Verhalen (14) : Aan lot overgelaten bij nacht en vriesweer ! -deel 2-
Zonder al te veel problemen kunnen we aan de achterzijde een raam openkrijgen en naar binnen klauteren. We komen in een soort achterkeukentje terecht. Op ons geroep wordt nog steeds geen antwoord gegeven. Het gehuil van de baby komt uit de kamer aan de voorzijde van het huis. Voorzichtig stappen we de kamer binnen, steken het licht aan en zien op een versleten divan een jongetje liggen. Dat moet dan de vijfjarige Johan zijn. De jongen slaapt rustig verder en blijkt geen hinder te ondervinden van het aanhoudend geween van zijn zusje. Het is ijzig koud en vochtig in de kamer. De leuvense stoof is gevuld met kolen, maar is blijkbaar niet op gang geraakt. Het jongetje in de divan wordt uiteindelijk wakker van ons gestommel, gooit zijn deken opzij en blijft ons dan stomverbaasd met grote ogen aankijken. Aan het andere eind van de kamer staat een wiegje en daarin ligt de eenjarige Christine nog steeds hardop te wenen. Het kindje heeft haar dekentje waarschijnlijk met de voetjes weggestampt. Het meisje is blauw van de kou, het aangezichtje 'opgezwollen' door het langdurige wenen. Daar staan wij dan, midden in de nacht, met twee kleine kinderen die daar al uren alleen liggen, aan hun lot overgelaten. Geen moeder ... die zal er dus op uit zijn met haar vriendin, zoals de buren ons al hadden laten verstaan. De vader aan het werk in Walloniƫ. Meer kledingstukken moeten we zien te vinden, want wat het kindje aanheeft, dat kan onmogelijk veel bescherming bieden tegen de koude en de vochtigheid. In een kast vinden we een beetje kledij om het kleintje wat beter te kunnen toedekken. Het kindje stopt even met huilen, denkt waarschijnlijk dat mama haar toedekt. Bij het zien van de twee mannen in uniform begint Christine echter opnieuw luidkeels te schreien. We gaan op zoek naar melk, maar er is zo goed als niets te vinden. We verwensen de moeder. Het is nog maar drie uur, dus zou ze best nog een uur of langer kunnen wegblijven. We komen snel tot het besluit dat we de kinderen niet op deze manier in het huis kunnen laten. We moeten zo snel mogelijk een degelijk onderkomen vinden voor de twee sukkelaartjes en zorgen dat we tijdig terug onze opwachting kunnen maken aan de woning. De opdracht van de magistraat was duidelijk : Wachten op de thuiskomst van de moeder. Terug naar de villa ... gelukkig maar is het oudere echtpaar nog niet gaan slapen - nog niet bekomen van hun emoties - en ik vraag hen of ik dringend de telefoon kan gebruiken om voor vervoer te zorgen en de kinderen een veilig en warm onderdak te bezorgen. Ik bel een taxichauffeur op, een vertrouwensman waarvan we weten dat hij binnen de kortste keren ter plekke kan zijn. Hij had in het verleden trouwens al meerdere keren samen met rijkswachters verwaarloosde kinderen naar een tehuis overgebracht. We beslissen beide kinderen te laten overbrengen naar het klooster-hospitaal ongeveer een tweetal kilometer van de grintweg verwijderd. Nog geen half uur later liggen Johan en Christine in een warm bedje. ...
Onze opdracht zit er bijlange nog niet op. De procureur des Konings heeft ons een duidelijke opdracht gegeven : Het uur van thuiskomst van de moeder moet bepaald worden en ook de toestand waarin de moeder zich bevindt op dat moment. We hadden ook de opdracht gekregen haar 's anderendaags aan een grondig verhoor te onderwerpen, inzonderheid over haar 'tijdverdrijf' tijdens de nachtelijke uren.
We stellen ons verdoken op in de nabijheid van de woning. De kou, die voelen we niet meer. We zijn gerustgesteld omdat de kinderen een onderkomen voor de nacht hebben en het is ons nu te doen de moeder op te wachten die haar kleintjes in dergelijke mensonterende omstandigheden alleen thuis had achtergelaten. ...
Rond tien na vier zien we plots in de verte een auto de grote weg verlaten en de grintweg oprijden. Het blijkt een taxi te zijn die in onze richting komt gereden en stopt een tiental meter voor de woning van het gezin C. Op dat moment komen wij vanachter enkele bomen te voorschijn en stappen op het voertuig af. De taxichauffeur schrikt wel, denkt dat het om een controle gaat en begint dan zijn documenten boven te halen. We noteren wel een aantal gegevens en vragen hem vanwaar hij met de vrouw vertrokken is. "Ik kom van Gent-Zuid", antwoordt de man zonder aarzelen. Wij weten genoeg en zeggen hem dat hij kan beschikken. De jonge moeder is ondertussen al uitgestapt en begeeft zich naar haar woning zonder zich iets van de zogezegde controle aan te trekken. Groot is haar verbazing als wij haar naam roepen. Ze begrijpt er niets van en vraagt botweg waarom de gendarmen haar lastigvallen en haar naam op de koop toe kennen. Ze ziet er afgepeigerd uit. Dronken is ze niet, maar ze ruikt wel naar drank. Voor ze binnen wil gaan stellen we haar de vraag : "Wie is er vannacht bij uw kinderen gebleven?" "Wel, wel, heren", antwoordt ze uitdagend, "die slapen als twee engeltjes en het is warm binnen want de stoof brandt. Mijn kinderen zijn het gewoon eens alleen te zijn." Bij het binnengaan delen we haar mee dat haar kinderen ondergebracht werden in het nabije klooster-hospitaal en dat ze die later op de dag terug kon ophalen. De vrouw begint eerst te roepen en te schelden. Als ze samen met ons kan vaststellen dat de stoof geen warmte had gegeven en dat het bitter koud is in het huis begint ze hysterisch te huilen. We storen ons niet in het minst aan haar huilbui en delen haar laconiek mee dat we om 9 uur terugkomen om meer uitleg te krijgen over haar nachtelijke uitstapjes. "Ge gaat daar toch niets van vertellen tegen mijn man !?", jammert ze dan tussen het huilen door. "Hij komt volgend weekend naar huis." Om haar te kalmeren laten wij haar in de veronderstelling dat haar man niets zou te weten komen. Onmogelijk natuurlijk gezien de ernstige graad van verwaarlozing van twee kinderen, amper vijf en een jaar oud. ... De volgende morgen, enkele uren later dus, begeven we ons in eerste instantie naar het klooster-hospitaal om te informeren naar de gezondheidstoestand van de kinderen. Het jongetje is ondertussen al opgehaald door de moeder. Voor de eenjarige Christine was medische verzorging noodzakelijk. Diezelfde nacht nog werd door de bijgeroepen arts het begin van longontsteking vastgesteld. Het kindje was ook in shocktoestand door het langdurige huilen en van de schrik.
Vooraleer over te gaan tot een grondig verhoor van Ann besluiten we eerst nog eens ons licht op te steken bij enkele buren. Die zouden na deze gebeurtenis misschien wel meer geneigd zijn ons iets meer te vertellen over "de handel en wandel" van moeder Ann.
-Vervolgd-
|