Ik ben Jan, en gebruik soms ook wel de schuilnaam De vrije loper.
Ik ben een man en woon in Lede (België) en mijn beroep is Bankbediende.
Ik ben geboren op 17/08/1974 en ben nu dus 50 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Lopen, lezen en gezelschapsspelletjes spelen.
Deze morgen liet ik me vergezellen op mijn duurloopje door Kenny Burrell en Cannonball Adderley, Miles Davis, Hank Jones, Sam Jones en Art Blakey. Als je iets van jazz afweet, moeten deze namen zeker een belletje doen rinkelen. Uiteraard liepen ze niet echt met me mee. (Miles Davis bijvoorbeeld is al lang dood en begraven. Hun muziek is echter onsterfelijk.) Neen, ik nam, tegen mijn gewoonte in, mijn MP3-speler mee, waarop ik twee CD's had gezet. 'Midnight blue' van Kenny Burrell en 'Somethin' Else' van alle andere vermelde artiesten. Vooral de eerste CD is wat mij betreft een must voor ieder zichzelf respecterend muziekliefhebber. Wat Kenny Burrell uit zijn gitaar haalt is bovenmenselijk.
Wat het lopen betreft, moest ik wel wat zoeken naar mijn ritme. Het ritme van de muziek dwong me af en toe sneller of trager te lopen. In het begin corrigeerde ik me dus constant. In het tweede deel van mijn duurloop had ik er al geen last meer van. Ik liep gemakkelijk, had mijn hartslag redelijk onder controle en liep opnieuw een mooie tijd voor de betreffende hartslagzone. Ondanks de motregen die naar het eind toe uitmondde in een hevige plensbui, genoot ik (weer ) met volle teugen.
Wat dat onder controle houden van mijn hartslag betreft, dat is iets wat ik vrijdag voor het eerst uitprobeerde. Ik merkte dat ik slechts vertraag als mijn hartslagmeter begint te piepen als ik boven de bovengrens ga. Wanneer dit regelmatig voorvalt, begint dat op mijn zenuwen te werken en dat is eigenlijk een beetje een demper op het genot dat lopen veroorzaakt. Vrijdag dus, streefde ik ernaar om mijn hartslag 5 slagen onder de bovengrens te houden en dat lukte redelijk goed. Enkel toen mijn gedachten een beetje afdwaalden (soms stel ik me voor een marathon te voltooien en dat ik een laatste eindsprint inzet) maande mijn hartslagmeter me aan het kalmer aan te doen. Belangrijker is dat het inderdaad leuker is om niet gestoord te worden door het ergerlijke gepiep. Zowel vrijdag als vandaag genoot ik veel meer van mijn rondjes lopen.
Ik begin me af te vragen of Liesbet iets in mijn eten heeft gedaan of dat mijn hartslagmeter nog naar behoren werkt. Ik loop sneller aan de laagste hartslagzone die voor me werd bepaald; dat was dan gisteren. Vandaag was mijn tijd op een intensieve duurtraining (hartslag tussen de 140 en 150) ook al beter dan enkele weken geleden .
Ik voelde me weliswaar wat minder in vorm dan gisteren (had wat last in de buik), maar al bij al, verliep mijn loopje meer dan naar wens.
Er zijn zo van die dagen dat alles vanzelf lijkt te gaan, dat alles in harmonie is. Vandaag was zo een dag. Ik probeer er een gewoonte van te maken om redelijk vroeg op te staan, zelfs in het weekend. Om 8.30 u begon de dag met een lekker ontbijtje. Ik waste en kleedde me en vertrok naar de markt. Het doel was het groentekraam. Ik had in een boek iets gelezen over een ratatouille en dat wou ik deze middag dan ook klaar maken. Het was prettig, zonnig weer en ik besloot te voet te gaan. Drie kwartier later stond ik thuis met een aubergine, een courgette, tomaten, een zakje uit de kluiten gewassen uien, een paprika, een groentemix voor een soepje en wat verse kruiden. Terwijl de soep op het fornuis stond, grilde ik alle groentjes om ze daarna in blokjes te snijden. Ik husselde alles door elkaar, kruidde wat met peper, zout en verse bladpeterselie. Een lepeltje balsamico rondde het geheel mooi af. Ik liet het me smaken met een pitabroodje en een klein glaasje rode wijn.
Na de afwas, was het tijd voor een siësta en om wat te lezen in mijn nieuw boek van Haruki Murakami. (Deze schrijver is fantastisch). Om drie uur nam ik een koekje bij de koffie en een uur later maakte ik me klaar om een duurloopje van een uur te doen. Samen met Liesbet trok ik er dus op uit en begonnen we een rondje dat redelijk vlak is. Ik voelde me super en merkte dat de hartslag deze keer niet te snel opliep. Naar het einde toe maakte ik nog wat meer snelheid en bleef netjes binnen de grenswaarden. Slechts een tweetal keer kwam ik boven de 135 bpm uit en dan nog gedurende een paar luttele seconden. Thuis gekomen ging ik onder de douche, at daarna enkele boterhammetjes en trok me terug aan mijn bureau. Ik voerde de gegevens van mijn training in op de computer en tot mijn verrassing deed ik er 14 seconden minder over per kilometer dan mijn tot dan toe beste prestatie (voor een gelijkaardige hartslagzone).
Sinds ik het onderzoek ondergaan heb in Gent, slaagde ik er niet in om in de laagste hartslagzone vooruitgang te boeken. Integendeel zelfs, het ging achteruit met mijn prestaties. Ik begon te twijfelen aan zowat alles. Werkt mijn hartslagmeter nog naar behoren? Deugd het schema dat ik kreeg? Heb ik plots een hartafwijking opgelopen?... Dergelijke vragen bleef ik me maar stellen.
Ik onderzocht alle resultaten van de afgelopen weken nog eens en merkte een aantal trends die een mogelijke verklaring kunnen zijn.
- Ten eerste loop ik 's ochtends blijkbaar altijd met een verhoogde hartslag. (Is zoiets normaal? Dat zal ik de komende dagen verder onderzoeken.)
- Ten tweede was ik vandaag heel uitgerust. Ik had gisteren de brug gemaakt, heb redelijk veel geslapen en zoals ik al eerder schreef leek vandaag alles heel harmonieus te verlopen. Kortom, ik voelde me vandaag minder gestresseerd dan de afgelopen weken.
- Tot slot was het vandaag prachtig loopweer. De zon scheen, het was ongeveer 10°C en er was een aangenaam briesje, soms in de rug, dan weer op kop.
Hoe dan ook, dit mooie resultaat is de kers op de taart voor vandaag. Dergelijke dagen geven je een gevoel de wereld aan te kunnen.
Einde van mijn vermageringskuur in zicht, tijd om te diëten...
Hallo,
Deze morgen tijdens het ontbijt liet ik mijn gedachten wat dwalen over mijn dieet. Het gaat heel vlot, maar zit bijna aan het gewicht dat ik als doel had gesteld. Daarna zal ik opnieuw wat meer moeten gaan eten en dan begint het moeilijke gedeelte.
Vermageren is gemakkelijk. Je houdt je aan een iets strikter dieet en valt gemakkelijk een halve kilo per week af. Je werkt ook naar een heel concreet doel toe. Regelmatig prijzen vrienden, collega's en familie mij voor mijn karakter om dat dieet vol te houden. "Voor iemand die gewoon is om bourgondisch door het leven te gaan, vraagt het toch wel opofferingen." redeneren de meeste mensen. Dat idee wil ik gerust ontkrachten. Het enige wat ik opofferde waren luie avonden voor de televisie, met een trappist en een blokje kaas. Allemaal best gezellig, maar als je andere bezigheden hebt, mis je dat niet zo erg. Andere mensen denken dat ik mijn toevlucht nam tot pillen, dieetshakes of ik weet niet wat er nog allemaal bestaat om gewichtverlies in de hand te werken. Toch niet, ik wijzigde enkel mijn eetgewoonten. De maaltijden die ik gewoonlijk bereidde verschillen niet zoveel van wat ik nu klaarmaak. Ik verminderde wel het aandeel vet een beetje, maar grosso modo blijft wat dat betreft alles bij het oude. Sterker nog, ik eet eigenlijk een beetje meer dan vroeger gedurende de (werk)dag zelf.
Vroeger had ik problemen om uit mijn bed te komen. Het ontbijt moest het meestal ontgelden. Op mijn werk toegekomen, dronk ik koffie gedurende de hele voormiddag om s middags mijn eerste maaltijd te verorberen. Meestal een broodje uit één van de talrijke snackbars in de buurt. Om vier uur in de namiddag, was ik dan meestal uitgehongerd en kocht ik me een tweetal chocoladerepen. s Avonds maakte ik de hoofdmaaltijd klaar zoals ik nu nog steeds doe, maar nam wel een aperitief ervoor, uiteraard met het obligate hapje. Een dessert kan ik wel missen, maar zoutjes voor de televisie zijn voor mij een echte verslaving (zelfs nu nog heb ik het moeilijk om te bedanken voor chips als we bezoek krijgen of op bezoek gaan). Een trappist erbij en we zijn rond. In de weekends was het nog erger. Ik lust wel eens een ijsje (of zeg maar coupe weetikveelwat), af en toe gingen we uit waarbij er meestal een paar liter bier in gingen, gevolgd door een grote doner kebab. Ik geloof dat ik gemiddeld op ongeveer 2800 à 3000 kcal kom als ik alles bij elkaar tel. Reken daarbij nagenoeg geen fysieke inspanningen, wat resulteert in een energieoverschot dat wordt omgezet in vet. Veel vet.
Nu neem ik de tijd voor een ontbijt. Een kommetje muesli met een potje magere yoghurt of een tweetal boterhammen met halvarine en een beetje beleg, een stukje fruit en een kop koffie zorgen al voor een geslaagde start van de dag. Om tien uur neem ik een pakje Sultana-koekjes. Dit houdt mijn motor lopende tot de middag. s Middags eet ik opnieuw twee boterhammen en een kommetje groenten. Rond drie uur krijg ik opnieuw zin in iets lekkers. Een stukje fruit helpt me door dit namiddagdipje door. s Avonds eet ik mijn hoofdmaaltijd die bestaat uit 300 gr groenten, 3 aardappelen en 100 gr vlees of vleesvervanger. Tot slot, sluit ik met een potje yoghurt mijn dagtaak (wat eten betreft) af. Gedurende de dag drink ik ongeveer 1 à 1.5 liter water en tweetal blikjes van 33 cl light frisdrank. Alles bij elkaar vermoed ik iets van 1600 à 1800 kcal binnen te werken per dag, samen met vier loopjes in de week. Dit alles resulteert in een negatieve energiebalans, wat mijn lichaam compenseert met de vetreserves die ik vroeger heb opgebouwd. Ik voel me veel energieker, ben niet meer buiten adem als ik de trap oploop en het cholesterol-gehalte is gedaald. Persoonlijk vind ik dus dat ik misschien wel enkele dingen heb opgegeven, maar ze worden ruimschoots gecompenseerd (misschien zelfs overgecompenseerd).
Nu gaat het echter pas echt beginnen. Afvallen deed ik al eerder, waarbij ik het gewenste doel bereikte, maar een gewicht behouden kon ik tot nu toe niet. Ik hoop in het lopen voldoende stimulans te vinden om me op het goede pad te houden. Deze keer denk ik wel te slagen. Ik kan het moeilijk onder woorden brengen wat er precies verschilt tussen nu en een aantal jaar geleden bij een eerdere poging, maar het is nu iets anders. Neem nu het lopen bijvoorbeeld, tijdens die eerdere poging liep ik ook wel een aantal keer per week, maar kwam er niet toe om die inspanningen verder uit te bouwen. Ik vergat doelen op kortere termijn, liep in het Aalsters stadspark dat net een tikkeltje te veel rompslomp met zich meebracht,... Ik dacht ook iemand nodig te hebben om me te vergezellen en toen Liesbet uiteindelijk geen zin meer had, haakte ik stilletjes aan ook af. Nu zie ik mijn loopje als een moment voor mij alleen. Ik denk aan niets en geniet van de omgeving. Als ik dan thuiskom zijn de batterijen volledig opgeladen, een gevoel dat ik vroeger niet zo veel had. Ik doe ook geen moeite meer om systematisch naar het stadspark te gaan. Misschien is het niet zo goed voor de benen als de zachtere ondergrond in het park, maar ik verkies dat boven de stress van het verkeer naar en van het stadspark.
Het is de afgelopen anderhalve week behoorlijk druk geweest. Niet meteen op het werk, maar ik ben een weekend in Essen geweest om daarna door te reizen naar Berlijn en om te eindigen op de boekenbeurs. Ons doel in Essen was een spelletjesbeurs. Leuk, maar er moest ook gelopen worden. Wat ik niet wist, maar aan de lijve ondervond was dat Essen verdomd heuvelachtig is. Ik had alle moeite om mijn hartslag binnen aanvaardbare grenzen te houden. Ik had zowat de indruk absoluut niet vooruit te gaan. Het contrast met Berlijn kon dan ook niet groter zijn. Berlijn is wat mij betreft een lopersparadijs op aarde. Mooie vlakke wegen, met voldoende brede voetpaden en een fantastisch stadspark 'Tiergarten'. Twee keer ben ik erop uitgetrokken. Hoeveel kilometer ik er doorhaspelde kan ik niet zeggen, maar het was fantastisch. Het viel me trouwens op dat ik niet alleen was. Langs alle kanten kwamen lopers van of naar Tiergarten.
Het voorbije weekend ben ik met Liesbet naar de boekenbeurs gegaan. Ook daar kwam ik weer voldoende aan mijn trekken. Per toeval ontdekte ik een boekje van Haruki Murakami 'What I talk about when I talk about running'. Maandagavond heb ik me lekker genesteld en ben ik beginnen lezen. Het gaat over de ervaringen van de schrijver als loper gedurende zijn voorbereiding op de NYC-marathon. Zin om het ook te lezen? Je kan het boekje uiteraard in het Engels kopen, maar in januari geeft uitgeverij Atlas het uit in het Nederlands.
Een interessante stelling vond ik zijn visie over lopen. Hij houdt niet zoveel van teamsport of sporten waar je het opneemt tegen een tegenstander omdat hij niet heel erg competetief is ingesteld. Als loper op een bescheiden niveau neem je het dan ook niet op tegen iemand anders maar tegen jezelf. Hij is voornamelijk gefocust op het verbeteren van zijn eigen tijd, zijn eigen afstanden, enz. Ikzelf hou ook meer van lopen waarbij de focus op jezelf ligt. Het bereiken van een doel ligt voornamelijk aan jezelf en de voldoening bij het bereiken van dat doel is altijd groot. Eens een doel bereikt, kan je het volgend doel nastreven en zo kan je doorgaan tot je niet meer kan lopen.
Een tijdje geleden heb ik allerlei testen laten uitvoeren in het UZ in Gent en vandaag mocht ik om de resultaten. Voor de gelegenheid had ik een dagje verlof. Om 9.30 u werd ik verwacht. Eerst heb ik ontbeten samen met mijn vrouw, waarna ik haar heb weggebracht naar de school waar ze werkt. Daarna heb ik nog enkele huishoudelijke klusjes geklaard, waarna ik naar Gent vertrokken ben.
Eerst werden alle resultaten uitvoerig toegelicht. Ik kreeg informatie over mijn vetgehalte, bloeddruk, maximale hartslag, maximale zuurstofopname, maximaal arbeidsvermogen (of hoe snel ik in een bepaalde tijd kan lopen aan een bepaalde hartfrequentie), maximaal laktaat,... Allemaal leuk om te vernemen, maar wat echt interessant was, was mijn uithoudingsvermogen op submaximaal niveau. Was dat confronterend
Deze parameters op zich zeggen mij persoonlijk niet zo veel, maar het trainingsadvies dat eruit voortvloeide des te meer. Het vetgehalte dat nog altijd 18.8 % van mijn lichaam uitmaakt, kan naar omlaag. Het uithoudingsvermogen op submaximaal niveau moet verbeteren. Concreet betekent dat laatste dat ik meer in de lagere hartslagzones moet gaan trainen. In de voorbije maanden trainde ik blijkbaar veel te hard. Aan de hand van de uitleg en een voorbeeldschema maakte ik een nieuw schema aan.
Thuis bekeek ik ook nog eens het bloedonderzoek en vergeleek dat met het onderzoek dat ik via mijn huisdokter liet uitvoeren. Tot mijn vreugde merkte ik dat de cholesterol aanzienlijk gedaald is en het HDL-cholesterol terug boven de ondergrens zat.
Deze namiddag liep ik dan voor het eerst met een gemiddelde hartslag van 130. Het ging traag vooruit, maar na een tijdje vond ik het ritme en begon ik het leuk te vinden. Ik hoop dat ik snel vooruitgang zie op deze lage hartfrequentie, want ik ben nogal ongeduldig. We zullen zien...
Gisteren ben ik met de vereniging van mijn werkgever naar de brouwerij Duvel Moortgat geweest. We vertrokken behoorlijk vroeg op de avond, zodat ik niet op het gebruikelijk tijdstip mijn rondje kon lopen. Vol goede moed besloot ik dan 's morgens, voor naar mijn werk te vertrekken, een eindje te gaan lopen.
Om 05.15 u ging de wekker af. Ik kleedde me aan, dronk eerst nog een beetje water en vertrok. De route die ik deze keer had uitgekozen, had ik nog niet uitgeprobeerd. Dat ik mijn gebruikelijke route deze keer niet volgde ligt aan het feit dat ik dan langs enkele onverlichte stukken zou moeten lopen. Ik wil aan mijn ochtendlijke loopje natuurlijk geen blesures overhouden. Vandaar. Heel rustig liep ik eerst onze straat uit en op het einde naar rechts, richting station. In plaats van het blokje rond te moeten kan je nu als fietser of voetganger een stukje afsnijden via een fietsbaantje (verlicht !). Iets voor het station steek ik de spoorweg over en liep een beetje verder, rechts, door de straat waar ik een jaartje mocht wonen in het huis van mijn broer. Op het einde, was het eventjes uitkijken voor het gemotoriseerd verkeer en dan zette ik mijn weg verder langs een weg die evenwijdig loopt met de sporen. De tweede straat sla ik links in en vervolgens weer rechts om op het eind van de Eikelstraat de Bosstraat in te lopen. Van hieruit werd het echt leuk. Het leek of ik helemaal alleen op de wereld was. Letterlijk geen kat was er te bekennen en dit zou zo blijven tot aan de N442. Op het eind van de Bosstraat sla ik links de Vrijdagmarkt in en vervolgens gaat het langs de Blikstraat, naar de Ronkenburgstraat, de Groenstraat, rechts langs de Barrevoetsehoek om via de Heiplasstraat op de N442 uit te komen. Hier sta ik voor de keuze om de korste weg naar huis te gaan of nog een blokje om te lopen. Ik koos voor het laatste ondanks de regen. Uiteindelijk klokte ik af op 8,4 km. Thuisgekomen, deed ik voor één keer geen rek- en strekoefeningen, douchte me, at mijn ontbijt en vertrok naar mijn werk.
Voor mij was het een totaal nieuwe ervaring om 's ochtends te lopen. Het zal heel zeker niet de laatste keer zijn dat ik dat doe. Ik kwam op het werk aan en bruiste van energie (waarschijnlijk was het feit dat ik 's namiddags vroeger naar huis zou gaan daar ook niet vreemd aan .
Deze morgen was ik minder goed in vorm. Ik had verschrikkelijk slecht geslapen (amper 5 uurtjes) en ik was moe en futloos. Op het werk ging het ook niet zoals het zou moeten. Een vergadering verliep vruchteloos, en in de namiddag had ik alle moeite om me te kunnen concentreren op mijn werk. De snoodaards die denken dat ik in Duvel Moortgat te diep in het glas had gekeken, hebben het bij het verkeerde eind. Ik had wel wat gedronken, maar het viel al bij al wel mee.
Gelukkig kon ik op de trein een uiltje vangen en na een uurtje sporen was ik al wat meer verkwikt. Thuisgekomen trok ik opnieuw mijn loopspullen aan en vertrok voor een korter duurloopje van 45 minuten langs mijn vertrouwde rondje. Ik raakte maar niet in het ritme en zwoegde op de stukjes bergop. Helemaal aan het einde kwam ik dan wel in het ritme; het was dan ook bergaf, maar dan was ik natuurlijk al bijna thuis. Als ik alle gegevens in het programmaatje stop waarin ik al mijn trainingen bijhoud, dan merk ik dat ik slechter presteerde dan vorige week, maar dat ik toch ruim sneller liep met dezelfde hartslag dan eind september. Geen reden dus om helemaal ontevreden te zijn.
De week, of liever de tweede helft ervan, was een beetje minder. Woensdag begon ik zo een beetje last te krijgen van allerlei lichamelijke ongemakken en donderdag sloeg een verkoudheid genadeloos toe. Ik had een lichte hoofdpijn, pijn in de rug, slappe benen en voortdurend een druipneus. Van lopen kwam die dag niets in huis. Genoeg om mijn humeur volkomen te verpesten. Als er iets is waar ik een bloedhekel aan heb, dan zijn het wel ongewenste lichamelijke ongemakken, die me beletten op een min of meer normale wijze te functioneren.
In de hoop die verkoudheid zo snel mogelijk te boven te komen, dampte ik voor het slapengaan, dronk ik versgeperst sinaasappel / citroen-sap, citroenthee en smeerde ik mijn borst in met Vicks. Tegen mijn gewoonte in ging ik ook vroeg naar bed, maar van slapen kwam niet veel in huis. De slaap wilde maar niet komen en als het dan toch zover was dat ik eindelijk indommelde werd ik weer wakker met een dof gevoel in mijn hoofd.
Gisteren was het dan alweer beter. Ik twijfelde nog of ik al dan niet zou lopen. Op internet vond ik enkele tips over verkoudheid en lopen, maar het ging zowat alle kanten op. De ene site vermeld dat je kan lopen zolang je geen koorts hebt, de andere site zegt dan iets over een neck-check (symptomen boven de hals, geen probleem om te hardlopen; symptomen onder de hals, niet hardlopen), op een forum las ik dan een post van iemand die wel gaan lopen is en bij wie het zelfs geholpen heeft om de verkoudheid te bestrijden, enz. In de laatste editie van Runner's World las ik ook een artikel over verkoudheid en lopen, en na wat wikken en wegen besloot ik me dan toch aan een duurloop te wagen.
Ik stippelde een route uit langs enkele fietsknooppunten in de streek, kleedde me iets warmer dan gewoonlijk, nam enkele papieren zakdoekjes voor onderweg en vertrok. Tot mijn verrassing bleek mijn verkoudheid niet echt een probleem te zijn. Ik liep gemakkelijk, weliswaar tegen een heel gezapig tempo en genoot van de omgeving. Tegen het eind verhoogde mijn hartslag en kreeg ik wel wat lichte hoofdpijn, maar dat woog niet op tegen de voordelen van dat duurloopje. Ik ben blij dat ik uiteindelijk besloten heb om toch te gaan.
Vandaag lijkt mijn verkoudheid wat verder weg te deinen en ik voel de vorm terugkeren. Straks ga ik nog wat spierversterkende oefeningen doen en me dan in de zetel nestelen met een boek en lekker lui genieten.
Vandaag ben ik mijn vast rondje gaan lopen. Ik volg steeds dezelfde route, die ongeveer 6 km lang is. Heb ik nog wat tijd over dan brei ik er nog een stukje aan. Vandaag was ik wat bang dat ik pijn zou krijgen in mijn kuit. Gisteren had ik ook al gelopen en toen verkrampte mijn rechterkuit heel lichtjes; je zou eerder van een spanning kunnen spreken. Dus toen ik er vandaag op uit trok, vreesde ik dat het weer hetzelfde zou worden, maar wonder boven wonder liep ik behoorlijk vlot. Geen pijn, geen spanning, gewoon heerlijk lopen.
Ik begon met een opwarming van 10 minuten. In een heel laag tempo liep ik de straat uit, langs een landbouwpaadje, om in Wanzele uit te komen. Daar loop ik rond de kerk om vervolgens een stukje terug te lopen richting Lede (het dorp waar ik woon). Ik kom terecht op de steenweg, waar ik rechtsaf ga. De eerste straat linksaf leidt me naar de kerk van Impe. Dit vind ik een heel mooi stukje van mijn route. Mijn zintuigen lijken wel scherper te reageren. Ik geniet met volle teugen van de velden waarlangs ik loop, hoor de vogels vrolijk kwetteren en ruik de geuren van gevallen herfstbladeren. Dan kom ik aan de kerk van Impe uit. Het idyllisch beeld van dat landelijke kerkje wordt wat verstoord door de kermis die er staat. Ik laat de kerk voor wat ze waard is en sla linksaf richting Lede. Deze baan is wat drukker, maar je wordt geregeld getrakteerd op een prachtig zicht. Binnenkort loop ik deze route vast en zeker met een fototoestel. In begin gaat het wat bergaf en daarna gaat het opnieuw bergop. Ik loop vlot, geniet nog steeds tot mijn hartslagmeter een irritant gepiep laat horen. Verdorie, ik zit boven de bovengrens. Ik minder vaart en concentreer me op mijn ritme. Ik merk dat ik dan minder van de omgeving geniet. Gelukkig is er op dat stukje niet zoveel meer te zien.
Met mijn hartslagmeter heb ik zo een beetje een haat / liefdesverhouding. Ik hou ervan om mijn prestaties te analyseren, om mijn vooruit- of achteruitgang te zien en het behoedt me voor te snel lopen. Anderzijds lijk ik soms wel gefixeerd op die hartslag, tijd en verbrande calorieën zodat ik niet altijd toekom aan eindeloos genieten. Ware het niet dat de voordelen opwegen tegen de nadelen, dan had ik allang dat kleinood weggeborgen in het donkerste hoekje van een kast.
Na die korte storing, gaat het opnieuw bergaf. Ik loop langs het kerkhof en het huis waar ik gedurende de eerste jaren van mijn huwelijk heb gewoond. Nu gaat het weer prachtig vooruit. Ik krijg plots een energieboost en mijn snelheid gaat omhoog. Ik loop rechtdoor tot ik niet meer verder kan, en sla dan linksaf in de richting van de straat waar ik woon. Deze straat ziet er wat troosteloos uit. Rijhuisjes van dezelfde vorm, die enigszins aan de oude fabriekswoningen doen denken, staan als soldaatjes opgesteld. Als ik aan mijn straat kom, heb ik nog een vijftal minuten uit te lopen. Ik besluit mijn straat te passeren en loop rechtdoor. De straat waar ik nu in terechtkom is niet zo breed en ik hou de adem in als een auto passeert. Ook hier geniet ik weer van een prachtig uitzicht op velden. Vervolgens sla ik de eerste straat rechts in en loop door tot het einde van die straat als mijn hartslagmeter met enkele luide piepjes te kennen geeft dat ik aan het eind van mijn training ben gekomen. Hoe graag ik ook zou willen, en ook kan, weersta ik aan de verleiding om verder te lopen. Ik wandel vervolgens terug naar huis, waar ik mijn spieren en pezen rek en strek.
Ik drink nog een blikje cola (light uiteraard) terwijl ik het diner klaarstoom, de kabeljauw met spinazie smaken verrukkelijk en tegen 20.00 u zit ik in de zetel te genieten van een documentaire die ik ontleende uit de bibliotheek.
Voor mij is dit een recept voor een geslaagde avond.
Vandaag is de dag vroeg begonnen. Ik had al een aantal maanden geleden een afspraak gemaakt voor een sportmedisch onderzoek, in het UZ Gent, omdat ik wou weten waar ik sta. De wekker had ik om 07.00 u gezet, maar ik was ruim een uur eerder wakker. Niet goed wetende waar ik me aan verwachten kon, wat me wat zenuwachtig maakte, stond ik dan uiteindelijk om 06.45 u op. Na me gewassen te hebben, deed ik mijn sportkleren aan en vertrok naar Gent. In Wetteren stond ik plots in de file Op een zaterdagochtend, om 07.45 u file ? Was het weer nu zo goed dat iedereen op dit onhebbelijke uur naar de kust wou vertrekken? Ik begon me al wat meer op te jagen. Enkele minuten later was het fileleed dan voorbij. In het UZ toegekomen, waande ik me in een griezelfilm. Letterlijk geen kat was er te bespeuren. Aan het onthaal zat een mevrouw wat wezenloos te wachten. Moest ik nu ook hier nog eens wachten of kon ik onmiddellijk mijn kaartje in ontvangst nemen (bij een eerste bezoek moet je je namelijk laten inschrijven en krijg je een kaartje met je gegevens op). Ik kwam onmiddellijk aan de beurt. Eenmaal ingeschreven, begaf ik me naar de gebouwen waar de testen zouden afgenomen worden. Aan de hol klinkende gangen leek geen einde te komen, tot ik plots iemand tegenkwam die merkte dat ik voor een sportmedisch onderzoek kwam. Het was deze persoon die de tests ging afnemen.
Na wat algemene vragen over mijn gezondheid en mijn loopgeschiedenis, werd ik gemeten, gewogen en werd ook nog eens mijn vetpercentage door huidplooimeting bepaald. Ook werd mijn bloed afgenomen voor een algemeen onderzoek. Mijn bloeddruk werd ook bepaald en die was wat aan de hoge kant. Tijdens het doen van al die metingen praatten we over de sportieve prestaties die ik achter de rug had. De beide dokters, er was er al een tweede bijgekomen, vergeleken me met eerder onderzochte specimen, want zo voelde ik me enigszins. En toen mocht ik op de loopband gaan staan. Ik werd volgeplakt met electroden en kreeg een masker voor mond en neus gesnoerd. Ik zag mezelf meer en meer als proefkonijn in de handen van sadisten die er genoegen in scheppen de beestjes tot het eind toe uit te putten. Eens alles klaar, mocht ik op een rustig tempo beginnen stappen. Na iedere drie minuten werd de snelheid met 2 km/u opgedreven, maar telkens na het afnemen van wat bloed. Gelukkig kwam er maar één keer een naald aan te pas, waarmee in mijn vinger werd geprikt. Iedere keer werden enkele druppeltjes bloed opgevangen die dan in een machine werden geanalyseerd. Bij 12 km/u werd de snelheid niet meer opgedreven. Ik was dan ook ver aan het eind van mijn Latijn. Dit vond ik wel confronterend; ik dacht tot meer in staat te zijn. De loopband ging nog één keer naar een steilere helling en dan was het afgelopen. Op 24 oktober mag ik om de resultaten gaan en om wat trainingsadvies.
Na het doen van die tests had niet ik gedacht nog in staat te zijn een eindje te gaan lopen, maar 's avond besloot ik dan maar om een verkort duurloopje te doen. Niettegenstaande ik een lichte spanning voelde in mijn rechterkuit, genoot ik met volle teugen. Onderweg zag ik een nogal corpulente jongen op een scooter voorbijsnorren. Spontaan dacht ik aan de reclame van een bekend yoghurtmerk, waarbij mensen worden aangespoord om iemand anders dat merk aan te praten. Alle lopers zouden hetzelfde moeten doen voor hun sport. Personen, zoals die jongen op de scooter, zouden dan misschien ook de stap zetten om ook op loperspad te gaan, wat dan ten goede komt van hun mentale en fysieke gezondheid. Zou de wereld er niet mooier uitzien met alleen maar lopers?
Vandaag wordt er niet gelopen volgens mijn schema. Het kriebelde wel toen ik Liesbet de deur zag uitgaan om een eindje te gaan joggen, maar ik probeer me zo strikt mogelijk aan dat schema te houden. Het is wel de ideale gelegenheid om nog eens een boek te lezen. Deze middag ging ik naar de bibliotheek en ontleende onder andere "Ik loop dus ik besta". Verschillende bekende en minder bekende lopers leverden hun bijdrage aan dit werk, dat is uitgegeven bij Prometheus. Politici, professionele atleten (zowel valide als mindervalide) en zelfs een heuse prins schrijven over het lopen.
Na het avondeten installeerde ik me dus in de zetel met een glaasje rode wijn om alvast het voorwoord en de eerste twee delen te lezen. De eerste bijdrage is van de hand van een Nederlandse politicus die op een eerder bescheiden manier zijn rondjes loopt. Niet echt het meest inspirerende dat ik ooit over lopen las, maar goed, er zat wel wat stof tot nadenken in. Het tweede stuk is geschreven door een vrouw die ten gevolge van een bottumor een been verloor. Ik moest meteen terugdenken aan een artikel dat ik een tijdje geleden gelezen had over een Canadees, die op één been zijn vaderland al lopend wilde doorkruisen. De verbetenheid om opnieuw te lopen en vervolgens verder te gaan dan de grenzen van hun 'verminderde' mobiliteit (alhoewel...) zijn, althans voor mezelf, een inspiratiebron om het lopen voort te zetten.
Ik kan het trouwens aan iedereen aanraden om eens een boek of tijdschrift over lopen te lezen. Ervaringen van collega-lopers zijn een extra stimulans om vooruitgang te boeken en nog meer van het lopen te genieten. Je voelt dat je deel uitmaakt van een groep gelijkgestemde zielen. Het was trouwens het verhaal van een collega die de marathon van Rotterdam uitliep, dat me opnieuw aan het lopen zette.
Nu ga ik nog een enkele oefeningen doen voor buik-, rug- en beenspieren vooraleer ik me opnieuw in mijn zetel nestel om verder te lezen.
Eerst en vooral welkom op mijn blog. Ik ben Jan, 34 jaar en al ruim 6 jaar gelukkig getrouwd met Liesbet. Deze blog zal voornamelijk over lopen gaan, een passie die ik relatief laat ontdekte. In mijn eerste post geef ik graag tekst en uitleg over hoe het allemaal begon.
Lopen ontdekte ik enkele jaren geleden, maar vooraleer ik ertoe gekomen was om me op het loperspad te begeven, had ik andere en minder gezonde interesses. Ik genoot met volle teugen van een heerlijke trappist met het obligate blokje kaas, deed de meest diverse culinaire tradities eer aan en beoefende sporten met een lage fysieke drempel (o.a. darts en herbergbeklimmen). Het resultaat was niet zo fraai. 2 jaar na mijn huwelijk was ik ongeveer 20 kg aangekomen; de weegschaal wees toen een driecijferig getal aan. Een trapje op en ik stond te hijgen en te zweten. Hoog tijd dus om er iets aan te doen.
Ik ging bij een diëtiste die me alvast enkele tips gaf voor een gezondere voeding en op een zolderkamertje peddelde ik verwoed op een hometrainer. De kilo's vlogen eraf en mijn zelfvertrouwen groeide met rasse schreden. Spoedig begon de hometrainer me te vervelen en zocht ik alternatieve activiteiten. Eerst kwam zwemmen aan de beurt. In Aalst trok ik wekelijks mijn baantjes en hield dat ook enkele weken vol, maar al snel ondervond ik dat het ook niet echt mijn passie was. Daarna begon ik ook nog wat te klooien met gewichten en ook daarmee bereikte ik al snel de grens van verveling. Ten slotte begaf ik me in het park van Aalst op loperspad. Het was heerlijk. In het begin, schaamde ik me wel een beetje voor mijn snelheid; ik werd om de haverklap voorbijgestoken door doorwinterde atleten (...en door minder doorwinterde lopers waarschijnlijk ook), maar het was vooral de mentale boost, die lopen leek te veroorzaken, die me enkele maanden aan het lopen hield. Ondertussen droomde ik al luidop van een marathon, maar vervolgens ging het weer bergaf.
Liesbet, mijn vrouw, en ik hadden een stukje grond gekocht en onze bouwplannen kregen steeds meer vorm. Kortom, het jaar 2006 en 2007 waren desastreus voor de slanke lijn en conditie die ik had opgebouwd. Tegen eind april 2008 woog ik alweer 100 kg. Ondertussen waren alle bouwperikelen achter de rug en had ik opnieuw tijd om te gaan lopen. Vol goede moed begon ik opnieuw te letten op mijn voeding en beleef ik weer fantastische momenten tijdens het lopen.
De ambitie om een marathon te lopen is er nog altijd, maar eerst probeerde ik meer haalbare doelstellingen te realiseren. Op 27 juli liep ik in Oostende voor het eerst 5 km in 28'58". Ik was aan het einde van mijn krachten, maar het fysieke leed was snel vergeten. Het was één van de mooiste momenten van de afgelopen maanden. Op 28 september bereikte ik een tweede mijlpaal, namelijk 10 km in Mechelen in een tijd van 51'40". Wat mijn gewicht betreft, ben ik bijna aan een derde doelstelling gekomen. Nu weeg ik nog 78 kg, waar ik er nog 4 vanaf wil krijgen. Momenteel train ik voor 10 Engelse mijl die ik zal lopen op 29 november.
Ondertussen ben ik zodanig aan het lopen verslingerd geraakt, dat ik me moeilijk kan voorstellen dat ik het weer zou opgeven. Ik ben wispelturig, maar het gevoel dat lopen me geeft is zo onbeschrijflijk heerlijk, dat ik zelfs bereid ben om die extra trappist (die me nog altijd kan bekoren) op te geven.
Op deze blog kan je me volgen op mijn weg naar de 10 mijl, de 20 km van Brussel en uiteindelijk de marathon... en daarna misschien ook nog.