Ik ben een schelp uit de eeuwige zee van het al-zijnde,
broos en wit, met tedere tinten der diepten waaruit ik kom,
met de machtige zang der wateren ruisend in mijn hart,
en sourdine.
Ik weet niets van de afgronden die mij schiepen,
ik weet niet welke voetstap mij zal vermorzelen tot stof,
ik weet niet welke wind mij zal delven,
zwaar onder het zand waar ik lig.
Ik ben en blink in de zon,
en de zon is goed, en de geur der wilde kruiden
doordrenkt mijn heimelijkste bouw.
En de zee is schoon en glanst,
en de wolken zijn dansende vrouwen,
en de wind is nog zacht en streelt.
Het is een eeuwige droom,
het is een eeuwige verrukking,
het is een goddelijke al-liefde.
Want ik leef.
11-01-2017, 00:00
Geschreven door André 
|