We zijn de 36de week van 2025
De mooiste gedichten uit de Nederlandse letterkunde verzameld en gekozen uit www.bloggen.be/thuishaven
Welkom in mijn thuishaven en geniet van deze gouden gedichten. Geen rijker kroon dan gedichten schoon. Mijn moedertaal is wonderzoet voor wie haar geen geweld aandoet. Elke vrijdag een gouden gedicht.
30-11-2014
Ik ben een God. Willem Kloos
Ik ben een God in het diepste van mijn gedachten,
en zit in het binnenste van mijn ziel ten troon,
over mijzelf en het al, naar rijksgeboden,
van eigen strijd en zege, uit eigen krachten,
en als een heir van donkere, wilde machten,
joelt aan mij op en valt terug, gevloon,
voor het heffen van mijn hand, en heldere kroon.
Ik ben een God in het diepste van mijn gedachten,
en toch zo eindeloos smacht ik soms, om rond
uw overdierbare leden de arm te slaan,
en luid uitsnikkende, met al mijn gloed,
en trots en kalme glorie te vergaan,
op uw lippen, in een wilde vloed
van kussen, waar ik niet langer woorden vond.
30-11-2014, 00:00
Geschreven door André
29-11-2014
Schemering. Willem Kloos
Nauwelijks zichtbaar wiegen op een lichte zucht,
de witte bloesems in de schemering, ziet,
hoe langs mijn venster nog, met zacht gerucht,
één enkele, al te late vogel vliedt.
En ver, daarginds, die zacht gekleurde lucht,
als parelmoer, waar iedere tint vervliedt
in tederheid...Rust, o wonder vreemd genucht,
want alles is bij dag zo innig niet.
Alle geluid, dat nog van verre spreekt,
versterft; de wind, de wolken, alles gaat
al zachter en zachter, alles wordt stil.
En ik weet niet, hoe thans dit hart, zo week,
dat al zo moe is, altijd luider slaat,
altijd maar luider, en niet rusten wil.
29-11-2014, 00:00
Geschreven door André
28-11-2014
Zij. Willem Kloos
Ik droomde van een kalme blauwe nacht,
de matte maan lag laag in mistig glimmen,
maar hoog scheen aan de schemerende kimmen,
de klare, wolkeloze sterrenwacht.
Toen, tussen maan en sterren, rees zij zacht,
mij zoeter dan de muze, en scheen een schimme,
wijl ik om haar hoofd, als diademen klimmen
en dalen zag, de gouden sterrenpracht.
O liefste mijn, eer ik een groet vond,
Ave Maria, ruiste het door mijn ziel,
en heel mijn ziel ruiste u toe, één zucht,
totdat op eenmaal door de stille lucht,
al die miljoenen gouden druppels vielen,
en gij als een heilige in die glorie stond.
28-11-2014, 00:00
Geschreven door André
27-11-2014
Beeltenis. Willem Kloos
Zoals daarginds, aan de stille blauwe lucht,
zilverzacht, de half ontloken maan
bloeit, als een vreemde bloesem zonder vrucht,
wier bleke bladen aan de kim vergaan.
Zo zag ik eens in wonderzoet genucht,
uw half verhulde beeltenis voor mij staan,
dan, met zachte glimlach en een zucht,
voor mijn verwonderde ogen ondergaan.
Ik heb u lief, als dromen in de nacht,
die, na een eindeloos heil van eenen stond,
bij de eerste schemering voor immer vloon.
Als morgenrood en bleke sterrenpracht,
iets liefs, dat men verloor en niet meer vond,
als alles, wat heel ver is en heel schoon.
27-11-2014, 00:00
Geschreven door André
26-11-2014
Aan mijn moeder. Willem Kloos
Ik denk altijd aan u, als in die dromen,
waarin een ganse, lange, zalige nacht,
een nooit gezien gelaat ons tegenlacht,
zo onuitsprekelijk lief, dat bij het domen
van de bleke ochtend, nog de tranen stromen
uit halfgeloken ogen, tot wij ons zacht
en zwijgend heffen, met de stille klacht,
dat schone dromen niet wederkomen.
Want alles ligt in een eeuwige slaap bevangen,
in de eeuwige nacht, waarop geen morgen daagt,
en heel dit leven is een wondere, bange,
onzegbare droom, die eens de nacht weer vaagt,
maar in die droom een droom, vol licht en zangen,
mijn droom, zo zoet begroet, zo zacht beklaagd.
Amsterdam 1859-1938
26-11-2014, 00:00
Geschreven door André
25-11-2014
Kent gij het land? Jan Pieter Heije
Kent gij het land waar de citroenboom bloeit,
in het donker loof de sinaasappel gloeit,
een zoele wind de blauwe lucht doorgeurt,
de mirte groeit, de lauwertak zich beurt,
kent gij het wel?
Daarheen, daarheen,
richt ik met u, mijn liefste, mijn schreden.
Kent gij het huis? Op de zuilen rijk en hoog
verheft de zaal haar trotse, brede boog,
het marmer leeft, de beelden zien mij aan,
wat heeft men u, onschuldig kind, aangedaan?
Kent gij het wel?
Daarheen, daarheen,
richt ik met u, mijn liefste, mijn schreden.
Kent gij de berg met het steil en kronkelend pad?
Het muildier baadt zich in het wolkennat,
in holen wonen draken zwart gebroed,
de rots stort neer en over hem de vloed.
Kent gij het wel?
Daarheen, daarheen,
gaat onze weg, gaat onze weg.
25-11-2014, 00:00
Geschreven door André
24-11-2014
Duinenlied. Jan Pieter Heije
Luchtig gesprongen door het mullige duin,
lustig gezongen op helling en kruin,
hoor, in ons lied stemt het lied van de streek,
het bruisen der zee en het ruisen der beek.
Holland, zoet Holland, hoe zwelt ons het hart,
daar waar uw duinwand de zeevloeden tart,
waar al de schatten van uw welige tuin,
grenst aan de dorheid van het stuivende duin.
Nederig van buiten, maar rijk in uw borst,
zijt gij, zoet Holland, door duinen omschorst,
wat u belaagt op de vloed of op het land,
zwicht als de golven voor het schuttende zand.
24-11-2014, 00:00
Geschreven door André