Ik ben Jan, en gebruik soms ook wel de schuilnaam De vrije loper.
Ik ben een man en woon in Lede (België) en mijn beroep is Bankbediende.
Ik ben geboren op 17/08/1974 en ben nu dus 50 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Lopen, lezen en gezelschapsspelletjes spelen.
Eergisteren had ik een uurtje spinning op het menu staan. Het was de laatste keer voor Oilsjt Carnaval en ik denk dat de animator zich daardoor liet inspireren om het niveau wat op te krikken. Extra calorieën moeten namelijk gecompenseerd en uitspattingen verdiend worden. De opwarming kwam ik zonder veel kleerscheuren door. Mijn hartslag bleef op een acceptabel niveau en, in tegenstelling tot wat een terugblik me leert, dacht ik dat het een makkie zou gaan worden. Als verlengde van de opwarming (volgens de animator, een deel ervan) kwam er een 'jump-sessie'. Dit soort oefening wordt gedaan in een hoog tempo, waarbij je zittend en staand fietsen afwisselt, waarbij je regelmatig andere poses aanneemt. Voor ik het goed en wel doorhad gutste het zweet van mijn lijf. De hartslag piekte toen al een eerste keer, de spieren kreunden een eerste keer onder de inspanning, maar toch deed ik de oefening dapper en onvervaard mee, tot het eind van het nummer (voor de leek, spinning doe je op de maat van de muziek; althans je probeert toch). Zoals gewoonlijk volgde een recuperatieperiode, maar nauwelijks was ik hersteld of de volgende oefening diende zich aan. Zo ging het maar door, een korte recuperatietijd was telkens onvoldoende voor de volgende oefening. Tegen het eind van de sessie kreeg ik dan een dreun van een moker en eventjes dacht ik het te begeven. Op het laatste nummer peddelde ik nog een beetje door, maar de fut om het ritme te volgen was er niet meer. Op, gedaan, de brandstof in alle tanks en reservetanks was weg, mijn benen waren gedegenereerd tot pap, wat ik ook niet meer kon zeggen. Achteraf stelde de animator ons gerust; als we het moeilijk hadden, dan was dat niet uitzonderlijk. Het wás een zware training.
Met een licht waggelende gang en een hoofd als een pioen, begaf ik me naar de bar. Mijn hersenen hadden mijn zweetklieren nog geen opdracht gegeven hun werkzaamheden te stoppen. Met een handdoek die al kletsnat was, probeerde ik mijn gezicht min of meer droog te houden. Toen ik betaalde voor een flesje mineraalwater trilde ik nog.
Thuis aangekomen, na een verkwikkend hete douche, maakte moeheid plaats voor een voldaan gevoel. Ik maakte mijn ontbijt en lunch voor de volgende dag nog klaar, deed bonen in een kommetje water om ze te laten weken voor het avondeten en ging tegen 23.00 u slapen. Mijn hoofd had het kussen nog niet goed geraakt of ik lag al in dromenland.
Gisterenmorgen had ik me een tikkeltje overslapen. Ik maakte me klaar, at mijn ontbijt op, maar zag af van mijn gebruikelijk kopje thee. In plaats daarvan stopte ik een flesje mineraalwater in mijn tas. De inspanning van de avond ervoor zinderde nog wat na. Het bleef wel beperkt tot licht gevoelige spieren en nog vóór ik de fiets nam om naar het station te gaan, was het doffe gevoel weer helemaal verdwenen.
s Middags kreeg ik telefoon van een vriend die me uitnodigde om spelletjes te spelen. s Avonds stond al het één en ander op het programma, maar een spelletje sla ik niet graag af, dus aanvaarde ik de uitnodiging. Thuisgekomen, voerde ik de gegevens van de vorige training in, in het daartoe voorziene programma. Ik deed mijn loopkleren aan en vertrok voor een gefractioneerde duurloop. Normaal gezien loop ik, na dergelijke trainingen, nog een tiental minuutjes in een sukkeldrafje. Tegen mijn gewoonte in, deed ik het deze keer niet, maar wel alle rek- en strekoefeningen. Het daarop volgende uur verliep nogal hectisch. Eten maken, douchen, eten, vrouw meenemen naar de fitnessclub en doorrijden naar een gezellige spelletjesavond nam ongeveer een uur in beslag. Ik was blij toen ik rustig kon aanschuiven voor een spelletje Puerto Rico kaartspel, dat ik met glans verloor. De rest van de avond verliep in dezelfde stijl. Ieder spel dat op tafel kwam, verloor ik. Blijkbaar zat lady fortuna ergens anders.
Deze morgen voelden de spieren stijf aan. Ik had misschien wel de tijd moeten nemen om uit te lopen in plaats van als een gek van hot naar her te springen. Enfin, die stijve spieren zullen wel over gaan. Morgen is het weer een rustige duurloop en gelukkig kan ik daarna rustig de tijd nemen om een ontspannend badje te nemen.
Gisteren had ik het geluk om nog eens aan zee te kunnen lopen. Na een bescheiden ontbijt, Valentijn had al voor voldoende calorieën gezorgd, heb ik nog een beetje gelezen in mijn nieuwste aanwinst van Haruki Murakami. (Die schrijver begint een echte verslaving te worden. Als je ook een goed boek kunt appreciëren, 'Spoetnikliefde' is een absolute aanrader.) Na een uurtje lezen, trok ik mijn loopplunje aan voor een duurloopje. Gelukkig was het niet te koud, want ik was mijn windjack vergeten mee te nemen. Ik stak de dijk over en liep naar het gedeelte van het strand tussen de eb- en vloedlijn en vertrok voor een kleine 5 km. Normaal gezien eindig ik mijn duurloopje op het strand, maar deze keer had ik zin om de hele tijd zand onder mijn voeten te voelen. Het doel was wandelknooppunt 57 en terug.
Al lopend genoot ik van het uitzicht op zee en snoof de zilte zeegeur op met volle teugen. Er was nog niet te veel volk op het strand, op een enkele, prettig gestoorde loper na. Vreemd genoeg had ik deze keer weinig last van een verhoogde ochtendpols en liep heel vlotjes. Ik werd er zowaar zweverig van. (Zou die laatste tripel van Watou, van de avond ervoor, er voor iets tussen zitten?)
Op sommige plaatsen leek het of Neptunus grote kuis had gehouden in zijn stulpje, want af en toe liep ik over hele tapijten van schelpen. Voor kraaien waren die schelptapijten blijkbaar een feest, want ze vlogen slechts op tot ik op ongeveer een meter of twee genaderd was om onmiddellijk weer te landen en verder te snuisteren tussen de door Neptunus veroorzaakte rommel. Een paar honderd meter verder deden de meeuwen zich dan weer tegoed aan een feestmaal dat een garnaalvisser hen aanbood. Luid roepend vochten ze om het lekkerste stukje van het menu.
Ik liep verder door het mulle zand om me aan het paaltje van het voornoemde knooppunt te keren. Dat het me aanzienlijk meer moeite kostte om door mul zand te lopen getuigde mijn hartslagmeter die opgewonden begon te piepen. Voor ik het goed en wel besefte, bleek mijn hartslag een slordige 20 slagen hoger te liggen dan de vooropgestelde bovengrens. Van zodra ik weer tussen de eb- en vloedlijn liep, kalmeerde dat ding om mijn pols. Op de terugweg liep ik windop. Vreemd genoeg had ik er niet veel last van. Mijn hartslagmeter liet zich een enkel keertje meer horen dan op de heenweg, als ik de bovengrens overschreed, maar al bij al liep ik de terugweg even snel (misschien zelfs iets sneller).
Terug op het appartement, deed ik nog wat rek- en strekoefeningen en nam een verkwikkende douche. Hierna voelde ik me even zuiver als op het moment dat ik ter wereld kwam.
Tot slot, nog een tip voor de slanke lijn, tip nr. 7. Ga de confrontatie aan met wat je eet. Hou bij wat je op een dag allemaal naar binnen werkt, en dat gedurende een week of twee. Als je op het einde van de dag nog steeds kan beweren dat je toch al zo weinig eet, dan bedrieg je jezelf of je hebt een medisch probleem. Overgewicht komt niet vanzelf. Zon confrontatie kan je aanzetten om het met wat minder te doen. Of nog, less is more !