We zijn de 38de week van 2025
De mooiste gedichten uit de Nederlandse letterkunde verzameld en gekozen uit www.bloggen.be/thuishaven
Welkom in mijn thuishaven en geniet van deze gouden gedichten. Geen rijker kroon dan gedichten schoon. Mijn moedertaal is wonderzoet voor wie haar geen geweld aandoet. Elke vrijdag een gouden gedicht.
22-11-2015
Geknakte rozelaar. Hélène Swarth
Hoe roert mijn ziel die trouwe rozelaar,
die stormgeknakt vol milde bloeienswil,
mijn kerkhof-somber, groeven kelderkil
hoveken, troost met rozen wonderbaar.
November streng maakt alle bomen stil,
die zoevend klagen, droeve om het kranke jaar,
hij zond tot moorden de noorderwind met klaar,
blauw zwaard naar het bos, dat wachtte in bang getril.
De grond, staalhard, van bladeren geel en bruin,
voor koning winters intrede rijk tapijt,
kreunt schril van kou. Maar stervende in mijn tuin,
bloeit nog, met wreedgeknakte ranken, en wijdt
de herfst de laatste bleke bloem, die schuin
geslagen boom, al gevend nog tederheid.
22-11-2015, 00:00
Geschreven door André
21-11-2015
Boslaan. Hélène Swarth
Mooi glooit de laan, ruigbruin van beukennoten,
geblond van donzig groeiend bermengras,
droefgroen van mos, blijblank van repen glas
der wagensporen waterval als sloten.
Rouwviolette in wee versteven plas,
golft sombere heide gevlekt met dennenloten
langs de oude laan, die veilig houdt omsloten,
het woud met bomen trouw, uit heldenras.
De beuken rijzen boven het laag krioelen
van nederig mos en kruipend heidekruid,
en nijdige venijnige bonte paddestoelen.
Zo zendt mijn ziel met heimwee ruisgeluid,
om de adem Gods in het hoogste loof te voelen,
haar droom bomen boven het leven uit.
21-11-2015, 00:00
Geschreven door André
20-11-2015
Kerk in juni. Hélène Swarth
Door het lente lindegroen der kerkruiten,
zendt een blanke zon naar het gele kroonkoper,
een brede beek van zilverlicht. Doop er
uw vleugels in en vlucht naar het ruisende buiten.
Mijn hart, hoe wijlt gij in een mensenkerk? Verkoop er
uw vrijheid niet voor vrede. Of moe van het muiten
verkiest gij het orgelklagen boven het fluiten
der vogels? Kom o vreugde in vrede, hoper.
Kom mee waar aarde en zomer hoogtij vieren,
waar vlammen rozen, en scharlaken vruchten,
waar de zee rolt turkozen en saffieren,
waar blanke wolken over blauwe luchten
wandelen als engelen, waar Gods eigen lieren,
de bomen zingen al wat wij maar zuchten.
20-11-2015, 00:00
Geschreven door André
19-11-2015
Op mezelf. Hélène Swarth
Wanneer God mij ontviel, op wie heb ik vertrouwd? Op mezelf.
Op welke rots mijn troon van trots gebouwd? Op mezelf.
Wie bleef mij trouw wanneer liefde hoonde en vriendschap vlood? Ikzelf.
Wie leidde mij door het zwarte smartenwoud? Ikzelf.
Van welk mysterie ondoorgrond durfde ik mijn lied te laten zingen vrij en stout? Van mezelf.
In welke diepe zeeën dook mijn ziel om koralen? In mezelf.
In welke donkere mijnen dolf ik goud? In mezelf.
Waar stapelen zich de jaren tot grijze wolken droef en ijzig koud? In mezelf.
Uit mezelf ben ik getreden, anders klonk mijn lied mij in de oren,
waarin mijn ziel gejuicht heeft en gerouwd, om mezelf.
Ik bladerde in mijn boek van jeugd met koele bevreemding,
en ik wijt mijn leed aan ik weet niet welke fout, van mezelf.
Ik heb heel de wereld aanschouwd, in mezelf.
19-11-2015, 00:00
Geschreven door André
18-11-2015
Gevelde linden. Hélène Swarth
O wreed vermoorde lieve zomerlinden,
vol merelzang en blonde maanlicht-sproken,
waagden nauwelijks uw bladsmaragd te kraken,
met zijden vleugels tedere suizelwinden.
Hoe kont gij, milde aan lommer en bloezemroken,
voor het slechte werk de ruwe beulen vinden,
die het schandmerk branden, en de stroppen winden
rondom uw toppen, martelaren ongewroken.
Gelijk een pelgrimsstoet, in lange reien,
zie ik al de linden van mijn dreven komen,
eentonig droef doorklaagt mijn ziel haar schreien.
En ik wil herkennen tussen al die bomen,
mijn linde lief, wier koele bladermeien,
ruisen aan het raam waar mijn jeugd zat te dromen.
18-11-2015, 00:00
Geschreven door André
17-11-2015
Uit mijn kinderjaren. Hélène Swarth
Een sombere tuin waar de kloosterklokken tampen,
een muur van populieren vormt de horizon,
uit de blanke lucht komt een zwakke zilverzon,
het golvend lover even bevend schampen.
In het grijze kerkje zingt een bleke non,
in het matte licht van donzen wierookdampen,
extatisch rein van vrede in levensrampen,
en hoe de hemel de aarde ten laatste overwon.
Aan het venster zingt een klein vijfjarig meisje,
op het blanke voorhoofd brandde God al zijn merk,
de stemming in het vrome paradijsje.
Vol zacht zang weergalmt uit de kerk,
die eens z al wenen, een teder klagend wijsje
van hemel-heimwee in haar dichtwerk.
17-11-2015, 12:08
Geschreven door André
16-11-2015
Leliewei. Hélène Swarth
De grijze voorhang van de winter week,
en ik zag de hemel in een droomgezicht,
een leliewei vol zilveren meilicht,
en spelende engelen, stengelteer, in bleek
en blij getinte klederen. Het aangezicht
zo rein extatisch, kwelend zacht, zo week
een melodie dat, nevelend heen, bezweek
de donkere smart die mij ten gronde richt.
En ik zie ze spelen in de meiwei,
vol witte bloemen, in de witte lentelucht,
een tederkleurige, neuriënde rei
van meisjes rank, zo ziet mijn hemelzucht,
de engelen weer in zoet gespelemei,
die leliewei, waarheen mijn heimwee vlucht.
1902
Amsterdam 1859- Velp 1941
16-11-2015, 00:00
Geschreven door André