Ik ben Jan, en gebruik soms ook wel de schuilnaam De vrije loper.
Ik ben een man en woon in Lede (België) en mijn beroep is Bankbediende.
Ik ben geboren op 17/08/1974 en ben nu dus 50 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Lopen, lezen en gezelschapsspelletjes spelen.
Vandaag ben ik mijn vast rondje gaan lopen. Ik volg steeds dezelfde route, die ongeveer 6 km lang is. Heb ik nog wat tijd over dan brei ik er nog een stukje aan. Vandaag was ik wat bang dat ik pijn zou krijgen in mijn kuit. Gisteren had ik ook al gelopen en toen verkrampte mijn rechterkuit heel lichtjes; je zou eerder van een spanning kunnen spreken. Dus toen ik er vandaag op uit trok, vreesde ik dat het weer hetzelfde zou worden, maar wonder boven wonder liep ik behoorlijk vlot. Geen pijn, geen spanning, gewoon heerlijk lopen.
Ik begon met een opwarming van 10 minuten. In een heel laag tempo liep ik de straat uit, langs een landbouwpaadje, om in Wanzele uit te komen. Daar loop ik rond de kerk om vervolgens een stukje terug te lopen richting Lede (het dorp waar ik woon). Ik kom terecht op de steenweg, waar ik rechtsaf ga. De eerste straat linksaf leidt me naar de kerk van Impe. Dit vind ik een heel mooi stukje van mijn route. Mijn zintuigen lijken wel scherper te reageren. Ik geniet met volle teugen van de velden waarlangs ik loop, hoor de vogels vrolijk kwetteren en ruik de geuren van gevallen herfstbladeren. Dan kom ik aan de kerk van Impe uit. Het idyllisch beeld van dat landelijke kerkje wordt wat verstoord door de kermis die er staat. Ik laat de kerk voor wat ze waard is en sla linksaf richting Lede. Deze baan is wat drukker, maar je wordt geregeld getrakteerd op een prachtig zicht. Binnenkort loop ik deze route vast en zeker met een fototoestel. In begin gaat het wat bergaf en daarna gaat het opnieuw bergop. Ik loop vlot, geniet nog steeds tot mijn hartslagmeter een irritant gepiep laat horen. Verdorie, ik zit boven de bovengrens. Ik minder vaart en concentreer me op mijn ritme. Ik merk dat ik dan minder van de omgeving geniet. Gelukkig is er op dat stukje niet zoveel meer te zien.
Met mijn hartslagmeter heb ik zo een beetje een haat / liefdesverhouding. Ik hou ervan om mijn prestaties te analyseren, om mijn vooruit- of achteruitgang te zien en het behoedt me voor te snel lopen. Anderzijds lijk ik soms wel gefixeerd op die hartslag, tijd en verbrande calorieën zodat ik niet altijd toekom aan eindeloos genieten. Ware het niet dat de voordelen opwegen tegen de nadelen, dan had ik allang dat kleinood weggeborgen in het donkerste hoekje van een kast.
Na die korte storing, gaat het opnieuw bergaf. Ik loop langs het kerkhof en het huis waar ik gedurende de eerste jaren van mijn huwelijk heb gewoond. Nu gaat het weer prachtig vooruit. Ik krijg plots een energieboost en mijn snelheid gaat omhoog. Ik loop rechtdoor tot ik niet meer verder kan, en sla dan linksaf in de richting van de straat waar ik woon. Deze straat ziet er wat troosteloos uit. Rijhuisjes van dezelfde vorm, die enigszins aan de oude fabriekswoningen doen denken, staan als soldaatjes opgesteld. Als ik aan mijn straat kom, heb ik nog een vijftal minuten uit te lopen. Ik besluit mijn straat te passeren en loop rechtdoor. De straat waar ik nu in terechtkom is niet zo breed en ik hou de adem in als een auto passeert. Ook hier geniet ik weer van een prachtig uitzicht op velden. Vervolgens sla ik de eerste straat rechts in en loop door tot het einde van die straat als mijn hartslagmeter met enkele luide piepjes te kennen geeft dat ik aan het eind van mijn training ben gekomen. Hoe graag ik ook zou willen, en ook kan, weersta ik aan de verleiding om verder te lopen. Ik wandel vervolgens terug naar huis, waar ik mijn spieren en pezen rek en strek.
Ik drink nog een blikje cola (light uiteraard) terwijl ik het diner klaarstoom, de kabeljauw met spinazie smaken verrukkelijk en tegen 20.00 u zit ik in de zetel te genieten van een documentaire die ik ontleende uit de bibliotheek.
Voor mij is dit een recept voor een geslaagde avond.
Vandaag is de dag vroeg begonnen. Ik had al een aantal maanden geleden een afspraak gemaakt voor een sportmedisch onderzoek, in het UZ Gent, omdat ik wou weten waar ik sta. De wekker had ik om 07.00 u gezet, maar ik was ruim een uur eerder wakker. Niet goed wetende waar ik me aan verwachten kon, wat me wat zenuwachtig maakte, stond ik dan uiteindelijk om 06.45 u op. Na me gewassen te hebben, deed ik mijn sportkleren aan en vertrok naar Gent. In Wetteren stond ik plots in de file Op een zaterdagochtend, om 07.45 u file ? Was het weer nu zo goed dat iedereen op dit onhebbelijke uur naar de kust wou vertrekken? Ik begon me al wat meer op te jagen. Enkele minuten later was het fileleed dan voorbij. In het UZ toegekomen, waande ik me in een griezelfilm. Letterlijk geen kat was er te bespeuren. Aan het onthaal zat een mevrouw wat wezenloos te wachten. Moest ik nu ook hier nog eens wachten of kon ik onmiddellijk mijn kaartje in ontvangst nemen (bij een eerste bezoek moet je je namelijk laten inschrijven en krijg je een kaartje met je gegevens op). Ik kwam onmiddellijk aan de beurt. Eenmaal ingeschreven, begaf ik me naar de gebouwen waar de testen zouden afgenomen worden. Aan de hol klinkende gangen leek geen einde te komen, tot ik plots iemand tegenkwam die merkte dat ik voor een sportmedisch onderzoek kwam. Het was deze persoon die de tests ging afnemen.
Na wat algemene vragen over mijn gezondheid en mijn loopgeschiedenis, werd ik gemeten, gewogen en werd ook nog eens mijn vetpercentage door huidplooimeting bepaald. Ook werd mijn bloed afgenomen voor een algemeen onderzoek. Mijn bloeddruk werd ook bepaald en die was wat aan de hoge kant. Tijdens het doen van al die metingen praatten we over de sportieve prestaties die ik achter de rug had. De beide dokters, er was er al een tweede bijgekomen, vergeleken me met eerder onderzochte specimen, want zo voelde ik me enigszins. En toen mocht ik op de loopband gaan staan. Ik werd volgeplakt met electroden en kreeg een masker voor mond en neus gesnoerd. Ik zag mezelf meer en meer als proefkonijn in de handen van sadisten die er genoegen in scheppen de beestjes tot het eind toe uit te putten. Eens alles klaar, mocht ik op een rustig tempo beginnen stappen. Na iedere drie minuten werd de snelheid met 2 km/u opgedreven, maar telkens na het afnemen van wat bloed. Gelukkig kwam er maar één keer een naald aan te pas, waarmee in mijn vinger werd geprikt. Iedere keer werden enkele druppeltjes bloed opgevangen die dan in een machine werden geanalyseerd. Bij 12 km/u werd de snelheid niet meer opgedreven. Ik was dan ook ver aan het eind van mijn Latijn. Dit vond ik wel confronterend; ik dacht tot meer in staat te zijn. De loopband ging nog één keer naar een steilere helling en dan was het afgelopen. Op 24 oktober mag ik om de resultaten gaan en om wat trainingsadvies.
Na het doen van die tests had niet ik gedacht nog in staat te zijn een eindje te gaan lopen, maar 's avond besloot ik dan maar om een verkort duurloopje te doen. Niettegenstaande ik een lichte spanning voelde in mijn rechterkuit, genoot ik met volle teugen. Onderweg zag ik een nogal corpulente jongen op een scooter voorbijsnorren. Spontaan dacht ik aan de reclame van een bekend yoghurtmerk, waarbij mensen worden aangespoord om iemand anders dat merk aan te praten. Alle lopers zouden hetzelfde moeten doen voor hun sport. Personen, zoals die jongen op de scooter, zouden dan misschien ook de stap zetten om ook op loperspad te gaan, wat dan ten goede komt van hun mentale en fysieke gezondheid. Zou de wereld er niet mooier uitzien met alleen maar lopers?
Vandaag wordt er niet gelopen volgens mijn schema. Het kriebelde wel toen ik Liesbet de deur zag uitgaan om een eindje te gaan joggen, maar ik probeer me zo strikt mogelijk aan dat schema te houden. Het is wel de ideale gelegenheid om nog eens een boek te lezen. Deze middag ging ik naar de bibliotheek en ontleende onder andere "Ik loop dus ik besta". Verschillende bekende en minder bekende lopers leverden hun bijdrage aan dit werk, dat is uitgegeven bij Prometheus. Politici, professionele atleten (zowel valide als mindervalide) en zelfs een heuse prins schrijven over het lopen.
Na het avondeten installeerde ik me dus in de zetel met een glaasje rode wijn om alvast het voorwoord en de eerste twee delen te lezen. De eerste bijdrage is van de hand van een Nederlandse politicus die op een eerder bescheiden manier zijn rondjes loopt. Niet echt het meest inspirerende dat ik ooit over lopen las, maar goed, er zat wel wat stof tot nadenken in. Het tweede stuk is geschreven door een vrouw die ten gevolge van een bottumor een been verloor. Ik moest meteen terugdenken aan een artikel dat ik een tijdje geleden gelezen had over een Canadees, die op één been zijn vaderland al lopend wilde doorkruisen. De verbetenheid om opnieuw te lopen en vervolgens verder te gaan dan de grenzen van hun 'verminderde' mobiliteit (alhoewel...) zijn, althans voor mezelf, een inspiratiebron om het lopen voort te zetten.
Ik kan het trouwens aan iedereen aanraden om eens een boek of tijdschrift over lopen te lezen. Ervaringen van collega-lopers zijn een extra stimulans om vooruitgang te boeken en nog meer van het lopen te genieten. Je voelt dat je deel uitmaakt van een groep gelijkgestemde zielen. Het was trouwens het verhaal van een collega die de marathon van Rotterdam uitliep, dat me opnieuw aan het lopen zette.
Nu ga ik nog een enkele oefeningen doen voor buik-, rug- en beenspieren vooraleer ik me opnieuw in mijn zetel nestel om verder te lezen.
Eerst en vooral welkom op mijn blog. Ik ben Jan, 34 jaar en al ruim 6 jaar gelukkig getrouwd met Liesbet. Deze blog zal voornamelijk over lopen gaan, een passie die ik relatief laat ontdekte. In mijn eerste post geef ik graag tekst en uitleg over hoe het allemaal begon.
Lopen ontdekte ik enkele jaren geleden, maar vooraleer ik ertoe gekomen was om me op het loperspad te begeven, had ik andere en minder gezonde interesses. Ik genoot met volle teugen van een heerlijke trappist met het obligate blokje kaas, deed de meest diverse culinaire tradities eer aan en beoefende sporten met een lage fysieke drempel (o.a. darts en herbergbeklimmen). Het resultaat was niet zo fraai. 2 jaar na mijn huwelijk was ik ongeveer 20 kg aangekomen; de weegschaal wees toen een driecijferig getal aan. Een trapje op en ik stond te hijgen en te zweten. Hoog tijd dus om er iets aan te doen.
Ik ging bij een diëtiste die me alvast enkele tips gaf voor een gezondere voeding en op een zolderkamertje peddelde ik verwoed op een hometrainer. De kilo's vlogen eraf en mijn zelfvertrouwen groeide met rasse schreden. Spoedig begon de hometrainer me te vervelen en zocht ik alternatieve activiteiten. Eerst kwam zwemmen aan de beurt. In Aalst trok ik wekelijks mijn baantjes en hield dat ook enkele weken vol, maar al snel ondervond ik dat het ook niet echt mijn passie was. Daarna begon ik ook nog wat te klooien met gewichten en ook daarmee bereikte ik al snel de grens van verveling. Ten slotte begaf ik me in het park van Aalst op loperspad. Het was heerlijk. In het begin, schaamde ik me wel een beetje voor mijn snelheid; ik werd om de haverklap voorbijgestoken door doorwinterde atleten (...en door minder doorwinterde lopers waarschijnlijk ook), maar het was vooral de mentale boost, die lopen leek te veroorzaken, die me enkele maanden aan het lopen hield. Ondertussen droomde ik al luidop van een marathon, maar vervolgens ging het weer bergaf.
Liesbet, mijn vrouw, en ik hadden een stukje grond gekocht en onze bouwplannen kregen steeds meer vorm. Kortom, het jaar 2006 en 2007 waren desastreus voor de slanke lijn en conditie die ik had opgebouwd. Tegen eind april 2008 woog ik alweer 100 kg. Ondertussen waren alle bouwperikelen achter de rug en had ik opnieuw tijd om te gaan lopen. Vol goede moed begon ik opnieuw te letten op mijn voeding en beleef ik weer fantastische momenten tijdens het lopen.
De ambitie om een marathon te lopen is er nog altijd, maar eerst probeerde ik meer haalbare doelstellingen te realiseren. Op 27 juli liep ik in Oostende voor het eerst 5 km in 28'58". Ik was aan het einde van mijn krachten, maar het fysieke leed was snel vergeten. Het was één van de mooiste momenten van de afgelopen maanden. Op 28 september bereikte ik een tweede mijlpaal, namelijk 10 km in Mechelen in een tijd van 51'40". Wat mijn gewicht betreft, ben ik bijna aan een derde doelstelling gekomen. Nu weeg ik nog 78 kg, waar ik er nog 4 vanaf wil krijgen. Momenteel train ik voor 10 Engelse mijl die ik zal lopen op 29 november.
Ondertussen ben ik zodanig aan het lopen verslingerd geraakt, dat ik me moeilijk kan voorstellen dat ik het weer zou opgeven. Ik ben wispelturig, maar het gevoel dat lopen me geeft is zo onbeschrijflijk heerlijk, dat ik zelfs bereid ben om die extra trappist (die me nog altijd kan bekoren) op te geven.
Op deze blog kan je me volgen op mijn weg naar de 10 mijl, de 20 km van Brussel en uiteindelijk de marathon... en daarna misschien ook nog.