Ik ben Jan, en gebruik soms ook wel de schuilnaam De vrije loper.
Ik ben een man en woon in Lede (België) en mijn beroep is Bankbediende.
Ik ben geboren op 17/08/1974 en ben nu dus 50 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Lopen, lezen en gezelschapsspelletjes spelen.
Gisteren zakte ik af naar het meest zuidelijk puntje van Henegouwen. Net tegen de Franse grens vind je Macquenoise, een charmant klein dorpje. Mijn doel was meedoen aan een wedstrijd over 10 EM, moreel gesteund door mijn ouders en Liesbet.
Het was er kermis, wat het zoeken naar een geschikte parkeerplaats er niet op vergemakkelijkte. Na enig overleg, besloten we dan maar te parkeren aan de rand van het dorpje, dat amper een straat groot was. Voor de inschrijving gingen we naar de feesttent, waar de lucht van verschaald bier overweldigend was. Even het formuliertje invullen, betalen aan twee lokale schoonheden en met nummer 163 op zak, kon de zoektocht naar de startlijn beginnen.
Op de website dacht ik iets gelezen te hebben over een voetbalveld, maar daarvan geen spoor. Een official wees ons dan de juiste richting. Geen overdadige publiciteit, geen toeters en bellen, maar gewoon een streep op de weg en een kampeertafeltje met enkele bekertjes water duidden de start aan. Het is eens iets anders. Ik schakelde mijn Garmin aan, om vast te stellen dat de batterijspanning laag was. Nauwelijks enkele seconden later gaf het toestelletje er helemaal de brui aan. Het werd dus lopen op gevoel; iets wat ik tijdens een wedstrijd nog nooit had gedaan.
Ondertussen waren de meeste deelnemers al verzameld aan de start. Als Vlaming viel ik op als een vlieg in een glas water. Iedereen kende iedereen, leek me.
In een Frans waar ik nauwelijks iets van begreep, werden ons nog enkele richtlijnen meegegeven over het parcours. Het bleek trouwens niet over de aangekondigde 10 mijl te lopen, maar was een km langer. Je kunt er natuurlijk over vitten, maar een km meer of minder maakt mij niet uit. Het startsignaal werd gegeven en weg waren we.
Ik sloot me aan bij een groepje dat ik 4 km lang zou volgen. Soms liepen ze een beetje uit, maar ze verdwenen nooit helemaal uit het zicht. Ik bleef rustig mijn eigen tempo lopen en gaf mijn ogen de kost, want de streek was prachtig. Glooiende velden waren van elkaar gescheiden door enorme bossen. Waar het bergaf ging, versnelde ik. Bergop probeerde ik zo snel mogelijk te lopen, zonder al te diep te gaan. Na 4 km begon het groepje waar ik me bij had aangesloten, barsten te vertonen. Enkele atleten konden het tempo niet meer aan en zagen zich genoodzaakt om de harde kern te laten gaan. Na de 5de km waren we nog met vijf lopers. Ook op mij begonnen de andere vier uit te lopen, maar ik deed geen moeite om ze in te halen Nog niet. Ondanks het glooiende parcours liep ik gemakkelijk. Aanvankelijk had ik wat tijd nodig om in mijn ritme te komen, maar na 2 km ging het vanzelf. Zelfs op matige hellingen kon ik het tempo goed vasthouden. Na 8 km begon ik weer in te lopen op het viertal dat me voordien had achtergelaten. Ik voelde me als een wild beest dat een prooi rook. Een tijdje later had ik het groepje weer bijgebeend, en was het mijn beurt om van de anderen brandhout te maken. 2 lopers begonnen weer snelheid te maken, waardoor het groepje zich splitste. Ik maakte deel uit van een achtervolgend groepje van 3. De enige vrouw uit ons gezelschap begon dan aan een inhaalmanoeuvre en liet me achter met een kranige vijftiger die me ook probeerde te lossen. Het was een maat voor niets, want toen we op 11 km weer het bos indoken en tegen een helling aanliepen, kon ik zelf uitlopen. 5 meter werden er 10 en voor ik het wist was mijn eerste slachtoffer in geen velden meer te bespeuren. Nauwelijks een km verder moest de vrouw er ook aan geloven en had ik het tweetal dat als eerste het groepje had verlaten ook weer in mijn vizier. Op km 14 was ik dan ook van hen verlost. Ik liep nu alleen en had nog ongeveer 3 km te gaan. Tot mijn verrassing slaagde ik erin om nog enkele voorliggers te passeren. Het ging bijna zonder moeite. De laatste halve km was nog een stevige klim en dan zat het erop. Als 45ste van de 115 en in 1:19:14 kwam ik over de finish.
Een betere start van mijn vakantie kan ik me niet indenken. De tombola liet ik voor wat hij was en 2 uur later stond ik weer thuis, moe maar voldaan.
Het leven is een geschenk waar we iedere dag het maximum moeten uithalen; je kunt niet gulzig genoeg zijn. Het is een onuitputtelijke bron van puur genot, maar je moet er wel voor gaan. Vorige week ging ik ervoor.
Maandag 12 juli 2010:
Met een fantastisch boek over fell-running, 'Feet in the clouds' van Richard Askwith, pendel ik naar Brussel. Na een werkdag, benut ik de treinreis om wat slaap in te halen. Thuis doe ik wat krachtoefeningen, neem ik een snelle douche, een vlugge (maar gezonde) hap om daarna naar de parkconcerten te gaan met mijn ouders, tante Chris en nonkel John.
Dinsdag 13 juli 2010:
Het boek over fell-running is nog niet uit en zal me nog de hele week verstrooien op mijn treinreizen van en naar Brussel. Bij thuiskomst maak ik me klaar om te gaan lopen. Liesbet zal me per fiets begeleiden en samen legden we 15 km af.
Woensdag 14 juli 2010:
Anderhalf uur lopen op gevoel. In tegenstelling tot vorige gelegenheden liet ik de hartslagmeter deze keer thuis (gewoonlijk registreer ik mijn hartslag voor latere analyse). Het ontbreken van het licht beklemmend gevoel van de borstband was zowel fysiek als mentaal een bevrijdende gewaarwording. Ik voelde me als herboren toen ik weer thuis stond. 's Avonds stond nog een partijtje Age of Empires III (een gezelschapsspel) op het programma met enkele vrienden.
Donderdag 15 juli 2010:
Op het menu stonden 16 intervallen van 400 m. Om eerlijk te zijn, ik was er een beetje bang voor. De twee weken ervoor draaiden de intervallen uit op regelrechte rampen; ademnood dwong me over te schakelen naar een dribbelpasje om weer thuis te geraken. Deze intervallen kon ik echter lopen in betere weersomstandigheden, waardoor ik ze succesvol afrondde. Mijn avond kon niet meer stuk. We sloten de avond af bij mijn schoonouders, waar het spel Havana op tafel kwam.
Vrijdag 16 juli 2010:
De werkdag werd naar gewoonte een half uur vroeger afgesloten. Voor de tweede keer deze week, deed ik kracht- en stabiliteitsoefeningen. Met een frisse douche sloot ik de workout af. De rest van de avond werd er weer gespeeld. Eerst kwam Vasco Da Gama op tafel, gevolgd door Dice Town en Yahtzee. Het werd laat, maar het was gezellig.
Zaterdag 17 juli 2010:
Na een korte nacht, zoals er veel waren in de voorbije week, en een licht ontbijt trok ik erop uit voor een duurloop aan een steeds wisselend tempo. In de namiddag moesten we nog een cadeautje gaan kopen voor de collega's van Liesbet, bij wie we 's avonds waren uitgenodigd op een 'paella-party'. Tijdens onze zoektocht naar het geschikte geschenk, kocht ik voor mezelf nog een buff-sjaaltje (het zwart van mijn andere exemplaren voelt onder de zon net iets te warm aan). Ik ben echt verzot op deze lapjes textiel en ik ga zelden de deur uit zonder een exemplaar op mijn hoofd.
Zondag 18 juli 2010:
Ik sloot de week af met een fantastische duurloop. De geplande 2 uur breidde ik (enigszins uit noodzaak) uit met een kwartier. Het was lang geleden dat ik zo veel genoten had van een duurloop. Tijdens het lopen voelde ik de drang om mijn vreugde uit te schreeuwen. Ik schrok van mezelf als ik ook toegaf aan deze drang. Er ontsnapte me een dierlijke kreet, die zijn oorsprong vond in een bruisende mentale energie. In de namiddag wandelde ik met Liesbet langs één van mijn routes en nam ik enkele foto's van de mooiste plaatsjes. De resultaten vind je een beetje lager. De week werd afgesloten met alweer een spelavond met de familie.
Het was een drukke week, maar ik genoot (weer maar eens) van elk moment. Ik ben bijna aan vakantie toe, maar ik hoef er niet op te wachten om me te amuseren. Zaterdag ga ik nog eens een wedstrijd lopen, over 10 EM in Macquenoise op 13 km van Chimay dat het laatste wapenfeit is voor mijn vakantie.