Ik ben Jan, en gebruik soms ook wel de schuilnaam De vrije loper.
Ik ben een man en woon in Lede (België) en mijn beroep is Bankbediende.
Ik ben geboren op 17/08/1974 en ben nu dus 50 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Lopen, lezen en gezelschapsspelletjes spelen.
Het was al een tijdje geleden dat ik mijn MP3-speler meenam voor een duurloopje, maar om een beetje afwisseling te hebben besloot ik om mijn favoriete rock- en popnummers te beluisteren tijdens de lange duurloop van afgelopen zondag. Het leek wel of ik er energie uit putte, al blijkt dat niet echt uit de naakte cijfers. Toch had ik het gevoel de wereld aan te kunnen. Op de tonen van The Doors, The Rolling Stones en andere grote namen aan het rockfirmament zou ik uren kunnen doorgaan. Ik was nog niet goed en wel thuisgekomen of ik zou het geplande rondje nog eens overgedaan hebben.
Voor onervaren lopers als mezelf is een schema wel goed om je voor te bereiden op een bepaalde wedstrijd, maar soms ervaar ik het wel als een beperking. Natuurlijk kan je het schema negeren en toch je 'gevoel' volgen, maar dan is het natuurlijk de vraag hoe goed dat wel is. In ieder geval wil ik voor mijn eerste marathon niets aan het toeval overlaten. Ik houd me strikt aan mijn schema en de daarbij horende hartslagzones. Daarna ga ik weer wat alternatieve manieren van trainen uitproberen.
Eén van de dingen die ik dan zeker wil uitproberen is lopen zonder hartslagmeter of althans zonder er naar te kijken. (Helemaal zonder hartslagmeting trainen zit er niet meteen in. Ik houd er namelijk van om mijn resultaten te analyseren en daarvoor is een hartslagmeter toch een handig stukje technologie.) Vorige week stond één training op gevoel gepland en het werd één van de meest aangename trainingen. Je voelt je net iets minder gebonden aan regeltjes. Een bijkomend voordeel is dat je meer aandacht hebt voor je tempo, dan wanneer je met hartslagmeting loopt. In het laatste geval wacht je tot een piepje je tot kalmte aanmaant. Op gevoel probeer je je extra te concentreren op een bepaald ritme. Ik vraag me nu al af hoe het zou zijn om dit enkele weken na elkaar te doen, maar laat me niet te veel vooruitlopen. Eerst moet er nog een marathon gelopen worden.
Vorige week startte ik met een trainingsschema voor een marathon. In totaal liep ik meer dan 50 km, een persoonlijk weekrecord. Over het algemeen verliepen de trainingen zonder problemen, maar de lange duurloop deed ik in een sukkeldrafje. Het afscheid van het vrijgezellenbestaan voor een vriend en het tekort aan slaap zal er waarschijnlijk voor iets tussen zitten.
Verder ben ik volop aan het experimenteren met voeding. Zoals ik al eerder op mijn blog vermeldde, probeerde ik gels en een soort snoepjes uit van PowerBar tijdens het lopen, maar ook mijn dagelijks dieet paste ik aan. Sedert enkele weken schakelde ik over op een overwegend vegetarisch dieet. Enkel als ik buitenshuis ga eten, komt er nog vlees of vis op mijn bord. De omschakeling kwam er voornamelijk uit gezondheidsoverwegingen, maar het ecologisch aspect van een vleesarm dieet spreekt me ook aan. (Ik beeld me dikwijls in dat er geen slagers of slachthuizen bestaan en dat ik aan mijn vleesbehoefte moet voldoen door zelf dieren te doden. Persoonlijk zou ik dan eerder wortels de kop afhakken
Als beginnend vegetariër kreeg ik ook redelijk wat reacties. Meestal zijn ze overtuigd dat je vlees nodig hebt en dat een vegetarisch dieet allesbehalve goed is. Misschien hebben ze gelijk, maar misschien ook niet. Ik ben geen diëtist en ik heb ook geen wetenschappelijk ondersteunde argumenten om mijn keuze te staven. Natuurlijk vind je op het internet en in boeken massa's 'wetenschappelijke' argumenten ten voordele van een vegetarisch dieet, maar helemaal objectief zullen die argumenten ook niet altijd zijn. Anderzijds ben ik wel geneigd om meer waarde te hechten aan deze argumenten dan aan een niet onderbouwd: 'Een mens heeft vlees nodig.' Ik ben me er wel van bewust dat je ook niet mag beginnen met vlees zonder meer te schrappen. Waar een mens ontegensprekelijk wel behoefte aan heeft zijn o.a. eiwitten, ijzer, (gezonde) vetten,... en vlees is er de meest voor de hand liggende leverancier van. In mijn dieet verving ik vlees door peulgroenten, tofu, quorn, zuivel, volkorenproducten, noten, enz. Dat sommige van deze producten niet echt alledaags te noemen zijn is misschien waar, maar het is geweldig leuk om ermee te werken en de resultaten mogen er best zijn.
De voorbije twee weken vertoefden we aan onze Belgische kust. Een paar jaar geleden zouden ze me met geen stokken op het strand krijgen, maar nu genoot ik ervan met volle teugen. Zonnebaden of in de zee ploeteren was er echter niet bij. Iemand die me er wilde spotten moest vooral 's ochtends op zoek. Tja, net als een verstokte roker zijn shot nicotine niet kan missen lijk ik mijn dagelijkse portie endorfine nodig te hebben. In tegenstelling tot thuis, liet ik mijn hartslagmeter niet bepalen hoe hard ik zou gaan lopen. Ik liep puur op gevoel. Raakte ik buiten adem dan vertraagde ik tot ik mijn adem opnieuw onder controle had. Het was heel verfrissend om op die manier te lopen.
Ik was trouwens niet de enige loper. De kust lijkt wel hardlopers aan te trekken. Je had ze in alle maten en van alle leeftijden. Vooral een al wat oudere dame trok mijn aandacht. Haar leeftijd raden was bijna onmogelijk. Haar grijzende haar en met rimpeltjes doorgroefde gezicht verrieden een ietwat gezegende leeftijd. Haar benen waren echter mooi strak gespierd en gekleurd door de zon. Een tikkeltje gebogen, met een pasje dat naar snelwandelen neigde, liep ze dagelijks over de dijk en het strand. Het duurde enkele dagen vooraleer ik doorhad hoe efficiënt deze dame ging. Aanvankelijk vond ik het een tikkeltje grappig, maar toen ik op een ochtend een eindje naast haar liep, kon ik haar snelheid pas echt goed inschatten en geloof me, er zijn veel jongeren die ze niet zouden kunnen bijhouden. Hoe meer ik haar zag, des te meer werd ik getroffen door de jeugdige kracht die ze uitstraalde. Als ik al een levensdoel heb, dan werd het tot op zekere hoogte belichaamd door deze dame.
Het voorbije weekend verbleven we in Luxemburg om te genieten van de natuur. Jammer genoeg werd dit weekend een beetje verstoord door een opkomende keelontsteking. Gelukkig had Liesbet keelpastilles mee die de pijn een beetje verlichtten. In de nacht van zondag op maandag was de pijn en werd ik geregeld wakker. Maandagochtend ben ik dan maar naar de dokter gegaan die me antibiotica voorschreef. Ik was er blijkbaar ernstig aan toe.
Ik had me ingeschreven voor de 'The Classic' in Tessenderlo en eventjes dacht ik om toch maar niet te gaan. Ziek voelde ik me niet, maar in die omstandigheden zou ik toch geen goede tijd lopen... dacht ik. Omdat het in de namiddag lichtjes verbeterde, besloten we dan uiteindelijk toch te gaan.
Na enig fileleed kwamen we dan uiteindelijk in Tessenderlo aan. De grauwe wolkenhemel voorspelde niet veel goeds, maar onweer en regen bleven gelukkig uit. Op een drafje gingen we naar het startvak voor de 10 km. We stonden redelijk vooraan, zodat we niet zouden worden opgehouden door tragere lopers. Om 20u00 klonk het startschot en weg waren we. Van bij het begin liep ik mijn eigen tempo en de eerste km kwam ik door in 4'39" (tijd gemeten vanaf het startschot en dus niet van bij het overschrijden van de startlijn). Daarna noteerde ik regelmatig km-tijden van rond de 4 minuten. 3 kwartier was dus een haalbare kaart. Ik bleef relax lopen en genoot van de ambiance die heerste rond het parcours. De passage in een zaal waar een concert doorging, had iets speciaals en gaf het parcours een feestelijk tintje. Van die keelpijn had ik tijdens het lopen weinig of geen last. Alles ging dus heel vlot. Een zelfgemeten eindtijd van 43'52" maakten het feest compleet. De grens van 45 minuten is eindelijk doorbroken
Nu was het nog wachten op Liesje. Zij deed voor de eerste keer mee aan een 10 K wedstrijd en had een tijd van 1u15' in gedachten. Groot was mijn verbazing toen zij na een uur de piste kwam opgelopen. Zij zou finishen in een tijd van ongeveer 1u02'30". Zelf was ze terecht tevreden met dit resultaat.
De komende 2 weken gaan we het wat rustiger aan doen en genieten van een frisse zeebries aan onze Belgische kust. Voor de lezers die ook aan hun vakantie kunnen beginnen, een prettige vakantie !
Met dit prachtige weer is binnen blijven geen optie, al valt lopen wel wat zwaarder uit met deze temperaturen. Ik geloof dat mijn hartslag gemiddeld 10 BPM hoger ligt dan gewoonlijk. Enfin, gisteren had ik gewoon zin om eens te lopen zonder dat onding rond mijn borst en het deed echt deugd. Na de eerste km keek ik in een reflex eens op mijn pols, maar daarna was het puur genieten. Het is raar hoe zo een rondje zonder hartslagmeting een bevrijdend gevoel kan veroorzaken. Tegen een gezapig jogtempo draafde ik mijn neus achterna. Ik geloof dat ik iets langer heb gelopen dan ik had gepland. Het was dan ook met een beetje spijt dat ik na ongeveer 45 min weer thuis stond. Ik had er graag nog eens zoveel bij gedaan, maar ik probeer me toch min of meer aan het vooropgestelde plan te houden.
Vandaag was het mijn eerste vakantiedag, die ik doorbracht in onze hoofdstad. Het eerste doel was Jogging + om te zien of er iets leuks bij de koopjes zat. Enkele ogenblikken later stond ik weer buiten met een singletje en een loopshort. Ik kocht ook 'rideshots' van PowerBar. Dit zijn lekkere snoepjes, boordevol koolhydraten om tijdens het lopen te eten. De gelletjes op de foto kocht ik al eerder. De komende weken ga ik een beetje experimenten met deze 'brandstoffen'. Ondertussen heb ik aan den lijve ondervonden dat je tijdens langere afstanden best iets kan eten, dat bovendien goed verteerbaar is. Ik hoop dat er bij deze producten iets bijzit dat ik kan verdragen, want het gewapend beton waarvan mijn maag gemaakt is, is blijkbaar al een beetje geërodeerd.
Had ik een tijdje geleden niet geschreven dat bij een volgende gelegenheid de 3-kwartier-grens voor 10 km eraan moest gaan? Nu het is me uiteindelijk toch niet gelukt, al scheelt het niet veel.
Zaterdag nam ik deel aan de 10 km van 'GvA Dwars door Geel'. We waren ruimschoots op tijd voor de inschrijving, waar ik enkel mijn borstnummer en chip had af te halen. Ik wist niet wat ik het meest te vrezen had; de hitte of de onweersdreiging die werd aangekondigd. Achteraf bekeken viel het nog redelijk mee, al was het toch warm genoeg voor mij. Na anderhalf uur kon ik dan plaats nemen in het startvak. De temperatuur was al een beetje gedaald en af en toe zorgde een briesje voor wat verkoeling. Om 20u00 ging dan het startschot af en weg waren we. Nu stond ik redelijk vooraan waardoor ik van in het begin mijn eigen tempo kon lopen. Geen slalom tussen voorgaande, tragere lopers en dus ook geen tijdsverlies. Het is eens iets anders. De keerzijde van de medaille is dat ik toch iets te snel van start was gegaan. Na ongeveer drie kilometer liet ik mijn tempo dan ook een tikkeltje zakken tot ik wat comfortabeler liep. Toch was de 2de bevoorrading meer dan welkom. Gretig nam ik een flesje water aan en dronk enkele slokjes van het lauw geworden water en bevochtigde mijn gezicht, wat eigenlijk een druppel op een hete plaat leek te zijn (letterlijk dan ). Wat meer deugd deed waren de aanmoedigingen onderweg van de lieftallige cheerleaders, die een glimlach afdwongen bij iedere deelnemer. Tja, lopen mag ook wat meer zijn dan puur gezondheidsfetisjisme . Eventjes dacht ik nog dat ik binnen de 45 minuten zou eindigen, maar bij het ingaan van de laatste km wist ik dat het niet meer zou lukken. De tijd die mijn stopwatch aangaf toen ik de finish overschreed was 45'28". Geen toptijd weliswaar, maar ik ben er best tevreden mee, gezien de wat warmere omstandigheden. Ik nam nog rustig de tijd voor mijn rek- en strekoefeningen, dronk een flesje sportdrank op en at een pakje koekjes dat ons ter plaatse werd aangeboden, om daarna naar huis te gaan.
Zondag stond er geen wedstrijd op het programma, maar wel een herstelloopje voor het ontbijt. Met mijn hartslagmeter op 'basic use' trok ik erop uit. Doordat ik me fit genoeg voelde versnelde ik een beetje, zodat het eigenlijk geen herstelloopje meer was. Een halfuur later stond ik weer thuis en was ik weer helemaal opgeladen om er een prachtige dag van te maken.
Het voorbije weekend liep ik twee wedstrijden van 5 km. De eerste wedstrijd op zaterdag werd georganiseerd door de vriendenclub van mijn werkgever en zondag verkende ik wedstrijdsgewijs de streek van Verviers.
Zaterdag, na een ontbijt zonder zuivelproducten, vertrokken we naar het stadspark van Aalst. We zagen heel wat lopers, maar met T-shirts van de Aalsterse atletiekvereniging. Van de vriendenclub geen spoor te bekennen. Had ik me nu vergist? Neen hoor, op de e-mail die destijds verstuurd werd stond klaar en duidelijk de juiste datum. We waren ook tijdig voor de inschrijving. Na wat rondlummelen zag ik eindelijk een bekend gezicht. Het bleek dat de inschrijvingen doorgingen bij de ingang van de kleedkamers van de plaatselijke cafetaria. Je moet het maar weten. Met nummer 77 kon ik dan eindelijk van start gaan. Het in groep opwarmen was er voor ons niet echt meer bij. De meesten waren al vertrokken toen wij aankwamen. We liepen dan maar in de tegenrichting de groep tegemoet en liepen uiteindelijk nog een kort stukje mee. Om 10u30 werd dan het startschot gelost, of liever werd het startteken gegeven. Een beetje overmoedig liep ik onmiddellijk mee met een kopgroepje van 5 man, maar ik had al snel door dat ik dit geen 5 ronden zou volhouden. Mijn hartslag piekte tot 181 bpm, wat op één na mijn maximale hartslag is Ik moest dus een tikkeltje vertragen om het uit te kunnen zingen. Vastbesloten om mijn tijd op 5 km wat scherper te stellen, deed ik toch nog mijn uiterste best om een mooie tijd te lopen. Mijn doel was 22 minuten, maar tot scha en schande moet ik bekennen dat ik er bijna 3 minuten langer over deed. De laatste 10 km wedstrijd liep ik aan een tempo dat sneller was. Toen ik de finish haalde was ik echt aan rust toe. Toch ben ik niet helemaal teleurgesteld. Eerst en vooral kregen we 3 bonnetjes voor een smakelijke kom soep en een drankje en werden we naar huis gestuurd met elk 2 mattentaartjes en een boodschappenmand. Niet slecht, vind ik. Voor mij persoonlijk was het echter belangrijker om vast te stellen dat ik totaal geen last had van maag- of darmproblemen al had ik misschien een beetje meer mogen drinken. Bij een volgende gelegenheid weet ik dus wat werkt als ontbijt. Op die manier heb ik weer iets bijgeleerd.
Zondag nam ik dus een gelijkaardig ontbijt, deed nog enkele klusjes om tegen 10u00 naar Verviers te vertrekken. Misschien mag het een beetje overdreven lijken om 150 km te rijden voor een wedstrijd van 5 km, maar de ervaring leerde dat het meer dan de moeite was. We kwamen tegen de middag aan en het regende pijpenstelen. Voor mij persoonlijk is dat geen probleem, integendeel zelfs, maar voor de overigens puike organisatie had ik het liever anders gezien. Gelukkig was het maar een bui en toen het startschot werd gegeven was het nagenoeg opgehouden met regenen. Na de start werden we meteen getrakteerd op een mooie helling. Er leek geen einde aan te komen. Het bleef maar stijgen. Ik hield het hoofd koel en paste mijn tempo aan. Na ongeveer anderhalve km, denk ik, ging het eindelijk bergaf. Toch probeerde ik op te letten om niet te hard van stapel te lopen. Zonder af te remmen, probeerde ik er een mooi rollende pas in te houden, zonder te hard te gaan. Op die manier spaarde ik mijn krachten voor de volgende helling. Ondertussen nam ik de omgeving in me op. Lieflijk Ardeense huisjes, ietwat modderige paden en adembenemende vergezichten wisselden elkaar af. Ondanks het zware parcours genoot ik met volle teugen. Ik bleef een zo gelijkmatig mogelijk tempo lopen en finishte in exact 24 min.
Voor mij was het een geslaagd weekend. Nu is het weer uitkijken naar de volgende wedstrijd die ik in Geel ga lopen.
Het voorbije weekend was op hardloopgebied een ramp. Mijn logboek vermeldt op woensdag een opkomende verkoudheid. Het is wonderlijk om te zien hoe de prestaties achteruit gingen. Zaterdag bereikte ik dan het absolute dieptepunt. Ik raakte amper vooruit en mijn hartslag beleefde ongekende hoogten. Vroeger zou ik rust genomen hebben om een verkoudheid te bestrijden. Een kop thee met citroen en honing, hete kippesoep, versgeperst fruitsap en andere middeltjes uit grootmoeders keuken waren destijds de wapens tegen dergelijke kwaaltjes. Nu ga ik op pad voor een rustig duurloopje dat veel effectiever lijkt te zijn, want na het dieptepunt op zaterdag boekte ik al snel weer vooruitgang. Ik begon me beter te voelen en mijn duurloopje van vandaag bewijst dat ik weer helemaal in vorm ben. Ik leek wel te zweven. Met opgeheven hoofd, een krachtiger afzet, ontspannen schouders en wilskrachtig gebalde vuisten, verbrak ik weer een persoonlijk trainingsrecord.
Zo zie je maar dat de éne dag de andere nog niet is. Misschien is die overvloed aan zoetigheid wel de oorzaak van die prestatie, want naast lopen, bracht het weekend een aaneenschakeling van schranspartijen De weegschaal confronteerde me dan ook met de naakte waarheid. Een kilootje bijgekomen. Spijt heb ik er niet van, maar ik ga het deze week wel een beetje compenseren met wat lichtere kost.
De 20 km zijn nu helemaal verteerd. Aan mijn prikbord prijken het borstnummer, chip en de medaille, maar nog mooier is de herinnering aan dit fantastische evenement. De ongemakken die me achteraf teisterden doen geen afbreuk aan die herinnering. Ik verlegde mijn grenzen weer een stukje en dat is het enige wat telt. Dat daarvoor een prijs moet worden betaald, neem ik er bij.
Ondertussen heb ik ook de gelegenheid gehad om na te denken over de problemen - een slechte spijsvertering, een slap gevoel en de neiging om flauw te vallen - waarmee ik achteraf geconfronteerd werd. Ik hield het niet bij nadenken over mijn problemen, maar ging ook op zoek naar oplossingen. Eerst en vooral is er de reactie van 'de bakker' (waarvoor dank), die eigenlijk zo gek nog niet is. Het boek 'Lore of running' geeft ook verschillende oorzaken aan die passen bij de symptomen. Volgens een collega zou het ook een tekort aan suiker kunnen zijn geweest. Kortom, aan oorzaken geen gebrek, maar wat is mijn geval nu echt de oorzaak geweest? Had ik te veel gedronken voor en tijdens de wedstrijd? Circuleerde mijn bloed niet meer naar behoren? Waren mijn ingewanden niet voldoende doorbloed? Lijdt ik aan één of andere voedselintolerantie of had ik gewoon last van de warmte? Het antwoord op al die vragen is voorlopig: "Ik weet het niet." Op zich is het niet erg dat ik nu nog niet weet wat eraan schort, want er zijn verschillende remedies die helpen voor verschillende problemen.
Eerst en vooral ga ik wat minder drinken voor een wedstrijd. Ik had ruim 1,5 liter op toen ik eraan begon (uiteraard niet net voor de wedstrijd, maar verspreid over de hele voormiddag). Ten tweede ga ik zuivelproducten vermijden 48 u voor de wedstrijd. (Volgens 'Lore of running' is een intolerantie tegen melkproducten veel voorkomend. De combinatie met een zwaardere fysische inspanning zou de effecten vergroten.) Ten slotte ga ik de volgende keer wel iets meenemen om te eten tijdens de wedstrijd. Ik had niet voldoende getraind om te eten tijdens het lopen, maar daar ga ik de komende maanden aan werken. Hopelijk werkt één van de remedies en ben ik klaar om bij de volgende gelegenheid beter te presteren.
Vader en ik smullen van enkele lekkere kersen (vóór de wedstrijd)
Tevergeefs probeerden ze me te spotten tussen de 27000 lopers, juist voorbij de start.
Eindelijk, ze is binnen. Een mooie glimmende medaille siert nu het prikbord in mijn bureau. 20 km lang heb ik er voor gezwoegd en ook al had ik een betere tijd voor ogen, ik ben heel tevreden met mijn 1u45'28".
Iets na de middag stonden we al in het Jubelpark; mijn ouders, Liesbet en ikzelf. Er heerste een gezellige drukte. Voor de start slenterden we wat rond tot ik eindelijk naar mijn startvak kon gaan. Ik wou de best mogelijke startplaats. Dan zou het nog een uur duren vooraleer het startschot gelost werd, maar er was voldoende afleiding om de lopers bezig te houden. Plots merkte ik een ex-collega op die zich naast me was komen zetten. Tot het startschot haalden we herinneringen op en spraken alvast af voor een volgend loopevenement.
Dan werd een kanon afgevuurd en gestaag zette de massa zich in beweging. Ik deed er een kleine 10 minuten over om aan de startlijn te komen. Van daar kon ik eindelijk beginnen met lopen, al was het een hele onderneming om me tussen de vele lopers naar voor te werken, de ballon van 1u40 in het vizier. Dan was het nog volop genieten. Het was indrukwekkend om deel uit te maken van die massa lopers. Links en rechts van de weg stonden toeschouwers ons aan te moedigen. Fanfares, Afrikaanse percussiegroepjes en drumbands gaven het ritme aan. De eerste tunnel verscheen en we gingen er doorheen. De massa was uitgelaten. Iedereen begon te applaudisseren. Een gelukzalig gevoel werd bijna tastbaar.
Ik mistte de eerste 3 kilometerpalen, waardoor ik pas op km 4 voor de eerste keer een tussentijd kon registreren. 21'11" gaf mijn Polar aan. Ik voelde me nog opperbest. Aan iedere bevoorrading nam ik een flesje water. Ik dronk wat en bevochtigde mijn gezicht en hals om de warmte de baas te blijven. Ik geloof dat de temperatuur om en bij de 25°C bedroeg. Een briesje zorgde ook wel voor enige afkoeling, maar voor mij mocht het best een tikkeltje minder zijn. Ik liet het in ieder geval niet aan mijn hart komen en liep door. Ondanks het heuvelachtig parcours liep ik aan een behoorlijk stabiel tempo. Halfweg kwam ik door in 50'53". 1u40' zat er niet echt meer in, maar dat maakte toen al lang niet meer uit. De 20 km door Brussel is vooral een loopfeest. Uiteindelijk is het een eerste deelname en een eerste keer dat ik sowieso 20 km liep. Het werd wel moeilijker. Mijn tempo zakte de volgende 5 km niet echt, maar het kostte me wel meer moeite. Na ongeveer 15 km zag ik ook een eerste slachtoffer. Een man was ingestort en hulp werd geboden door politie en mensen van het rode kruis. Dat gaf stof tot nadenken. Ik hoopte dat ik wel over voldoende kracht zou beschikken om het tot het einde uit te zingen, want ik voelde dat ik volop uit mijn reserves aan het putten was. Rond km 17 kreeg ik pas echt een slag van de hamer. Eventjes overweegde ik om te gaan stappen, maar ik wou het risico niet lopen om stil te vallen. Min of meer op automatisch piloot liep ik verder. De volgende bevoorrading was dan ook meer dan welkom. Op km 18 registreerde ik een tempo van 6'07". Niet echt fantastisch meer. Mijn ademhaling ging ook niet meer zo als het zou moeten en het begon nu echt pijn te doen. Hiermee vergeleken was de laatste 10 K wedstrijd een makkie. Toch liep ik de laatste 2 km nog in een tijd van 10'48". De ontlading was enorm. Ik had het gehaald. 1u45'30" gaf mijn Polar aan.
Na afloop verging het me minder goed. Ik nam een mars aan en na twee beten merkte ik dat mijn spijsvertering niet meer naar behoren werkte. Ik werd lichtjes misselijk van krampen in de darmen. Na een bezoekje aan de sanitaire installaties, ging het al wat beter, maar het was nog niet gedaan. Ik rustte nog een kwartiertje vooraleer we naar de metro gingen. Daar werd ik weer misselijk. Het was er warm en ik leek geen zuurstof meer te krijgen. Op de metro brak het zweet me uit. Ik voelde mijn ledematen tintelen en mijn oren begonnen te suizen. Eenmaal aangekomen in halte Centraal Station, legde ik me op een bank, mijn benen op de leuning, om bij te komen. Na een vijftal minuutjes was het leed weer geleden en konden we verder. Op de trein werd ik weer bevangen. Ik legde me neer in het midden van de trein om bij te komen. Een vriendelijke medepassagier bood me druivensuiker aan, dat ik gretig aanvaardde. Ik at ook een banaan en probeerde ook een pakje sultana koekjes naar binnen te spelen, wat me niet echt lukte. Doodmoe was ik. De geplande BBQ kon jammer genoeg niet meer doorgaan. Aangekomen in Lede, bij mijn ouders, probeerde ik een nectarine op te eten, maar toen kon ik het boeltje niet meer binnenhouden en gaf over. Ergens schaamde ik me. Ik ben er altijd prat op gegaan dat ik een maag had van gewapend beton en nu kon ze zelfs geen nectarine meer aan. Van toen af verbeterde het wel. Ik dronk nog een glaasje cola light en dat leek te werken. Mijn vader voerde me naar huis. Daar nam ik een bad, dommelde een beetje in en een uurtje later kon ik er weer tegen. Het avondeten startte ik met een echte cola en een pakje M&M's. Ik had energie nodig. Toen dat lukte waagde ik me ook aan enkele boterhammen met pindakaas.
Ongetwijfeld maakte ik enkele fouten, maar daarover ga ik me later bezinnen. Nu ga ik nog een beetje genieten van de laatste dag van het weekend en de roes van de finish.
Deze week zal de duur en intensiteit van de trainingen binnen de perken gehouden worden. Aanstaande zondag staat de 20 km door Brussel op het menu en het is de bedoeling dat de benenwagen in optimale conditie is. Ik hoop althans dat het niet wordt zoals vandaag.
Of het nu de warmte was of iets anders weet ik niet, maar het is een feit dat ik mijn hartslag langs geen kanten binnen de perken kon houden. Het was de bedoeling om er een rustig duurloopje van te maken, maar niettegenstaande ik bijna tegen wandeltempo vooruitging piekte mijn hartslag tot ongeveer 150 bpm. Het mag zelfs geen lopen heten. Dat is dus niet om naar huis over te schrijven. Gemakshalve zal ik het maar aan de iets zonniger weersomstandigheden toeschrijven dat mijn lichaam op deze manier reageerde. Anderzijds moet ik wel toegeven dat ik me vandaag niet helemaal in topvorm voelde. Het dutje op de trein huiswaarts kon het doffe gevoel in mijn hoofd niet wegjagen. Misschien was het een combinatie van een redelijk gevuld weekend, een dof gevoel in mijn hoofd en de weersomstandigheden. Wie zal het zeggen?
Voor de rest is de moraal wel in topconditie. Ik kocht me dit weekend een nieuw paar loopschoenen (ik weet het, ik ben een materialist ) wat me extra motiveert om verder te gaan. Ik beloofde mezelf wel om ze niet aan te doen vooraleer de 20 km door Brussel achter de rug is. Tot dan dienen ze enkel als ornament waar ik met gretige ogen naar kijk, iedere keer ik langs de schoenenplank passeer.
Goede schoenen verhogen ontegensprekelijk het hardloopcomfort. Soepele, functionele kleding bewijst ook zijn nut, maar over het nut van een polsbandje hoor je met geen woord reppen. Voor alle duidelijkheid, ik heb het over die sponsen dingetjes die gebruikt worden om het zweet van je voorhoofd te vegen. Persoonlijk heb ik behoorlijk veel last van het zoute vocht dat in heuse stromen van mijn voorhoofd in mijn ogen vloeit. Het mag een wonder heten dat ik nog niet met prikkende, dichtgeknepen ogen tegen een paal kwakte. Vorige week liep ik dus een sportwinkel binnen en kocht het allerlaatste setje van die zweetbandjes. Zondag deed ik een vaartspel en bij die gelegenheid kwam het kleinood heel erg van pas. Ik wisselde korte sprintjes, stevige en iets gematigder tempo's met elkaar af. Heuvels liep ik net iets sneller op dan ik gewoon was en toen ik boven was liet ik me leiden door de zwaartekracht om naar beneden te lopen. De zweetbandjes kweten zich volledig naar behoren van hun taak en mijn ogen bleven gevrijwaard van de prikkende substantie die mijn loopplezier iet of wat temperden.
Laat de zomer nu maar in volle glorie losbarsten. Met mijn zweetbandjes ga ik de zwaarste hittegolf nog niet uit de weg.
Van het pijntje dat vorige week maandag opspeelde, werd ik 's anderendaags al helemaal niets meer gewaar. Het was even plots verdwenen als het was gekomen. Gelukkig maar, want met de 20 km door Brussel voor de boeg, kan ik langdurige ongemakken missen als kiespijn.
Niets weerhield er me van om stevig door te trainen, waarbij ik met volle teugen genoot. In een weide, niet zo heel ver van waar ik woon, huppelden lieve mini-pony'tjes rond. Een ezelsveulentje met een geweldige froufrou vergezelde me al dravend voor zover de omheining het toeliet en prachtige, statige paarden leefden zich ook uit na een lange winter op stal. Al lopend observeerde ik dit ontluikende lentegeweld en ik ontleende er de nodige extra kracht aan om mijn tempo's iets sneller af te werken.
Verder probeerde ik voor de eerste keer een gelletje uit tijdens het lopen. Eigenlijk smaakte het niet zo heel erg slecht. Ik verwachtte eigenlijk een chemisch smakend, zwaar op de maag liggend brouwsel te proeven, maar gelukkig was het helemaal zo erg niet.
Duurlopen en tempolopen die variëren in lengte en intensiteit wisselden elkaar af en gaandeweg besef ik dat lopen niet zomaar een vrijblijvende hobby is, maar meer en meer naar een verslaving begint te neigen. Vooral de langere trage duurlopen zijn een ware traktatie. Reden genoeg dus om een eerste concrete stap te zetten in de richting van een marathon. 25 oktober loop ik mijn eerste 42.195 km in Etten-Leur, waarvoor ik me deze week inschreef. Ik hoop alleen dat de benen het tegen dan niet laten afweten.
Wat het aantal kilometers betreft, was vorige week maar een mager beestje. Niet dat ik het erg vind, maar ik geniet nu eenmaal meer van langzaam rond te draven en vooral te genieten van de mij omringende (ontluikende) natuur.
Zondag ging ik ook echt de natuur in, en bezocht het Osbroek te Aalst. Dit is een beschermd gebied, waar de vele paadjes een ware traktatie zijn voor de natuurminnende hardloper. Twee keer ben ik er vorige week gaan trainen en telkens ontwaarde ik een boomklevertje (een vogeltje dat je niet zo heel veel ziet in onze contreien).
Vandaag trok ik erop uit voor een wat langere tocht van 1u15. Wegens tijdsgebrek vertrok ik weer van huis uit en liep mijn gebruikelijke rondje, waar ik nog een stukje aanbreide. Het was volop genieten. Al lopende beeldde ik me in dat ik al uren aan het draven was en nog uren zou kunnen blijven doorgaan. Ik vond dat een bevrijdende gedachte.
Thuisgekomen deed ik nog enkele rekoefeningen. Bij de laatste oefening, schoot er iets in mijn linker enkel en het wil er maar niet uitgaan. Als ik stil blijf zitten of staan is er geen probleem, maar bij de minste beweging doet het wel wat pijn. Als ik dan weer een tijdje rondloop, gaat de pijn er weer uit. Ik hoop dat het niet al te ernstig is en dat een beetje rust zal volstaan. We zullen zien. Als het morgen niet beter is, ga ik maar weer eens te rade bij de dokter.
De voorbije dagen was het behoorlijk druk. Ik liep van hot naar her en had nauwelijks voldoende tijd om op een rustige manier mijn trainingen af te werken, maar ik val nog liever dood dan één training te moeten opgeven. Terwijl ik dit schrijf, realiseer ik me dat het waar is dat je wel altijd tijd vind om een trainingsrondje in het drukste agenda te passen. Met georganiseerde sporten is zoiets veel moeilijker.
Vrijdag ging ik nog een klein uurtje lopen in het Osbroek van Aalst en liep daar tien keer een heuveltje op en af. In normale omstandigheden, slaag ik er redelijk goed in om een hartslagzone te respecteren, maar in dit geval was er geen ontkomen aan. Mijn hartslag ging pijlsnel naar omhoog en zolang ik mijn ledematen teisterde op die heuvel, ging hij niet naar omlaag. Voor mij was dit weer een ervaring rijker.
Zondag en maandag liep ik telkens een rustig duurloopje; respectievelijk 1u20 en 40 min. Het ging heel vlotjes en ik genoot van het uitzicht. Dikwijls hoor je wel eens zeggen hoe mooi de kleurenpracht is in de herfst, maar de lente is wat mij betreft ook niet te versmaden. Het ontluikende groen aan de bomen, de kleurrijke bloesems en bloemen zijn een streling voor het oog. Als alles nog eens overgoten is met rijkelijke saus van zonlicht kan het helemaal niet meer stuk. Al lopend worden die indrukken alleen maar versterkt. Zo merkte ik maandag een boomgaard op, waarin het vee rustig liep te grazen. Hoeveel keer ik dit prachtig tafereeltje passeerde zonder er ooit aandacht aan te besteden, kan ik niet meer inschatten.
Woensdag liep ik mijn gebruikelijk parcours over Wanzele en Impe in een tempoloop. Een betere manier om een korte werkweek af te sluiten kan ik me niet indenken.
Vandaag ging de Run Oostende door en ik was voor de 2de keer van de partij. Vorig jaar maakte ik mijn debuut op de 5 km en vandaag ging ik voor de 10 km.
Mijn schattige vrouw, lieftallig zusje Kristien (bij deze is ze dus ook eens vernoemd op mijn blog ) en schoonbroer Jorich zouden me vergezellen en meelopen. De vrouwen kozen voor de 5 km en Jorich ging ook voor de 10 km. Tegen de middag waren we al ter plekke, ingeschreven en klaar voor de race, maar ons geduld werd nog een beetje op de proef gesteld. De 5 km startte om 14u00 en om 15u00 konden Jorich en ik pas vertrekken.
Om de tijd te doden genoten we van een picknickje en gingen we eens een kijkje nemen aan de finish. Tot 13u45 lummelden we dan nog wat rond, zusje bezocht nog een laatste keer het kleine huisje op (zou ze zenuwachtig geweest zijn?) en daarna vertrokken we samen naar de start. Voor de eerste keer keek ikzelf toe vanaf de zijlijn. Tot wanneer het startschot afging konden we ons vergapen aan de opwarmingsoefeningen van atletes en atleten zoals Veerle Dejaeghere, die de 5 km won voor de dames.
Dan ging het startschot af en weg waren onze vrouwen. Op een drafje liepen we zelf ook naar de finish om ze daar op te wachten en lang lieten ze niet op zich wachten. Na iets meer dan 28 minuten kwam Kristien er door. Mijn Liesje eindigde op een half uur. We feliciteerden ze na hun doorkomst met hun prestatie, vooraleer we terug liepen naar de start voor onze 10 km, waar we na een sanitaire stop, om 14u50 toekwamen. Amaai, wat een massa volk was er al toegestroomd voor de 10 km. Vooraan en snel starten konden we al vergeten.
Klokslag 15u00 ging ons startschot af, maar het duurde tot een eindje voorbij de startlijn tot we echt konden lopen. Als een haas die een jager probeert af te schudden, slalomde ik tussen mijn collega-lopers door. Gelukkig was het eerste stuk breed genoeg, zodat het me niet al te veel moeite kostte. Na ongeveer 6'30" passeerde ik km 1. Het werkte als een rode lap op een stier en ik versnelde voor zover mijn conditie het toeliet. Tot km 4 liep ik een beetje in. Km 2 passeerde ik in een tempo van 4'26" en naar km 3 werd het 4'01". Ik voelde me super. Het vierde kilometerpaaltje had ik gemist waardoor ik pas bij km 5 opnieuw een tussentijd kon registreren. 9'25" deed ik over die twee km. Verdorie, mijn snelheid ging achteruit. Had die bijna-valpartij me zoveel tijd gekost? Toen ik iemand voorbijstak, raakten onze benen een beetje in de knoop en het scheelde maar een haar of ik had een 'pausje' gedaan. Ik gaf me echter niet gewonnen. Km zes liep ik voorbij na 4'30" en op km zeven gaf mijn Polar 3'59" aan. De vermoeidheid begon echter langzaamaan te komen. Liesje en Kristien stonden me ergens in die omgeving aan te moedigen en dat gaf me dan opnieuw kracht om de volgende km te door te komen. Het laatste stukje werd op de dijk gelopen tegen een redelijk strakke wind in. Ik leek niet meer vooruit te komen. Links en rechts zag ik enkele lopers stapvoets verder gaan. Een ogenblikje leek het me heel verleidelijk om ook een eindje te gaan wandelen, maar deze gedachten zette ik even snel als ze gekomen waren weer aan de kant. Ik ben verdomme gekomen om te lopen en mijn ambitie was 45 minuten. Al die trainingsuren bracht ik weer in mijn gedachten. Die arbeid mag niet voor niets geweest zijn. Ik raapte alle kracht in mijn lijf en leden samen en beukte verder tegen de wind op. Als een dorsvlegel in volle actie, stoomde ik richting finish en met een laatste krachtinspanning - gestimuleerd door die engeltjes, Liesje en Kristien - sprintte ik naar een eindtijd van 46'23".
Jorich eindigde heel verdienstelijk op ongeveer een uur, voor zijn eerste wedstrijd.
Moe maar voldaan trokken we weer huiswaarts. Mijn ambitie kon ik niet echt waarmaken, maar ik ben best tevreden met wat ik presteerde. De volgende keer moet die 3-kwartier-grens eraan geloven.
Het paasweekend is voorbij; tijd voor een terugblikje. Het verlengde weekend begon voor mij officieel op vrijdag. Die vrijdag deed ik een duurloop van 60 minuten; zondag en gisteren was er één gepland van telkens 70 minuten. Om mijn knie te sparen, was ik graag naar de finse piste gegaan, maar door een te strakke planning van andere activiteiten was ik genoodzaakt te kiezen voor het harde asfalt. Achteraf bekeken was het niet echt nodig me zorgen te maken. Die knie hield zich kranig en gehoorzaamde gedwee aan de orders die ik gaf. De verkoudheid die me enkele dagen geleden last bezorgde is ook bijna voorbij.
Had ik vrijdag nog enkele drupjes regen te trotseren, dan is dat zon- en maandag mooi gecompenseerd met een stralende zon. Of het nu de verbeterde weersomstandigheden zijn, de invloed van een week vrij of iets anders, weet ik niet, maar ik genoot meer dan gewoonlijk van deze duurlopen.
Het eerste en laatste rondje was vrij gewoontjes. Ik liep langs mijn gebruikelijk parcours aan een snelheid in de buurt van het gemiddelde. Zondag liep ik een volledig andere route. De wielerklassiekers indachtig, hadden we het over lokale molshopen, die de nodige mentale en fysieke kracht vereisen van de wieleramateur die ze wil bedwingen. In Lede is de Keiberg zo een lokale 'col' van 1ste categorie, die ik al lopend wou bedwingen. Nu ja, 'bedwingen' is een groot woord, want eigenlijk is er niet zo veel aan. Om eerlijk te zijn had ik meer interesse in die vink die met zijn suskewiet (voor de leek: specifieke roep van de vink) liet blijken dat hij er was, maar toch onzichtbaar bleef.
Alles bij elkaar kom ik uit op ongeveer 30 km voor dit weekend. Qua snelheid komt dat neer op ongeveer 9 km / u, wat zelfs naar mijn normen niet heel snel is. Soms vraag ik me af of ik niet te traag loop. Na mijn sportmedisch onderzoek in oktober 2008, kreeg ik het advies om de meeste duurlopen te lopen aan een hartslag van 135 bpm, wat overeenstemt met die snelheid. Ik hou me nog steeds aan dat advies en ik boek nog altijd vorderingen, maar toch vraag ik me af of het niet beter zou zijn om wat sneller te lopen. Als ik de hardloopliteratuur erover nalees, kom ik op ongeveer dezelfde waarden uit wat het hartslagritme betreft. Wordt dit advies gegeven vanuit een voorzichtigheidsprincipe? Levert harder trainen meer snelheidswinst op? Als iemand hierover iets zinnigs kan zeggen, ben ik heel erg geïnteresseerd.
Gisteren begon het zo een beetje te kriebelen in de neus en druppelsgewijs begon het eerste snot zich te manifesteren. Ik dacht dat het van zeer voorbijgaande aard zou zijn, dus 'werkte' ik een redelijk alternatieve training af. Ik nam een weekje vrijaf om de zolder eindelijk eens onder handen te nemen. Er dienden nog enkele stukken geïsoleerd te worden om daarna het boeltje proper af te werken met laminaat op de vloer en platen tegen wanden en plafond. Je vraagt je misschien af wat dat met trainen te maken heeft. Eigenlijk is het heel eenvoudig. 50 keer de trappen op en af met een plaat van 2.50 op 0.5 meter en je krijgt een ideale oefening. 't Is gewoon een kwestie van het nuttige aan het nuttige te koppelen
Deze morgen stond ik op en mocht ik meteen naar een zakdoek grijpen. Die verkoudheid is dus niet van korte duur blijkbaar. Het zou me weer het dagje worden. Na het ontbijt, hebben we, mijn vader (een genie als het op klussen aankomt) en ik, nog gewerkt aan de zolder die zo beetje bij beetje meer vorm begint te krijgen. Na een lange dagtaak, besloot ik om ondanks mijn verkoudheid en een rotweer toch een gefractioneerde duurloop te gaan doen. Ik kleedde me warm aan, zette een pet op en vertrok, de verre horizon tegemoet. Het snot stroomde met beken uit de neus, maar toch ging het redelijk vlot. Wegens tijdsgebrek liep ik op de weg en ging ik niet naar de finse piste. In het begin, vreesde ik nog wat voor de linkerknie, maar die protesteerde gelukkig niet.
Toen ik thuis kwam voelde ik me beter dan toen ik vertrok. Door het massieve snotverlies voelde de neus wat minder verstopt aan en kon ik weer vrij ademen. Voila, weer een argument om meer te gaan lopen.
Van knieproblemen heb ik voorlopig geen last meer. Om te voorkomen dat ze terug zouden opduiken, doe ik het relatief kalmpjes aan en behandel ik het probleemgebied met cold packs zo vaak ik maar kan, soms tot 5 keer per dag. Het is een hele opluchting dat die behandeling zijn vruchten afwerpt. Ik was dit jaar al armtierig begonnen voor zover het lopen betreft en een nieuwe gedwongen rustperiode kan ik missen als kiespijn.
Vrijdag en vandaag, deed ik respectievelijk een trage en heel trage duurloop op de finse piste in Erpe Mere. Nu is het zo dat ik er eigenlijk niet echt van houd om naar een bepaalde plaats te rijden om daar dan rondjes rond een voetbalterrein te hobbelen, maar op straat lopen, vermijd ik liever voor het moment. Achteraf bekeken is de omgeving best aangenaam en neem ik dat ritje er graag bij.
Het voordeel van trainen op de finse piste is dat je wel rondetijden kan registreren. Op straat weet ik nauwelijks hoeveel km ik loop, tot ik thuis ben en het via www.mapmyrun.com bereken en van tussentijden is dus helemaal geen sprake. Om die reden heb ik me voorgenomen om minstens één keer om de twee weken een duurloopje te doen op die piste.
Ik begin me ook te realiseren dat ik niet alleen fysieke vooruitgang boek, maar dat mijn kennis over lopen ook toeneemt. In de boekenkast staat al heel wat lectuur over hardlopen en ik heb dat ook allemaal gelezen, maar ik merk dat het dikwijls de eigen ervaring is die me het meeste bijbrengt. Eigenlijk is het een combinatie van beiden. Je leest iets, maar weet dan dikwijls niet hoe het in de praktijk te brengen. Dan begin je een beetje aan te modderen en stilaan komt dan het besef hoe je de theorie moet omzetten in de praktijk. Persoonlijk vind ik die ondervinding al bijna even spannend als het hardlopen op zich.
5 uurtjes. Meer zal ik deze nacht niet geslapen hebben. De reden voor deze korte nacht was de 20 km van Brussel. Vanaf middernacht kon je inschrijven als nieuwe deelnemer. Alhoewel, om middernacht was er geen doorkomen aan. De website die je de gelegenheid moest geven om in te schrijven ging heel traag. Het duurde zeker een half uur vooraleer ik het formulier te zien kreeg dat gebruikt diende te worden en dan nog liep het niet zoals het zou moeten. Tegen 1u20 kreeg ik dan eindelijk de betaling erdoor en bevestiging dat ik een startnummer op zak zal hebben. Ik was opgelucht. Achteraf bekeken heb ik blijkbaar wel geluk gehad, want het bleek een echte rush te zijn geweest. Alles was de deur uit in een uur tijd.
Vandaag ben ik ook nog een gefractioneerde duurloop gaan doen. Ik profiteer blijkbaar nog altijd van de wedstrijd van zondag, want mijn gemiddelde snelheid dook voor het eerst onder de 6 min / km tijdens een trainingsrondje. Wat dat betreft heb ik niet te klagen voor het ogenblik. De linkerknie is echter een ander verhaal. Maandag voelde het wat vreemd aan, maar het ging nog. Vandaag had ik ook niet echt veel last, maar tijdens het loslopen, kwam dat vervelend gevoel terug. Na het lopen, ging ik wat krakkemikkig omdat het boeltje serieus stijf geworden was. Ik legde er onmiddellijk een coldpack op en herhaalde dat nog eens na een uur of twee. Straks ga ik nog voor een derde sessie met ijs. Ik hoop dat die klachten op die manier snel voorbij zullen gaan.
Het is wel eigenaardig dat het gevoel niet opdook tijdens de snellere stukken van mijn training. Het is ook raar dat je uiterlijk ook niets kan waarnemen. Ik zal het me toch niet inbeelden...
Ik heb besloten om toch te blijven lopen, maar snellere tempo's, intervallen, e.d. voorlopig achterwege te laten. We zullen wel zien wat het wordt.