De mooiste gedichten uit de Nederlandse letterkunde verzameld en gekozen uit www.bloggen.be/thuishaven
Welkom in mijn thuishaven en geniet van deze gouden gedichten. Geen rijker kroon dan gedichten schoon. Mijn moedertaal is wonderzoet voor wie haar geen geweld aandoet. Elke vrijdag een gouden gedicht.
15-12-2014
Novemberdag. Annie Salomons
De wind is, buiten adem zich gelopen,
op één plek blijven staan, en ijzig blazen
zijn moeë longen, lucht met zware stoten.
De wegen staan schamplichtend in de plassen,
want de dag ligt woest te wenen op de aarde,
om haar geboorte, en hand wringend smeekt
zij, om een vroege dood in wijde nachtarmen.
Een lange stoet van dode dromen,
gaat spokig zacht langs mijn ogen heen,
de bladeren vallen van de bruine bomen,
mist hangt op de aarde te wenen, te wenen.
Een lange stoet van zwarte vrouwen,
loopt langs de graven te wenen, te wenen,
de lange sluiers van zwarte rouw,
schuren jammerend stil langs de kille stenen.
15-12-2014, 00:00
Geschreven door André
14-12-2014
Oud lied. Annie Salomons
Wie rijdt daar langs de holle brug,
en gaat de poort rameien,
met jonge, onbuigbaar sterke rug,
een mond die afdwingt, fel en stug,
maar ogen die vleien, vleien?
Wie roept daar luid met barse klem,
ik zal de grendels breken,
o wonderlijk verlangde stem,
waar hoorde ik hem, hoe droomde ik hem,
welk antwoord moet ik spreken?
Ach ridder, sterk tot de schoonste strijd,
held, die van ver gekomen zijt,
wil hier uw krachten sparen.
De jonkvrouw die hier binnen leit,
die slaapt al duizend jaren,
en wie haar ook volhardend zocht,
of ziedend om haar liefde vocht,
nog niemand die haar wekken mocht.
14-12-2014, 00:00
Geschreven door André
13-12-2014
Voor al die jaren. Annie Salomons
Voor al die jaren dank ik u,
dat gij mij verre waart nabij,
dat liefde, die vogel vreemd en schuw,
was zwevend tussen u en mij,
voor al die jaren dank ik u.
Voor duizend nachten schone droom,
die nimmer een vervulling vond,
en die ik genoot met dieper schroom,
dan de enkele kussen van uw mond,
uw droeve, donkere mond.
Nu aan de drempel van een rijk,
waar nieuw, waar tastbaar heil mij wacht,
heb ik plots zo fel aan u gedacht,
dat ik voor de werkelijkheid bezwijk.
Uw verre handen, sterk en zacht,
waar vind ik hun gelijk,
na zoveel jaren over u
verdroomd, verdicht in mijmerij,
lijkt waarheid slechts een waanbeeld nu,
laat ooit herinnering mij vrij?
Hoe dank ik u, hoe vloek ik u,
voor al die schone jaren?
13-12-2014, 00:00
Geschreven door André
12-12-2014
Kinderspel. Annie Salomons.
Nu weet ik het allemaal, allemaal weer,
hoe het was, zoveel jaren geleden,
hoogwit was de gang in het schitterend licht,
en een loper ving de klank van onze schreden.
Stil waren wij samen de zaal uitgevlucht,
jij, miniatuur cavaliertje,
en ik, een klein meisje met loshangend haar,
en wij flirtten op een kindermaniertje.
Jij keek naar de zolder, ik keek naar omlaag,
toen heb jij mijn waaier genomen,
geschuifel van voeten, muziek kwam heel vaag,
en wekte veel wondere dromen.
Jij waaiende het dons van mijn jurk, trillend sloeg
op mijn hals, en wij durften niet praten,
mijn hart klopte snel, en mijn bloed bonzend joeg,
de gang was zo vreemd, zo verlaten.
Toen keek jij me aan, en ik werd helemaal rood,
jij nam zacht mijn hand in de jouwe,
en je zei dat ik mooie was, en lief en al groot,
en je vroeg, of ik met jou wilde trouwen.
In de gang en daarna bij muziek en bij dans,
onder het zwieren, al woester al heter,
beschikten wij voor het verder leven het al.
Twee piepjonge kinderen verliefd op een bal,
slechts dronken van jeugd, in muziek en van glans,
maar lief, weten wij het nu eigenlijk wel beter?
12-12-2014, 00:00
Geschreven door André
11-12-2014
Liefdeslied. Annie Salomons
Als je komt mijn lief, zal de kamer je niet vreemd zijn,
en de muren zullen niet van je schrikken,
en als je mij in je armen neemt,
zal de spiegel niet kijken met boze blikken.
Als je komt mijn lief, als je komt in de nacht,
zal de deur niet opgillend je komst verraden,
en als je hees bent van passie, en pijn doet van kracht,
dan zullen mijn blanke madonna's niet smaden.
Maar om ons zullen zij zegenend hun liefde verbreiden,
om jou te beschermen, als weloude vriend.
Want zij kennen je naam, en je liefde en ons lijden,
zij hoorden hoe vaak mijn verlangen om je schreide,
en zij weten hoe lang ik je al heb bemind.
1904
Rotterdam 1885- Den Haag 1980
11-12-2014, 00:00
Geschreven door André
10-12-2014
Herfststorm. Käthe Mussche
Hoe bont en blij gespikkeld zijn thans de rosse kruinen
van de bomen, dromend in de stille schaduw van de tuinen,
die zwijgen, nu het avondt.
De broze lovers rillen, wanneer de winden zuchten,
terwijl vlammen rafelen in de schemervale luchten,
als kleurig kleed gehavend.
Het dwarrelt rood, het dwarrelt geel, de bladeren stuiven
als vlinders licht, als bloemen of als gouden duiven,
rap wiekend hier en ginder.
De stilte sterft, de norse vlagen vallen bruisend
op rosse kruinen, en de ochtend tuimelt ruisend
het laatste blad, het is winter.
10-12-2014, 00:00
Geschreven door André
09-12-2014
Het licht getijde. Käthe Mussche
Het licht getijde bloeit als een rozelaar open,
en leeft zijn fijne en sterke vreugde uit,
als een glanzend dier uit een donker hol gekropen,
neemt het zonnevuur de wijde dag tot buit.
De luwe wind, uit stilte's huis geslopen,
waait dartele schaduwen van takken op mij ruit,
en tussen twijgen, goud van gloed bedropen,
hoor ik hoe de merel een liefdessprookje fluit.
Thans mag ik weer de oude wegen lopen,
en slaat het fonkelend vuur mij tot een bruid,
de hemelen zijn vol feestelijk geluid.
Rijk uit wensen en moedig hopen,
tot eeuwig heil en troostelijk bekoren,
is de schoonheid als een schaterend kind herboren.
09-12-2014, 00:00
Geschreven door André
08-12-2014
Tot de zomer. Käthe Mussche
Zomer, laat uw tedere kleuren bloeien,
als een fluwelen gloeien,
in uw hoven.
De winter deerde fel veel klare klanken,
leeg van lied en danken,
leeg van loven.
Rezen uit de nacht de vale dagen,
druk doorjoeld van vlagen,
wild van regen.
Zomer, zendt uw heir van luwe winden,
dat zij stuwend stuiven lijk de hinden,
langs de wegen.
Feestelijk mogen de vogels fluiten,
wijl niet langer mijn wensen muiten,
noch staag mokken.
Kinderblije spelen door uw rijken,
dat het dorre en dreigend zwijgen wijken,
zang van klokken.
Roep de stille bloemen stralend open,
als eindelijk een fijn vervulde hoop,
na lang talmen.
Zomer, laat uw dappere vlammen spoelen,
dat ik schouwe uw glanzig gouden doelen,
sterk in het strijden.
08-12-2014, 00:00
Geschreven door André
07-12-2014
Regen. Käthe Mussche
Er is geen liefde door de dag, de regen valt,
en strijkt de muren grijs,
de laatste luide wijs,
is in de jonge zachte morgen al verschald.
De matte zon is vroeg al tot de nacht gegaan,
en brandt op gene ruit,
een leeg vogelgefluit,
dorst niet een volle toon door het bol gebladerte te slaan.
Het regendruilen zeurt mijn dapper loflied stom,
en tergt mijn mooie moed,
ik zin wel sterk en vroed,
maar regen rommelt wel staag op zijn laffe trom.
Er is geen liefde door de triest gerekte dag,
de huizen hunkeren stil,
waar leeft het windgeril,
dat eindelijk, eindelijk wekt de wappering van een vlag?
De regen valt, er is geen liefde door de dag.
07-12-2014, 00:00
Geschreven door André
06-12-2014
Lentedag. Käthe Mussche
Hoe geurt de dag, hoe tuit en fluit en tiereliert
in haagdoorn blank, en bottend struweel,
thans vink en merel, al het gepluimd en bont gedierte
in slag getriller, en het kinderblije fijn gekweel.
Is daar een vreugdige vedelaar al vroeg aan het spelen,
die roerend zijn snaar de lachende lente viert,
of is allicht door hooggerichte en ranke abelen,
melodieus een welgezinde wind gezwierd?
De dag is vol van wonderen en geheimen rijk,
dat ik als vreemde langs mijn oude wegen zwerf,
ik sta verrast, omdat ik al het leeg klagen derf,
en zie van pijnen plots de rappe, rappe wijk.
Nu bloeit en brandt het ten alle kanten, o de lucht
raakt klinkend van het hel geroepen vrank gerucht.