Omsk
Van Togenbirger-De Waelekens' Vertelsels (Alle teksten en tekeningen zijn wettelijk beschermd)
Voor meer verhalen: zie het ARCHIEF of de INHOUDSTAFEL. Ofwel klik telkens op de GROENE PIJL die naar LINKS wijst, onderaan de pagina. Copyright: J. Bauwens.
23-11-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Domesticatie
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Domesticatie

Ze zeggen dat katten luie beesten zijn, maar zo te zien zijn ze zeker niet dom. Lui, want ze logeren bij mensen - de wilde katten uitgezonderd. Katten zitten met mensen aan tafel en als die mensen eenzaam zijn - wat vaker voorvalt als zij eens wat ouder worden - dan durven zij galant hun eisen te stellen. Van heel wat katten kan men zonder aarzeling zeggen dat ze mensen in dienst hebben. Een aardig aantal soortgenoten functioneren zonder overdrijven als personeel van katten. Kortom, in het land van de mensen, is de kat koning.

Grote katholieke filosofen hebben ooit bedisseld dat dieren geen personen zijn, en dit zeer in tegenstelling tot mensen. Tot de menselijke soort behoren slechts unieke exemplaren, terwijl alle katten - om het nu maar bij dit beest te houden - eigenlijk eender zijn, wat wil zeggen: vervangbaar. Pas in de jongste jaren duiken kerkhoven voor katten, honden, cavia's en papegaaien op, maar als je het mij vraagt, denk ik wat betreft die modes eigenlijk nog altijd katholiek. Men kan evengoed kerkhoven aanleggen voor pluche teddybeertjes en voor plastic eendjes die bijvoorbeeld ontsnapten aan de aandacht van hun huisgenoten totdat een zekere stank hen daar attent op maakte dat ze met hun zitvlak op de kookplaat stonden.

De genoemde filosofen hebben in dezelfde adem (of in dezelfde tractaten) waarin zij dieren met mensen vergeleken, ook nog de engelen in rekening gebracht. En zij zegden dan - met wat meer woorden - dat de mensensoort zich verhoudt tot de andere dieren zoals de engelen zich verhouden tot de mens. Eigenlijk is die uitspraak nogal wat diepzinniger dan men zomaar bevroeden kon: zij betekent immers dat élke engel een eigen soort vertegenwoordigt. Tenminste als ik het allemaal goed en wel heb verstaan, want er zitten nogal wat jaartjes tussen, enerzijds, de lektuur van de niet bij naam genoemde tractaten en, anderzijds, deze toevallige overdenking.

Edoch, als men van katten zegt dat zij bij de mensen logeren, dan kan men ook zeggen van de mensen dat ze logeren bij de koeien. In India bijvoorbeeld, is de koe een heilig dier, precies omdat wij, mensen, bij haar te gast mogen zijn zoals we als kind te gast zijn bij onze eigen moeder. De koe is een verpersoonlijking van de eeuwige godin omdat ze ons dagelijks voedt. Als men beweert dat zij om die reden niet gedood mag worden, dan begrijp ik dit niet alleen, ik beaam het ook en ik betrap mezelf er op dat ik hier niet langer katholiek doch Indisch denk. Een koe kan weliswaar niet praten op zo'n manier dat ik ook versta wat zij zegt, maar voor wat zij ons te bieden heeft - en dat is zeker niet weinig - is er ook niet zoveel uitleg nodig.

Geleerden zeggen dan weer dat het onzin is om te beweren dat de mensen te gast zijn bij de koeien: de mensen hebben de koeien gedomesticeerd, zo corrigeren zij de Indiërs, en dat is iets heel anders. De koe immers heeft geen keuze als de mens haar dagelijks haar melk ontneemt. Hetzelfde zou dan gelden voor de relaties die wij hebben met de honden, met de katten en met alle andere huisdieren. Er zijn zelfs dieren die door ons gehouden worden omwille van hun vlees, wat wil zeggen dat wij hen sowieso dood willen. En zeg nu zelf: een dergelijke intentie zou een gastheer van zijn gasten toch bezwaarlijk kunnen dulden!?

Maar misschien geldt evenzeer het omgekeerde. De aapjes die in India in het wild leven, trekken steeds vaker en in groten getale de steden binnen, waar zij zich alom verspreiden in de huizen en zich dan warempel als huisdier gaan gedragen. Zij verkiezen het zichzelf aan allerlei huisregels te houden, in ruil voor nu en dan een maaltijd en wat veiligheid ook tegen nog veel wildere beesten die nog lang niet toe zijn aan deze vormen van menselijke beschaving. Het is geen sprookje: deze aapjes willen niet meer naar de wildernis terug; de vrijheid kan hen voortaan gestolen worden. En zo denken ook de tamme honden erover, en de katten, ofschoon zij eigenzinnig blijven, en wellicht ook de koeien en al het andere vee... dat uiteindelijk door mensen zal worden opgegeten. En waarom niet, in ruil voor een dan toch warm en veilig nest met dagelijks goede kost zonder te hoeven werken, vaak gedurende vele jaren...

Toen ik deze losse bedenkingen zomaar wat uit mijn mouw schudde op de trein, teneinde de tegenover mij zittende passagier wat te amuseren, hoorde ik tersluiks een wat diep in zijn kraag gezakte medereiziger die wat verderop mijn litanie klaarblijkelijk had meebeluisterd, mompelen dat ook mensen worden gedomesticeerd door andere, hogere soorten.

- Engelen? vroeg ik.

- Zou ook kunnen, zei hij, maar ik denk veeleer aan hogere wezens van dierlijke aard.

- Leg eens uit! zo porde ik hem aan en ik zag een glimlach verschijnen in de schaduw van zijn kraag.

- Hoger noem ik al die soorten die minder nodig hebben om te bestaan, begrijpt u?

- Neen, zei ik, dat begrijp ik niet.

- Hoe groter iemands behoeften, hoe armer die ook is, akkoord?

- Akkoord, zei ik.

- Engelen kunnen zonder vlees bestaan, zij staan dus hoger dan de mensen, akkoord?

- Fantastisch! zo moest ik toegeven.

- En dan zijn er de dieren die met heel weinig vlees kunnen bestaan, zei hij.

- Waarachtig, ja! moest ik bekennen: u draait de orde om, en hoe! Ga door, ga door!

- Onderaan bij de dieren staat dan de mens, die immers heel veel nodig heeft. Boven hem staan de zogenaamde hogere diersoorten. Dan volgen de lagere diersoorten: de wormen, bijvoorbeeld...

- Ja, inderdaad, de wormen, gaf ik toe, en ik voelde hoe mijn stem verzwakte.

- En de schimmels, zei hij: de bacteriën en de virussen, waarvan sommigen betwijfelen of zij eigenlijk nog wel tot het dierenrijk behoren, ziet u?

- Ach ja, zei ik, maar ik wist daar helaas veel te weinig van af.

- Virussen planten zich voort, zei hij, en in die zin kon men wél zeggen dat ze leven. Anderzijds zijn ze zo simpel...

- U bedoelt, zo probeerde ik zijn zin af te maken, dat ze nauwelijks vlees aan hun botten hebben?

- Precies, zo beaamde hij: het zijn bijna engelen. Het zijn misschien wel de allerhoogste diersoorten.

- En de planten?

- Tja, dat is een verhaal apart...

De trein stond al een tijdje stil, er klonk een fluitsignaal, ik moest mij te vierklauw naar buiten reppen nu of anders kwam ik honderd kilometer ver van huis terecht, midden in de nacht en zonder hoop op nog een trein terug die dag. Hoorde ik nu heel kleine diertjes aan mijn oren knagen en onderonsen dat ze van geluk spreken mochten dat die nieuwsgierige spraakwaterval het foute portier had genomen net toen op volle snelheid een goederentrein langs kwam?

(J.B., 19 november 2009)


18-11-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De tijd gaat achterwaarts te vierklauw
Klik op de afbeelding om de link te volgen

De tijd gaat achterwaarts te vierklauw

De week is nog niet van start gegaan of ze loopt weeral op haar einde, en hetzelfde geldt voor de maand - wat zeg ik? Het jààr loopt op zijn einde! Het jaar, het leven en zelfs de ganse geschiedenis ontsnappen niet aan het klaarblijkelijk plotselinge voorthollen van de tijd. Ja, daar komt het al aanwandelen, geflankeerd door de voorspelde verkoeling, de rampen en de oorlogen alom: het eschaton!

Edoch, anders dan men het zich pleegt voor te stellen, loopt de tijd niet voor- doch achterwaarts. Het zijn immers niet wijzelf die ons voortbewegen van vandaag naar morgen en vervolgens dan weer een stapje verder, naar overmorgen toe. Want indien wij zelf het waren die deze beweging maakten, hoe kon men dan verklaren dat wij ons zodoende allen tegelijk en in een pas, zo keurig geijkt als het tikken van Zwitserse klokken, naar de toekomst toe bewogen? Hoe kon wat zelfs onmogelijk was voor een klein legertje getrainde marcheerders gedurende één enkel uur, een geschiedenis lang aanhouden voor de ettelijke miljarden die zich geheel ongetraind voortslépen moeten, zich zelfs van enige cadans volslagen onbewust?

Neen, het zijn inderdaad allerminst wij, stervelingen, die ons voortbewegen in de tijd: het is daarentegen de tijd zelf die ons vanuit de toekomst tegemoet treedt! Ja, de dag van morgen stapt uit de toekomst weg en komt in dezelfde beweging het heden binnen, dat wij voor korte tijd het onze wanen. Tegelijk verlaat de dag van heden ons via de achterdeur van 'onze' dag en hij verhuist aldus naar gisteren, wat eigenlijk wil zeggen dat hij helemaal is opgebruikt. En zeggen de woorden het nu niet zelf, dat tijd in feite energie is en dat onze dagen zich nog het best laten vergelijken met batterijen die wachten om door ons te worden opgebruikt?

De tijd onderscheidt zich op dit vlak in feite niet van het voedsel dat wij dagelijks tot ons moeten nemen om in leven te kunnen blijven: het voedsel komt op ons af en wij moeten het nuttigen, willen wij een gewisse hongerdood ontvluchten. Voedsel, water, zuurstof, noem maar op: allemaal samen lijken zij wel, mits enig geschuifel en getrek, gelijk aan de tijd zelf die op ons afstevent, door ons beleefd wordt en tenslotte opgebruikt gaat postvatten in het verleden waar alleen de herinneringen nog in de buurt kunnen komen. In een waas van vergetelheid doen zij dat, weliswaar, want in zo'n waas baadt alles in de onderwereld en, wil men daar iets of iemand uit terug gaan halen, zoals Orpheus zijn geliefde, dan zal het alsnog fataal aan de verlangende greep ontsnappen. Het zal ontsnappen, omdat het ook de eigen aard is van herinneringen dat men ze voor echt aanziet als men verdroomt in zijn verlangen, daar zij toch niet louter luchtkastelen zijn want tastbaar echt hebben bestaan, terwijl zij zich niettemin niet laten vatten door handen die van vlees zijn en van bloed, want die grijpen er zomaar doorheen, als waren zijzelf van water of, ontastbaarder nog, van louter woorden.

Van louter woorden is ook dit verhaal dat o zo graag zichzelf vertelt, gewoon omdat het de aard is van een verhaal dat het zichzelf vertellen moet. Vertelsels immers hebben datgene met de tijd gemeen, dat ook zij vanuit de toekomst, in de richting van 't verleden afkomen op ons, die hen aanhoren. Machteloos aanhoren wij ze, uiteraard, zoals wij ook machteloos het voedsel nuttigen dat zich aandient en de lucht inademen waar wij naar snakken, zoals we met het koele water onze dorst lessen en met het licht van de dag onze ogen de kost geven.

Van louter woorden is de toekomst dus, die 'onze' dag naar binnen treedt, terwijl vandaag reeds met de stille trom en langs de achterdeur naar gisteren is verhuisd om daar voorgoed Euridicè te vergezellen in Orpheus' plaats die immers aan het heden vasthaakt met zijn nimmer ophoudende treurzang, zonder hoop op een soelaas. De toekomst die ons aandoet, is van taal; 't verleden dat ons enkel bijblijft in gedachten, is van woorden en, het heden dat daar ocharme tussenin geperst zit in dat flinterdun gebied waarin al wat echt bestaat en tastbaar is zijn grondvest heeft, mist zelfs de tijd om zich te zeggen, daar al 't sprekende vanuit de toekomst haastig in dit heden aangekomen, sterft in ademnood en reeds de achterdeur uit is en aldaar uitdooft in de kelders van de hel alwaar 't gelijk bevriest en dan voor eeuwig ligt gebeeldhouwd achter mistgordijnen in het ijs.

(J.B., 18 november 2009)


14-11-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Worden wij abstract, mijnheer?

Worden wij abstract, mijnheer?



Het is niet om mee te lachen: wij beginnen echt abstract te worden. Misschien zijn daar wel voordelen aan die we nog niet goed kunnen zien omdat de tijd daartoe nog helemaal niet rijp is - voordelen die bijvoorbeeld te maken kunnen hebben met het zogenaamde 'eeuwig leven' of de 'onvergankelijkheid', de 'geest' - maar voorlopig zie ik alvast slechts nadelen, echt griezelige nadelen, aan dat abstracter worden, dag na dag.

Het is vanzelfsprekend onvermijdelijk dat wij abstracter worden, alleen al door het aantal van de in leven zijnde exemplaren van onze soort. Zeven miljard, dat is een zeven, gedwee gevolgd door negen nullen. Als men elke seconde iemand de hand kon drukken, dan had men zeven miljard seconden nodig om iedereen te begroeten. Ik ben lui, maar 'k heb dit wel eens uitgerekend: zeven miljard seconden, dat zijn zo'n 222 jaren. Ons leven is dus veel te kort om iedereen de hand te schudden want als we dachten rond te zijn, dan stonden daar al drie keer zeven miljard nieuwe medemensen voor een handje in de rij.

Uiteraard is dat al één factor die maakt dat wij abstracter worden - voor elkaar en dus ook voor onszelf. We weten dat we hier met zijn zeven miljard rondlopen, maar we zullen elkaar nooit allemaal kunnen zien, het merendeel van ons bestaat voor de ander slechts als onderdeel van een getal, zeg maar als een 'eentje' dat van een nogal langcijferig getal deel uitmaakt. Al diegenen die wij nooit zullen ontmoeten, zijn zodoende allemaal eender want zij zijn allemaal vergelijkbare eentjes, ofschoon wij weten dat geen onder hen zo sterk op een ander gelijkt dat hij of zij met die ander samenvalt of door hem of haar zou kunnen vervangen worden. Maar er zijn nog talloze andere factoren die maken dat wij onherroepelijk moeten inboeten aan concreetheid.

Een tijd geleden verloor ik een goede vriend, maar toen die dood was, zag ik plotseling in dat ik mij moest gaan afvragen of ik werkelijk iemand had verloren. Ik had namelijk alleen maar zijn stem gekend, een stem in de telefoon, zeven jaren lang. En enkele van zijn gedachten, uiteraard, maar dat was dan ook alles. Op een keer belde ik hem op en een heel andere stem vertelde me, toen ik naar hem vroeg, verbijsterd omdat voor het eerst in die zeven jaren een ander de hoorn opnam - die andere stem vertelde me dat hij net gestorven was. Ik zegde dat het mij speet, haakte na een tijdje in en schrapte dan maar het nummer in mijn notitieboekje. Indien ik mijn overleden vriend daags nadien op straat tegen het lijf was gelopen, ik was daar niet eens van geschrokken, en precies dat bedoel ik met 'abstracter worden'.

Vroeger, 'op den buiten', was dat allemaal ondenkbaar: zelfs alle dieren hadden eigen namen. Maar in de steden is de abstractie heel gewoon. Men praat op café niet meer met - uitgerekend - de achterneef van zijn vrouw langs haar vaders kant: men praat met zomaar iemand - iemand die men op het eigenste moment dat men iets kwijt moet, voor 't eerst in zijn leven ziet, en die men nooit meer terug ontmoeten zal. En loopt men die een week later alsnog tegen 't lijf, dan wordt er misschien zelfs helemaal niet meer gegroet. Het lijkt er wel op alsof diegenen die op een gegeven ogenblik zin hebben in een gesprek, naar een kroeg gaan en daar met elkander spreken, waarbij zij er helemaal geen acht op slaan wie zij zelf zijn en tot wie zij zich richten, alsof zij slechts acteurs waren die andermans teksten debiteerden - teksten van op hun beurt volstrekt onbekende auteurs. En was het in die omstandigheden dan ook niet zeer goed mogelijk dat de toehoorder niet eens de taal verstond waarin de ander zijn verhaal deed? En dat die toehoorder ook helemaal niet liet merken dat hij slechts aandacht veinsde, heel eenvoudig omdat zulks de gang van dat toneel op geen enkele wijze kon verstoren!

Ik hoor u nu al luidop denken dat dit spel niet slechts de onschuldige conversaties betreft over koetjes en kalfjes, doch ook de gesprekken die ooit voor diepzinnig moesten doorgaan, en mogelijkerwijze ook alle andere contacten en vormen van communicatie en relatie die men zich maar kan bedenken. Het is al langer zo dat kinderen niet uitsluitend meer van hun ouders leren doch ook van vreemden die voor de gelegenheid 'leraren' heten en die deze rol bijvoorbeeld gedurende een tiental maanden spelen, waarna ze uit het leven van de opvoedelingen even abrupt verdwijnen als zij daarin opgedoken zijn. Op die manier worden alle mensen gewoon geïdentificeerd met de rollen die zij spelen: ze vallen met hun rollen samen gedurende de tijd dat zij spelen, en dan lossen ze gewoon op in het niets, om korte tijd daarop elders uit het niets weer op te duiken, en dit volgens door een alles overheersend spel vastgestelde schema's.

Het spel waarvan hier sprake, is voor een deel natuurlijk, en voor een ander stuk is het cultuur. Waar het natuurlijk is, zou men 't nog heel goed kunnen begrijpen. Men zou immers kunnen redeneren als volgt.

Vooreerst moeten alle individuen zichzelf handhaven, en dat doen ze ook, vanwege een instinct waarover zij zelf quasi niets in de pap te brokken hebben. Als er gevaar opduikt, dan verdedigen zij zich, ofwel slaan zij op de vlucht, en het zijn daarbij hun benen die een loopje met hen nemen, waarmee gezegd wil zijn dat zij inderdaad volstrekt overgeleverd zijn aan het lopen van die benen. Of zij dat nu willen of niet: zij gaan op de loop, heel eenvoudig omdat er gevlucht moet worden, want zo zijn zij geprogrammeerd: de bedreiging creëert angst en die prikkelt het lijf, dat adrenaline in het bloed stort en ook nog een aantal andere stoffen, die uiteindelijk de benen doen lopen, of men dat nu graag wil of niet.

Van personen is hier dus geen sprake want de natuur houdt slechts rekening met aantallen, en dat zijn meer bepaald vergelijkbare en dus perfect vervangbare individuen. De natuur 'weet' dat, als allen die bedreigd worden, op de vlucht slaan, dat dan alleen de sterksten zich zullen kunnen redden, terwijl de zwakkeren door hun belagers beslist worden verslonden. De natuur wil een bepaald aantal individuen overhouden van een soort, terwijl een zeker percentage nuttig zal zijn als voedsel voor een andere soort. Wie wie is, heeft hier klaar en duidelijk geen belang en evenmin is het van tel of het dan wel rechtvaardig heten kan dat de haas Piet eraan gaat met zijn manke poot - hij klaagt immers over onrecht aangezien hij die manke poot heeft opgelopen bij het edelmoedig redden van zijn nichtje op de kouter uit een nijdig strop. Neen, zo'n zaken kunnen de natuur geen barst schelen: wat moeder natuur betreft, is het goed dat Piet zijn nichtje redde uit dat strop, zij kan zich nu immers voort vermenigvuldigen; dat hijzelf er het hazenleven bij inschiet, is dan het geringste kwaad en de beloning voor de weldaad komt ook niet aan de haas Piet toe, doch aan de natuur die immers Piet via zijn mannelijke hormonen tot deze edelmoedige daad heeft aangezet. Indien niet haas Piet doch haas Hans in de buurt was geweest, dan was voor de gelegenheid Hans de tol geweest van die 'transactie'.

Vervolgens handhaaft zich ook een soort vanuit een innerlijk instinct - de drang tot behoud van de soort, zoals men het zegt - en ook hier is elk lid van een soort aan die aandrang onderworpen. Weliswaar is daar ook nog wel de cultuur die een en ander een beetje in banen leiden kan, maar uiteindelijk zal dat de natuur nimmer verhinderen om het grote werk te voltrekken dat voltrokken dient te worden: in elke nieuwe lente breken uit het ijs de oerkrachten los, zij gaan het licht tegemoet, zij richten zich op, zij gehoorzamen aan de oerroep die sinds het begin der tijden alles meetrekt in een glorieuze dans van de natuur, die zelfs doordringt tot diep in de cultuur, waar hij uit de pen van Igor Stravinsky, Le Sacre du Printemps te voorschijn tovert, dat alle individuele leden van het ballet van Maurice Béjart dansen doet in het gelid, in de rol die hen wordt toebedeeld door de grote choreograaf die in zijn eigen rol welhaast de natuur nabootst en wellicht daarom ook zo succesrijk is - of was.

Om kort te gaan: de natuur erkent geen 'personen', zij zijn slechts exemplaren van een soort, precies zoals er exemplaren van een boek bestaan, allemaal gedrukt naar één en hetzelfde model dat wet is zonder meer. Er bestaan niettemin individuen die zich personen wanen en die geloven dat zij elk afzonderlijk zijn geschapen en gewild, en het vreemde is dat zij geen uitzonderingen zijn doch regel: door de band gelooft immers vrijwel elkeen dat hij of zij uniek is, onvervangbaar, en dat daarom zijn dood ofwel de hare, een onvergeeflijk onrecht is dat hem en haar kwaad bloed doet zetten, ofschoon dat daar helemaal niets meer aan verhelpen kan.

Bijna alle individuen van alvast de menselijke soort - aan de andere soorten kunnen wij het niet vragen aangezien wij hun taal niet spreken - geloven dat zij unieke en onmisbare personen zijn. En in zekere zin hebben zij ook wel gelijk. Maar dat zij uniek zijn, is anderzijds niet te wijten aan hen zelf, doch aan de rol die zij vervullen, de plaats die zij bekleden, de functie die zij uitoefenen. Zij zijn noodzakelijk, precies zoals elk schakeltje van mijn fietsketting noodzakelijk is, want als er daarvan één ontbreekt, dan stopt mijn fiets ermee een fiets te zijn, dan kan ik er niet langer mee rijden.

Ik kan dat schakeltje wel terugplaatsen waar het hoort te zitten, maar als het kapot is, dan vervang ik het door een gelijkaardig exemplaar. En op dat eigenste moment is het vervangen schakeltje zijn plaats voorgoed kwijt, en ook zijn functie en zijn wezen, zijn 'persoonlijkheid'. Het komt terecht in een vuilnisbak - in het beste geval - maar veel vaker ligt het daar maar wat te liggen roesten langs de weg. Iemand trapt erop en vraagt zich af: wat is dit akelige ding en waarvoor heeft het dan wel gediend als het tenminste ooit een functie heeft gehad?

Het schakeltje van de fietsketting dat vele jaren lang getrouw heeft meegetrokken aan de wielen van dat wonderlijke voertuig dat een welbepaalde heer of dame dagelijks door weer en wind hielp op weg naar zijn of haar werk, wil nu zeer zeker protesteren, want het voelt zich beledigd, maar praten kan het niet, het kan slechts zichzelf tonen, ofschoon reeds half verroest, en hopen dat het wordt herkend. Maar precies omdat het niet langer op zijn juiste plaats zit - in de ketting van een fiets - wordt het door de band ook niet meer herkend en moet het zijn bitter lot ondergaan: het verliest zowaar gestaag maar zeker zijn eigenste persoonlijkheid, het sterft voorwaar.

En is dat niet ook het lot van alle mensen die zich personen wanen? Kunnen zij dan niet veel beter van bij 't begin aanvaarden dat zij slechts te vervangen exemplaren zijn van een soort waartoe zij, zonder het zelf goed en wel te beseffen, behoren?

En hier heb je dan weer zoiets, want er zijn beslist individuen die de eigenschappen van de soort waarmee zij toevallig samenvallen - heb je van je leven! - aan zichzelf toeschrijven. Ja, zo ongeremd en teugelloos blijkt het egootje van menig exemplaar, dat het niet alleen zichzelf persoonlijk en uniek gaat wanen, maar dat het bovendien alle eigenschappen van de soort als pluimen op de individuele hoed gaat steken!

Alle goede eigenschappen, wel te verstaan, want de minder goede of zelfs de wat vervelende trekjes worden, zoals iedereen wel dagelijks kan vaststellen, toegeschreven aan 'productiefouten'. En dan ineens blijkt men gewillig niets méér dan een vervangbaar exemplaar te zijn, een exemplaar dat alvast eist dat een of ander vijsje dat wat krom is en niet past, door een keuriger vijsje wordt vervangen.

Zo loopt de helft van het mensdom probleemloos met een mond vol tandprothesen te pronken alsof het om een eigen gaaf en verleidelijk gebit ging. Tandprothesen, maar ook andere prothesen, wisselstukken en hulpmiddelen, waarvan de totaliteit gewoon de naam 'cultuur' draagt. Ja, men zou welhaast kunnen beweren dat de cultuur omzeggens de plaats van de natuur is gaan innemen, precies zoals het (giftige) moederkoren - dat een schimmel is - op de plaats gaat zitten in de korenaar waar het de (voedzame) graankorrel heeft weggevreten: alleen zijn zwarte kleur verraadt dat het geen graantje is.

Maar wie zoals ook de toevallige passant die het schakeltje van de fietsketting niet herkennen kan, niet opmerkt dat dit gif is en geen graan, moet de gevolgen dragen, en die kunnen hard aankomen, zoals de geschiedenis ons leert: het moederkoren doet immers mensen die het eten, hallucineren, en die worden dan door de priesters van het volk van hekserij beschuldigd en vervolgens levend op de brandstapel geworpen ten aanschouwe van de massa. Zij worden immers in de rol geduwd van heks, precies zoals het moederkorengraantje op het plaatsje was gaan zitten waar een graantje hoorde. De heks op de brandstapel wordt nu zwart, want zwart is de kleur die haar toebehoort sinds zij het gewaagd heeft van het zwarte graan te eten: de orde is verstoord, de dingen zijn van hun plaats gegaan, al was het slechts voor eventjes, en alleen een of andere oorlog kan de plooien weer glad strijken.

Neen, personen blijken ficties; individuen danken zichzelf aan hun plaats en aan hun soort; zij bestaan bij de gratie van de veel grotere gehelen waarvan zij deel uitmaken. Maar hebben die gehelen dan een eigen naam? Zijn zij personen, uniek en onvervangbaar? Of maken ook zij op hun beurt deel uit van een groter geheel waarin zij een functie hebben - een functie waaraan zij zichzelf te danken hebben?

Het lijkt mij inmiddels alvast uit te lopen op een volstrekt onhoudbare stelling, als men eenmaal aanneemt dat personen ficties zijn en dat zij slechts berusten op hun functies. Onhoudbaar, aangezien die schakels niet eeuwig buiten zichzelf kunnen blijven wijzen zoals ook de onderdelen van fietsen moeten doen teneinde het eigen bestaan te kunnen rechtvaardigen. Of is het dan ook mogelijk dat ze eeuwig naar elkaar verwijzen, zoals dat het geval is met de punten van een cirkel of met de stadia van een cirkelgang?

Zijn wij abstract geworden? Zijn we dat misschien altijd geweest? Glipt ons eigenste 'ik' ons zoals een gladde paling door de vingers? Wordt dat erger met de dag of is er een lichtje aan het einde van de tunnel? En moeten wij dit alles niet herschrijven, aangezien het onderhand zichzelf aan 't schrijven is geweest zodat het eind daaraan verloren is? Wie zal het zeggen! Ja, wie in godsnaam zal het zeggen!

(J.B., 14 november 2009)


24-10-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kinderarbeid, organenhandel, zwartwerk en Rechtspraak

Kinderarbeid, organenhandel, zwartwerk en Rechtspraak

Een doosje met 32 wasknijpers uit kleurige plastic en glimmend metaal voor amper een halve euro, het is haast niet te geloven. De kosten voor het monteren van de onderdelen alleen moeten tenminste het drievoud daarvan bedragen - in die prijs werd dan niet eens het materiaal verrekend. Een spotprijs is het, een koopje dat de klant doet jubelen. Hoe is het mogelijk, zo zeggen hij en zij, dat ze het daarvoor kunnen doen!

Maar niets is onmogelijk, ook niet het drukken van de arbeidskost. Dat deed men hier trouwens al ten tijde van de industriële revolutie, die aanving na de uitvinding van de stoommachine, in de achttiende en de negentiende eeuw. De textielfabrieken in het binnen de kortste keren totaal verziekte Manchester stonden voorbeeld voor die mensonterende uitbuitingen met in hun kielzog een ellende die de wereld nog nooit had aanschouwd. De slavernij met ongeziene kinderarbeid en kindersterfte, alcoholisme, tuberculose, beri-beri en een totaal verlies van menselijkheid was zo'n schok dat arbeiders alom ter wereld gevolg gaven aan de noodkreet zich te verenigen teneinde niet voorgoed te worden vernietigd, want de toestand was plaatselijk nog erger dan in de latere concentratiekampen van W.O.II.

De schok was groot genoeg om binnen de kortste keren via het protest van Marx en Engels zowat de ene 'helft' van de mensheid onder de vleugels van het communisme te gaan onderbrengen: warempel een gloednieuwe, revolutionaire maatschappij en economie, waarin de arbeiders zelf de eigenaars van de fabrieken werden en uitbuiting derhalve onmogelijk werd gemaakt. Een samenleving waarin elke burger doet wat hij maar kan en waarin niet langer het wraakprincipe heerst dat aan de rijken het recht geeft om zichzelf vet te mesten terwijl de armen verhongeren, maar waarin elkeen ontvangt naar zijn behoeften. Had die uitvinding van het socialisme niét plaatsgehad, de catastrofe was wellicht fataal geweest. Anderzijds bleek ten langen leste ook die vernieuwingspoging helemaal geen soelaas te brengen: meermaals ontstonden uit dit schone ideaal even ongeziene tirannieën...

De schrijnende kinderarbeid uit de industriële revolutie, eens kenmerkend voor het wilde liberalisme van het niets ontziende kapitalisme, ontsiert vandaag paradoxaal genoeg geen ander regime dan het communistische dat uit de kritiek tegen die mensonterende wantoestanden is ontstaan. Daaruit moge al blijken, zoals Friedrich Nietzsche opmerkte, dat elke wil om de gang van zaken te systematiseren, voortkomt uit een gebrek aan rechtschapenheid. Systemen kunnen het menselijk tekort immers niet wegwerken en verantwoordelijkheid blijft hoe dan ook ons deel, dat uiteraard nimmer op systemen af te wentelen zal zijn.

Dat de gemene uitvlucht van de uitbuiters, namelijk dat kinderarbeid beter is dan helemaal geen arbeid, bij een groot deel van het publiek niet eens verontwaardiging wekt, illustreert simpelweg het feit dat het uiteindelijk dit publiek zelf is dat die kinderen uitbuit: de lustige koper bedreigt die arbeidende kinderen immers met niets minder dan de hongerdood. Uiteraard doet hij dit niet zonder door geld verblinde tussenpersonen die aan deze vormen van uitbuiting - kindermarteling - gestalte geven.

Men hoort die uitvlucht trouwens ook weerklinken uit de mond van organenhandelaars die er niet voor terugdeinzen om te verkondigen dat de beide partijen daar wel bij varen: enerzijds zij die een orgaan behoeven en, anderzijds, diegenen die bijvoorbeeld een nier afstaan, "omdat zij dat immers doen voor geld dat zij nodig hebben om te kunnen leven". Men hoeft helemaal geen academicus te zijn om onmiddellijk in te zien dat wie zo redeneren, het opeisen van organen op straffe van de hongerdood verdedigen. In het algemeen is het overigens zo dat op de vrije markt het onbeschreven geld waarmee betaald wordt, zonder meer recht geeft op wat te koop wordt aangeboden. Dat aan die handel stilaan paal noch perk meer wordt gesteld, volgt uit een nieuwe hiërarchie der waarden welke alle deugden van weleer op hun kop zet: goed is wat geldelijk voordeel oplevert, want alles is voor geld te koop, en het beste is zelf alle geld ter wereld te bezitten. Absurder kan het niet, als men er slechts één ogenblik over nadenkt, maar tegelijk zijn wij welhaast tot de laatste mens danig gehersenspoeld dat vrijwel niemand nog aan het rijk van het gouden kalf durft te raken.

Probeer maar eens tussen te komen in bijvoorbeeld die zaken van Indische draagmoeders of van arme vrouwen in het algemeen die, in ruil voor geld en dus in een poging om aan dood en ellende te ontsnappen, hun baarmoeder ter beschikking stellen om de foetussen naar de geboorte te leiden van rijkelui die zich er niet bij neerleggen dat zij geen kinderen kunnen krijgen... omdat zij nu eenmaal in het gouden kalf geloven, wat wil zeggen dat zij van oordeel zijn dat ze met hun goud àlles willen kunnen kopen, en dus ook mensen. Staan zij er dan echt niet bij stil dat hen dit slechts lukken kan omdat zij daarbij moeders wiens kinderen met de dood worden bedreigd, voor een verschrikkelijke keuze stellen en aldus niet slechts fysiek maar ook psychisch, sociaal en moreel martelen?

Zwartwerk is vaak nog een andere oogverblindende activiteit, vaak door werkgevers opgedrongen aan werknemers die zelf niet te kiezen hebben: hen wordt verteld dat zij hun voordeel doen met die omzeiling van de wet, maar tegelijk wordt hen verzwegen dat zij nu door de wetten niet langer worden beschermd en, meer nog, dat zij vogels voor de kat zijn van zodra te voorziene problemen aan de oppervlakte komen. Het zou niet de eerste keer zijn dat een zwartwerker uit een heel ver land die op de werf van de stellingen valt, in het beton verwerkt wordt en aldus samen met de misdaad van het zwartwerk zelf wordt 'opgeruimd'. Maar uiteraard altijd aan de orde is de ondergraving van alle sociale bescherming ingevolge zwartwerk: van zodra een zwartwerker werkonbekwaam wordt, zullen hij en al de zijnen onmiddellijk van de regen in de drop belanden want honger kent geen regels, zoals Bertolt Brecht het zei: Erst das Fressen, dann die Moral. Zonde dat aldus eeuwen van sociale strijd om elementaire rechten door de praktijk van het zwartwerk zomaar oplossen in het niets, en het is voorwaar het gouden kalf dat daar op aandringt met haar vrije markt zonder scrupules.

De supermarkten in het rijke westen: ze zijn gevuld met kleurige wasknijpers voor nog geen cent het stuk, in elkaar gezet door bloedende kinderhandjes. Want men kan toch bezwaarlijk gaan geloven dat die kleine, tere vingertjes gemaakt zijn om het puntige metaal in zo'n plastic gleuf te trekken en te duwen: niet één keer, niet duizend keer maar miljoenen keren na elkaar, dag aan dag, met een quasi lege maag, zonder moeder en vaak in de kou. Wat voelen deze kinderen? Wat wordt er reeds binnen twee, drie dagen van hen? Zij horen slechts hun naam als zij de snelheid waarmee zij knijpers maken, dienen op te drijven omdat ze anders misschien zonder melk naar bed moeten, of tenminste: naar een slaapplaats die zelfs met heel veel fantasie niet op een bed gelijken kan.

Het westen staat er niet bij stil. Edoch, de werkloosheid neemt toe en menigeen zegt: tiens, hoe zou dat nu toch komen! Er is warempel geen werk meer voor ons! Tja, dat is dan de slang die in haar eigen staart bijt, de man die in de put valt die hij voor een ander groef, de mens die zichzelf de das om doet, de tegendoelmatigheid, het noodlot, de toren van Babylon, de erfzonde en het eschaton, waarin de eersten de laatsten zullen zijn. Warempel zal het gouden kalf geen sprankel medelijden tonen tegenover wie haar hebben gediend, een leven lang: het kalf kent immers geen andere moraal dan die van de winst, en al wie niet langer winstgevend is, die hoeft voor haar part helemaal niet meer te bestaan, zo simpel is dat. Waar waren tot koopwaren werden herleid en het geld de ultieme waarde van alle dingen bepaalt, gaat al wat niet tot geld herleidbaar is er onherroepelijk aan, want de markt van 't kalf is blind en doof voor gratis zuurstof, zuiver water, bomen, bossen, groen en blauwe lucht - dan nog gezwegen van intenties en emoties, dromen en verlangens. Al die dingen worden vertrappeld en vroeg of laat schieten er ook helemaal geen mensen meer over op aarde, doch slechts geld, en automaten die het tellen en hertellen om de verveling te verdrijven.

Verwondert het dan nog iemand dat, in zo'n impasse gekomen, op een gegeven ogenblik de Schepper van hemel en aarde zegt: zo kan het niet verder, hier zitten wij sloot; zand erover nu, of water, en een grote zondvloed moet er komen nu, zodat we kunnen herbeginnen, want dit was zeker de bedoeling niet? Verwondert het nog iemand dat onze hemelse Vader aldus zijn kleine kinderen in nood verlossen wil en dat hij hun bloedende handjes van het vele knijpers puzzelen in de zijne neemt en hen ontslaat van die slavernij waarvoor zij helemaal niet waren bestemd? Verwondert het nog iemand dat Hij desnoods al het leven van de aarde weg zal vagen of, erger nog, dat Hij de gedwongen onderwerping van de ganse wereld goed zal keuren, al was het maar om hen te sparen wiens namen in de palm van Zijn hand geschreven staan?

(J.B., 24.10.2009 - dag van de V.N.)


21-10-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over een zucht van een nog heel ander kaliber dan de hebzucht

Over een zucht van een nog heel ander kaliber dan de hebzucht

Het is in de allereerste plaats een volstrekt natuurlijke of, veeleer nog, een biologische zaak en ook een noodzaak, dat levende individuen, en ook groepen, allerlei dingen uit hun omgeving naar zich toe trekken, dat ze zich dingen toeëigenen of dat ze zich dingen eigen maken. De hebzucht lijkt in de biologie datgene te zijn wat de zwaartekracht is in de fysica, waar grote lichamen de kleine naar zich toe trekken en ook niet anders kunnen doen dan dat. Grote vissen eten kleine vissen op en de grote worden op hun beurt door nog grotere opgegeten. Doen ze dat niet, dan komen ze van honger om en worden zij opgegeten door vissen die kléiner zijn dan zijzelf. Maar als dat zo een tijdlang doorgaat, dan schieten op den duur uiteraard alleen nog de allerkleinste visjes over, en tenslotte zullen ook dié omkomen. Het is dus voor het ganse bestand aan levende wezens en voor het voortbestaan van het leven op aarde zonder meer, volstrekt noodzakelijk dat al wat leeft, gehoorzaamt aan de wet van het recht van de sterkste. Zo noodzakelijk is het, dat de natuur hier niets aan het toeval overliet, en er voor zorgde dat een welbepaald instinct borg stond voor de goede gang van zaken: een biologische aandrang, qua sterkte vergelijkbaar met de zwaartekracht die orde houdt in de wereld van de dode lichamen. En dat zijn de hebzucht, de leergierigheid en nog vele andere vormen van zelfinstandhoudingsdrang of kortweg van honger. Waar die drang ontbreekt, verdwijnt niet alleen het individu, maar tevens komt dan het voortbestaan van de soort en van alle leven op de helling te staan, om de hoger aangegeven, simpele reden. En uiteraard ook waar deze drang geperverteerd wordt, verschijnt de dood als overwinnaar ten tonele.

Hebben heeft met Zijn te maken, hoe men het ook draait of keert - tenminste is dat zo op het gebied van het natuurlijke. Want in de geschiedenis van de menselijke soort, die zowat de enige is die op een geschiedenis kan bogen omdat alleen mensen kunnen nadenken, spreken, schrijven en derhalve verworven kennis of leerstof doorgeven en evolueren, werden al meermaals rare bokkensprongen gemaakt. Vreemde sprongen in de ontwikkeling, want sprongen die niet zelden bijzonder kronkelig zijn zoniet rechtsomkeert maken. Immers, reeds het leven zelf revolteert tegen de wetten die de levenloze materie dwingen om bijvoorbeeld te vallen, te eroderen en te vergaan tot as of gas: het levende legt zich niet neer bij die toestand en het staat op, verheft zich van de grond, zoals dat bij uitstek de vogelen des hemels doen. En zij bieden ook weerstand aan de vloek van de dood: in mei legt elke vogel een ei, en uit dat ei staat weer een vogel op. En zo verzet zich al wat ademt en wat leeft tegen de doem die vanouds rust op de materie.

Op dezelfde manier gaan mensen zich verzetten tegen de doem die op de levende wezens rust, die immers elkander moeten doden om zelf in leven te kunnen blijven. Zij gaan samenwerken, eerst binnen de eigen soort, maar ook vaak samen met heel wat andere soorten. Mieren sparen bladluizen omwille van hun zoete 'melk' en dergelijke vormen van symbiose komen zeer veelvuldig voor en werden in de hand gewerkt door onze eigen soort. De mens teelt vee én planten, welke hij beschermt en voedt, en hij leeft daar ook van, op velerlei manieren. Boeren melken koeien, houden kippen voor de eieren, mesten varkens vet, temmen trekpaarden om daarmee de akkers te bewerken, imkers telen zelfs insecten - bijen - die zij eveneens beschermen en voorzien van suiker, in ruil voor hun honing en voor de bevruchting van allerlei zaden- en vruchtendragende planten die ons tot voedsel dienen. De mens heeft zowat de ganse dieren- en plantenwereld gedomesticeerd, maar dit leidde niet tot de vernietiging van de andere soorten: het was een win-win-situatie waarbij uiteindelijk allen wel vaarden. Alles in Gods schepping blijkt wonderbaarlijk in elkaar te passen.

Hier mag het ons nu niet ontgaan dat de symbiose tussen, enerzijds, de mens en, anderzijds, de dieren- en de plantenwereld - een samenwerking die nota bene vele, vele duizenden jaren oud is - sinds kort fameuze klappen dreigt te krijgen ingevolge een of andere ontregeling die nog nader onderzocht moet worden. De mens immers, begint zich vanaf een welbepaald ogenblik in zijn cultuurgeschiedenis te goed te achten om samen met het paard zijn akkers te bewerken: hij laat het trouwe paard voor wat het is en kiest voor gemotoriseerde tractoren, graandorsers en nog andere tuigen van eigen fabricaat; machines waarvan hij zélf de schepper is en waarmee hij de Schepper van alle leven naar de kroon steekt. Die aberratie staat nog in haar kinderschoenen maar haar gevolgen zijn niettemin reeds desastreus. In de overtuiging dat hij nu zelf veel beter en massaler suiker winnen en ook raffineren kan uit bieten en nog andere planten - veel beter dan de bijen doen - verklaart hij het beroep van imker tot voorbijgestreefd. Maar omdat tegelijk met zijn minachting voor Gods schepping, ook zijn kennis daarvan slinkt, ontgaat het hem dat precies daardoor enorme misoogsten hun intrede doen. Bijen immers hebben een niet onaanzienlijk aandeel in de bevruchting van de planten, terwijl onbevruchte planten uiteraard niet langer vruchten dragen en aldus met uitsterven worden bedreigd. In de eerste jaren van het derde millennium liep op die manier de opbrengst van de graanoogsten bij een der grootste wereldproducenten - de Verenigde Staten van Amerika - met zowat één derde terug.

De genoemde aberratie is nu net niét het gevolg van hebzucht, zoals menigeen dat kon geloven: een heel andere en volstrekt niét door de natuur meegegeven zucht ligt immers aan de basis van een onevenwicht dat niets goeds voorspellen kan - een zucht die in een nog heel andere zin dan de hebzucht, zondig kon geheten worden, want het gaat hier om de mens die zijn eigen Schepper naar de kroon steekt, Hem tot rivaal uitroept en aan Hem de oorlog verklaart. De mens zelf wil over de schepping heersen die hij immers middels deviante pseudowetenschappen tot een toevallig en chaotisch zootje uitgeroepen heeft: hij wil in die 'warboel' - zoals hij Gods enige creatie noemt - correcties aanbrengen en, als het hem zo uitkomt, wil hij ook kunnen vernietigen wat hem niet bevalt en uitroeien wat en wie zijn waardigheid wel eens zouden kunnen aantasten. De dankbaarheid van weleer die hem aanzette tot de bouw van kathedralen - rozenkransen uit steen die recht naar de hemel wijzen - maar ook van ontelbare kapelletjes alom tussen onze aloude akkers, heeft plaatsgemaakt voor een niets en niemand ontziende arrogantie die zichzelf nu kroont tot keizer van de nieuwe deugden.

Het oude trekpaard sterft uit; machines, auto's nemen zijn plaats in en zij eisen dagelijks hun vaste aantallen aan onschuldige kinderlevens als tol. De bijenkorven in de rustige, oude boomgaarden van onze geduldige grootouders zoemen niet meer; met tonnen pesticiden, door het menselijk vernuft vervaardigd in zijn chemische fabrieken, worden de insecten uitgeroeid wier verrukkelijke schoonheid de hedendaagse kinderen nimmer boeien omdat zij niet meer in bossen en in beken spelen. Geen ander monster neemt de plaats in van het nuttige insect dan het monster van de kanker. Kanker doet onze lichaamscellen woekeren en zorgt ook voor een reuzengroei van de klinieken en de hospitalen, die zich met mensen vullen: met ouderen, maar ook met kinderen die de taal van hun moeder net goed genoeg hebben leren spreken om nog te kunnen vragen wat zij verkeerd hebben gedaan zodat zij kanker kregen. Want het is inderdaad meer dan hebzucht, wat de mens vandaag in zijn greep heeft: het is zowaar vanbuiten én vanbinnen, in het lichaam én in de ziel... kanker.

(J.B., 21.10.2009)




Omsk
Archief
  • Alle berichten

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    LITERATUUR - PAS VERSCHENEN:
    Foto

    Koningin Elisabethwedstrijd
     2013
    voor Piano:
    http://www.cmireb.be/nl/ 


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    De ballade Erlkönig 1815,  Franz Schubert (1797-1828)
    http://www.digischool.nl/ckv2/romantiek/romantiek/muziek/ballade_erlkonig.htm 


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Klassieke muziek:  http://www.bloggen.be/musica/ 
    Foto

    Der Wegweiser

    "Der Wegweiser" ("De Wegwijzer") is een gedicht uit de gedichtencyclus "Die Winterreise" ("De winterreis") van Wilhelm Müller.

    Het gedicht gaat over een wandelaar die de wegen vermijdt waar de andere mensen lopen; hij verkiest de verborgen stegen tussen ondergeneeuwde rotsklippen, alsof hij iets vreselijks heeft begaan en hij mensen moet gaan schuwen. Een verscheurend verlangen drijft hem de woestenij in. Wijzers op de straten wijzen, ze wijzen in de richting van de steden, en hij wandelt en wandelt, opgejaagd op zoek... naar rust. En ineens staat daar een wijzer, pal voor hem, en die wijzer gebiedt hem een straat in te gaan; een straat waaruit niemand ooit terugkeerde.

    Na de tekst hier onder volgt een link naar een video met een beroemde uitvoering, door Dietrich Fischer-Dieskau en Alfred Brendel, van het door Schubert op toon gezette gedicht uit de liederencyclus Die Winterreise.

     

    Der Wegweiser


    (Wilhelm Müller)


    Was vermeid' ich denn die Wege,

    Wo die ander'n Wand'rer gehn,

    Suche mir versteckte Stege

    Durch verschneite Felsenhöh'n?


    Habe ja doch nichts begangen,

    Daß ich Menschen sollte scheu'n, -

    Welch ein törichtes Verlangen

    Treibt mich in die Wüstenei'n?


    Weiser stehen auf den Strassen,

    Weisen auf die Städte zu,

    Und ich wand're sonder Maßen

    Ohne Ruh' und suche Ruh'.


    Einen Weiser seh' ich stehen

    Unverrückt vor meinem Blick;

    Eine Straße muß ich gehen,

    Die noch keiner ging zurück.

    MUZIEK: http://www.youtube.com/watch?v=xjuMgK9SimI&feature=related


    Foto

    Alles ontstaat tussen 'droom' en 'werkelijkheid' -

    Over het jongste boek van Ludo Noens

    De klacht is terecht: in zogenaamde boekenzaken is nog weinig meer te vinden dan fotoalbums omtrent koken, reisgidsen en opgeklopte, tot de prijzenpot veroordeelde, doch volstrekt onleesbare romans van schrijvers die leven van hun naam, welke nu eenmaal niet mag ontbreken op het salontafeltje van de 'interloktueel'. Ook de obligate tijdschriften bieden naast reklame nog slechts lang achterhaalde, in columns gegoten meninkjes van TV-vedetten met weliswaar lange tongen doch lege hoofden. Wie zich vandaag beperkt tot de magazijnen waar de massa koopt, koopt pulp: Cultuur speelt zich in deze tijd weer exclusief af in de marge: echte gedichten schuwen glad papier en over de nu vernieuwende boeken hoor je pas binnen tien jaar op canvas praten - àls die al ooit in het commerciële circuit terechtkomen. Wie artistiek bij wil zijn, dient zich uit te rusten met speciale antennetjes, en die verwijzen naar heel andere publicaties: geen fotobrochures over koken of over citytrips, maar nog echt spannende romans met gevleugelde fantasie, fictie die de 'werkelijkheid' inhaalt, en inspirerende inhoud waar over na te denken valt en ook vruchtbaar over te converseren.

    "Bannelingen uit Droomtijd" (*) is zo'n roman - geheel in de marge, waar de cultuur van deze nieuwe tijd gedijt - al noemt hij zichzelf heel bescheiden 'novelle'. Het volume telt weliswaar geen duizend pagina's maar de inhoud heeft tentakels die zowat alles updaten en onderling relateren wat met de themata van Ludo Noens zijn jongste boek te maken heeft, want deze auteur is bekend om zijn historische nauwgezetheid en om zijn vermogen een veelheid van creatieve verbanden naar de oppervlakte te brengen.

    Het tijdskader van de 'vertelling' in "Bannelingen uit Droomtijd" (*) is het controversiële tijdsgewricht van de "flower-power" dat intussen alleen de gepensioneerden onder ons nog hebben meegemaakt: de tijd van de drugsexperimenten die naar werelden leken te leiden die verwant bleken met die van de oudste culturen waaruit onze grote religies en levensbeschouwingen ontsprongen. "Hier ging het niet meer om de zoveelste sociale of politieke omwenteling, maar om een ontologische verschuiving". (p. 79) Meer bepaald filosoferen de personages op verhalende wijze over die heel bijzondere bewustzijnstoestand die het grensgebied bestrijkt tussen de droom en de waaktoestand in: de lucide droom, in de voorgaande eeuw reeds verkend door de Nederlandse psychiater en schrijver, Frederik Van Eeden, die in deze droomvorm naar zijn eigen zeggen met zijn overleden zoon heeft gepraat. Hoe dat mogelijk is, verklaart Noens evenwel niet op een positief wetenschappelijke manier; hij toont wél dat er andere, evenwaardige verklaringsmethoden zijn én hij laat ook zien dàt zoiets mogelijk is.

    De "sixties" verwijzen naar de tijd der Oepanisjaden én naar de religieuze bronnen van de Aboriginals: "De Aboriginals, de oorspronkelijke bewoners van Australië, noemen het alchéringa of Droomtijd (...)", waarin het concrete, het aardse, uit de droom, uit de hemel, werd geschapen, "(...) Maar een onomkeerbare catastrofe zorgde er op een dag voor dat de verbinding tussen hemel en aarde definitief werd verbroken". (p. 81) Noens' novelle werpt ook licht op wat in de parapsychologie de "materialisaties" heten, de "Toelpa's" of de "succubussen", en het doet allemaal denken aan de "kat van Schrödinger"; het onderbepaalde dat pas middels de bewuste toeschouwer zijn definitieve vorm krijgt omdat alles intersubjectief zou zijn. Bovendien bevat het werk een genuanceerd maatschappijkritisch luik dat weerstand biedt aan geschiedenisverdraaiingen die de wondere tijd van de sixties willen banaliseren omdat hij alles behalve past in de onverbiddelijke Westerse economie en in onze Big Brother-wereld: "Onze wetten, economische structuren, wereldbeschouwelijke en religieuze instituten, sociale gebruiken en gedragspatronen zijn historisch geëvolueerd, en dit wordt allemaal verkeerdelijk vereenzelvigd met het leven op zich" (pp. 54-55).

    "Bannelingen uit Droomtijd" (*) zal binnen twintig jaar een best-seller zijn. Het boek werd vandaag gratis verspreid onder de abonnees van Portulaan - een cultureel tijdschrift dat zijn naam niet gestolen heeft en dat vandaag zijn vijfentwintigste jaargang ingaat!

    (*) Zie: http://www.bloggen.be/ludonoens/  

    (Jan Bauwens, 1 januari 2009)



    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Inhoud blog
  • PAS VERSCHENEN * VAN LIBRICIDE NAAR GENOCIDE
  • PAS VERSCHENEN * VAN LIBRICIDE NAAR GENOCIDE
  • Het eindstation
  • a
  • Isaac
  • Meilied
  • Nosferatu (video)
  • Wij waren (video)
  • Johann Pachelbel, Canon (synthesiserversie)
  • Zo is de dood
  • Hoe gezond is sport? Een interview met Omsk van Togenbirger
  • Het recht van de sterkste
  • 12.12.12.
  • Over het gebruik van de patiënt in de eenentwintigste eeuw. Een interview met Omsk Van Togenbirger-De Waelekens
  • De dienaar van
  • actueel: het orgaan
  • Juniregen
  • U moet er af!
  • Koningin Elisabethwedstrijd voor Viool 2012
  • De geest in de fles
  • Inzicht
  • Het magazijn
  • Erosie
  • Kort
  • De eeuwige wederkomst
  • Het hiernamaals
  • Over het ware lot van de mens - Een interview met Omsk Van Togenbirger-De Waelekens
  • Het wezen van de vrolijkheid
  • Dante's afdaling ter helle (3)
  • Dante's afdaling ter helle (2)
  • Dante's afdaling ter helle (1)
  • De tijd
  • De ets
  • Het cultuurbegrip van Stephanos
  • Opstanding
  • Rijk en dom
  • Over de verschillende graden van dood zijn
  • Koude oorlog
  • Het Bureau Voor Onoplosbare Zaken
  • In de kelder
  • Mijn oude grootmoeder
  • De laatsten zullen de laatsten zijn
  • Leugens
  • Enkelvoud
  • Zonde
  • Adieu, groots firmament vol fonkelende sterren!
  • Christus en de kardinalen
  • Het labyrint
  • Het geloof en de werken
  • Sparen en plunderen
  • Zijn wij dan niet de echo onzer verzinsels?
  • Gesprek in de winter
  • Inspiratie
  • Tourette
  • Kwalen zijn geen kwalen. Een stukje voor de eerste winterdag.
  • Koude winters...
  • De toren
  • De fles
  • Kwakzalvers
  • Fijn wit zand
  • De wolk
  • Water & Over de klimaatsverandering
  • Spoken
  • De nieuwe god
  • De witte krokodil
  • Geloof (1)
  • Orde
  • In de toekomst is geen heil...
  • Kaos
  • Doeltreffende medicatie
  • Surrealistische werkelijkheid
  • De gasknop
  • Van Togenbirger's 'atheïsme'
  • Zomer
  • Mijnheer Dupont en de mal van het Zijn
  • Het ei van mei
  • Martha
  • Een zeer gezond besluit
  • Aan de ontbijttafel - illustratie
  • Aan de ontbijttafel
  • Milieuleugentjes om bestwil?
  • Het tanen van de Noord-Atlantische drift
  • Februari
  • Tijd is krediet
  • Het hoofdgerecht des levens dis...
  • Wij waren
  • Saint-Denis
  • Stenen en mensen
  • De binnen- en de buitenkant
  • Thuis
  • Doorheen de winterse depressie
  • Een lucide droom (illustratie)
  • Een lucide droom
  • Wiens brood men eet...
  • Evolutie en inwikkeling
  • Sneeuw
  • Bijwerkingen
  • De lucide droom
  • de golem
  • De golem
  • Domesticatie
  • De tijd gaat achterwaarts te vierklauw
  • Worden wij abstract, mijnheer?
  • Kinderarbeid, organenhandel, zwartwerk en Rechtspraak
  • Over een zucht van een nog heel ander kaliber dan de hebzucht
  • Overbevolking
  • Bram Stoker
  • Kinski
  • N
  • Nosferatu
  • de tuinen
  • De tuinen
  • Het Eeuwige Vuur
  • Het boek
  • De Goede Deur
  • Vlees (roman) - 1
  • Verrijzenis
  • Depressies
  • Inbraak
  • Sonate voor Harpsichord en Cello
  • Het is begonnen!
  • Over redelijkheid en klare taal...
  • De tijd vliegt
  • Panta rei
  • Glazen muren en casino's vol attracties!
  • Der Erlkönig grafiet
  • Der Erkönig (J.W. von Goethe)
  • De winter en de dood
  • Aanhangsels
  • Extase
  • Verbloemingen
  • Voornemens
  • Het gelijmde been (3): De toverstok
  • De lange baan
  • God of de duivel
  • Het gelijmde been (2)
  • Die eerste dagen van november
  • Harken
  • Is mijn geld safe?
  • Herfst
  • Het gelijmde been
  • Eten
  • Verslavingen
  • Kunst
  • Ellende
  • De burcht
  • Geheim en identiteit
  • Hongersnood
  • Rood als duizend rozen
  • Op een vergadering...
  • De molen
  • De poolster
  • Het Orgaan
  • Het boek
  • De twee geschiedschrijvers
  • De Laatste Reis
  • De Laatste Reis (illustratie)
  • De Goede Deur
  • De Onderwereld (roman)
  • Water
  • De Overname
  • Solvejg’s Lied
  • Septembernacht
  • Die Nacht…
  • Die nacht (illustratie 2)
  • Spiegels
  • Over het verouderingsproces
  • Het Credo
  • De Afwas
  • Absolute macht
  • Trillingen
  • Maria
  • De Messias
  • Het Spel van de Wereld
  • De nieuwjaarsramp
  • Het argument
  • Zuster Olympia
  • De Meester
  • DE TUINEN
  • Janus of van de Aliënatie
  • De Neuzen van Tsjernobyl
  • Het Eeuwige Vuur
  • Vladslo, en andere plaatsen...
  • De dood is een gedachte
  • Het 'bijna-leven'
  • Het kind
  • De Apologie van de Eeuwigheid
  • De heer die zichzelf in stukjes hakte
  • Het gesprek
  • Een sollicitatie
  • De Omkering van alle dingen
  • Transsubstantiatie
  • De pikorde
  • De wedloop
  • De virtuele veiligheid
  • Dode handen
  • Samen thuis
  • Het Laatste Oordeel
  • SINTERBUIS
  • Gedenkteken

    Hoofdpunten blog omskvtdw2
  • De spiegel
  • De job
  • De Wrat (1)
  • De Wrat (2)
  • De Wrat (3)
  • De Wrat (4)
  • De Wrat (5)
  • DE VERGEETPUT
  • DE TUMOR
  • DE BEHEERDER VAN HET LABYRINT
  • De beheerder van het labyrint (vervolg)
  • Meer verhalen
  • DE HEMEL EN DE GOOT
  • meer verhalen

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Hoofdpunten blog musica
  • Audio-visuele installatie "Harvest Bell" (Dirk D'Hulster)
  • Koningin Elisabethwedstrijd
  • Nosferatu
  • Koningin Elisabethwedstrijd voor Piano 2021
  • Adagio liedcyclus
  • Meilied (muziekvideo)
  • Oh dichosa ventura (muziekvideo)
  • Nosferatu (video)
  • Wij waren (video)
  • Muziekvideo's J.B
  • muziekbestanden J.B.
  • Ave Maria
  • Pianoconcerto 14: Daer zat een sneeuwwit vogeltje
  • Te Deum laudamus10
  • Te Deum laudamus9
  • Te Deum laudamus8
  • Te Deum laudamus7
  • Te Deum laudamus6
  • Te Deum laudamus5
  • Te Deum laudamus4
  • Te Deum laudamus3
  • Te Deum laudamus2
  • Te Deum laudamus1
  • Harpsichord 2 verlengd met cello
  • Pianoconcerto 7 Apocalyptische Dans
  • De zee
  • De geschiedenis van de panfluit
  • Requiem - delen 4 tot 7
  • Requiem - deel 3
  • Requiem - deel 2
  • Requiem - deel 1
  • Keldertrappen - nr. 8/8
  • Keldertrappen - nr. 7/8
  • Keldertrappen - nr. 6/8
  • Keldertrappen - nr. 5/8
  • Keldertrappen - nr. 4/8
  • Keldertrappen - nr. 3/8
  • Keldertrappen - nr. 2/8
  • Keldertrappen - nr. 1/8
  • Harpsichord 13 verbeterd
  • Harpsichord 12
  • Harpsichord 11
  • Harpsichord 10
  • Harpsichord 9
  • Harpsichord 7
  • Harpsichord 6
  • Harpsichord 5
  • Harpsichord 3
  • Harpmuziekje
  • Trompetsonate
  • Nostalgia
  • K 2007
  • Goldbach Variaties
  • Pop 5
  • Pop 4
  • Pop 3
  • Pop 2
  • Pop1
  • Drie ontstemde klavieren
  • muziekvideo
  • portretten componisten
  • Pianoconcerto 14, Daer zat een sneeuwwit vogeltje, Jan Bauwens, Serskamp, 2004.
  • Klarinetconcerto 1 Jan Bauwens Serskamp 2004
  • Kort symfonisch gedicht
  • Door de neevlen van de avond (uit: Adagio van Felix Timmermans)
  • Onze-Lieve-Vrouw van Vlaanderen
  • Gebed voor het Vaderland
  • Boskaboutersymfonie
  • Bomen
  • Victoria lucis
  • Gitaarconcerto 1 "Portulaan"
  • vioolconcerto 1: deel 5 van 6
  • Klarinetconcerto 3: deel 3 van 3
  • Klarinetconcerto 3: deel 2 van 3
  • Klarinetconcerto 3: deel 1 van 3
  • pianoconcerto nr 15
  • Pianoconcerto nr 5 deel 5 van 6
  • Pianoconcerto nr 5 deel 4 van 6
  • Dans
  • Titan
  • Tsunami symfonie
  • Sint-Franciscussymfonie: deel 6 van 6
  • Sint-Franciscussymfonie: deel 5 van 6
  • Sint-Franciscussymfonie: deel 4 van 6
  • Sint-Franciscussymfonie: deel 3 van 6
  • Sint-Franciscussymfonie: deel 2 van 6
  • Sint-Franciscussymfonie: deel 1 van 6
  • Harpmuziekje
  • minimal1
  • Ave Maria
  • Juan de la Cruz' Canciones 7 van 7
  • Juan de la Cruz' Canciones 6 van 7
  • Juan de la Cruz' Canciones 5 van 7
  • Juan de la Cruz' Canciones 4 van 7
  • Juan de la Cruz' Canciones 3 van 7
  • Juan de la Cruz' Canciones 2 van 7
  • Juan de la Cruz' Canciones 1 van 7
  • Tsunami symfonie (Jan Bauwens)
  • Junisymfonie (J. Bauwens)
  • O dichosa ventura
  • Goldbach Variationen voor Piano Solo (J. Bauwens)
  • Orgelconcerto 3 J Bauwens Serskamp 2008
  • Orgelconcerto 2 J Bauwens Serskamp 2004
  • orgelconcerto 1 J Bauwens Serskamp 2004
  • -
  • achtergrond

    Boeken van dezelfde auteur.
    Om een boek te lezen, klik op de prent van de flap.

    Foto

    Foto

    Foto

    EN FRANCAIS:
    Foto
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Beluister hedendaagse klassieke muziek van dezelfde auteur: klik op de prent van de weblog hieronder.


    Foto

    Foto

    Foto

    Warm aanbevolen:
    Pas verschenen: "Kamers", van Dirk  Biddeloo, grootmeester van de tragie-komedie:
    Foto

    “O jerum jerum jerum…”

     

    “Streuvels is een Vlaamse Dostojevski; Vansteenbrugge, een hedendaagse Streuvels.

    Stijn Streuvels stelde het harde boerenleven te boek net voor het voorgoed verdween.

    Zijn dorpsgenoot, de befaamde chirurg, auteur, kenner en bewonderaar van de Griekse Oudheid, stichter van Vlaanderens mooiste loopkoers en gewezen senior seniorum, dr. Kris Vansteenbrugge, deed hetzelfde met het Vlaamse studentenleven van weleer.

    Een rijkdom aan cultuur en een niet te missen historisch document, op meesterlijke wijze vorm gegeven in een authentieke Vlaamse realistische roman die leest als een trein.”
    (J.B.)

     

    Alle info: klik op de kaft:

     


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    De nieuwe poëziebundel van
    Guy van Hoof
    (*) is uit:
    "Bekentenissen"
    Meer info: klik op de flap hier onder.
    (*) De dichter heeft een plaats in de top drie van Omsk's voorkeurlijstje der Nederlandse dichtkunst


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    VAN DEZELFDE AUTEUR:
  • bloggen.be/musica/
  • bloggen.be/tisallemaiet/
  • bloggen.be/hetgoedezoeken/
  • bloggen.be/heteindedertijden/
  • bloggen.be/popvtdw/
  • bloggen.be/bethina/
  • bloggen.be/mithrasgijzeling/
  • bloggen.be/theartofmusic/
  • bloggen.be/tiktak/
  • bloggen.be/mathematicachristiana/

    VAN DEZELFDE AUTEUR: MUZIEK: COMPUTERGESTUURDE UITVOERINGEN IN MP3 EN MUZIEKVIDEO:
  • bloggen.be/musica/
  • bloggen.be/popvtdw/
  • bloggen.be/iserlevennadedood/
  • bloggen.be/spiritus/
  • bloggen.be/ontstaansvraag/
  • bloggen.be/onlifeafterdeath/

  • OVER MUZIEK:
  • bloggen.be/theartofmusic

  • CHRISTENDOM VERSUS FYSICALISME:
  • bloggen.be/bethina/
  • bloggen.be/bethina2/
  • bloggen.be/bethina3/
  • bloggen.be/bethina4/
  • bloggen.be/bethina5/
  • bloggen.be/bethina6/
  • bloggen.be/schepping/
  • bloggen.be/prudence/
  • bloggen.be/andthelightshineth/

  • CHRISTENDOM VERSUS KERKENDOM:
  • bloggen.be/mithrasgijzeling/

  • TELEOLOGIE:
  • bloggen.be/heteindedertijden/

  • EDUCATIEF:
  • bloggen.be/hetgoedezoeken/

  • WISKUNDE, LOGICA EN TELEOLOGIE:
  • bloggen.be/mathematicachristiana/
  • bloggen.be/mathematicachristiana2/
  • bloggen.be/paradoxes/

  • SPORT EN GEZONDHEID
  • bloggen.be/metamanagement/

  • Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 03-2023
  • 12-2020
  • 08-2017
  • 06-2017
  • 01-2017
  • 07-2015
  • 12-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 12-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 04-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 05-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 05-2006
  • 03-2006
  • 01-2006
  • 09-2005



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs