Ik ben Jan, en gebruik soms ook wel de schuilnaam De vrije loper.
Ik ben een man en woon in Lede (België) en mijn beroep is Bankbediende.
Ik ben geboren op 17/08/1974 en ben nu dus 50 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Lopen, lezen en gezelschapsspelletjes spelen.
Vandaag ging de Run Oostende door en ik was voor de 2de keer van de partij. Vorig jaar maakte ik mijn debuut op de 5 km en vandaag ging ik voor de 10 km.
Mijn schattige vrouw, lieftallig zusje Kristien (bij deze is ze dus ook eens vernoemd op mijn blog ) en schoonbroer Jorich zouden me vergezellen en meelopen. De vrouwen kozen voor de 5 km en Jorich ging ook voor de 10 km. Tegen de middag waren we al ter plekke, ingeschreven en klaar voor de race, maar ons geduld werd nog een beetje op de proef gesteld. De 5 km startte om 14u00 en om 15u00 konden Jorich en ik pas vertrekken.
Om de tijd te doden genoten we van een picknickje en gingen we eens een kijkje nemen aan de finish. Tot 13u45 lummelden we dan nog wat rond, zusje bezocht nog een laatste keer het kleine huisje op (zou ze zenuwachtig geweest zijn?) en daarna vertrokken we samen naar de start. Voor de eerste keer keek ikzelf toe vanaf de zijlijn. Tot wanneer het startschot afging konden we ons vergapen aan de opwarmingsoefeningen van atletes en atleten zoals Veerle Dejaeghere, die de 5 km won voor de dames.
Dan ging het startschot af en weg waren onze vrouwen. Op een drafje liepen we zelf ook naar de finish om ze daar op te wachten en lang lieten ze niet op zich wachten. Na iets meer dan 28 minuten kwam Kristien er door. Mijn Liesje eindigde op een half uur. We feliciteerden ze na hun doorkomst met hun prestatie, vooraleer we terug liepen naar de start voor onze 10 km, waar we na een sanitaire stop, om 14u50 toekwamen. Amaai, wat een massa volk was er al toegestroomd voor de 10 km. Vooraan en snel starten konden we al vergeten.
Klokslag 15u00 ging ons startschot af, maar het duurde tot een eindje voorbij de startlijn tot we echt konden lopen. Als een haas die een jager probeert af te schudden, slalomde ik tussen mijn collega-lopers door. Gelukkig was het eerste stuk breed genoeg, zodat het me niet al te veel moeite kostte. Na ongeveer 6'30" passeerde ik km 1. Het werkte als een rode lap op een stier en ik versnelde voor zover mijn conditie het toeliet. Tot km 4 liep ik een beetje in. Km 2 passeerde ik in een tempo van 4'26" en naar km 3 werd het 4'01". Ik voelde me super. Het vierde kilometerpaaltje had ik gemist waardoor ik pas bij km 5 opnieuw een tussentijd kon registreren. 9'25" deed ik over die twee km. Verdorie, mijn snelheid ging achteruit. Had die bijna-valpartij me zoveel tijd gekost? Toen ik iemand voorbijstak, raakten onze benen een beetje in de knoop en het scheelde maar een haar of ik had een 'pausje' gedaan. Ik gaf me echter niet gewonnen. Km zes liep ik voorbij na 4'30" en op km zeven gaf mijn Polar 3'59" aan. De vermoeidheid begon echter langzaamaan te komen. Liesje en Kristien stonden me ergens in die omgeving aan te moedigen en dat gaf me dan opnieuw kracht om de volgende km te door te komen. Het laatste stukje werd op de dijk gelopen tegen een redelijk strakke wind in. Ik leek niet meer vooruit te komen. Links en rechts zag ik enkele lopers stapvoets verder gaan. Een ogenblikje leek het me heel verleidelijk om ook een eindje te gaan wandelen, maar deze gedachten zette ik even snel als ze gekomen waren weer aan de kant. Ik ben verdomme gekomen om te lopen en mijn ambitie was 45 minuten. Al die trainingsuren bracht ik weer in mijn gedachten. Die arbeid mag niet voor niets geweest zijn. Ik raapte alle kracht in mijn lijf en leden samen en beukte verder tegen de wind op. Als een dorsvlegel in volle actie, stoomde ik richting finish en met een laatste krachtinspanning - gestimuleerd door die engeltjes, Liesje en Kristien - sprintte ik naar een eindtijd van 46'23".
Jorich eindigde heel verdienstelijk op ongeveer een uur, voor zijn eerste wedstrijd.
Moe maar voldaan trokken we weer huiswaarts. Mijn ambitie kon ik niet echt waarmaken, maar ik ben best tevreden met wat ik presteerde. De volgende keer moet die 3-kwartier-grens eraan geloven.
Het paasweekend is voorbij; tijd voor een terugblikje. Het verlengde weekend begon voor mij officieel op vrijdag. Die vrijdag deed ik een duurloop van 60 minuten; zondag en gisteren was er één gepland van telkens 70 minuten. Om mijn knie te sparen, was ik graag naar de finse piste gegaan, maar door een te strakke planning van andere activiteiten was ik genoodzaakt te kiezen voor het harde asfalt. Achteraf bekeken was het niet echt nodig me zorgen te maken. Die knie hield zich kranig en gehoorzaamde gedwee aan de orders die ik gaf. De verkoudheid die me enkele dagen geleden last bezorgde is ook bijna voorbij.
Had ik vrijdag nog enkele drupjes regen te trotseren, dan is dat zon- en maandag mooi gecompenseerd met een stralende zon. Of het nu de verbeterde weersomstandigheden zijn, de invloed van een week vrij of iets anders, weet ik niet, maar ik genoot meer dan gewoonlijk van deze duurlopen.
Het eerste en laatste rondje was vrij gewoontjes. Ik liep langs mijn gebruikelijk parcours aan een snelheid in de buurt van het gemiddelde. Zondag liep ik een volledig andere route. De wielerklassiekers indachtig, hadden we het over lokale molshopen, die de nodige mentale en fysieke kracht vereisen van de wieleramateur die ze wil bedwingen. In Lede is de Keiberg zo een lokale 'col' van 1ste categorie, die ik al lopend wou bedwingen. Nu ja, 'bedwingen' is een groot woord, want eigenlijk is er niet zo veel aan. Om eerlijk te zijn had ik meer interesse in die vink die met zijn suskewiet (voor de leek: specifieke roep van de vink) liet blijken dat hij er was, maar toch onzichtbaar bleef.
Alles bij elkaar kom ik uit op ongeveer 30 km voor dit weekend. Qua snelheid komt dat neer op ongeveer 9 km / u, wat zelfs naar mijn normen niet heel snel is. Soms vraag ik me af of ik niet te traag loop. Na mijn sportmedisch onderzoek in oktober 2008, kreeg ik het advies om de meeste duurlopen te lopen aan een hartslag van 135 bpm, wat overeenstemt met die snelheid. Ik hou me nog steeds aan dat advies en ik boek nog altijd vorderingen, maar toch vraag ik me af of het niet beter zou zijn om wat sneller te lopen. Als ik de hardloopliteratuur erover nalees, kom ik op ongeveer dezelfde waarden uit wat het hartslagritme betreft. Wordt dit advies gegeven vanuit een voorzichtigheidsprincipe? Levert harder trainen meer snelheidswinst op? Als iemand hierover iets zinnigs kan zeggen, ben ik heel erg geïnteresseerd.