Mijn hart hangt als een lampje voor uw beeld,
dat in een nis door de avond wordt omdonkerd,
zie, hoe verblijd het liefdevlammetje flonkert,
en hoe beschroomd het rode schijnsel speelt
op uw aanminnig beeld.
Het flonkt zo hel door het venstertje van eerbied,
ter hoogte van uw goud-geschoeide voet,
ik ben verrukt als gij voor kleinen goed,
op het gloeiend hart,
op het groeiend vlammetje ook neerziet.
Is het u zo wel? Bevalt u het simpel licht?
Mag het altijd zo voor uw voeten blinken?
En zult gij steeds, bij het rijzen of bij het zinken
der zon, uw blik gemoedelijk gericht
houden op het harte-licht?
Ik wil al mijn glans hier bij uw beeld vergloren,
totdat de wiek der levensolie derft,
maar wen hij dan, na zwak geflakker, sterft,
hij worde hoog toch, voor uw troon herboren.
28-07-2017, 00:00
Geschreven door André 
|