Verhalen (13) : 't Is maar waar je wiegje staat !
-Opgetekend door Gaston Bontinck (halfweg jaren '6O)-
Op de tweede verdieping, kamer 18 van de materniteit in W., ligt de nog piepjonge Vanessa. Enkele dagen geleden is ze bevallen van een jongetje. Ze lijkt zelf nog een kind, en dat is ze in feite ook nog. Ze ziet er heel bleekjes uit en haar aangezicht is fel getrokken. Elke andere moeder zou nu stralen van geluk omwille van het nieuwe leven dat ze op de wereld heeft gezet. Maar voor Vanessa is er weinig reden om gelukkig te zijn bij de geboorte van haar zoontje. Amper 15 jaar oud is ze, niet gehuwd, zelfs niet eens verloofd. * Veertien was ze toen ze verkracht werd. En dat was nog niet eens alles. Hetzelfde jonge moedertje, hetzelfde jonge meisje Vanessa, verbleef hooguit één jaar geleden in dezelfde materniteit. Toen schonk ze het leven aan een dochtertje. Ze was nog geen 14 toen ze voor het eerst verkracht werd. Het ongewone voorval wekte heel wat beroering in de kliniek en uiteraard in de ganse gemeente en omgeving.
Vanessa groeide op in een gezin waar geen enkel normbesef te bespeuren viel , waar van opvoeding van een meisje, dat zich in haar puberteitsjaren bevond, in de verste verte geen sprake was. Aan haar ouders had ze niet de minste steun, integendeel. Haar vader was dagelijks uit werken naar de grote stad om er op allerlei duistere manieren aan de kost te komen. Meestal bleef hij ook in de stad overnachten en kwam hooguit enkele keren per maand over huis. Soms verbleef hij samen met de twee oudere zonen een tijdje voor werk in Wallonië. Haar moeder Daniëlle was een echte heks, een doorslechte vrouw en moeder. Ze liep regelmatig dronken in het huis rond, altijd slordig gekleed. Hygiëne was voor haar blijkbaar een onbekend iets ... ze was met geen tang aan te raken ... hoe ironisch zoiets in dit verhaal ook overkomt. Maar toch zwaaide ze tiranniek de scepter in het gezin. Dat deed ze door ganse dagen te roepen en te tieren tegen iedereen die haar ook maar iets in de weg legde. Niemand uit de gebuurte die het ook maar waagde een voet in de woning te zetten, op gevaar een bloempot of enig ander projectiel naar het hoofd geslingerd te krijgen. Politie, gemeenteambtenaren en schuldeisers waren evenmin veilig voor de scheldtirades en mateloze agressie van de vrouw. Roken en drinken de ganse dag door, vloeken tegen iedereen ... dan pas voelde ze zich in haar element. Opruimen en eten klaarmaken, dat was niet aan haar besteed. Meestal werd iets uit de vuist gegeten en de restjes bleven dagenlang op de tafel liggen. Gans het gezin sliep tesamen in één ruimte. De moeder, twee dochters en twee zonen, die wel iets vaker thuis waren dan hun vader. Het doen en laten van hun moeder, dat was het laatste van hun zorgen. Ook in de slaapkamer hing een vieze geur. Lakens lagen er niet op de bedden, alleen enkele grove dekens. Moeder Daniëlle sliep bij haar minnaar of bij haar oudste zoon bij afwezigheid van de minnaar. Een regelrechte chaos ... en in die chaos groeide de kleine Vanessa op.
Twee jaar eerder :
Vanessa was 13 en haar oudere zus Margriet 15. Vader en zonen waren gedurende een langere periode aan het werk in Wallonië. Moeder Daniëlle, hoe vuil en slordig ze er ook bijliep, had toen al een minnaar. De gehuwde man woonde in dezelfde gemeente. De relatie tussen de moeder en de man werd in het gezin voor niemand geheim gehouden, verre van. De oudste dochter Margriet had eveneens een relatie met een gehuwde man en ook hij kwam geregeld over de vloer. Als de minnaar van de moeder niet kwam, liet die laatste zich overrompelen en gebruiken door het lief van haar dochter, en de 15-jarige Margriet deed net hetzelfde als haar moeder. Bleef haar minnaar te lang weg, dan liet ze zich gebruiken door de minnaar van moeder. De gehuwde mannen beschikten over geld en moeder Daniëlle liet zich door hen 'rijkelijk' betalen. In dat klimaat bracht Vanessa haar jonge leventje door. Wat moest er van haar geworden, leven in dergelijke omstandigheden !? De minnaars kwamen tot driemaal per week aan huis en bleven soms tot in de vroege morgen. Eten, drinken en sex konden de mannen krijgen. Half dronken kropen ze in een bed dat in geen dagen was opgemaakt, in een kamer waar de vunzige geur van het in lang niet gewassen 'beddengoed' bleef hangen. De 13-jarige Vanessa bleef dikwijls tot laat in de avond in het gezelschap, trok naar haar eigen bedje als ze merkte dat haar moeder en zuster meer naakt dan gekleed rondliepen, en veelal beneveld door de drank niet goed meer beseften wat ze deden. Maar als het er op aankwam te betalen voor hun 'verblijf' , 'vertier' en 'vermaak', dan was moeder Daniëlle wel bij de pinken en zonder af te rekenen kwamen de mannen er niet buiten. Kon Vanessa aan dat alles blijven weerstaan, of zou ze zich laten meeslepen door de ophitsende en uitdagende houding van haar moeder, haar zuster en de minnaars ?
Wordt vervolgd. *********************************************
|