Omsk
Van Togenbirger-De Waelekens' Vertelsels (Alle teksten en tekeningen zijn wettelijk beschermd)
Voor meer verhalen: zie het ARCHIEF of de INHOUDSTAFEL. Ofwel klik telkens op de GROENE PIJL die naar LINKS wijst, onderaan de pagina. Copyright: J. Bauwens.
24-10-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De eeuwige wederkomst
Klik op de afbeelding om de link te volgen

De eeuwige wederkomst

In het afgelopen voorjaar maakten wij welgeteld twee hittegolven mee. De zomer was daarna zeer vochtig en niet warmer dan de maand maart. En in de herfst brandde de zon alsof 't nog oogstmaand was. Wat zal de aanstaande winter brengen?

Toen ik me die vraag stelde, had ik een bijzonder voorgevoel zoals alleen bepaalde diersoorten dat hebben. Ik droomde dat ik zwemmen ging in een vijver waarvan eerst de ijskorst moest verbrijzeld worden. Ik droomde ook van koude kegels zo lang als de gestalten van de mensen. En van een noordenwind droomde ik: een strakke en aanhoudende, nijdige wind die snerpend floot en die pijnlijk diep in de lellen van de oren van de kleinste kinderen sneed, die dan luid weenden.

Hout had ik gezaagd en de stukken van de stammetjes die netjes in de kachel pasten had ik opgestapeld tegen de oostelijke gevel van het huis, zodat zij daar de wind die van over Rusland aan komt waaien, verhinderden om rechtstreeks in te beuken op de stenen muur die door de kachel wordt verwarmd omdat zich aan die zijde daar de schouw bevindt. Aan de binnenkant van de vensters, had ik overal een tweede raam getimmerd, geheel beglaasd en keurig dichtgemaakt, omdat de ondervinding leert dat als een storm woedt in het putje van de winter, het glas zo koud kan zijn dat het wel ijswater lijkt in 't rond te spuiten. Het pannendak had ik gerepareerd en ook versterkt met mortel aan de zijkanten boven de muren, omdat ik weet dat als de wind met kracht onder de pannen blaast, hij 't ganse huis zo op kan tillen, het dak verzetten kan en tafels, kasten, stoelen uit de kamers op kan zuigen alsof 't om speelgoedmeubels ging. Een verhaal doet overigens de ronde van onze betovergrootjes die leefden in de andere eeuw: een heuse orkaan werd geboren in een der wintermaanden, hij blies de pannen van het dak, zoog de eeuwenoude inboedel naar buiten en ook het bedje met het allerkleinste dochtertje erin. In luttele seconden gleed het allemaal door een slurf ten hemel en nooit werd er nog iets vernomen van het kind.

Mijn God, zo dacht ik: wat moet er van ons worden als het morgen zo hard waait dat van de versterkte burcht die wij bewonen geen steen meer overeind blijft? En wat kunnen wij meer doen om dat onheil te verhinderen, dan kaarsen branden voor de vele heiligen die in de gedaante van grote gipsen beelden, telkens als een boze wind opsteekt, deze woonst beschutten met hun alles doordringend geneurie en gezang?

Die beelden verbruiken teveel kaarsen, zo plachten onze betovergrootjes het te zeggen in de andere eeuw, en daarmee wordt allerminst de vorige eeuw bedoeld, doch deze die daar nog aan voorafgaat. Hun aantal werd derhalve gehalveerd en die halvering van het aantal beelden kreeg dan achteraf de schuld voor de onherstelbaar grote ramp die ons onmiddellijk daarop zo dodelijk zou treffen. Na de ten hemel opneming van het kind werd het aantal heiligen verdrievoudigd en op de kosten van de kaarsen werd nimmer meer gelet. Zoveel waren het er intussen dat zij welhaast de kachel overbodig maakten als zij brandden.

Een warme gloed ging van de kaarsen uit terwijl zij wegsmolten, zo haastig als de laatste sneeuw doet in een felle lentezon. Het gips ging van die hitte zweten, dikke droppels parelden erop, rolden via de vele nauwe geulen naar beneden op de donkere arduinen vloer alwaar zij warme plassen vormden die gelijk groteske spiegels het aantal van de zingende heiligen andermaal verdubbelden. Zij gonsden zoals bijen gonzen in hun korf - de zingende sinten die ons veilig inkapselden met hun heilige refreinen. De blanke kalk, eens leeg gezweet, werd glazig gelijk parelmoer en kreeg dan allerlei vervlochten kleuren. Soms dreigden de gordijnen vuur te vatten en daarom ook moesten er in de kamers alom koele bekers staan die dagelijks gevuld werden met helder water gewonnen uit het smeltijs van de toppen van de daken.

En ook dit jaar brak andermaal een strenge winter aan, met sneeuw en vorst en hagelbuien. En op een avond, 't was al donker, stak een storm op rond de volle maan die zich haastiger dan ooit in lange wapperende sluiers hulde en dan voorgoed leek te vergaan. Toen de kille wind aan 't gieren ging, ontstaken de gipsen heiligen in gezang en deden wij alle dunne witte wassen kaarsen branden. De kamers werden omgetoverd tot een ware hel, het gips kristalliseerde zienderogen, over het arduin vormde zich een spiegelmeer van warme tranen. En toen gebeurde het nimmermeer verwachte.

De wind blies uit 't noordoosten en hij verenigde in zich de polen en de vlakten van Siberië. Terwijl hij in kracht toenam, werd zijn gefluit zo hel dat hij zich God alleen weet hoe een weg doorheen de dikke muren boorde. Onze neusvleugels deden pijn van die helse vorst en het laatste beetje warmte verliet onze verkilde schedeldaken, onze hersenen verkleumden. De woonst daverde van de kracht die de verplaatsing van de lucht buiten teweeg bracht en de rode pannen op het dak gingen aan 't rammelen. Het ontij floot zo scherp als vers gewette messen en op de achtergrond in verre nachtelijke bossen rolden de gedrochten van de donder: monsters, torenhoog geklommen met al 't gewicht dat reuzen dragen kunnen, om dan gelijk smeedijzeren kettingen neer te kletteren.

Dan, in één enkele ruk, een ademstoot van 't onweer, werden van alle kaarsen de vlammen weggezogen en zaten wij in 't diepste donker. Het dak boven onze hoofden was niet meer en in de hoogte keken wij verdwaasd naar een of ander licht dat gelijk een grote lepel in de wolken roerde. Het gedruis van de orkaan was nu zo hevig dat wij minutenlang niets anders hoorden en het verdoofde onze geesten, samen met de kou, zodat wij nauwelijks zagen hoe uit de verten van de nacht met onpeilbare snelheid een slurf - hoe kan men 't anders noemen? - uit een vergaan verleden alsnog naar hier terugkwam en terugbracht wat hij van ons eens ontvreemdde: de eikenhouten wieg, gevuld met een in warme dekens gewikkeld kind dat feitelijk een zusje van ons overgrootje was.

Toen hieven samen alle gipsen beelden die onze weer warm geworden kamers vulden een refrein aan dat wij reeds als kleuters zingen leerden, en méé zongen we met hen dat schone lied van de eeuwige wederkomst dat onze harten dankbaar maakte voor 't mystieke wonder. Wij deden alle kaarsen weerom branden, het nieuwe dak werd op de muren neergeplant, een felle gloed omgaf de hoge tonen der gezangen, in grote kringen schaarden wij ons om een verre voorzaat die ons lang nog overleven zou. Hoe schoon is toch de winter, zo zongen we in koren, hoe helder is het ijs, hoe oud de kou, o, houten koe, hoe oud de gloed der vlammen!

(J.B., 24 oktober 2011)






22-10-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het hiernamaals
 

Het hiernamaals

Ik geloof dat ik nog een kind was toen ik op een keer vernam van oma die na vele maanden uit haar coma was opgestaan, dat zij alles wat intussen was gebeurd, gehoord had en gezien. Ik geloof dat de dokter had gesproken over haar hersenen die niet meer werkten, maar heel zeker weet ik het ook niet meer. Hoe dan ook stond men op het punt om definitief de stekker uit te trekken toen, zoals zij achteraf vertelde, een grote angst voor 't sterven haar beving, zodat ze erin slaagde om met een korte, heftige beweging onze aandacht te trekken. En dat was het begin van haar genezing, want men probeerde nu allerlei zaken op haar uit en binnen de paar dagen was zij weer de oude.

Wij spraken van een mirakel omdat het niet zo vaak gebeurt dat mensen terugkeren uit de dood, maar ik bleef mij vooral afvragen waarom men daar niet langer bleef bij stilstaan. Mijn grootmoeder was tenslotte volgens wat de dokters allemaal zegden, dood geweest en hoe kon zij ons gezien hebben of gehoord gedurende die vele maanden, als haar hersenen helemaal niet meer werkten? Ik stelde de vraag aan allen van wie ik enig antwoord mocht verwachten, maar blijkbaar zag niemand graten in dit vreemd verhaal en zo bleef ik maar zitten met dan toch wel een mysterie. Tenslotte beantwoordde ik zelf de vraag die ik mij zo dringend meende te moeten blijven stellen: oma's hersenen werkten niet meer en toch kon zij ons zien en horen, heel eenvoudig omdat men voor het doen van waarnemingen en voor het voortbrengen van gedachten helemaal geen hersenen nodig heeft!

Dit antwoord leek mij vanzelfsprekend, geheel logisch en het werd ook door niemand weerlegd. Ik was nog een kind toen ik het voorschotelde aan al diegenen die mij het antwoord schuldig bleven op de vraag hoe de vork daar dan wel aan de steel zat, en daarom ook nam men mij die vraag niet kwalijk én nam men mij nimmer ernstig. Later zult ge er wel over leren, zegde men: de hersenen zijn de zetel der gedachten en zonder zintuigen kan niemand horen of zien! Toen kort daarop mijn grootje sprak over de vele vlinders die te zien zijn in het najaar, wisten wij dat zij niet langer zien kon dat het bla'ren waren en zij werd blind, en ik stelde haar ook daarover vragen. Ik vroeg haar of het nu voor haar eeuwig nacht bleef, en daarop gaf zij een antwoord dat mijn eerdere veronderstellingen alleen maar kracht bijzette: er is geen donkernis, mijn jongen, zo zegde zij: er is een hel blauw licht alom, zoals gij ook kunt zien als ge naar de luchten van augustus kijkt, als er helemaal geen wolken zijn en ook geen lijnen van vliegtuigen, geen vogels en geen kruinen van bomen, alleen een smetteloos hemels blauw. En 't is nu warempel alsof ik voor immer op mijn rug lig in het zomerse hooi, de blik gericht op het Mariablauwe firmament!

Toen ik dit vernam, wist ik: het licht komt niet van buiten maar van binnen, en wat van buiten op ons af komt, remt het licht alleen maar af. En zo gaat het ook met al onze andere zintuiglijke gewaarwordingen en gedachten: ze komen in hun volle glorie uit onszelf en alle dingen die onze zintuigen aandoen, zijn alleen maar remmen. Onze zintuigen en onze hersenen: het zijn allerminst producenten van gedachten en van indrukken; het zijn daarentegen een soort van zeven, filters die niet alles doorlaten en die de volheid van gedachten en van impressies afremmen. En zo ook zou ons ganse lichaam niet vooreerst de zetel van ons leven zijn, maar wel iets dat ons het leven, dat geheel spontaan en gratis door de grote kosmos stroomt, voor het leeuwendeel ontneemt. Wij brengen helemaal niets voort, doch wij houden veeleer allerlei realiteiten tegen; onze ogen doen ons naar specifieke dingen kijken en zo verliezen wij het zicht op het geheel; onze gedachten spinnen ons in een of andere intrige in, zodat wij het heldere, zuivere denken van de gecontempleerde in zijn zaligheid moeten missen. Het iets berooft ons van het niets dat immers het nirwana is.

Toen ik enkele jaren ouder was, kreeg ik van Plato de allegorie te lezen van de grot: wij krijgen via onze zintuigen slechts schaduwen te zien die wij echter voor de werkelijkheid zelve houden; mochten wij ons van die beperkingen ontdoen, dan zouden wij de waarheid zien, maar die is danig anders dat wij uit angst maar snel naar de ons vertrouwde schaduwen zouden teruggrijpen, zo luidt beknopt 't verhaal. En ik bedacht dat het waar moest zijn wat de mystiekers uit de middeleeuwen schreven, toen nog met ganzenveer op perkament: dat men veel meer zien kan met gesloten ogen en dat men helderhorend wordt als men de gehoorgang vult met was. Dat men veel zuiverder kan denken als men de gevoelens bant en ook de gedachten en dat het vasten meer kracht kan geven dan ossenwit of paardenvlees. Maar om de een of andere reden liep het uitgerekend daar ook fout.

Ik geloof dat ik geen dertien jaar was toen ik weigerde om nog vlees te eten: niet uit empathie met de beesten of om een steentje bij te dragen aan het indijken der voedselschaarste, maar enkel en alleen omdat de mystici uit 't Oosten, vlees bedorven voedsel noemden, vulsel dat de geest traag maakt en dat alleen de laagste driften voeden kon. Het duurde dan ook geen jaar voor ik graatmager werd en licht in 't hoofd, want ik was nog in volle groei, zoals men dat zegt, en alras kon ik niet langer op mijn benen staan en zag ik meermaals hoe alles zwart werd voor mijn ogen. Maar dat die mystici ook maar enige schuld kon treffen, ging er bij mij niet in, en toen ik uiteindelijk bedlegerig werd en met een infuus gevoed moest worden, drong het langzaam tot mij door dat het niet waar kon zijn, dat verhaal over het zuivere voedsel.

Een tekort aan vlees betekent tevens een tekort aan bouwstenen voor de hemoglobine, zo legde mij een dokter uit, met engelengeduld gezeten bij mijn sponde die net niet mijn doodsbed werd, en de hemoglobine zorgt voor het transport van zuurstof in het bloed. Wie vlees derft, moet derhalve heel geleidelijk verstikken. Wie te weinig eet, heeft bouwstenen tekort voor het herstel der weefsels. En missen de hersenen suikers, dan gaan de hersencellen onherroepelijk dood. Het resultaat is allerminst een verlichte geest, het is daarentegen achterlijkheid. En gelooft ge dit niet, zo voegde de goede dokter er aan toe, dan zal ik u eens meenemen naar die gestichten waar kinderen worden ondergebracht uit kansarme gezinnen waar niet genoeg te eten was. Zij zijn allerminst verlicht, zij hebben leerstoornissen en gedragsproblemen die nooit meer te verhelpen zijn. Zonde ware het indien gij, die niets tekort hoeft te komen, uit zuivere onwetendheid alsnog zoudt kiezen voor dat wrede lot.

Uiteraard veranderde ik onmiddellijk mijn eetpatroon, en ik herzag ook mijn ideeën over het lichaam en de ziel. Voortaan nam ik aan dat het inderdaad de hersenen zijn die gedachten produceren en dat zonder de zintuiglijke indrukken, wij geen informatie over de buitenwereld kunnen krijgen. Ik aanvaardde nederig dat een mens niets meer is dan een ingewikkelde machine en dat wij ook vervangbaar zijn, exemplaren van een soort waarvan het wezen vastligt in de genen welke in principe eindeloos vermenigvuldigbaar zijn. Ik nam aan dat wat wij bestempelen als onze geest, een kostelijke illusie is, een fantoom, een droom, een waan. En dat al wat leeft, genoeg heeft aan het bevredigen van zijn noden: het laven van de dorst, het stillen van de honger en uiteraard ook het bevredigen van de nieuwsgierigheid, de informatiedorst. Ik geloofde voortaan dat de mens een soort was zoals elke andere, voortgekomen uit de aapachtigen, die op hun beurt afstammen van uiteindelijk eencelligen en die volstrekt ongestuurd dan door het toeval ontwikkeld zijn tot die nooit gedroomde gamma aan monstertjes die samen het planten- en het dierenrijk vormen. Op een dag zullen de soorten die elkander fokken, elkaar volledig vernietigd hebben, ofwel zal een of andere ramp een einde maken aan het leven op de aarde, zonder dat dit nog in ook maar één geheugen herinnerd zal worden.

Ik werd atheïst, materialist, bewonderaar van de wetenschap, en ik studeerde geneeskunde vanuit de nu gerijpte overtuiging dat het verminderen of het wegnemen van leed de allergrootste kunst of kunde was die een mens zich ooit kon eigen maken. Mijn grootmoeder stierf, haar hersenen stierven samen met de rest van haar oude en versleten lichaam en er bleef geen geest van haar hier hangen dan een beeltenis in mijn geheugen die mettertijd ook onherroepelijk vervaagde. Ik trouwde met Adinda, een beeldschone vrouw, en zij schonk mij tien kinderen. De jaren gleden weg alsof het slechts seconden waren, Adinda werd grijs en zij vertelde me dat ik mijn rug begon te krommen en niet veel later zaten wij samen op een serviceflat met uitzicht op de Schelde in het dorp waar ik ooit huisarts was. Adinda stierf, van haar bleef helemaal geen geest of ziel in leven en nog diezelfde maand stierf ook ikzelf.

Het was avond toen ik stierf, schielijk zoals men dat zegt, het was nog niet helemaal donker in de kamer waar ik dood zat in een zetel, naast het tafeltje waarop in een plastic lijstje het portret stond van mijn vrouw. Aanvankelijk besefte ik het niet, ik dacht dat ik nog leefde, maar er was geen hartslag meer, elk geruis dat men onbewust kan waarnemen in de eigen oren, had opgehouden en ook het ritme van de ademhaling leek gewis voorgoed geweken uit mijn lijf. Het deed wat vreemd aan daar ik dit nooit voordien ervaren had en ik ook nooit had kunnen denken dat het op een dag gedaan kon zijn, want over datgene wat op elk ogenblik opnieuw gebeurt, denkt men dat het ook elk ogenblik opnieuw gebeuren zal. Het moment dat de levensfuncties uitvallen, heeft men altijd enigszins gevreesd maar nooit geloofde men dat het er ook echt komen zou, men hoopte tegen alle logica in dat het nog zo ver weg was dat het wel nooit dichtbij kón komen, laat staan dat het voorbij zou zijn. En uitgerekend dát was nu kennelijk het geval: het uur van mijn dood was niet langer iets dat ik moest vrezen omdat het al voorbij was, mijn sterven had zich voltrokken zonder dat ik er erg in had en ik moest ze nu beamen, die woorden uit de bijbel die ons vertellen dat de dood komt als een dief des nachts.

Het is makkelijk, zo bedacht ik ineens, dat ik niet meer hoef te ademen, ik voel geen enkele nood meer aan lucht, ik heb geen dorst meer en ook geen drang om iets te eten, mijn lichaam is in rust, elke beweging, elke spanning is eruit geweken en toch voel ik me niet gevangen in mijn stoel. En toen begon het tot me door te dringen: mijn hersenen zijn dood, zij krijgen nu geen zuurstof meer en ook geen suikers, zij kunnen geen gedachten meer voortbrengen en ook mijn zintuigen werken niet langer. Toch kan ik alles zien en horen wat rondom mij gebeurt. Het tikken van de klok, het voorbijschuiven van een vrachtschip op de grote stroom, het wegzinken van de rode zon achter de wolken en de geluiden in de gang van naderende stappen.

Toen mijn kinderen arriveerden, was de rigor mortis al ingetreden. Geen van hen raakte mij nog aan, hoewel ik hun aanrakingen net zo goed had kunnen voelen als ik hen nu zag en hoorde dat ze helemaal niets zegden. Ze hadden kunnen spreken tot mij en misschien voelden zij daar ook een ogenblik de sterke behoefte toe, ik zou het trouwens allemaal gehoord hebben en verstaan en in gedachten zou ik hen wel een antwoord hebben gegeven. Maar dat antwoord zouden ze niet horen kunnen, want al wie oren heeft, beschouwt de woorden die niet langs zijn oren tot hem kwamen als ongesproken en zodoende ook als onbestaande. Mijn kinderen leken daarom zoals schimmen in de avond, met terneergeslagen ogen passeerden ze langs het rolbed waar men mij had opgelegd en dan gingen zij weer weg, er klaarblijkelijk rotsvast van overtuigd dat ik er niet langer was. En uitgerekend dat had ik hen ook geleerd: dat een stoffelijk overschot niets menselijks meer bevat en dat de dood het einde is, heel simpel. En nu wist ik, te laat helaas, dat het tegendeel waar was, ik kon het hen immers niet meer zeggen.

Ik probeerde wel nog om te roepen, maar mijn mond was stijf en koud, al slaagde ik erin om de afstand tussen mijn boven- en mijn ondertanden met een paar millimeters te vergroten. Een geluid uitbrengen kon ik helaas niet meer, al zag ik doorheen mijn wimpers dat toen ik daar aan dacht, mijn borst een weinig golfde. Ik herinnerde me wat ooit mijn grootmoeder had verteld over de tijd toen zij in coma lag en door een grote wilsinspanning erin geslaagd was om een plotse heftige beweging te maken en zo de aandacht van de omstaanders te trekken, met succes. En ik deed het haar na! Ik slaagde erin om met de grootste krachtinspanning een kleine zenuwschok doorheen mijn rechterhand te jagen, wat in een beweging resulteerde die op zich vrijwel onzichtbaar was doch die volstond om mijn hele arm naar beneden te laten glijden zodat die, weliswaar al stijf, terzijde langs het bed ging hangen en daar gelijk de slinger van een koekoeksklok heen en weer ging bengelen. Edoch, het kwam blijkbaar niet bij de omstaanders op dat ik het was die dit gebaar van leven vanuit de dood veroorzaakt had als een beleefd doch hoogst dringend verzoek om tenminste één poging tot reanimatie te ondernemen. Een van mijn schoondochters greep de arm - ik kon haar handen duidelijk voelen - en legde hem terug op 't bed zoals men ook een kussen teruglegt dat uit een zetel gleed. Toen zij dat deed, wrong ik wat tegen, en dat deed ik met de allerlaatste kracht die ik in mij had, maar ook dat leek zij noch iemand van de anderen op te merken, ze zullen zeker hebben gedacht dat het gewoon de intredende stijfheid was die tegenwrong.

Waar is nu Adinda? zo dacht ik ineens, mij voor het eerst realiserend dat ook zij moest zijn waar ik nu was, en ik keek aandachtig rond, probeerde ook haar naam te roepen maar andermaal gaf mijn lichaam helemaal geen gehoor meer aan mijn wil. Ik keek aandachtig in de kleine kamer rond, de zon was nog steeds niet ondergegaan, het vrachtschip op de Schelde bevond zich nog op exact dezelfde plaats, en ik realiseerde mij ineens dat ik nog in mijn zetel zat, het portret van mijn dode vrouw op het nabije tafeltje, en dat de komst van mijn kinderen in deze kamer slechts een verwachting was die nog helemaal niet was ingelost. Want toen ik opkeek naar de wandklok en aandachtig luisterde, merkte ik dat het steeds weer dezelfde tik was die zich daar herhaalde, de secondewijzer schoot welgeteld één enkel streepje vooruit om onmiddellijk daarop naar de voorgaande seconde terug te springen, en op die wijze stond de tijd nu stil, of net nog niet helemaal stil, zodat men niet zeggen kon dat het bestaan van een dode zich buiten de tijd afspeelt terwijl het ook niet waar was dat hij verder leefde. En hoezeer ik ook geduld oefende en wachtte: de tijd ging nu niet meer vooruit. En ik bedacht dat ik in een andere seconde gevangen zat dan mijn vrouw, die weken eerder was gestorven. Ik bedacht dat geen van de miljarden wezens die ooit op aarde hebben geleefd, exact gelijktijdig met een ander sterven kon en dat er derhalve een ontelbaar aantal hiernamaalsen waren, eentje voor ieder wezen dat geleefd had en gestorven was en elk van ons was in zijn eigen hemel of hel, moederziel alleen.

(J.B., 22 oktober 2011)


21-10-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over het ware lot van de mens - Een interview met Omsk Van Togenbirger-De Waelekens

Over het ware lot van de mens - Een interview met Omsk Van Togenbirger-De Waelekens

1.

- Omsk Van Togenbirger, wij lazen daar zopas een wel bijzonder pessimistisch stukje over 's mensen wrede lot dat niet moet onderdoen voor dat der dieren, een stukje dat ons onze laatste moed ontnemen zou... hadden wij tenminste niet geleerd om alles met een flinke korrel zout te nemen... (1)

O.V.T.: - Een flinke korrel zout, jaja, een korrel zóut!

- U bent het daar dus niet mee eens?

O.V.T.: - Met wat door sommigen gezegd wordt over ons lot? En wat zeggen zij dan wel?

- Wel, zij zeggen dat het leven ons recht naar het graf leidt en dat daar onze enige toekomst ligt, daar in dat donkere koude gat!

O.V.T.: - Men kan natuurlijk ook verbrand worden of opgegeten worden en verteerd, door een wild dier bijvoorbeeld, of ook nog: door een kannibaal. Maar dat is nu eenmaal de kringloop van het vlees, als ik het zo mag noemen; daar is uiteraard niks wreeds aan!

- Is er niks wreeds aan kannibalisme?

O.V.T.: - Alle dieren en planten nemen andere dieren en planten tot dagelijks voedsel want anders gaan zij dood en dan is de aarde morgen helemaal onbewoond. Maar als een exemplaar van de mensensoort wordt opgegeten: o wee! Kijk maar eens naar wat er gebeurt als een mens wordt opgegeten door een beer, en dan nog een exemplaar dat hij op het punt stond om af te schieten. Nota bene: niet een beer die een mens ging aanvallen ergens in een zoo, welneen: een beer in zijn eigen territorium in het poolijs!

- En is dat dan niet wreed?

O.V.T.: - De natuur kent geen recht, geen wreedheid en geen goedheid: wat natuurlijkerwijze gebeurt, geschiedt uit noodzaak en zoals het in de aard der dingen ligt. Doet de maan er goed aan dat zij rond de aarde draait? Zij kan het gewoon niet helpen, zij is aan krachten onderhevig, krachten die resulteren in een beweging die wij wel de hare noemen maar die zij in geen geval veroorzaakt. De maan is overigens geen aparte entiteit, zij maakt deel uit van het geheel der dingen, en dat maakt op zijn beurt deel uit van het geheel zonder meer, waartoe niet alleen de dingen behoren maar ook hun afspiegelingen in ons bewustzijn.

- Ons lot is dus niet wreed?

O.V.T.: - Ons lot is ons lot. Wreedheid is geen eigenschap van gebeurtenissen, wreedheid kan alleen een eigenschap zijn van personen, meer bepaald waar dezen specifieke daden stellen. Gebeurtenissen zijn geen daden. Men zegt toch ook niet dat bepaalde kleuren luid zijn of dat geluiden geel zijn of moedig? Zo snijdt het evenmin hout om te spreken over wreedheid betreffende het lot.

- Maar vindt u het dan niet jammer dat ons leven onherroepelijk uitmondt in de dood?

O.V.T.: - Het woordje 'jammer' is een samentrekking van 'ja' en 'maar', en dat zijn ad-hoc-redeneringen, ik hou daar niet zo van, zij doen mij altijd denken aan verwende kinderen die koste wat het kost hun zinnetje doordrijven. Geef hen iets, en ze willen meer. Op den duur zijn ze er zozeer aan gewoon geworden om te krijgen, dat ze gaan geloven dat ze recht hebben op cadeaus en dan beginnen ze godbetert ook nog eisen te stellen! Ze hebben nooit genoeg! Geef hen een snoepje en ze willen meer en ze willen ook blijven snoepen tot ze er ziek van worden en niet meer kunnen. Honger die met een portie voedsel bevredigd wil worden, kennen zij niet meer; wat zij hebben is een zucht, en zuchten zijn geheel onbevredigbaar, ze leiden ons naar de ondergang en de vernietiging! En hoe ontstaat een zucht? Vanuit de idee van de oneindigheid! De idee dat er altijd meer en beter mogelijk is en dat iets nooit zal op raken. En dat is dan weer een idee die groeit op de bodem van het egoïsme. Welnu: het ego is een illusie, net zoals de oneindigheidsidee en net zoals die zuchten, die verslavingen. Het zijn allemaal tekenen van ziekte als ge 't mij vraagt. De mens is een ziek dier, hij gelooft dat hij een engel is... wat zeg ik? Een god!

- Maar hij is van stof en as?

O.V.T.: - Precies!

- En is dat dan niet jammer?

O.V.T.: - Maar nu draait gij in een kringetje, mijn beste: op die vraag heb ik zopas nog een antwoord gegeven.

- Inderdaad, verontschuldig me, het is wellicht de wet der gewoonte. Maar toch blijf ik het jammer vinden.

O.V.T.: - De wet der gewoonte, zoals ge zegt.

- Er is dus geen eeuwigheid mogelijk? Een eeuwig leven, een einde der tijden, een hemel en een hel?

O.V.T.: - Dat heb ik niet gezegd! Verdraai mijn woorden niet! Ik had het heel duidelijk over de kringloop van het vlees, geloof ik!

- Wij zijn dus meer dan vlees?

O.V.T.: - Maar uiteraard! Dat is toch evident! Zijn de woorden die gij spreekt van vlees?

- Welneen, natuurlijk niet, maar zij komen wel uit een mond van vlees.

O.V.T.: - Kijk, dat is nu een voorbeeld van de oppervlakkigheid die alles naar de haaien helpt! Het zijn níet de woorden die ontspringen uit een mond van vlees, het zijn de klanken die gevormd worden door stembanden van vlees, de klanken, de geluiden! Ook dieren maken geluiden, ook de wind maakt geluiden! Woorden zijn veel meer toch dan geluiden?

- Maar geen woorden zonder geluiden, geen geluiden zonder vlees?

O.V.T.: - Dat ontken ik niet! Maar dat betekent toch zeker niet dat de woorden voortkomen uit de geluiden?

- Maar het omgekeerde is evenmin het geval?

O.V.T.: - De geluiden worden voortgebracht ten behoeve ván de woorden, maar ze hebben elk een eigen oorsprong: de stof komt voort uit de stof en zij kan ook niets anders voortbrengen dan stof, en de geest komt voort uit geest!

2.

O.v.T: - Het is overigens ook een misvatting van jewelste dat de bouwstenen het gebouw veroorzaken, dat de atomen waaruit een molecule bestaat, verantwoordelijk zijn voor de molecule of dat de maatschappij gevormd wordt door de burgers.

- Is dat dan niet zo?

O.v.T: - Er moet eerst een maatschappij zijn, nietwaar, en pas dan kunt ge spreken van burgers. De maatschappij maakt de burgers. En op haar beurt wordt de maatschappij gemaakt door afspraken onder mensen, door wetten die van kracht worden: die wetten stichten zowel de maatschappij als het burgerschap. En een gebouw bestaat wel uit bouwstenen en uit niets anders dan bouwstenen, maar het zijn niet die stenen die er voor zorgen dat het gebouw is wat het is: het is de architect die dat doet. Spreekt men over atomen als de bouwstenen van moleculen, dan kan men ook hier zeggen dat het zeker niet de atomen zijn die de moleculen hebben gemaakt, ook al bestaan moleculen uit niets anders dan atomen. Hoe zouden atomen ook verantwoordelijk kúnnen zijn voor die grotere moleculen die hen hoe dan ook flink overtreffen, zowel in grootte als in eigenschappen als in complexiteit? De atomen kunnen het niet helpen dat zij onderdelen van een molecule zijn, net zomin als de stenen het helpen kunnen dat zij bouwstenen vormen van een of andere building. De building op zijn beurt kan het toch ook niet helpen dat hij het handelscentrum is, of de moskee, of het stadhuis? En toch is het stadhuis dat welbepaalde gebouw, ziet u?

- De geest, bedoelt u?

O.v.T: - Maar met de dingen die van geest zijn, bestaan er exact dezelfde problemen! Een zin bestaat uit woorden, nietwaar? Maar zijn het de woorden die de zin vormen? Uiteraard niet! De woorden worden in dienst gesteld van wat de zin uiteindelijk betekent, maar dat is dan ook alles wat zij doen! Hoe zouden zij ook iets kúnnen maken dat henzelf qua betekenis verre overtreft? Zinnen kunnen woorden maken, dat is waar, maar woorden maken in geen geval zinnen.

- Ik begrijp het niet helemaal, vrees ik.

O.v.T: - Stel nu dat het woord stoel nog niet bestaat. Dan zal de zin die zegt: "een stoel is een ding dat bedoeld is om op te gaan zitten", het woord 'stoel' definiëren, of dus maken. Het omgekeerde kan vanzelfsprekend niet, tenzij in het triviale geval waarbij een woord al een zin is, zoals in het bevel: "Loop!"

- De stof komt voort uit stof, de geest uit geest, zo zegt u?

O.v.T: - Uiteraard. Maar het is nog niet zo simpel, hoor. Het stadhuis is een idee, het gebouw is dat uiteraard ook, maar datgene wat we ermee bedoelen is van steen. En ook 'steen' is een begrip, terwijl wat we ermee bedoelen van stof is.

- Maar ook stof is een begrip?

O.v.T: - Zeer juist gezien!

- Maar datgene wat we met 'stof' bedoelen, is van stof?

O.v.T: - En daar raken we inderdaad aan een heel bijzonder punt, want u ziet het zelf al wel: het wezen van de dingen, of ze nu van stof zijn of van geest, is nooit ofte nimmer stoffelijk!

- Neen dan?

O.v.T: - Welneen! Want als iemand u vraagt om een ding te definiëren, dan vraagt hij naar de functie van dat ding, en dat is datgene wat ge met dat ding kunt doen, datgene waartoe het kan dienen, voor u of voor een ander. En een functie is een volstrekt geestelijke zaak, het is de betekenis van een ding, zijn zin.

- Een stoel is een ding om op te zitten, een huis is een ding om in te wonen, een appel is een ding om op te eten...

O.v.T: - Maar gij zijt een bijzonder goed verstaander! De dingen vallen samen met hun betekenis, en ga het maar na: het doet er niet toe uit welke stof ze bestaan, de stof waaruit ze bestaan is vervangbaar door een andere, en zo ook zijn zijzelf als stoffelijk exemplaar geheel vervangbaar. En kunt ge dan niet gerust zeggen dat stoffelijke dingen illusies zijn? Want in feite zijn ze allemaal wezenlijk betekenissen, ze vallen samen met hun zin.

- Nu gij het zegt, warempel, ja...

O.v.T: - Aan hen die u komen vertellen dat er slechts stof bestaat en dat alles verder zinloos is, kunt ge voortaan uitleggen dat het tegendeel het geval is. Ja, exact het tegendeel. Want alle dingen zijn in wezen hun zin en dat wil zeggen: hadden zij geen zin, dan konden zij ook niet bestaan!

- Heb je van je leven!

(J.B., 20 oktober 2011)

Noot: (1) Zie: Het wezen van de vrolijkheid  


19-10-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het wezen van de vrolijkheid

Het wezen van de vrolijkheid

Is het niet zo dat het ons van kindsbeen af wordt aangeleerd om altijd maar te glimlachen, belangstelling te tonen voor alles en nog wat, ons nimmer pessimistisch uit te laten en nooit op te houden met het smeden van plannen voor later? Wij worden geboren, geheel wars van ook maar iemands vrije wil, het bloed en de pijn verdwijnen alras onder blinkende suikerbollen in witte kant en het gewassen kind krijgt een klinkende naam. Hoe schoon dat gezichtje in de reine lakens, de toekomst lonkt, het verleden wordt vergeten, alle inspanningen die nu zullen worden gevergd om het nieuwe wezen groot te brengen, worden verontschuldigd door de ronkende beloften.

Maar als de kleine opgroeit, herinnert men zich alras de simpele doch bijzonder logische spreuk: "kleine kinderen, kleine zorgen; grote kinderen, grote zorgen" en die neemt men er dan maar bij, nu men immers al zo ver gevorderd is. Edoch, niet zoveel later is de volgroeide al over zijn toppunt heen en na de opgang gaat het uiteraard bergafwaarts: alles wat heeft moeten groeien, rijpen of ontwikkelen, krimpt nu weer, of wordt warempel rot, of geraakt verstrikt in veel te lastige parketten.

Bergaf gaat het dus en dat uitgerekend in een steeds sneller tempo, want eenmaal de wagen aan het rollen is, is er geen houden meer aan, en dat blijft duren tot recht in het graf, want dat, zo zeggen de stoute tongen, dát is onze werkelijke toekomst en geen andere. En vergeet nu alle beloftevolle sprookjes: zij waren de producten van moeder natuur die bijzonder egoïstisch is en die zich slechts bekommert om haar eigen telgen; de toekomstsprookjes dienden alleen om de noeste arbeid in gang te trekken, zoals ook sinds mensenheugenis de liederen dat doen: hun ritme maakt dat wij in de tred blijven en niet talmen, dat wij hun cadans helemaal tot de onze maken en zodoende voortdoen en niet ophouden voor al onze krachten zijn uitgeput.

Zoet bedrog dat nadien smaakt zoals zand in de mond, zo schrijft een of andere profeet, maar de mens heeft geen klagen want met de dieren is het warempel nog erger gesteld. De koeien geven melk tot zij helemaal leeggemolken zijn, de paarden trekken karren tot ze niet meer kunnen, de varkens vreten zich vet op hun plekje van geen halve vierkante meter. En als de koeien geen melk meer geven, de paarden oud en versleten zijn en de varkens dikgegeten, dan hopen ongetwijfeld ook zij op die ultieme beloning die ze zijn gaan vermoeden door de schouderklopjes die ze kregen, nu en dan, van vriendelijke boeren en boerinnen. Helaas, driewerf helaas: als beloning worden ze geslacht en door hun verzorgers opgegeten, en is dat geen nog veel ondenkbaarder lot dan het onze?

Ja, op den duur zou men zelfs moeten geloven dat men het beter echt ernstig neemt met de spreuk dat de mens een wolf is voor zijn medemens, want is het alles welbeschouwd niet al te optimistisch om niet eens te vrezen dat wij misschien wel eenzelfde lot delen als onze beesten? En wie nog twijfelt, moet maar eens goed de maatschappij beschouwen met de vele klassen of zijn het kasten? Hebben schoothonden en raspaarden het dan niet beter dan het door vooraanstaande professoren genaamde 'overschot' aan mensen die langs de grootsteden in barakken 'gisten', want leven kan men dat dikwijls nog bezwaarlijk noemen. Wordt het werkvolk dan niet eerst voor de zwaarste karren gespannen om levenslang andermans lasten te trekken, ternauwernood overlevend en al vroeg uitkijkend naar het beloofde pensioen, dat echter door een onbegrijpelijke storing in die grote en complexe wereld van de banken eensklaps in de mist gaat?

Dan zijn er nog diegenen die niet werken omdat zij een been missen of een arm of nog iets anders, of gewoon omdat zij niet sterk genoeg meer zijn en niet langer stressbestendig. Op een dag doen ze wat de affiches en de reklamespots op televisie van hen vragen en gaan ze op controle bij een arts die dan, ofschoon zij zich altijd perfect gezond hebben gevoeld, het ineens heeft over een of andere kwade kanker die dringend moet behandeld worden want anders gaan zij heel rap dood. En worden zij behandeld, ja! Met allerlei vergiften en met radio-actieve stralen die maken dat ze al vanaf de eerste dag der therapie veroordeeld zijn tot een volstrekt gehorizontaliseerde rest van hun bestaan, want hoop is er niet meer met kwade kankers, al mogen zij ook dan niet onbehandeld blijven. En wie zegt dat de wolf die de mens is voor zijn medemens, hem niet gewoon om zeep behandelt met eerst die kankersmoes waar hij wordt ingelokt met televisiepropaganda? Is er immers geen sprake van overbevolking en verspreken populaire professoren zich dan niet als zij het hebben over gedwongen sterilisatie voor de armlastigen, abortus voor de nuttelozen en het 'recht' op euthanasie voor wie de zware karren niet langer trekken kunnen?

Ja, vlucht maar weg; ga in een bos wonen, ver vandaan van de beschaafde wereld, dan komen ze u halen en dan steken ze u voor altijd vast. Dan wordt gij volgepropt met pillen die u leiden naar een slaap die altijd dieper wordt en waar gij op den duur ook zult naar verlangen, elke dag wat meer, totdat ge daar belanden zult alwaar gij ook belanden moet. Geen sterveling immers heeft zijn naam gestolen. O, wrede lot.

Voor het vervolg van dit verhaal, klik hier! 

(J.B., 19 oktober 2011)


18-10-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dante's afdaling ter helle (3)
Dante's afdaling ter helle (3)




Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dante's afdaling ter helle (2)
Dante's afdaling ter helle (2)


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dante's afdaling ter helle (1)
Dante's afdaling ter helle (1)


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De tijd
De tijd




Omsk
Archief
  • Alle berichten

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    LITERATUUR - PAS VERSCHENEN:
    Foto

    Koningin Elisabethwedstrijd
     2013
    voor Piano:
    http://www.cmireb.be/nl/ 


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    De ballade Erlkönig 1815,  Franz Schubert (1797-1828)
    http://www.digischool.nl/ckv2/romantiek/romantiek/muziek/ballade_erlkonig.htm 


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Klassieke muziek:  http://www.bloggen.be/musica/ 
    Foto

    Der Wegweiser

    "Der Wegweiser" ("De Wegwijzer") is een gedicht uit de gedichtencyclus "Die Winterreise" ("De winterreis") van Wilhelm Müller.

    Het gedicht gaat over een wandelaar die de wegen vermijdt waar de andere mensen lopen; hij verkiest de verborgen stegen tussen ondergeneeuwde rotsklippen, alsof hij iets vreselijks heeft begaan en hij mensen moet gaan schuwen. Een verscheurend verlangen drijft hem de woestenij in. Wijzers op de straten wijzen, ze wijzen in de richting van de steden, en hij wandelt en wandelt, opgejaagd op zoek... naar rust. En ineens staat daar een wijzer, pal voor hem, en die wijzer gebiedt hem een straat in te gaan; een straat waaruit niemand ooit terugkeerde.

    Na de tekst hier onder volgt een link naar een video met een beroemde uitvoering, door Dietrich Fischer-Dieskau en Alfred Brendel, van het door Schubert op toon gezette gedicht uit de liederencyclus Die Winterreise.

     

    Der Wegweiser


    (Wilhelm Müller)


    Was vermeid' ich denn die Wege,

    Wo die ander'n Wand'rer gehn,

    Suche mir versteckte Stege

    Durch verschneite Felsenhöh'n?


    Habe ja doch nichts begangen,

    Daß ich Menschen sollte scheu'n, -

    Welch ein törichtes Verlangen

    Treibt mich in die Wüstenei'n?


    Weiser stehen auf den Strassen,

    Weisen auf die Städte zu,

    Und ich wand're sonder Maßen

    Ohne Ruh' und suche Ruh'.


    Einen Weiser seh' ich stehen

    Unverrückt vor meinem Blick;

    Eine Straße muß ich gehen,

    Die noch keiner ging zurück.

    MUZIEK: http://www.youtube.com/watch?v=xjuMgK9SimI&feature=related


    Foto

    Alles ontstaat tussen 'droom' en 'werkelijkheid' -

    Over het jongste boek van Ludo Noens

    De klacht is terecht: in zogenaamde boekenzaken is nog weinig meer te vinden dan fotoalbums omtrent koken, reisgidsen en opgeklopte, tot de prijzenpot veroordeelde, doch volstrekt onleesbare romans van schrijvers die leven van hun naam, welke nu eenmaal niet mag ontbreken op het salontafeltje van de 'interloktueel'. Ook de obligate tijdschriften bieden naast reklame nog slechts lang achterhaalde, in columns gegoten meninkjes van TV-vedetten met weliswaar lange tongen doch lege hoofden. Wie zich vandaag beperkt tot de magazijnen waar de massa koopt, koopt pulp: Cultuur speelt zich in deze tijd weer exclusief af in de marge: echte gedichten schuwen glad papier en over de nu vernieuwende boeken hoor je pas binnen tien jaar op canvas praten - àls die al ooit in het commerciële circuit terechtkomen. Wie artistiek bij wil zijn, dient zich uit te rusten met speciale antennetjes, en die verwijzen naar heel andere publicaties: geen fotobrochures over koken of over citytrips, maar nog echt spannende romans met gevleugelde fantasie, fictie die de 'werkelijkheid' inhaalt, en inspirerende inhoud waar over na te denken valt en ook vruchtbaar over te converseren.

    "Bannelingen uit Droomtijd" (*) is zo'n roman - geheel in de marge, waar de cultuur van deze nieuwe tijd gedijt - al noemt hij zichzelf heel bescheiden 'novelle'. Het volume telt weliswaar geen duizend pagina's maar de inhoud heeft tentakels die zowat alles updaten en onderling relateren wat met de themata van Ludo Noens zijn jongste boek te maken heeft, want deze auteur is bekend om zijn historische nauwgezetheid en om zijn vermogen een veelheid van creatieve verbanden naar de oppervlakte te brengen.

    Het tijdskader van de 'vertelling' in "Bannelingen uit Droomtijd" (*) is het controversiële tijdsgewricht van de "flower-power" dat intussen alleen de gepensioneerden onder ons nog hebben meegemaakt: de tijd van de drugsexperimenten die naar werelden leken te leiden die verwant bleken met die van de oudste culturen waaruit onze grote religies en levensbeschouwingen ontsprongen. "Hier ging het niet meer om de zoveelste sociale of politieke omwenteling, maar om een ontologische verschuiving". (p. 79) Meer bepaald filosoferen de personages op verhalende wijze over die heel bijzondere bewustzijnstoestand die het grensgebied bestrijkt tussen de droom en de waaktoestand in: de lucide droom, in de voorgaande eeuw reeds verkend door de Nederlandse psychiater en schrijver, Frederik Van Eeden, die in deze droomvorm naar zijn eigen zeggen met zijn overleden zoon heeft gepraat. Hoe dat mogelijk is, verklaart Noens evenwel niet op een positief wetenschappelijke manier; hij toont wél dat er andere, evenwaardige verklaringsmethoden zijn én hij laat ook zien dàt zoiets mogelijk is.

    De "sixties" verwijzen naar de tijd der Oepanisjaden én naar de religieuze bronnen van de Aboriginals: "De Aboriginals, de oorspronkelijke bewoners van Australië, noemen het alchéringa of Droomtijd (...)", waarin het concrete, het aardse, uit de droom, uit de hemel, werd geschapen, "(...) Maar een onomkeerbare catastrofe zorgde er op een dag voor dat de verbinding tussen hemel en aarde definitief werd verbroken". (p. 81) Noens' novelle werpt ook licht op wat in de parapsychologie de "materialisaties" heten, de "Toelpa's" of de "succubussen", en het doet allemaal denken aan de "kat van Schrödinger"; het onderbepaalde dat pas middels de bewuste toeschouwer zijn definitieve vorm krijgt omdat alles intersubjectief zou zijn. Bovendien bevat het werk een genuanceerd maatschappijkritisch luik dat weerstand biedt aan geschiedenisverdraaiingen die de wondere tijd van de sixties willen banaliseren omdat hij alles behalve past in de onverbiddelijke Westerse economie en in onze Big Brother-wereld: "Onze wetten, economische structuren, wereldbeschouwelijke en religieuze instituten, sociale gebruiken en gedragspatronen zijn historisch geëvolueerd, en dit wordt allemaal verkeerdelijk vereenzelvigd met het leven op zich" (pp. 54-55).

    "Bannelingen uit Droomtijd" (*) zal binnen twintig jaar een best-seller zijn. Het boek werd vandaag gratis verspreid onder de abonnees van Portulaan - een cultureel tijdschrift dat zijn naam niet gestolen heeft en dat vandaag zijn vijfentwintigste jaargang ingaat!

    (*) Zie: http://www.bloggen.be/ludonoens/  

    (Jan Bauwens, 1 januari 2009)



    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Inhoud blog
  • PAS VERSCHENEN * VAN LIBRICIDE NAAR GENOCIDE
  • PAS VERSCHENEN * VAN LIBRICIDE NAAR GENOCIDE
  • Het eindstation
  • a
  • Isaac
  • Meilied
  • Nosferatu (video)
  • Wij waren (video)
  • Johann Pachelbel, Canon (synthesiserversie)
  • Zo is de dood
  • Hoe gezond is sport? Een interview met Omsk van Togenbirger
  • Het recht van de sterkste
  • 12.12.12.
  • Over het gebruik van de patiënt in de eenentwintigste eeuw. Een interview met Omsk Van Togenbirger-De Waelekens
  • De dienaar van
  • actueel: het orgaan
  • Juniregen
  • U moet er af!
  • Koningin Elisabethwedstrijd voor Viool 2012
  • De geest in de fles
  • Inzicht
  • Het magazijn
  • Erosie
  • Kort
  • De eeuwige wederkomst
  • Het hiernamaals
  • Over het ware lot van de mens - Een interview met Omsk Van Togenbirger-De Waelekens
  • Het wezen van de vrolijkheid
  • Dante's afdaling ter helle (3)
  • Dante's afdaling ter helle (2)
  • Dante's afdaling ter helle (1)
  • De tijd
  • De ets
  • Het cultuurbegrip van Stephanos
  • Opstanding
  • Rijk en dom
  • Over de verschillende graden van dood zijn
  • Koude oorlog
  • Het Bureau Voor Onoplosbare Zaken
  • In de kelder
  • Mijn oude grootmoeder
  • De laatsten zullen de laatsten zijn
  • Leugens
  • Enkelvoud
  • Zonde
  • Adieu, groots firmament vol fonkelende sterren!
  • Christus en de kardinalen
  • Het labyrint
  • Het geloof en de werken
  • Sparen en plunderen
  • Zijn wij dan niet de echo onzer verzinsels?
  • Gesprek in de winter
  • Inspiratie
  • Tourette
  • Kwalen zijn geen kwalen. Een stukje voor de eerste winterdag.
  • Koude winters...
  • De toren
  • De fles
  • Kwakzalvers
  • Fijn wit zand
  • De wolk
  • Water & Over de klimaatsverandering
  • Spoken
  • De nieuwe god
  • De witte krokodil
  • Geloof (1)
  • Orde
  • In de toekomst is geen heil...
  • Kaos
  • Doeltreffende medicatie
  • Surrealistische werkelijkheid
  • De gasknop
  • Van Togenbirger's 'atheïsme'
  • Zomer
  • Mijnheer Dupont en de mal van het Zijn
  • Het ei van mei
  • Martha
  • Een zeer gezond besluit
  • Aan de ontbijttafel - illustratie
  • Aan de ontbijttafel
  • Milieuleugentjes om bestwil?
  • Het tanen van de Noord-Atlantische drift
  • Februari
  • Tijd is krediet
  • Het hoofdgerecht des levens dis...
  • Wij waren
  • Saint-Denis
  • Stenen en mensen
  • De binnen- en de buitenkant
  • Thuis
  • Doorheen de winterse depressie
  • Een lucide droom (illustratie)
  • Een lucide droom
  • Wiens brood men eet...
  • Evolutie en inwikkeling
  • Sneeuw
  • Bijwerkingen
  • De lucide droom
  • de golem
  • De golem
  • Domesticatie
  • De tijd gaat achterwaarts te vierklauw
  • Worden wij abstract, mijnheer?
  • Kinderarbeid, organenhandel, zwartwerk en Rechtspraak
  • Over een zucht van een nog heel ander kaliber dan de hebzucht
  • Overbevolking
  • Bram Stoker
  • Kinski
  • N
  • Nosferatu
  • de tuinen
  • De tuinen
  • Het Eeuwige Vuur
  • Het boek
  • De Goede Deur
  • Vlees (roman) - 1
  • Verrijzenis
  • Depressies
  • Inbraak
  • Sonate voor Harpsichord en Cello
  • Het is begonnen!
  • Over redelijkheid en klare taal...
  • De tijd vliegt
  • Panta rei
  • Glazen muren en casino's vol attracties!
  • Der Erlkönig grafiet
  • Der Erkönig (J.W. von Goethe)
  • De winter en de dood
  • Aanhangsels
  • Extase
  • Verbloemingen
  • Voornemens
  • Het gelijmde been (3): De toverstok
  • De lange baan
  • God of de duivel
  • Het gelijmde been (2)
  • Die eerste dagen van november
  • Harken
  • Is mijn geld safe?
  • Herfst
  • Het gelijmde been
  • Eten
  • Verslavingen
  • Kunst
  • Ellende
  • De burcht
  • Geheim en identiteit
  • Hongersnood
  • Rood als duizend rozen
  • Op een vergadering...
  • De molen
  • De poolster
  • Het Orgaan
  • Het boek
  • De twee geschiedschrijvers
  • De Laatste Reis
  • De Laatste Reis (illustratie)
  • De Goede Deur
  • De Onderwereld (roman)
  • Water
  • De Overname
  • Solvejg’s Lied
  • Septembernacht
  • Die Nacht…
  • Die nacht (illustratie 2)
  • Spiegels
  • Over het verouderingsproces
  • Het Credo
  • De Afwas
  • Absolute macht
  • Trillingen
  • Maria
  • De Messias
  • Het Spel van de Wereld
  • De nieuwjaarsramp
  • Het argument
  • Zuster Olympia
  • De Meester
  • DE TUINEN
  • Janus of van de Aliënatie
  • De Neuzen van Tsjernobyl
  • Het Eeuwige Vuur
  • Vladslo, en andere plaatsen...
  • De dood is een gedachte
  • Het 'bijna-leven'
  • Het kind
  • De Apologie van de Eeuwigheid
  • De heer die zichzelf in stukjes hakte
  • Het gesprek
  • Een sollicitatie
  • De Omkering van alle dingen
  • Transsubstantiatie
  • De pikorde
  • De wedloop
  • De virtuele veiligheid
  • Dode handen
  • Samen thuis
  • Het Laatste Oordeel
  • SINTERBUIS
  • Gedenkteken

    Hoofdpunten blog omskvtdw2
  • De spiegel
  • De job
  • De Wrat (1)
  • De Wrat (2)
  • De Wrat (3)
  • De Wrat (4)
  • De Wrat (5)
  • DE VERGEETPUT
  • DE TUMOR
  • DE BEHEERDER VAN HET LABYRINT
  • De beheerder van het labyrint (vervolg)
  • Meer verhalen
  • DE HEMEL EN DE GOOT
  • meer verhalen

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Hoofdpunten blog musica
  • Audio-visuele installatie "Harvest Bell" (Dirk D'Hulster)
  • Koningin Elisabethwedstrijd
  • Nosferatu
  • Koningin Elisabethwedstrijd voor Piano 2021
  • Adagio liedcyclus
  • Meilied (muziekvideo)
  • Oh dichosa ventura (muziekvideo)
  • Nosferatu (video)
  • Wij waren (video)
  • Muziekvideo's J.B
  • muziekbestanden J.B.
  • Ave Maria
  • Pianoconcerto 14: Daer zat een sneeuwwit vogeltje
  • Te Deum laudamus10
  • Te Deum laudamus9
  • Te Deum laudamus8
  • Te Deum laudamus7
  • Te Deum laudamus6
  • Te Deum laudamus5
  • Te Deum laudamus4
  • Te Deum laudamus3
  • Te Deum laudamus2
  • Te Deum laudamus1
  • Harpsichord 2 verlengd met cello
  • Pianoconcerto 7 Apocalyptische Dans
  • De zee
  • De geschiedenis van de panfluit
  • Requiem - delen 4 tot 7
  • Requiem - deel 3
  • Requiem - deel 2
  • Requiem - deel 1
  • Keldertrappen - nr. 8/8
  • Keldertrappen - nr. 7/8
  • Keldertrappen - nr. 6/8
  • Keldertrappen - nr. 5/8
  • Keldertrappen - nr. 4/8
  • Keldertrappen - nr. 3/8
  • Keldertrappen - nr. 2/8
  • Keldertrappen - nr. 1/8
  • Harpsichord 13 verbeterd
  • Harpsichord 12
  • Harpsichord 11
  • Harpsichord 10
  • Harpsichord 9
  • Harpsichord 7
  • Harpsichord 6
  • Harpsichord 5
  • Harpsichord 3
  • Harpmuziekje
  • Trompetsonate
  • Nostalgia
  • K 2007
  • Goldbach Variaties
  • Pop 5
  • Pop 4
  • Pop 3
  • Pop 2
  • Pop1
  • Drie ontstemde klavieren
  • muziekvideo
  • portretten componisten
  • Pianoconcerto 14, Daer zat een sneeuwwit vogeltje, Jan Bauwens, Serskamp, 2004.
  • Klarinetconcerto 1 Jan Bauwens Serskamp 2004
  • Kort symfonisch gedicht
  • Door de neevlen van de avond (uit: Adagio van Felix Timmermans)
  • Onze-Lieve-Vrouw van Vlaanderen
  • Gebed voor het Vaderland
  • Boskaboutersymfonie
  • Bomen
  • Victoria lucis
  • Gitaarconcerto 1 "Portulaan"
  • vioolconcerto 1: deel 5 van 6
  • Klarinetconcerto 3: deel 3 van 3
  • Klarinetconcerto 3: deel 2 van 3
  • Klarinetconcerto 3: deel 1 van 3
  • pianoconcerto nr 15
  • Pianoconcerto nr 5 deel 5 van 6
  • Pianoconcerto nr 5 deel 4 van 6
  • Dans
  • Titan
  • Tsunami symfonie
  • Sint-Franciscussymfonie: deel 6 van 6
  • Sint-Franciscussymfonie: deel 5 van 6
  • Sint-Franciscussymfonie: deel 4 van 6
  • Sint-Franciscussymfonie: deel 3 van 6
  • Sint-Franciscussymfonie: deel 2 van 6
  • Sint-Franciscussymfonie: deel 1 van 6
  • Harpmuziekje
  • minimal1
  • Ave Maria
  • Juan de la Cruz' Canciones 7 van 7
  • Juan de la Cruz' Canciones 6 van 7
  • Juan de la Cruz' Canciones 5 van 7
  • Juan de la Cruz' Canciones 4 van 7
  • Juan de la Cruz' Canciones 3 van 7
  • Juan de la Cruz' Canciones 2 van 7
  • Juan de la Cruz' Canciones 1 van 7
  • Tsunami symfonie (Jan Bauwens)
  • Junisymfonie (J. Bauwens)
  • O dichosa ventura
  • Goldbach Variationen voor Piano Solo (J. Bauwens)
  • Orgelconcerto 3 J Bauwens Serskamp 2008
  • Orgelconcerto 2 J Bauwens Serskamp 2004
  • orgelconcerto 1 J Bauwens Serskamp 2004
  • -
  • achtergrond

    Boeken van dezelfde auteur.
    Om een boek te lezen, klik op de prent van de flap.

    Foto

    Foto

    Foto

    EN FRANCAIS:
    Foto
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Beluister hedendaagse klassieke muziek van dezelfde auteur: klik op de prent van de weblog hieronder.


    Foto

    Foto

    Foto

    Warm aanbevolen:
    Pas verschenen: "Kamers", van Dirk  Biddeloo, grootmeester van de tragie-komedie:
    Foto

    “O jerum jerum jerum…”

     

    “Streuvels is een Vlaamse Dostojevski; Vansteenbrugge, een hedendaagse Streuvels.

    Stijn Streuvels stelde het harde boerenleven te boek net voor het voorgoed verdween.

    Zijn dorpsgenoot, de befaamde chirurg, auteur, kenner en bewonderaar van de Griekse Oudheid, stichter van Vlaanderens mooiste loopkoers en gewezen senior seniorum, dr. Kris Vansteenbrugge, deed hetzelfde met het Vlaamse studentenleven van weleer.

    Een rijkdom aan cultuur en een niet te missen historisch document, op meesterlijke wijze vorm gegeven in een authentieke Vlaamse realistische roman die leest als een trein.”
    (J.B.)

     

    Alle info: klik op de kaft:

     


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    De nieuwe poëziebundel van
    Guy van Hoof
    (*) is uit:
    "Bekentenissen"
    Meer info: klik op de flap hier onder.
    (*) De dichter heeft een plaats in de top drie van Omsk's voorkeurlijstje der Nederlandse dichtkunst


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    VAN DEZELFDE AUTEUR:
  • bloggen.be/musica/
  • bloggen.be/tisallemaiet/
  • bloggen.be/hetgoedezoeken/
  • bloggen.be/heteindedertijden/
  • bloggen.be/popvtdw/
  • bloggen.be/bethina/
  • bloggen.be/mithrasgijzeling/
  • bloggen.be/theartofmusic/
  • bloggen.be/tiktak/
  • bloggen.be/mathematicachristiana/

    VAN DEZELFDE AUTEUR: MUZIEK: COMPUTERGESTUURDE UITVOERINGEN IN MP3 EN MUZIEKVIDEO:
  • bloggen.be/musica/
  • bloggen.be/popvtdw/
  • bloggen.be/iserlevennadedood/
  • bloggen.be/spiritus/
  • bloggen.be/ontstaansvraag/
  • bloggen.be/onlifeafterdeath/

  • OVER MUZIEK:
  • bloggen.be/theartofmusic

  • CHRISTENDOM VERSUS FYSICALISME:
  • bloggen.be/bethina/
  • bloggen.be/bethina2/
  • bloggen.be/bethina3/
  • bloggen.be/bethina4/
  • bloggen.be/bethina5/
  • bloggen.be/bethina6/
  • bloggen.be/schepping/
  • bloggen.be/prudence/
  • bloggen.be/andthelightshineth/

  • CHRISTENDOM VERSUS KERKENDOM:
  • bloggen.be/mithrasgijzeling/

  • TELEOLOGIE:
  • bloggen.be/heteindedertijden/

  • EDUCATIEF:
  • bloggen.be/hetgoedezoeken/

  • WISKUNDE, LOGICA EN TELEOLOGIE:
  • bloggen.be/mathematicachristiana/
  • bloggen.be/mathematicachristiana2/
  • bloggen.be/paradoxes/

  • SPORT EN GEZONDHEID
  • bloggen.be/metamanagement/

  • Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 03-2023
  • 12-2020
  • 08-2017
  • 06-2017
  • 01-2017
  • 07-2015
  • 12-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 12-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 04-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 05-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 05-2006
  • 03-2006
  • 01-2006
  • 09-2005



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs