papieren hebt kan je de auto afleveren. Alleen Frans mocht mee door de poort. Dan werd de auto nagekeken. Ik kan niet zeggen volledig, want de fietsjes mochten blijven staan. De onderkant werd met een spiegel bekeken en er kwam ook nog een drugshond aan te pas. De tassen werden ook onderzocht. Gelukkig was alles OK. Toen was het al na de middag. Frans had in het eerste gebouw een kantine gezien, daar hebben we prima gegeten. Daarna werd hier ook alle afval netjes gesorteerd. Frans wilde meteen terugkeren naar de hoofdstad maar dat vond ik zonde. Gelukkig zijn we eerst nog de sluizen van Gatun gaan bekijken. Niet dat die zooo indrukwekkend zijn maar ze zijn wel 100 jaar oud. De hedendaagse schepen passen er maar net in. Zes treintjes begeleiden de schepen met kabels vanaf de kant zodat de boot van de rand af blijft. Een cruiseschip was net door de sluis en een tanker kwam er net in. In de andere sluis zat ook een boot in dezelfde richting. Vanaf een terras kan je de activiteit goed volgen. Ik dacht vroeger altijd dat het panamakanaal er uitzag zoals het Albertkanaal maar dan smaller en dieper. Het grootste gedeelte is geen kanaal maar een stuwmeer. Dat was natuurlijk een stuk makkelijker en goedkoper. Toch is het voor die tijd wel een huzarenstuk geweest. In 2007 zijn ze begonnen met de bouw van grote nieuwe sluizen die ook een deel van het gebruikte water kunnen recupereren. De werken in Gatun zijn in alle geval nog volop bezig. Langs de randen van het meer en onderweg naar Panama city is er in alle veval nog veel groen. Terug, zijn we gaan horen voor een uitstap naar de San Blas eilanden. We zijn maar in een hostel gaan boeken, die zijn gewoon om kort op de bal te spelen. Veel confort zullen we dus niet moeten verwachten. Morgen worden we dus om 5u opgepikt en maken we een driedaagse groepsuitstap naar een kokosnoot-(toeristeneiland). Op het eiland zelf zal er dus niet veel te zien zijn, hopelijk onder water wel. De archipel schijnt in alle geval erg mooi te zijn. Ondertussen is het hier wel erg warm, alleen 's avonds is het ideaal, dat is genieten.
Deze voormiddag hebben we alles gekregen om morgen de auto in de haven af te leveren. Onze volgende job was het herinpakken. Een aantal zaken kunnen in de auto blijven. Ondertussen komt er op straat wel 3 keer een optocht van de brandweer voorbij met hun fanfare. Het zijn er veel meer dan op de foto. Wij zitten ook heel dicht bij het loterijgebouw en daarrond zit het vol met verkopers. Aan klanten die lotjes uitkiezen is er ook geen gebrek. Daarna zijn we naar het oude stadsgedeelte gewandeld. Het oostelijke deel is grotendeels gerenoveerd en behoort nu toe aan de toeristen en diegenen die daarmee hun brood winnen(niet de sukkelaars wel te verstaan) Het voelt dus steriel aan ondanks de mooie pasteltinten. De westelijke kant is niet gerenoveerd en heeft veel houten huizen. Een groot deel ervan is in erbarmelijke staat, velen staan leeg. Maar het hout in vele verweerde tinten heeft wel zijn charme. Het noordelijkste deel is het levendigste. Daardoor loopt de winkelwandelstraat die ook op zondag goed druk is. Er is vooral een groot contrast in properheid. Het toeristische deel blinkt omzeggens, daarbuiten kunnen de straten ronduit smerig zijn. Er hangt ook vaak een vieze lucht. Er staan vuile plassen waarvan je je afvraagt hoe ze er komen want het regent haast niet. Toch vind ik die volkse buurten plezanter. Er spelen kinderen, het publiek is ongelooflijk gevarieerd. In de winkelstraat liep ik bv. achter een drietal zwarte dames met heel ronde vormen maar bovendien met enorme krulspelden in hun haar. Daarnaast zijn er ook kleine indigenas waarvan de vrouwen wel erg kleurig gekleed gaan. De bevolking heeft hier alle tinten. De winkels kunnen ook erg varieren, van houten kotjes tot grote magazijnen en gewoon winkelwagentjes om je waar aan de man te brengen. 25% van de stadsbewoners is hier arm en als je hier van de hoofdbaan afwijkt zie je daarin nog een heleboel gradaties. De grond is vaak heel vuil maar toch vind je dan wel weer kleurrijke muurschilderingen. Bovendien ziet bijna iedereen er proper uit. Zondag is blijkbaar ook de dag om naar de kapper te gaan, die zaten vol. Er wordt hier veel aandacht aan het uiterlijk besteed. Zelfs in het nieuwe stadsgedeelte zie je dat ze moeite hebben om de straten proper te houden. Voetpaden zijn denk ik ook de verantwoordelijkheid van het gebouw aan de straat met als gevolg dat ze erg varieren en soms onbestaande zijn. vanavond hebben we nog eens de metro genomen, die is nieuw en die blinkt nog.
Vanuit dit hotel kunnen we makkelijk naar de kustboulevard. Zo wilden we gisteren naar de oude stad wandelen en daar iets eten. Op vrijdagavond was de cinta costera in alle geval heel levendig. Ze hebben hier land op de zee gewonnen en daarop twee dubbele rijbanen aangelegd maar evengoed sportparken, een fiets- en wandelpad, afdaken, perken...het geheel is erg geslaagd. En er wordt dan ook druk gebruik van gemaakt. Tot de oude stad zijn we wel niet geraakt want bij de vissershaven was heel de weg gevuld met tafeltjes en veel lawaai. Wilde je er nog bij dan werden er gewoon nog tafels aangehaald. Zo brengen dus heel veel panamezen hun vrijdagavond door ; al vis etend tussen heel veel andere viseters. Misschien houden ze ook helemaal niet van rustig en proper. De algemene geur had ook beter gekund, maar ja je zit dan ook bij de vismarkt. Om mensen te kijken was het hier in alle geval geschikt. Veel sporters die langskwamen en veel krappe kleding. Vandaag hebben we dan een costa cintera bis gedaan. We hebben hem helemaal gefietst. Van aan de vismarkt draai je links op een brug die helemaal rond het oude stadsgedeelte gaat. (Zie rechts op de foto) Afgescheiden van de autobaan aan de stadskant ligt weer een fiets- en een voetpad. Tussen de rijbaan en de weg zijn er klimplanten met bloemen en ook aan de rand van de brug. Ideaal om rustig te fietsen. De wielertoeristen verkozen om op de autobaan te rijden. Ze moeten nog wel trainen om nog maar een D ploeg in Vlaanderen te kunnen volgen. Aan het eind ga je terug onder de brug om de kustlijn te vervolgen langs de avenida de los poetas. Voorbij het nieuwe stadion moesten we wel even de grote baan op om naar het schiereiland Amador te rijden en verder naar isla perico en isla flamenco die door een weg verbonden zijn die eigenlijk een bescherming vormt voor de ingang van het kanaal. spijtig genoeg zijn ze deze weg nog aan het verbreden en zat het uitzicht over de stad achter een schutting. We zagen ook wel heel wat schepen verder voor anker liggen, waarschijnlijk moeten ze hun beurt afwachten om het kanaal door te varen. Op de terugweg hadden we een mooi zicht op de brug van de Americas. Frank Gehry heeft hier een museum over de biodiversiteit neergepoot. Bilbao blijft toch zijn tophit. Als je onder de luifel bent is het wel mooi en omkadert het knap verschillende uitzichten. Het dak heeft legokleuren, zelf hou ik heel veel van kleur maar toch vond ik het niet helemaal geslaagd (tenzij voor legoland). In Misouri zagen we nog een gebouw van hem, in baksteen, dus wel compleet anders maar zeker hier waren er te veel overbodige delen, je had trappen die niet eens naar een goed uitzicht leidden. Na een lunch met deels zicht op de brug zijn we teruggekeerd en door het oude gedeelte gereden. Dat moeten we in alle geval verder gaan ontdekken. Ter hoogte van het hotel waren ze nog aan het volksdansen onder een afdak. Ik ben dan nog de cinta aan de andere zijde afgereden. Dat is niet ver meer maar misschien was het net teveel want ik kwam oververhit terug bij het hotel. Zelfs op het terras zitten is me nog te veel, ik geniet momenteel van de airco op de kamer. Ik ben dus uitgeteld na 28km aan gemiddeld 9 per uur en nog geen 100m klimmen, dat beloofd! Naar de temperatuur ben ik vergeten te kijken, een sauna met een windje zou ik zeggen.