De warmwaterketel was kapot in de jeugdherberg maar het ontbijt maakt het wel goed. De carrefour gaat pas om 10 uur open, de bakkerij in de buurt is van de jaren stillekes, idem de bakkersvrouw. We scoren een brood en een pot choco. Doornik is wel mooi merken we bij het terugzoeken van de herberg. Eens uit de agglomeratie is de route mooi landelijk. De eerste veldweg is wel niet te doen, de klei plakt aan de wielen. Lilianne haar wielen zijn compleet geblokkeerd. Mijn klikpedalen klikken pas een paar uur later weer. De volgende veldwegen laten we links liggen. we maken wel een mooie omweg naar de steen van Brunehaut, de grootste menhir van Belgie. Net over de grens krijgen we een stukje bos, genieten! Verder kunnen we onze karige lunch aanvullen met ribbetjes en kippenworst aan een kippenkraam. Er zijn picknickbanken en de lunch is vettig en prettig. Bij de basiliek van bon secours kunnen we een koffie krijgen en plassen. De kerk heeft wel iets, zelfs de 'virgin de gouadeloupe'. Het wordt ook heuvelachtiger. Na Quevrain verlaten we de grensroute, we doorstaan nog een brede zandweg, het was dat of kasseien. Het is toch wel de moeite om deze grensstreek eens te verkennen, het is zeker niet alleen tristesse. We logeren hier trowens in een romantische b&b. Er is hier serieus gewerkt, de tuin is ook heel aantrekkelijk. Binnen hebben ze zich duidelijk uitgeleefd om de kamers te decoreren. We kunnen hier toch eten krijgen, dat bespaart ons een extra rit van 14km.