We zijn de 36de week van 2025
De mooiste gedichten uit de Nederlandse letterkunde verzameld en gekozen uit www.bloggen.be/thuishaven
Welkom in mijn thuishaven en geniet van deze gouden gedichten. Geen rijker kroon dan gedichten schoon. Mijn moedertaal is wonderzoet voor wie haar geen geweld aandoet. Elke vrijdag een gouden gedicht.
10-01-2016
Lente en zomer 3. Hélène Swarth
Wat zal ik met mijn verlangen doen,
nu de wind de wolken heeft verdreven,
en de merels al juichen om het heerlijk seizoen,
in het licht herleven?
Wat zal ik met mijn verlangen doen,
nu al de knoppen, de lentebomen
en de struiken ontsluiert, belofte van groen,
mijn dronken dromen?
Wat zal ik met mijn verlangen doen,
nu narcissen en tulpen al gloeien,
en hyacinten al vlammen in zonnezoen,
er blij van bloeien?
Wat zal ik met mijn verlangen doen,
wanneer bedwelmd door de blauwe seringen,
de nachtegaal klaagt in het mei-plantsoen,
er zoet van zingen?
10-01-2016, 00:00
Geschreven door André
09-01-2016
Lente en zomer 2. Hélène Swarth
Ik ben vol van heimwee naar het gele huis
in het lommer van groene linden,
waar zongen belovend hun neuri-geruis
de dromerige zomerwinden.
Nu wilde ik wel reizen naar het gele huis,
en luisteren naar het suizelen van de linden,
en dromen van liefde in mijn zonnige kluis,
en omhelzen wie trouw ons beminden.
Maar als ik nu belde aan het gele huis,
wat zou ik wedervinden?
Verlaten en levenloos is mijn lieven thuis,
en geveld zijn de zingende linden.
09-01-2016, 00:00
Geschreven door André
08-01-2016
Lente en zomer 1. Hélène Swarth
Zal ik nu blij zijn om bloemen,
enkel om bloemen en lenteblauw,
zal ik vergeten nu bijen zoemen,
zal ik vergeten waarom ik rouw?
Zal ik nu dromen om rozen,
enkel om rozen en zonneschijn,
zal ik vergeten mijn hart bevrozen,
zal ik vergeten mijn wondepijn?
Zal ik nu zingen om blauwe seringen,
enkel om seringen en anders niet,
zal ik nu zingen lijk merels nu zingen,
zal ik nu zingen mijn meielied?
08-01-2016, 00:00
Geschreven door André
07-01-2016
Lentelied 4. Hélène Swarth
Reukofferanden van rozengeuren,
violen en aromen, zie zij mengen
tot één festijn de koele en warme kleuren,
en paren vogelzangen aan windeneuren,
en zonnezoen aan avond schaduw lengen.
Voel, de adem van God doorzoelt de luchten,
gelijk een lam geleid naar de bloemenweiden.
Als lentesneeuw van anemonen viel
in het blijde bos, waar het vleienwindje kust
de blonde knoppen, en wiegt in luwen lust
de blaadjes klein, wie het wonder weer geviel.
Wanneer de aarde opbloeit na kille dodenrust,
en de meizon goudvonkt als een wentelend wiel
in blauwe hemelvelden, dan leeft mijn ziel.
07-01-2016, 00:00
Geschreven door André
06-01-2016
Lentelied 3. Hélène Swarth
De blanke meidoorn geurt verlangen zwoel
zijn weelde aroom, lijk honing zoet te proeven
in de avondlucht, waar het liefdeloom blijft toeven
en streelt de hemel, bleek van voorgevoel.
Een donker onweer komt zijn droom bedroeven,
en alles wacht, geen klank van stadsgewoel
bereikt mijn oor dan, jagend naar zijn doel,
van ver een tram het angstig klagend zoeven.
Het loof wordt zwart, de meidoorn schemert flauw,
de bange vogels ritselen in de struiken,
geen enkele ster komt fonkelen in het hemelgrauw.
Een blauwig schicht doet mij plots de ogen luiken,
dof gromt de donder, regen klettert lauw,
en in de regen is heel de mei te ruiken.
06-01-2016, 00:00
Geschreven door André
05-01-2016
Lentelied 2. Hélène Swarth
Violen blauw als reine meisjesogen,
die wachten op een wonder in de meinacht,
half bang, half blij, met prille dauw bevracht,
die lenteblauw zo diep heeft ingezogen.
Dat zelfs bij regen in u de hemel lacht,
de azuren lach waarheen mijn dromen vlogen,
als dronken vlinders fladderend opgetogen,
op de open kelken waar de honing wacht.
Gij zijt al te vroeg in de aarde verholen,
ogen van meisjes die herleven deed
in blauwen bloei van vragende violen,
de lente-weemoed van haar liefdeleed.
Terwijl de arme zielen vredezoekend dolen,
van zwervens moe, tot sterven niet gereed.
05-01-2016, 00:00
Geschreven door André
04-01-2016
Lentelied 1. Hélène Swarth
Zie de weiden wit van madelieven,
de wouden groen van blijde meiblaadjes,
de meidoorn wuivend blanke wierookvaatjes,
en elke boom vol vogels die er lieven.
Nu bloeit alom wat droomde in blonde zaadjes,
en de aarde vergeet haar bange wintergrieven,
en zendt haar duiven, dat zij het blauw doorklieven,
en zoet roekoeën in het loof der paadjes.
De felle wind vol groen en bloem-aromen,
fluwelig strelend, vleit en zoent mijn wangen,
en wekt mijn lang in slaap geweende dromen.
Tot al mijn zinnen trillen van verlangen,
en weelde en weemoed wellend overstromen
mijn lenteziel die zwelt van liefdezangen.
1907
04-01-2016, 15:55
Geschreven door André