Bellum ita suscipiatur, ut nihil aliud nisi pax quaesita videatur - De oorlog moet zo opgenomen worden, dat niets anders tenzij de vrede schijnt gezocht te worden. Hugo Peregrinus
14-06-2016
Belgian Beer and Chocolates
Beste Lezers,
Er was gisteren avond nog wat feest naast de deur. Gelukkig lag ik op het 4e verdiep en langs de achterkant. Niet dat ik er veel last van ondervond. Wiegen is niet noodzakelijk.
Wel ben ik tevreden dat alle berichten goed zijn gepost op de blog. Na een week weet je soms niet meer welke fotos nu precies bij welk artikel horen.
Niet waar hoor, alles wordt goed bijgehouden en genummerd.
Vandaag dus zuidelijke wegen ingeslagen. Wel vertrokken met donder en bliksem én regen.
De Via Francigene kwam na anderhalf uur op een plaats aan, waar een wegwijzer 5 km aanwees voor Fidenza. Dan ligt de snelheid precies niet hoog of ik heb weer een toerke gedraaid. Allemaal wel mooi maar het moet vooruit.
Tegen elven was ik al in Medasano, al over halfweg de planning. Het weer was ondertussen al verbeterd en na een koffie en een panini ging het richting Fornovo di Taro.
Die Taro is een zijrivier van de Po en heeft een brede bedding. Het pad loopt voor een groot deel in de winterbedding.
Alvorens dit pad op te gaan de aller eerste rustbank op de VF tegengekomen. En nog meer geluk, rechtover was een magazijn gevestigd waar ik fruit kon inslaan.
Aan de brug die me over de Taro moest brengen, kon ik afscheid nemen van de Po vlakte.
De Apenijnen liggen aan mijn voeten.
Al even geproefd van het stijgen en dalen met de ondertussen de zon als bondgenoot. Nog tot Sivizzano ben ik gestapt. Daar is een oud monniken klooster dat nu dienst doet als ostello voor pelgrims. Ik kwam aan als nummer vijf. Lang geleden dat ik zo veel volk heb ontmoet. Ik dacht al dat het weeral een stille dag zou worden.
Eindelijk ontmoet ik de Amerikaanse Karen, wiens naam ik al vele malen kon lezen in het gouden boek. Eerst was zij met haar vriendin twee dagen ahead en heb ik hun beide blijkbaar voorbij gestoken. Door de rustpauze in Milaan zijn ze nu weer voor mij, tot op vandaag. Het is te zeggen dat enkel Karen hier is, de dorpsgenoot is al verder, die moet begin juli in Rome zijn. Verder is er Bas, een vriendelijke jonge man en een Italiaans koppel.
Na kennis making werd er al voorgesteld om samen te eten, dus geen pizza om de hoek. Geen kosten, want Matteo en Erica hadden twintig Euro gevonden en die wouden ze met ons delen, inclusief een pint als aperitief in de locale bar.Tof! En het eten klaar gemaakt door de Italian cook.
Ik dan maar mijn chocolade gedeeld als dessert. En we hebben het gehad over waar Belgium Famous voor is.
Ciao
Hugo Pellegrini
Fotos : Donder en bliksem, wind en regen, niets houd ons tegen; VF rustplaats én overdekt (volgen er nog twee); Supermarktje open op Zondag; Spoorwegbrug onder via de winterbedding; Geen halfweg teken ! ; Vanaf hier gaat het terug op en neer; Feest op 12 juli in de kapel ter ere van de heilige met het varken; Slaapplaats onderaan in gebouw, bwj 1093; Etenstijd met Matteo, Erica, Karen en Bas.
Fidenza ligt via S9, een lange rechte baan, niet zo ver. Iets meer dan 32 km verder heb ik intrek genomen in een klein hotel, in de hoop mijn blog te kunnen bijwerken. Vandaag een keer of drie geprobeerd om Wifi te krijgen, lijkt nogal moeilijk in Italië. Of ze spelen hier met mijn voeten.
In een tankstation stond het duidelijk aangegeven, bij navraag om de code ging het hoofd heftig van links naar rechts. Toen ik buiten ging en wees op het bord bleef dat hoofd maar draaien met een ratelende stem erachteraan.
Enkele kilometers later waagde ik het in een café, geen probleem. De code duidelijk op geschreven en al, maar WIFI bleek onmogelijk. Dit was me eergisteren ook al overkomen, toen kreeg ik een code van hier tot in Tokio. Resultaat, niet een maar twee personen geloofden het niet, het was de juiste code en patati, patata, geen aansluiting. In dit hotelletje heb ik al contact gehad met mijn gsm, nu hopen dat het ook lukt met de pc.
Vandaag ging het dus over de weg, bijna kaarsrecht tot Fidenza. Omdat het zaterdag is lukt het goed, morgen zondag buig ik af naar rustiger oorden, geen rechte lijn meer. Voor de komende dagen liggen er al bergjes te wachten. Tot Fornovo di Taro is het nog plat, de hellingen liggen over de Taro, een rivier die nog in de Po afwatert.
Het begon vandaag met uitstekend stapweer, iets over de middag had ik al 20km. Ik denk dat mijn gemiddelde toch wel goed omhoog is geschoten.
Het mindere gewicht in de rugzak doet zeker wel een duit in het zakje. Niet dat ik mijn rug savonds niet meer voel, wel dat ik langer kan doorstappen. De spieren recupereren wel goed, ik hoop dat het zo blijft in de Apenijnen. Ik moet nog over enkele heuveltjes van 1000 meter!
Sommigen, ook Italo's, vonden het gisteren en vandaag zeer warm. Ik heb er gelukkig genoeg nog geen last van. Vandaag was het zeker na de middag wel iets warmer, een goede 26 à 28°C met een beetje wind, voelt goed aan. Zolang ik maar van de frisse dranken kan afblijven! Vandaag toch eens geprobeerd om tijdens mijn middagpauze een pint te drinken. In Fiorenzuola zat ik op een terras naast de sporthal, vermoedde ik. Toen ik bijna klaar was met eten stopte een wagen. Een dame deed de zaak open. Het was inderdaad een kantine, één van de gemeente. Ik ging binnen en bestelde een pint, medium!
Toen ik een briefje bovenhaalde om te betalen zei de dame dat het voor haar was. Vier euro gespaard, die ik vanavond dan ook zal besteden!
Zoals je zal merken niet veel fotos gemaakt, daar is een kaarsrechte weg niet echt voor geschikt.
Ik hoop morgen Fornovo di Taro te bereiken, moet wel lukken, niet te ver.
Ciao
Hugo Pellegrini
Fotos : Steeds opletten, zeker bij aansluitingen op grote wegen; Hoe oud zou dit GMCke zijn?; En het takelt nog; Heel soms aparte banen voor fietsers en voetgangers, niet te lang; Christo aan het werk geweest?; Bertold Brecht; Weinig zitbanken onder de weg, ze staan in Fidenze, 14 in één straat;
Altijd volk in de vooravond, met vooral Spritz als apero.
In het vizier mag je wel letterlijk nemen, ik ben namelijk Piacenza al gepasseerd. Gisteren ochtend vroeg vertrokken, 06u30, en al drie uur later in Santa Cristina. Toen de VF naar het noorden bleek te gaan haalde ik mijn kaart(je) boven. Normaliter dien ik naar het zuiden of zuidoosten te gaan, dus heb ik mijn route een beetje aangepast oftewel 180° gedraaid. Of ik nu wel of niet door die rijstvelden passeer, die blijven er nog wel een tijdje liggen.
Na mijn start heb ik in een Torre de Negri in een klein kroegje een koffie genomen. Toen ik een panini bestelde zei de man achter de toog dat het niet kon, de broodjes van gisteren zijn te hard. Ik maakte helemaal geen bezwaar, dat ook oud brood best wel lekker is maar het hielp niet. Hij zou me helpen, wacht een minuutje zei hij. Even later was hij er terug met twee verse broodjes. Vijf minuten later kon ik vertrekken met eten tot de noen. De krant lag open op een tafeltje en ik wees op een transfersom van ene Pogba, 120 miljoen. Fou , zie hij en deed het bekende teken met zijn vinger aan zijn voorhoofd. Ik kon dit slechts beamen.
Verder langs de kanaaltjes kwam ik een vroege visser tegen, alhoewel vissers dit over het algemeen altijd zijn. Deze zat echter in een speciaal bootje. Toen ik vroeg (teken deed!) of er grote vissen inzaten knikte hij bevestigend. Ik toonde een afmeting, zoals ik ze had vernomen van Giuseppe, van ongeveer 40cm. De visser lachte en toonde de breedte van zijn boot. Meer nog, hij liet de staart en de kop overboord hangen. (zie foto!) Visserslatijn of werkelijkheid?
De Po oversteken gebeurde tussen Mezzano en Bosco Tosca, niet ver van een elektriciteit centrale. Hier kon ik passeren en de hele overstromingsdelta doorstappen, dacht ik. Wellicht weer iets te vroeg een wegel ingeslagen want na een kilometerke versmalde die tot een wegel.
Geen probleem, een tingeltje of braam merkteken op mijn benen kan er wel bij. Het ging wel van kwaad naar erger, de dijk die ik eindelijk bereikte bleek al na honderd meter volledig begroeid te zijn, geen doorkomen aan. Vermits terug gaan geen optie is, dus door de struiken tot op een akker, verder door de maïs, door de bonen, door de .. eindelijk een canada bos. Eindelijk zag ik iets dat op een gebouw leek maar een ruïne bleek te zijn. Daar zou er normaliter ook een weg heen zijn. Klopte als een bus, enkel bleek een diepe gracht onoverkomelijk te zijn. Of niet, want een boer moet toch naar zijn veld.
Weeral juist want na twee bochten stootte ik op een brug. Om een lang verhaal kort te maken, uiteindelijk ben ik toch op de weg terecht gekomen, alleen weet ik niet of mijn doorsteek wel iets heeft opgebracht, tenzij jeukende benen.
Tegen zes uur dertig kwam ik dan in Piacenza aan. Na wat rondgekeken te hebben op zoek naar een spoor van de VF. In een stad zijn de merktekens meestal ver te zoeken. Tweemaal heb ik naar de straat gevraagd van de paroisse San Lazzaro. Tweemaal hielpen mooie jonge dames me met hun gsmmeke, tweemaal ging het de verkeerde kant op. De toeristische dienst was allang gesloten en dus draaide ik in een rondje.
Tot een man, met muziek partituur in zijn hand, me eindelijk toch in de juiste richting kon zetten, hij kende de wijk San Lazzaro. Bleek dat het toch nog een eindje stappen zou worden. Hoeveel ronde punten ik heb gedaan weet ik niet meer. Wel zei elkeen die ik naar de wijk vroeg, na twee ronde punten is het Een politie agent zei hetzelfde, maar nu klopte het wel.
Mijn krachten waren ver verbruikt en aan een drankautomaat nam ik een cola. Een man benaderde me en bood me enkele croissants aan. Hij werkte in een bar (elke dag genoeg eten) en het zou hem plezier doen als hij een pelgrim kon helpen. Dus ook voor mij eten genoeg voor de avond en morgen.
Juist op tijd kwam ik aan in de paroisse, waar ik op het binnenplein een behulpzame dame ontmoette. Die begeleide me naar de directeur. Vijf minuten later had ik betaald, was mijn credential getekend en kreeg ik een sleutel. Op een plannetje was te zien waar de ostelle zich bevond, drie (3) ronde punten, ongeveer 1,5km verder kon ik overnachten.
Om halfnegen kon ik me zetten en even bijkomen. Een douche en een warme thee verder lag ik al te slapen.
Zodat ik vanmorgen mijn verslagje maak. Vandaag richting Fiorenzuola of iets verder?
Ciao
Hugo Pellegrini
Fotos :Mistige morgen, toch nog warme dag, tot 30°C; Wie in tFoort heeft gewoond weet wat dit betekend; Plantage met Canada bomen; Kleine electrische centrale, kan vrij eenvoudig; Fier visser, let op de breedte = aan de lengte van sommige vissen, lier in het midden is voor de nog grotere!; De PO over; Alles is hoog genoeg geplaatst; Canada bos met zachte ondergrond; Eindelijk rust na 4..km.
Met de trein dus terug van Milaan naar Pavia getrokken om mijn Via Francigena verder te zetten. Nog een goede 650 km af te haspelen, als de temperaturen kunnen blijven als vandaag, prima. Voor de inwoners van Lombardije echter is het niet veel soeps, 18 graden smorgens is een beetje frisjes.
Afscheid genomen van een stel lieve mensen, geen luxe of praatjes, maar leven onder de mensen. Giuseppe heeft me met de wagen nog tot aan Centraal Station gebracht.
Jammer genoeg was de volgende trein naar Pavia pas om 11u25, meer dan een uurtje wachten. Vermits ik eigenlijk toch niks dringends heb te doen valt dat allemaal best mee. In dergelijke stations is altijd beweging of altijd wel iets te zien. Alleen viel het me op dat er weinig of geen zitbanken zijn.
Stipt (jaja) op het vermelde uur zette de trein zich in beweging richting Allessandra en vijf voor twaalf (daar kan ik dus niks aan doen!) was ik buiten het station van Pavia.
Vermits ik toch door het centrum moest gaan heb ik er van geprofiteerd om nog een aantal fotos te schieten. En die kathedraal (duomo voor Italiaanse bisschoppen) die hangt eigenlijk met haken en ogen aan elkaar. Daarom dat er enkele betonnen verstevigingen zijn aangebracht. Lelijk en afzichtelijk hoe ze dat hebben gedaan. Maar van binnen blijft het wel enig om te zien. (lelijk van buiten en mooi van binnen Clouseau zingt er ook over hé)
De klokkentoren ofte campanile is verdwenen. Het viel me maandag ook al op, ik dacht de het hoopje stenen en stukken muur naast de kerk overblijfselen waren van de Romeinen. Ik zag geen bordje maar het geheel was wel aan het zicht ontnomen.
Nu weet ik waarom, de toren is in 1989 volledig ingestort. En de hoofdklok, een uit 1609, staat zonder ophangoog en beschadigingen op het binnenpleintje van de culturele dienst.
Voor mijn bevoorrading ging ik te rade in een klein winkeltje twee zijstraten verder dan de dure toeristen straat. De man tikte alles op en kwam op 10,47 uit. Omdat ik geen hele tros bananen wilde maar enkel twee en liefst niet te rijp, deed hij teken of ik het zelfde wilde nemen. Toen ik naar mijn rugzak wees begreep hij het. Bij het afrekenen op het officiële ticket stond 10 vermeld. Tof toch weeral. Nog een flinke handdruk.
Voor brood moest ik allemaal titaliaans ..destra zijn. Aha, overkant van de straat en rechts. Simpel toch!
Even ervoor was er nog een kroegje waar je meestal ook wel een panini kan krijgen, nee geen voetbalsticker wel een broodje met vanalles tussen. De dame begreep mijn italiaans ook al en vijf tellen later zat ik met mijn broodje, koffietje en glas water op een kruk. Toen dan de afrekening diende gemaakt zei de patron, een jonge god met een stem als een klok (alweer) dat het water gratis was. En waar kwam ik vandaan? Oh, in hoeveel dagen? Oh, en hoeveel dagen denk je nog nodig te hebben? Hoeveel? Euh, ongeveer 22 à 25 dagen! 4,50 voor alles. Wil je nog een fles fris water, de ijskast was al terug dicht en de fles op den toog. Toen ik zie dat ik al voorzien was zei hij dat hij ook niet gekoeld kon geven. Alleszins mille grazies! En alweer een flinke handdruk, ook met een klant die meeluisterde.
Tegen halftwee was ik eindelijk op weg. De broekspijpen nog uitspelen, insmeren met 50 en vooruit voor maar een dikke 20km. Belgioioso is mijn overnachtingsplaats, spijtig weeral geen WF, dus nog een (?) dagje wachten. Piacenza komt in het vizier.
Ciao
Hugo Pellegrini
Fotos : Maquette van Station Milaan geeft idee van de grootsheid, rechts onder de bogen zijn de treinsporen. De totale oppervlakte van sporen en andere spoorweg installaties en gebouwen in Milaan is trouwens ook immens; Zelfs het betonijzer steekt er nog uit aan de hoofdkerk van Pavia;
Resten van de toren; La Campana della predica het zwijgen opgelegd; Uitzondering 1, voormalige loods?; 1926, 1951, 1994 en 2000 zijn de jaren met een flinke wateroverlast. In StMargherita kunnen ze er van meespreken; Men is alleszins al begonnen aan een dijk en een helft van de afsluit muur; Nog steeds rijstland.
Nog enkele fotos, omdat onder het artikel met als titel DUOMO het meestal over de Duomo ging.
Er is echter meer te zien, zelfs op één dag.
Ciao
Hugo Pellegrini
Fotos : Verdi en Verdi en Strauss, Mozart, GF Händel, Ravel, Gershwin, Britten en Puccini; Waar heb ik dat nog gezien (Intimisimi! grapje voor kenners); Voor snelle jongens of snelle meisjes?; Mercato ofte handelsmarkt; Alle koopwaren blijven er fris!; Garibaldi voor het Castello, mag zeker niet ontbreken; Dit beeld, voor het beursgebouw, is er gekomen na veel gepalaver; Weeral een dag op de unief doorgebracht; Sant Ambrogio kerk met drie lijken in de crypte.
De Duomo is niet voor te stellen zonder dat je er bent geweest. Van het station zei ik al dat het indruk maakt, wel, de Duomo overtreft dit met gemak. Ik heb al veel kathedralen en kerken gezien, maar iets van deze pracht en praal, zowel binnen als buiten is adembenemend. En het houd niet op, zelfs op het dak, tot op de hoogste top zijn de ornamenten en versieringen niet te overzien.
Voor het ticket moet je tweemaal aanschuiven, eerst om er een aan te schaffen, een tweede wachtrij is er om binnen te geraken. Het viel allemaal wel mee, een groot deel van de rij bestaat uit een groep Oosterlingen. Natuurlijk ben ik met de trap naar de terraces toe gegaan. Wat ik wel moeilijker kan begrijpen is dat je voor de Duomo maar 2 moet betalen en om toegang tot het dak te krijgen nog extra 9, tenminste als je niet de lift neemt, dan is het 11 extra! En dan is de crypte nog niet eens open.
Op de middag ben ik dan doorheen de Sint-Hubertus galerij van Milaan gelopen. Natuurlijk is het niet St-Hubertus maar Galleria Vittorio Emanuele, waar je soms wel eens verschiet wat een das met hemd kan kosten.
Vermits de Scala even verder ligt ben ik ook daar eens langs geweest. Bijna had ik een T-Shirt gekocht, jammer dat er enkel nog medium en small te verkrijgen was. Dus werd het zoals gewoonlijk een potlood. Ook van de Duomo, het Castello Sforzesco en ook van het Pietà Rondanini museum heb ik me er een aangeschaft. Kost allemaal niet zo veel, het zijn geen uitspattingen én vooral het weegt niet veel!
Ook heb ik op aanraden van Giuseppe de Piazza Mercante en de Sant Ambrogio kerk bezocht. Beiden zijn zeker de moeite van een bezoekje waard, ook al moet je een klein ommetje maken.
En natuurlijk heb ik als pelgrim een groot aantal kerken bezocht. Daarom heb ik me zelf beloofd om niet te veel fotos meer te nemen van dit soort gebouwen.
Ik heb me ook een aantal postkaarten aangeschaft en tijdens een rustig moment, in het Castello, geschreven. Postzegels kan je normaliter verkrijgen in elke Tabacco zaak. Pech echter dat de vijf zaken die ik heb bezocht er geen meer verkochten of uitverkocht waren. Om de hoek bij G&G, waar ik ook het tramticket heb gekocht, waren er te verkrijgen. De man achter de balie moest wel even puzzelen en rekenen want van 1 had hij er geen meer en om een samenstelling te maken klopte zijn aantal ook niet meer. Toen ik dan maar een aantal zegels van 1,5 bestelde slaakte hij een zucht van verlichting. En ik ook, eindelijk zegels!
Bij 'thuiskomst' werd ik verwelkomd met een frisse pint! En de tafel werd gedekt voor vijf personen.
Leonardo en vriendin Giulia kwamen Giuseppe en Gabriella bezoeken na hun Via Francigena. Gelukkig spraken beiden vlot Frans en of Engels.
En het was een aangename avond. En ik moet vaststellen dat de zoon sprekend op zijn vader lijkt, ook in het spreken en treiteren van de wederhelft.
Het eten was voortreffelijk, echt lekker Italiaans. Als toetje had Leonardo ijskreem meegebracht uit de streek waar hij woont en waar ze de beste maken. Toevallig is dit dezelfde streek waar Gabriella en Giulia afkomstig zijn. En het was lekker, vier smaken met o.a. pistache mmmm.
Omdat beide kinderen gaan werken zijn ze op tijd vertrokken. Toen had ik even tijd om een aantal fotos op een stick te zetten voor G&G waarna voor mij het licht uitging. Een hele dag slenteren is zeker zo vermoeiend, of erger, dan gewoon dertig kilometers stappen.
Ciao
Hugo Pellegrin
Fotos : De dranghekken staan voor de Duomo wegens een optreden op het plein; Waar eerst kijken!; En fijn afgewerkt!; Zelfs de zuilen en bogen; Grote preekstoelen, schilderijen of wand tapijten, orgel, .. het kan niet op!; Glasramen met een heel verhaal, zoals een strip; Opdracht gever met vooruitziende blik, toeristen in overvloed, sterk dak!; Hier kan je koopjes doen.
Dag 40 heb ik in alle rust doorgebracht. Geslapen tot bijna 09u, rustig ontbijt en een klapke doen met mijn gastvrije Milanezen. Ik mag niks doen, niks betalen, rusten en goed eten want, jij moet nog een heel eind stappen!
Na het ontbijt rustig mijn rugzak leeg gemaakt. De vuile was, bijna alles dus, op een hoopje gelegd en even later was Gabriella er al voor de was.
Daarna, alles wat ik denk niet meer nodig te hebben, samen in een zak gestoken. Bleek het ongeveer 3 kilo te wegen. Ok, dan kan er gerust een liter water meer mee genomen worden, kan nog van pas komen in de Apennijnen.
Met Giuseppe naar de post getrokken voor het verzenden. Geluk dat ik een prima tolk bij me had. Al vlug na onze aankomst in een volle wachtzaal was het aan mij, na eerst een nummerke te hebben getrokken. En dat nummerke was gekozen uit de juiste balie, anders had ik wel een uur kunnen wachten. De man achter de balie was uiterst gedienstig en vriendelijk alleen vond hij geen geschikte doos, zijn kast was leeg. Geen probleem, ik zoek wel iets anders. En na nog enkele andere zaken te hebben afgehandeld verscheen hij met een gewone kartonnen doos ter plaatse, stak mijn gerief met zak en al in die doos en gaf me een vlak karton en tape. Vermits de kleppen niet dicht konden heb ik dat vlak stuk karton erbovenop gelegd, de hoeken omgeplooid en alles goed ingetaped. Met een stift alles markeren, op de goede plaats. Daarna nog de nodige formulieren invullen en betalen. Doe dat maar eens zonder tolk!
Enkelen die weinig tijd hadden kwamen al aandringen maar werden resoluut terug gestuurd, trek maar een nummer en u wordt zo bediend!
Betalen moest cash gebeuren, ik denk dat de Italypost een eigen bank heeft ofwel zie ik er een beetje onbetrouwbaar uit.
Rechtover het appartement van G&G is een coiffeur gevestigd. Seppe stak me daar binnen met de nodige instructies voor de dame met de schaar. Ik moest wel een 45 minuten wachten en kon ondertussen een roddelboekje lezen. Dat lezen beperkte zich hoofdzakekijk tot beeltjes kijken. Dat het roddel was hoeft geen vertaling!
Bij terugkomst was de was al gedaan. Samen met Seppe ben ik die gaan ophangen. Toen ik vroeg of dat op het dak was kreeg ik bevestiging. Zoals in de film Una Giornata Particolare konden we beiden onmiddellijk bevestigen.
Na het middag eten, na tweeën, was het tijd voor een rustpauze. Voor mij was dat een diepe slaap tot 16u15.
De kennismaking met een Italiaanse super marché was er een van verbazing. De temperatuur binnen was gewoon een beetje minder warm, geen schok van de airconditioning waarvan je haar recht op je armen komt.
Dus vanavond is het rustig en ga ik weer vroeg naar bed, heb het nodig.
En morgen ga ik Milaan bezoeken. De nodige instructies zijn al genoteerd, Tram 14 en de begin en eindstations, zoals in de metro, en de plaats voor het afstappen bij terugkomst. De Duomo kom je zo voorbij.
Ciao
Hugo Pellegrin
Fotos : Ik moest het stellen met Giuseppe en niet met La Bella Sophia.
Zoals eerder gemeld zou ik een stukje met de trein doen, samen met G&G. De hospitalito had verklaard dat de eerste kilometers na Mortara eerder saai zijn en eigenlijk te mijden. G&G hadden daarop beslist om de trein tot Gropello Cairoli te nemen.
Voor mij was dit iets te ver, dus al in Tromello stapte ik van de trein. Ik zou dan pas volgende dag in Pavia arriveren.
Het stappen verliep uitermate vlot en even na de noen kwam ik al op mijn overnachtingsplaats aan.
Om 14u al niks meer te doen, dat gaat niet en dus nog een aantal kilometerkes meer. Toen dan even later het pad langs de oever van een rivier bleek te lopen ging het allemaal vlotter. De koelte die van het water afkomt is opmerkelijk en als je dan regelmatig onder de bomen kan lopen, prima. Iets voor vieren verschijnt er een wandelwijzer met de richting Pavia en vermelding 10,5 km. Tja, dan ben je er niet ver meer af en dus, ultreya.
Ondertussen nog een koppel pelgrims tegengekomen. Parijzenaars die op rustig tempo naar Rome stapten, vertrokken op 15 april en ze hoopten ongeveer 15 juli aan te komen. Ze zouden die dag Pavia zeker niet meer bereiken.
Ik nog wel, juist na sluitingstijd was ik aan de toeristische dienst. De brave man van de gemeente was echter zo vriendelijk om de deur nog eens te openen en een stempel in mijn boekje te plaatsen.
Bij terugweg naar de ostello kom ik, juist .. G&G tegen. Ze zouden vanavond nog terug keren naar Milaan, hetgeen ik eigenlijk al had gedacht. En ik zou meekomen, desnoods zou Giuseppe me op zijn rug meedragen.
Zover heb ik het niet laten komen, of ik nu in Pavia of Milaan mijn nodige werkzaamheden zou doen, wat maakt het uit.
En dus met een direct naar het centraal station van Milaan. Overweldigend! Een oud station zoals dat van Antwerpen, klinknagel constructie maar met drie grote bogen die een groot aantal sporen overspannen. En die inkomhal, zoals wel meer in het zuiden, moet indruk maken, en dat doet het. Dan nog via de metro en de tram tot in de wijk van G&G.
Maar eerst zijn we als pelgrims (neus toe!) eerst nog pizza geen eten in Giuseppes favoriete restaurant.
Als eerste heeft Gabriella gezorgd voor een bed voor mij. Hun slaapkamer was voorlopig buiten gebruik, dus ik in de kamer van de zoon, zij op de chaiselong in de living. Gelukkig hebben ze er twee en liggen ook comfortabel. Ook als eerste onder de douche.
Jammer voor mij was de gasleiding ook gesloten geweest en stond de boiler nog in alarm. Een frisse wasbeurt is ook niet slecht, HET gaat wel vlugger.
Daarna was het de beurt aan Gabriella, die heb ik verwittigd. Amai, waarom heb je niks gezegd! De boiler wilde niet starten, stond in alarm. Even gewacht en de ketel gereset, lampje op groen en alles dus ok. Of ik als nog een warme douche wou? Maar nee, als ik in mijn tentje overnacht is het water uit de beek of rivier ook niet verwarmd. Ik voel me precies de zoon die thuis komt!
Iedereen op tijd in bed, denk ik toch, bij was het licht om 10 uit!
Ciao
Hugo Pellegrin
Fotos : Zo kan ik er op elke plaats met tien huizen wel eentje maken; Avanti wil de slang zeggen, denk ik toch; Risaie moet ook gesproeid worden, dus even wachten tot de wolk weg is; Korte stop; Dat valt mee!; Nog anderhalf uurtje; De overdekte brug over de Tessin, naar het oude Pavia; Duomo van Pavia met uiterst links de resten van de Campanile die tien jaar geleden is ongestort. De grote klok staat nu op de binnenplaats voor het cultureel centrum; Milano centrale, morgen te bezoeken!.
Met een volle rugzak vertrokken, het is zondag en voordat je een dorp bereikt is het al over de noen, dus niks meer te verkrijgen.
Zoals je kan zien in bijgaande foto heb ik genoten van mijn blokje kaas. In twee keer heb ik het verorberd. Met een slokje chateau du pompe is het echter overheerlijk.
Ook vastgesteld, wederom, dat zondag Olt-timer day is.
Alle gekheid op een stokje, vandaag was het voor de eerste keer naar de warme kant en dus geen regen. 28°C is niet mis, zeker als je een aantal uren geen bescherming hebt van wat dan ook. De bescherming is vooral gekomen van het factor 50 tubeke. Tegen de muggen doe je zoals tegen de blaren, hé Raoul!
Toen ik dan rond 14u op een bankje in de schaduw een kleine siesta hield hoorde ik plots mijn naam. Lothar kwam voorbij en nam dan ook maar enkele minuten de tijd om bij te komen. Hij vond het zeer warm en dorstig. Toen een dametje voorbij kwam vroeg hij of er water in het dorp te verkrijgen was. In het centrum is een fontein . toen ze plots iets riep tegen de heer in de tuin rechtover. Onmiddellijk kwam de man in actie, ging naar binnen en kwam even later naar buiten met twee half liters gekoeld water. Lothar goot het bij zijn restje frisdrank en slokte een groot deel naar binnen. Verfrissend, zie hij glimlachend.
Ik heb het flesje naast mijn literfles gestoken, als reserve. Fris drinken is niet het beste idee bij grote warmte.
De afstand kon weeral eens tellen, meer dan 35 km. Ik kwam juist bij tijd binnen in de ostello, een eind buiten Mortara, om nog vlug een douche te nemen en mee aan te schuiven. En het smaakte uitstekend, met een glaasje wijn erbij.
De mevrouw was zeer vriendelijk en gedienstig. Ze woont trouwens in het gebouw, een klooster annex kerk die nu beheert wordt door de gemeente. Bij het afruimen kwam ik voorbij het bureel en zag een computer staan. Wifi vroeg ik en ja, geen probleem.
Vandaar dat ik nog even doorwerk als de anderen gaan slapen en de donder boven ons te keer gaat.
Morgen ga ik een deel kappen, tot Gerlasco neem ik de trein, daarna nog te voet tot Pavia. Hiermee kan ik tegelijkertijd met G&G mee naar Milaan. Zij zijn moe, na meer dan vijfenveertig dag willen ze naar huis. En ik wil graag Milaan zien met een goede gids.
Ciao
Hugo Pellegrin
Fotos : G&G met hospitalero Antonio; De Duomo van Vercelli met zijn toren; Just iets langer!; I was here, spoor voor de achterkomers; Rijst en water én muggen!; Wat zal ik zeker niet doen?; Dinner time; Wat zijn de pijpen die in of uit de muur komen? Regen- of kachelpijpen?; Poppys,mooi om te eindigen, slaapwel.
Ontbijt op café, tis voor mij weer eens iets anders. Een croissant en een expresso, moeilijk om daar de noen mee te halen. In de buurt van het station toch nog een pani gekocht, met hesp en kaas, iets steviger.
Rijst velden genoeg in de regio, die erom bekend staat. Kilometers lang zijn de paden tussen deze soms wel erg grote velden. En alle plantjes staan onder water. Het waterhuishouden wordt hier gedaan met behulp van kanaaltjes, shotten en goten. Al lijkt het land plat, het water blijft stromen, en aan een redelijke snelheid.
De boer rijdt met zijn terrein wagen traagjes over de paden langs de akkers. Wat hij controleert weet ik niet precies. Ik vermoed dat hij nakijkt of het waterpeil gunstig is, of er ziekten op de plantjes komen enz.
Langs een grote beek spotte ik een marmot. In de velden vliegen veel reigers rond. Ik vermoed dat er ofwel veel kikkers ofwel veel vis zit tussen de rijstplanten. En Giuseppe bevestigd me dat bij het oogsten het water wordt afgelaten en men de vis, en hij wees tussen de handpalmen tot 25 cm aan, gewoon in een net kon opvangen.
Dat het geregend heeft hoef ik niet meer te zeggen, daar kunnen jullie ook over meespreken.
Gelukkig heb ik hier in het ostello mijn was van twee dagen kunnen drogen. Die van eergisteren heb ik al twee keer gewassen, na een dagje in een zak komt er een raar geurtje vanaf.
Vercelli is een mooi stadje met een Duomo. Die zal ik morgen vroeg nog eerst eens fotograferen, vanavond begon het weeral te regenen. Mijn goesting was meteen over.
Ik heb dan maar mijn blog bijgewerkt, althans op mijn laptop. Als er WF bereikbaar is kunnen jullie dit allemaal lezen.
Deze nacht in een mooie ostello, vier bedden voor mij alleen. En we zijn voor weinig geld eens een goede pelegrino menu gaan eten, 12 is niet veel.
Ciao
Hugo Pellegrino
Fotos : Zo katholiek dat er zelfs op de muren afbeeldingen van de kruisweg staan geschilderd; Niet zoals bij ons een bakje aan een boom; Zo ver je kan zien én nog verder; G&G op het kiezelpad; Kanalen, beken, schotten, openingen en vooral veel water; Rijst traktor; Geen smalle wegen meer; Boerderijtje, vroeger bestemd voor de hele familie, knechten met familie, het vee, de paarden en de oogst; Vittorio Emanuel Primo Re DItalie.
We zijn gelogeerd in de Ostello te Santhia. Wel een dikke dertig kilometerkes op mijn teller bijgezet. Niet zoveel te melden vandaag, een beetje regen, een beetje zon in de late namiddag. Volgende dagen volgt er meer van dat maar wel met hogere temperaturen, 27°C.
Patrick, de Fransman van op de GsB, is gisteren gespot door een andere Fransman. Deze laatste, uit de buurt van St-Etienne, zegt dat Patrick minstens 35 à 40 km per dag aflegt. Dat doet hij over de gewone weg, dus hij vliegt als het ware naar Rome, die zie ik niet meer weer.
Vandaag slapen we, nog steeds met G&G, dan weer met een Duitser, Lothar, op de kamer. Hij doet het ook rustiger, over de VF weg. Hij heeft zoals de meeste pelgrims die ik hier ontmoet eerst de tocht naar Compostela gedaan.
Morgen tot Vercelli, weer in een parochie Ostello, Hospitale Sancti Eusebi.
Ciao
Hugo Pellegrino
Fotos : Campaniles, je kan er wel doorheen; De dorpen liggen nog wel op respectabele hoogte, wegens overstroming gevaar?; Waarom zijn bijen korven zo fel gekleurd?; Uitlopers van de vallei van Aosta; En soms ook lang opgaand; Valt er iets op?; Mooie balkonnetjes in Italië!; Dit is niet de Duomo maar een kapel op een kerkhof; Prachtig versierde kerk in Santhia.
Vanmorgen dus eerst nog naar het begin van de wereld kampioenschappen kanoën gekeken.
Ik heb er waarschijnlijk een goede 60 fotos van genomen. Ik probeer er negen uit te filteren maar die zie ja pas als ik dit bericht op de blog krijg.
Bij dergelijke organisatie komt nogal wat werk kijken en dus ook veel volk. Vooreerst peddelaars van overal. Vooral Zwitserland is goed vertegenwoordigd.
Enorm veel eigen clubleden, rode kruis mensen die opgesteld staan per twee - met veiligheidstouwen zodat er één in het water kan, Carabinieri, jury leden - per drie poorten twee, officials, pers en vooral een uitgebreide TV ploeg met volledige regiekamer en 7 cameras, alles te volgen op groot scherm, allé, het zijn wereld kampioenschappen hé.
Het is vooral een spectaculaire sport. Wel is het moeilijk om alles te volgen. Kracht en techniek zijn de sleutelwoorden om goed doorheen het kolkende water te komen. De derde deelnemer zette een zeer scherpe tijd neer maar kreeg een aantal straf seconden omdat hij een paaltje had geraakt.
En ze volgen elkaar in snel tempo op, de ene is pas halfweg als de volgende kandidaat als naar beneden duikt.
Ciao
Hugo Pellegrino
Fotos : Het volk komt tot leven, het water doet steeds verder; Rode Kruis is present; Weegt bijna niks en is zo plat dat je er bijna niet in kan met je benen, van Carbon; Rode poortjes, achterwaarts te nemen; Gelukt; Rechtblijven; Zenuwachtig gedoe voor de start; Aandachtige toeschouwer; Rechts boven, ruiten aangedampt, wel hele nacht heerlijk geruis van het water.
Over de aanwezigheid van de Romeinen kan je in deze streek zeker niet twijfelen, om elke hoek (of berg) zie je wel tastbare bewijzen. De wegen, met vooral in het begin militaire bedoelingen, leiden allen naar Rome. Er waren dan ook geen andere verharde wegen.
Maar niet alleen de wegen zijn een getuigenis, ook de vele bouwwerken en stratenplannen zijn evenzeer grote getuigen.
Voor een verkenning van de Aosta-vallei zit je nergens beter dan in de stad van Caesar Augustus. Augusta Praetoria, zo luidt de originele naam van de stad die tegenwoordig bekendstaat als Aosta. Gesticht in het jaar 25 na Christus, als garnizoensstad op de route naar Gallië. Aan de oostkant betreed je Aosta door de Arco dAugusto. De triomfboog uit het stichtingsjaar van Aosta werd gebouwd ter viering van de Romeinse overwinning op de Salassi, die hier sinds 2600 voor Christus woonden.
Van hier snijdt een kaarsrechte weg van oost naar west door het autovrije hart van Aosta. Het symmetrische stadsplan van de Romeinen is perfect bewaard gebleven en zorgt ervoor dat je vrijwel nergens het overzicht verliest.
Er zijn nog zo veel monumenten die aan de Romeinse periode herinneren, dat Aosta ook wel het Rome van het noorden wordt genoemd: van een deel van de ommuring tot het Romeinse forum en de Porta Pretoria, de brede stadspoort met zijn drie doorgangen één voor strijdwagens en twee voor voetgangers. Maar het meest indrukwekkend is toch wel het Romeinse amfitheater, dat ooit plaats bood aan vierduizend toeschouwers. Er zijn sterke aanwijzingen dat het theater vroeger overdekt was geen wonder, want tijdens de winter daalt het kwik hier tot ver onder nul (terwijl dertig graden in de zomer niet ongewoon is). Met zijn 22 meter steekt de façade van het theater hoog boven alles uit.
Ook al draagt de vallei de naam van Aosta, het dal heeft naast deze ongepolijste miniversie van Rome nog veel meer te bieden. Aosta ligt aan de voet van Italiës oudste natuurpark, Gran Paradiso. Dit park was ooit het exclusieve jachtterrein van koning Vittorio Emanuele II, maar is inmiddels allang voor iedereen begaanbaar. Het is een lustoord voor wandelaars, mountainbikers en rotsklimmers. In totaal is er voor 475 kilometer (volgens andere bronnen zou dit 700 km zijn) aan wandelpaden uitgezet, door dichte loofbossen en slaperige dorpen, over groene alpenweiden en langs snel stromende beken, hoge bergmeren en indrukwekkende watervallen. Grote kans dat je onderweg enkele natuurlijke bewoners van het park tegenkomt, van gemzen, steenbokken en hele marmottenkolonies (heb al een marmot gezien) tot haviken en uilen.
Veel wandelpaden vertrekken vanuit het dorpje Cogne, vanaf Aosta een half uur rijden. Bij Cogne ligt ook de mooiste waterval van de regio, de Lillaz, die in etappes over een lengte van tientallen meters in een waterreservoir valt en op het bovenste punt te bereiken via een aantal trappen vaak bevroren is.
Rijd je vanuit Aosta niet naar het zuiden het park in maar volg je de rivier Dora Baltea richting westen en oosten, dan passeer je een groot aantal ruïnes en kastelen. Vanaf de 11de eeuw werd vanaf hier toegezien op de veiligheid van deze strategische doorgangsroute en bezoekers van koninklijke huize vonden er een gerieflijke slaapplek. De mooiste kastelen zijn die van Sarre, Fénis en Bard, al is het laatste meer een militair fort dan een kasteel. Forte di Bard, dat trapsgewijs opklimt naar de top van een rots, werd net als menig ander kasteel in deze regio gebouwd door de Savoye-dynastie. Tegenwoordig huist hier het Museum van de Alpen en zijn er diverse kunstexposities te bezichtigen. Het kasteel van Fénis is misschien wel het meest romantische in de hele vallei. Van de gekartelde muren tot de rechthoekige uitkijktorens, vrijwel alles aan dit kasteel is nog in uitstekende conditie. Maar ook vanbinnen is Castello de Fénis zeer de moeite waard.
Ik moet toegeven dat de streek me uitermate geboeid heeft.
Vandaag verlaat ik de vallei volledig en ga over naar der regio Piemonte. Enkel van hieruit was in de tijd van de Romeinen de vallei toegankelijk.
Piemonte, het geen feitelijk 'aan de voet van de bergen' betekent is daarnaast ook
'Il Fondatore', de stichter, van de Italiaanse Republiek in 1860; Mazzini, Cavour en Koning Vittorio Emanuele II komen allen uit deze streek.
Soms is het niet te geloven, als je iets zegt of schrijft blijkt het helemaal niet zo te zijn. Vandaag veel water gezien. Vooral dan het water dat uit de wolken valt. De rivier, Dora Baltea, krijgt nog meer water te verwerken. Het was voorspelt, dus geen gezeur.
Maar niet te geloven bij aankomst in Ivrea, een spandoek met aankondiging van het wereldkampioenschap kayak.
Vandaag is er voorbereiding van de deelnemers, parcour verkenning, en deze avond officiële opening. Vanaf morgen dus wedstrijden. Ik hoop dat ze op tijd beginnen zodat ik het nog eens kan zien, vanuit de slaapkamer. Ik lig namelijk onderdak bij de plaatselijke kano club, Ivrea Canyo Club. Gelukkig dat G&G gisteren al hadden gereserveerd. Er liggen ook deelnemers op de kamers en het bakske is vol.
Geen kayaks gezien, jawadde!
Vannacht constant het geruis van de barrages in de oren.
Voor vandaag dus vooral veel water gezien en gehoord. Ook de afgelegde afstand is niet mis. Maar de weg ging via het dal, er was geen plaats op de rotsen. Dus weinig of geen beklimmingen gedaan. Maar goed ook, met dat nat zou het toch super moeilijk zijn geweest.
Maar de Romeinen, die keren steeds weer. Ik denk dat ik vandaag letterlijk de Romeinse weg heb gevolgd, ook door sommige dorpen. Het is niet makkelijk om overeind te blijven op die ronde keien of doorheen die karresporen. Ik denk dat Patrick in dien tijd genoeg verstuikte voeten en gekneusde gewrichten zou moeten bewerken.
Vanavond ben ik dan aan een goede maaltijd geraakt, pizza Bustina met tomaten, mozzorella van binnen, spek, parmezaan en rucola. En een frisse pint mocht niet ontbreken, een Duitse. Ciao
Hugo Pellegrino
Fotos: Vertrek; Smalle doorgang en stategisch toch nog een blokje gelegd, die Romeinen!; Karre smalle straatjes in Pont St-Martin; Op sandalen en tussen de karren, vragen om problemen; Overspanning 31,5m en hoogte verschil 20,25m; Bij regen of sneeuw vlug beneden; Eerst de klok gehoord, de kerk pas bij een uitgeregende wolk; Canoe?; Voor geoefenden!.
Verschieten doe ik niet zo vlug. Toen ik deze morgen op de wekker keek deed ik dat wel : 09u30! Me nog eens omdraaien om halfzes heeft wat langer geduurd dan voorzien. Het zal dan ook wel nodig zijn geweest, gisteren een grote afstand gelopen. Een derde bergop, een derde naar beneden en de rest van de tijd ongeveer vlak, ik werd het goed gewaar.
Net zoals vandaag trouwens, de afstand is ongeveer 24 km, maar ruim vermoeiend met die steile wanden die je steeds op moet. Dit komt omdat de vallei hier ongeveer op zijn smalst is. De rivier, de autosnelweg, de gewone weg, de landelijke weg, de trein en de wandelpaden moeten hier allemaal doorheen. Enkel de scheepvaart ontbreekt in dit dal. En voor gewone pleziervaart is het te ondiep of te woelig denk ik. En kayakers heb ik nog niet gezien.
Je mag me wel of niet geloven, vandaag voel ik voor het eerst deze tocht enige stijfheid in de beenspieren.
Nog een drietal dagen en dan komen we in de Po vlakte. De hellingen zullen dan wel langer worden maar, niet meer zo steil. Misschien speelt er dan weer iets anders in het nadeel van de pelgrim, droge wind en lange rechte wegen onder een loden zon. Net zoals gisteren regen gehad, vandaag voldoende om nat te worden. En de wind waait bij momenten flink in de vallei, wellicht komt die van Milaan.
Daar heeft het volgens G&G flink gestormd, met hevige regen en wind, waarbij enkele slachtoffers zijn gevallen. Ik verneem dat het ook in onze contreien flink geregend heeft, hopelijk voor niemand met ernstige gevolgen.
Verblijf nu in het dorp Arnad, een viertal kilometer voorbij Verrès. Ben door St-Vincent gelopen langs de walk of fame, niet voor filmsterren wel voor goochelaars. Of die hun kunsten ook mogen vertonen aan de speeltafel van het organiserende casino betwijfel ik.
De Romeinen zijn hier alom tegenwoordig. Als je als eerste een soort van banen hebt aangelegd, ook al is het maar voor één kar tegelijkertijd, laat dit wel duidelijk sporen na. Als je over dergelijke oude banen loopt krijg je een idee wat een immens werk dit allemaal moet geweest zijn. Rots wegkappen, op andere plaatsen stenen bij zeulen, bruggen bouwen en uitwijk mogelijkheden voorzien, ze hebben het allemaal gedaan. Hoeveel slaven hierbij het leven hebben gelaten kom je niet te weten.
Wel dat er een grote stroom goederen van het zuiden naar het noorden, en omgekeerd, getransporteerd werden. En dat dit via de meest makkelijk weg gebeurde spreekt vanzelf. Voor mij is dit heden ten dage niet zo, maar daar heb ik zelf voor gekozen!
En vandaag geen dieren gered, er wel een hele kudde herten of iets dergelijks tegen gekomen. Die liepen langs de hellingen te grazen of beter, de jonge scheuten van de struiken en bomen op te eten. De grote dieren buigen zelfs de takken om bij die groene en frissen twijgen en blaadjes te komen. Tot op een meter kon ik die beesten naderen, ze zijn mensen wel gewend want een deel droeg een bel om de hals.
Seffens wassen en de was doen, daarna gaan eten. Morgen is het feestdag in Italië, alle winkels dicht! Het magazijntje in de buurt is tot de middag open, dus weer geen nood. Ik moet wel opmerken dat het budget al lichtelijk is overschreden, Italië is wel degelijk duurder dan Spanje. Misschien dat in de komende dagen er meer parochies pelgrims ontvangen. Tot nu toe zijn ze ofwel gesloten of hebben ze geen tijd.
ciao
Grtjs
Hugo Pellegrino
Fotos: In dat putje van de vallei moeten ik door; Zouden die ook stellingen hebben gebruikt?; Chapelle pour Italien; Romeinse weg met duidelijke karrensporen, gemaakt door duizenden wielen; Zelfs dorpsstraten op kar breedte; En maar bladeren eten, en zelfs jonge takken; Korte stevige afdaling; Van daarboven; Hier ist!.
nota: Het eten is een beetje tegen gevallen. De pizzeria om de hoek was gesloten. Het restaurant bleek nogal ver te liggen, na meer dan twintig minuten was het nog niet in zicht.
Wel bleek er nog een café open te zijn. Bij navraag bleek dat er de mogelijkheid was om iets warms te eten. Giuseppe zei dat hij het even zou vragen, ik vond het direct ok. Het zou dit zijn of niks! En het heeft gesmaakt, dat van die saus en den honger hé!
Zoals vanmorgen al gemeld kon ik niet voor acht uur gaan ontbijten. Zelfs om kwart na keek mevrouw nog even naar de klok. Voor de rest viel het ontbijt wel degelijk mee, voldoende brood en konfituur, een kan koffie en een kan melk. En als extra nog een zoete koek/taart. Voldoende om de middag te halen.
Of het zicht op de goede morgen foto de bergen van het Paradiso zijn weet ik niet, wellicht is de hoogste die je kan zien vanuit Aosto de Pere Laurant. Praktisch de ganse dag lagen alle omringende bergen onder een wolkendek, beneden in het dal scheen de zon en was het een goede 22°C.
Aosta is een stad rijk aan geschiedenis. Het amphitheater, de Augustus poort en de Romeinse brug zijn enkele blikvangers. Ik ben ook even binnen geweest in het regionaal museum dat is gewijd aan het erfgoed van de Romeinen. Heb er geleerd waarom de amphoren een punt hadden.
Het eerste wat me opviel toen ik de oude stad binnenkwam was de Fondation Barry, je weet nog wel die vereniging die het hondenras van de Grand Saint Bernard in stand houd.
Aosta is een autonome regio en provincie. De kleinste regio van het land en de enige die slechts uit één provincie bestaat. Door het dal loopt de rivier Dora Baltea. Zijn water en van al zijn zijrivieren stroomt naar de PO.
Eens door de poort van Augustus en de Romeinse brug over rustig naar omhoog. Een dame sprak me aan. Ze was zelf pelgrim geweest, naar Compostela en een tweede maal naar het einde van de wereld. Die tweede tocht kon ze nooit meer vergeten, Galicië had zijn naam eer aangedaan, het had dan ook tien dagen aan een stuk geregend. Na nog wat wetenswaardigheden en ervaringen te hebben uitgewisseld kon ik na een tiental minuten mijn tocht verder zetten. Toch altijd wel leuk om eens een praatje te kunnen maken.
In een klein winkeltje stond een man voor mij die petatten nodig had. Hij sprak in het Frans, dus ik sprak ook Frans tegen de winkeldame, want ik mocht voorgaan van de Parijse gentleman. Toen hij vernam dat ik van België kwam begon hij over Jacques Brel, de beste zanger ooit. Ik beaamde dat en zei dat hij in Gent geboren was (eigenlijk Schaarbeek). Ja antwoorde hij, tis een Vlaming. En toen begon hij te zingen van Marieke. Geestig toch!
Een Nederlands koppel dat langs de kant van de weg zat was vrijdag morgen de pas overgestoken en konden door de galerie, die gisteren volledig verdwenen was, en een beetje sneeuw Italië bereiken. Zo zie je hoe vlug het weer op dergelijke hoogte kan omslaan.
Enkele uurtjes later hoor ik een vreemd geschreeuw. Ik denk aan een soort papegaai die is gaan vliegen. Opnieuw hoor ik dit geluid, nu dichter bij me en blijf staan. Ik spreek tegen het beestje van kom laat je maar eens zien als ineens een kopje van een reeën jong boven de betonnen rand van een open waterleiding komt. Ik wil in actie schieten als ook de voorpoten op het droge geraken en uiteindelijk het dier op zijn zij rolt en recht komt. Ocharme het jonge beestje, het stond te trillen op zijn pootjes. Het vluchtte helemaal niet weg, het kon amper staan. Ik naderde voorzichtig en kon het waarlijk over zijn hoofd en lichaam wrijven. Toen ik het rustig naar de overkant dirigeerde kwam er een zeldzame auto aangereden. Ik deed teken om te vertragen. De dame achter het stuur stopte en zette haar motor af. Toen nam ze haar fleece en droogde het dier. Het rillen minderde wel niet maar traag ging het beestje naar de graskant. Hopelijk is het door de zonnewarmte gered geworden. Betonnen kanalen en beken, niks voor reeën!
Ik bleef dus maar stappen tot in Châtillon waar ik tegen zevenen mijn locatie voor deze nacht heb gevonden.
Ook terug gevonden zijn Gabriella en Giuseppe, zij verblijven bij de Franseskanen. Wel zijn we samen gaan eten, soort kaasfondue en daarna nog een salade. Een pint bier heeft ook gesmaakt, Belgisch Maes Pils!
Grtjs
Hugo Pellegrino
Fotos: Drugshonden? Volgens Amerikanen wel; Aoste ten tijde van Augustus; Het oude theater; Poort en brug in één lijn; Ex-pelgrim; Aoste al ver achter me; Gered door mijn stem; Naar rechts.
Als je op tijd gaat slapen ben je meestal ook vroeg wakker. Vijf uur was iets te vroeg, vanaf zessen kon het wel al. Het ontbijt is pas om acht uur, dus kan ik nog even iets vertellen over het klooster.
Er is voor het eerst sprake van een klooster in de 9e eeuw. Dit was dan op de plaats die nu Bourg-St-Pierre wordt genoemd. Saracenen hebben het rond 940 verwoest. Een goede honderd jaar later vond de aartsdiaken van Aosta het welletjes dat hij regelmatig beroofde reizigers zag. Daarop richtte hij een hospice in op de pas zelf.
Het toevluchtsoord droeg eerst de naam van Sint-Nicolaas. Later, rond 1125, staat in een document de naam van Sint-Bernardus vermeld. Waarom het klooster nu in Zwitserland ligt komt omdat het door St-Bernard onder de verantwoordelijkheid werd geplaatst van de bisschop van Sion.
De hond genoemd naar de oprichter van het hospice heb ik er niet gezien. Men vermeld pas de
St-Bernardhond in 1709. Het ras spruit voort uit de dieren die eerst als waakhonden naar boven werden gehaald. Vanwege hun goede reukzin werden ze later speciaal gekweekt om mensen in de sneeuw op te sporen. Of ze ook een vaatje rond hun nek droegen is waarschijnlijk aan de verbeelding toe te schrijven.
Twee schilderijen, daterend uit 1690, van ene Salvatore Rosa beelden dit soort honden af.
In de zomermaanden kan je de St-Bernard hond nog zien op de pas, meer als toeristische attractie. Een stichting gevestigd in Martigny (Barry? Opgericht in 2004) houd het ras in stand.
Een laatste redding door een St-Bernard hond heeft plaats gevonden in 1955.
Heden ten dage is het Hospice een goed draaiende onderneming te noemen. Ik heb een viertal paters geteld. Wel zijn er een veertigtal mede paters die verdeeld zijn over de verschillende parochies en het Hospice van Sion. Hun congregatie heet voluit: Les congrégation des Chanoines du Grand-Saint-Bernard.
Het zijn vooral de werknemers die de boel draaiende houden. Een dertigtal mensen verdienen er hun boterham, in de zomer maanden kan dit nog oplopen met een aantal vrijwilligers. De kok is nu een Italiaan die zes maanden elke dag zijn kunsten kan tonen (met hulp uiteraard). Daarna is zijn jaar goed zei hij.
Langs de Zwitserse kant is de baan bijna het jaar rond vrij van sneeuw. (Daarvoor moet er wel regelmatig geruimd worden, ook de sneeuw van de zijkant wordt verwijderd met een kraan. Daarna komt de ruimer die alles vermorzeld en naar beneden spuit.) Dat trekt dan weer veel toeristen aan. Ook verblijven meerdere mensen voor een tijdje in het klooster, je kan een kamer huren, alleen of voor een gezin of groep.
Er zijn twee grote gebouwen waarin vijfentwintig kamers zijn ondergebracht. De kamers voor pelgrims tellen wel acht bedden. Het sanitair is modern net zoals de rest van de inrichting van de gebouwen . Enkel de muren, met een dikte van een meter, kan men niet aanpassen.
Ook de crypte, waar de kapel voor de bezinning zich bevindt, is modern te noemen. De verlichting bestaat uit sterren met hier en daar een goed gerichte spot. Tijdens het bijwonen van de vespers werden na de gebeden en het evangelie de spotjes geminderd en kwamen het kruisbeeld en de pelgrim speciaal in beeld. Tijdens de bezinning heb ik meer dan een half uur niet bewogen. Enkel de mede pater, die de rituelen zoals het wierook aansteken uitvoerde, heeft ook niet bewogen.
Grtjs,
Hugo Pellegrino
Fotos: Goede morgen; De bel; Salon; Gang; Museum vol schatten; Schilderij met St-Bernard; Kapel met prachtig houtsnijwerk; Bezinningsruimte; De pelgrim.
Rustig geslapen, op tijd wakker en gewassen. Voor het ontbijt nog wat kaartjes geschreven, daar is anders niet te veel tijd voor. Wel vergeten dat ik mijn laatste Francs al kwijt was en er niet te veel Euros meer over waren. Gelukkig overschreed de prijs van het aantal geschreven kaartjes en de zegels niet de beschikbare fondsen in mijn beurs.
Dit heb je allemaal al gelezen, dit maar om te zeggen dat er niet zo veel meer te vertellen is.
Ik ben wel steeds geïnteresseerd in jullie reacties. En ik kan melden dat de Peugeot 301 besteld is geworden in 1932 en afgeleverd in 1933.
De autobaan heb ik zondag genomen omdat het dan rustig is, geen 'poid lourd' op de weg. En door de hevige regen kan je beter de baan nemen dan de 'voie vert', daar rits je van de ene steen na de andere, met de diepe ravijnen in de buurt dus geen optie. En de Mont Blanc is in de wolken blijven steken, misschien voor een andere keer.
Dat het vandaag dus een pak warmer is geworden, door de zon wel te verstaan. Die is er na de middag in geslaagd de wolken te verdrijven. Ook door de afdaling in de vallei van Aosta steeg met elke meter de warmte. En geleidelijk verdwenen de laagjes kleding tot het bekende T-shirt. De pijpen zijn wel lang gebleven. (?)
Voor vanavond heb ik dus onderkomen bij papagrand in Variney. En morgen zien we wel weer.
Ciao
Grtjs,
Hugo Pellegrino
Fotos: Douane gebouwen zichtbaar, sneeuwval = vertrekken; In mei 1800 was het weer beter; Patrick aan de payage, niet meer gezien; Eerste blik op Italië, CINZANO in St-Oyen; Mooie paden op meer dan 1200 meter; Vallei naar Aosta; Afdalen naar Chef-Lieu 1267 m tot Chez-Henry 845 m op korte tijd, bijna vrije val; Uitzicht vanuit mijn hotel raam op Aosta.
Rustig geslapen, op tijd wakker en gewassen. Voor het ontbijt nog wat kaartjes geschreven, daar is anders niet te veel tijd voor. Wel vergeten dat ik mijn laatste Francs al kwijt was en er niet te veel Euros meer over waren. Gelukkig overschreed de prijs van het aantal geschreven kaartjes en de zegels niet de beschikbare fondsen in mijn beurs.
Patrick wou zo vlug mogelijk na het ontbijt vertrekken, de mist was al grotendeels verdwenen. Ik wou toch nog wel even afwachten, het veranderd zo snel.
Een pater die bij ons aan tafel zat kon hem dan toch overreden rustig te blijven. Nadat we tegen negen gepakt stonden troonde dezelfde eerwaarde ons mee naar de kelder, waar ook onze schoenen stonden en regenjassen hingen. Voor alle geval zei hij, neem deze raclettes maar mee en geef ze af in St-Oyen.
Toen we buiten kwamen viel de sneeuw met dikke vlokken, maar dat was eigenlijk beter dan regenen. De temperatuur was redelijk, ongeveer een graad of drie.
Gezwind de afdaling begonnen en, na ongeveer 350 meter, voorbij de Zwitserse douaniers gestapt. Niemand gezien, er stond wel een auto. (er was iemand aan het kuisen) Alvorens de Italiaanse confraters te bereiken stootten we op een ijs muur. De baan niet geruimd en dus even klauteren om erbovenop te geraken.
Aan het douane gebouw lag de sneeuw ruim tot tegen de dakrand. En niemand te zien, uiteraard. Alle deuren en vensters waren nog afgedekt met houten planken.
De raclettes kwamen al van pas. Toch even moeten zoeken naar de juiste richting. Ik kon de rand van de weg nog juist zien.
Even verder zou er dan een galerij moeten zijn. Galerij? Niet te zien, volledig bedolven onder de afgegleden sneeuw, een 'avalange'. Met de raclettes kon ik er wel op geraken. Zover ik kon zien was de baan volledig verdwenen.
Patrick was ondertussen al driemaal gevallen en één keer een schoen verspeelt. En op die galerij had ik een vrij goed zicht op de vallei maar ook op het gevaar. Als je je raclet niet stevig in de sneeuw drukte kon je wegschuiven. Het zou dus voetje voor voetje worden.
Met Patrick wou ik echter absoluut geen risico nemen, ook voor mezelf moet ik toegeven, kneep het wel even tussen de billen.
Zonder pardon maar het besluit genomen om terug te keren. Mijn Franse mede pelgrim wou me nog overreden. Maar zonder nog verder commentaar stapte ik terug naar boven, naar af. De raclettes liggen terug op hun plaats.
De afdaling langs Zwitserse kant dan maar genomen om via de tunnel naar Italië te liften. Vermits we met twee stonden stelde ik voor om enige afstand te nemen. Dat leverde al vlug resultaat op, tien minuten later was Patrick al verdwenen en schoof ik op naar de kassa, waar de wagens halt houden.
Zodat ik iets na half twaalf in St-Oyen stond.
Een vriendelijke Fransman had me meegenomen. Hij was uiterst geïnteresseerd in mijn tocht. Ook hij zou graag eens naar Compo gaan. Zijn lief naast hem lachte fijntjes.
Tot daar het eerste deel van mijn verslag, terug naar af. Of toch niet, want bij het binnen komen van Italië steeg de temperatuur met zeker 20°C.
Grtjs,
Hugo Pellegrino
Fotos: Redelijke zichtbaarheid, vertrekken maar; Een paar terug zetten, een ander paar aan de rugzak bevestigen; Sneeuw muur; Waar is de juiste weg?; Via deze zeer snel beneden, in het dal waar de banen wel geruimd zijn; Merk het verschil; Geen risicos, terug!; Baan vrijhouden, voor wie?; Terug bij af
Omdat het hospitale op de pas van de Grand-Saint-Bernard nogal indrukwekkend is, hierbij nog enkele sfeer beelden. Het eten moet ik nog afwachten maar de thee beloofd al veel goeds.
Grtjs,
Hugo Pellegrino
Fotos: De inkomhal; Natte kledij en schoenen blijven (bij de voordeur) in kelder juist naast de inkom; Crocks voor iedereen; 2e verdiep voor de slaapzalen; Elke slaapzaal acht bedden; Propere, moderne sanitaire installaties én heerlijke warme (hete) douche; Evacuatie touw; Winter in Italië!.