Ik ben Jan, en gebruik soms ook wel de schuilnaam De vrije loper.
Ik ben een man en woon in Lede (België) en mijn beroep is Bankbediende.
Ik ben geboren op 17/08/1974 en ben nu dus 50 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Lopen, lezen en gezelschapsspelletjes spelen.
Wat het aantal kilometers betreft, was vorige week maar een mager beestje. Niet dat ik het erg vind, maar ik geniet nu eenmaal meer van langzaam rond te draven en vooral te genieten van de mij omringende (ontluikende) natuur.
Zondag ging ik ook echt de natuur in, en bezocht het Osbroek te Aalst. Dit is een beschermd gebied, waar de vele paadjes een ware traktatie zijn voor de natuurminnende hardloper. Twee keer ben ik er vorige week gaan trainen en telkens ontwaarde ik een boomklevertje (een vogeltje dat je niet zo heel veel ziet in onze contreien).
Vandaag trok ik erop uit voor een wat langere tocht van 1u15. Wegens tijdsgebrek vertrok ik weer van huis uit en liep mijn gebruikelijke rondje, waar ik nog een stukje aanbreide. Het was volop genieten. Al lopende beeldde ik me in dat ik al uren aan het draven was en nog uren zou kunnen blijven doorgaan. Ik vond dat een bevrijdende gedachte.
Thuisgekomen deed ik nog enkele rekoefeningen. Bij de laatste oefening, schoot er iets in mijn linker enkel en het wil er maar niet uitgaan. Als ik stil blijf zitten of staan is er geen probleem, maar bij de minste beweging doet het wel wat pijn. Als ik dan weer een tijdje rondloop, gaat de pijn er weer uit. Ik hoop dat het niet al te ernstig is en dat een beetje rust zal volstaan. We zullen zien. Als het morgen niet beter is, ga ik maar weer eens te rade bij de dokter.
De voorbije dagen was het behoorlijk druk. Ik liep van hot naar her en had nauwelijks voldoende tijd om op een rustige manier mijn trainingen af te werken, maar ik val nog liever dood dan één training te moeten opgeven. Terwijl ik dit schrijf, realiseer ik me dat het waar is dat je wel altijd tijd vind om een trainingsrondje in het drukste agenda te passen. Met georganiseerde sporten is zoiets veel moeilijker.
Vrijdag ging ik nog een klein uurtje lopen in het Osbroek van Aalst en liep daar tien keer een heuveltje op en af. In normale omstandigheden, slaag ik er redelijk goed in om een hartslagzone te respecteren, maar in dit geval was er geen ontkomen aan. Mijn hartslag ging pijlsnel naar omhoog en zolang ik mijn ledematen teisterde op die heuvel, ging hij niet naar omlaag. Voor mij was dit weer een ervaring rijker.
Zondag en maandag liep ik telkens een rustig duurloopje; respectievelijk 1u20 en 40 min. Het ging heel vlotjes en ik genoot van het uitzicht. Dikwijls hoor je wel eens zeggen hoe mooi de kleurenpracht is in de herfst, maar de lente is wat mij betreft ook niet te versmaden. Het ontluikende groen aan de bomen, de kleurrijke bloesems en bloemen zijn een streling voor het oog. Als alles nog eens overgoten is met rijkelijke saus van zonlicht kan het helemaal niet meer stuk. Al lopend worden die indrukken alleen maar versterkt. Zo merkte ik maandag een boomgaard op, waarin het vee rustig liep te grazen. Hoeveel keer ik dit prachtig tafereeltje passeerde zonder er ooit aandacht aan te besteden, kan ik niet meer inschatten.
Woensdag liep ik mijn gebruikelijk parcours over Wanzele en Impe in een tempoloop. Een betere manier om een korte werkweek af te sluiten kan ik me niet indenken.
Vandaag ging de Run Oostende door en ik was voor de 2de keer van de partij. Vorig jaar maakte ik mijn debuut op de 5 km en vandaag ging ik voor de 10 km.
Mijn schattige vrouw, lieftallig zusje Kristien (bij deze is ze dus ook eens vernoemd op mijn blog ) en schoonbroer Jorich zouden me vergezellen en meelopen. De vrouwen kozen voor de 5 km en Jorich ging ook voor de 10 km. Tegen de middag waren we al ter plekke, ingeschreven en klaar voor de race, maar ons geduld werd nog een beetje op de proef gesteld. De 5 km startte om 14u00 en om 15u00 konden Jorich en ik pas vertrekken.
Om de tijd te doden genoten we van een picknickje en gingen we eens een kijkje nemen aan de finish. Tot 13u45 lummelden we dan nog wat rond, zusje bezocht nog een laatste keer het kleine huisje op (zou ze zenuwachtig geweest zijn?) en daarna vertrokken we samen naar de start. Voor de eerste keer keek ikzelf toe vanaf de zijlijn. Tot wanneer het startschot afging konden we ons vergapen aan de opwarmingsoefeningen van atletes en atleten zoals Veerle Dejaeghere, die de 5 km won voor de dames.
Dan ging het startschot af en weg waren onze vrouwen. Op een drafje liepen we zelf ook naar de finish om ze daar op te wachten en lang lieten ze niet op zich wachten. Na iets meer dan 28 minuten kwam Kristien er door. Mijn Liesje eindigde op een half uur. We feliciteerden ze na hun doorkomst met hun prestatie, vooraleer we terug liepen naar de start voor onze 10 km, waar we na een sanitaire stop, om 14u50 toekwamen. Amaai, wat een massa volk was er al toegestroomd voor de 10 km. Vooraan en snel starten konden we al vergeten.
Klokslag 15u00 ging ons startschot af, maar het duurde tot een eindje voorbij de startlijn tot we echt konden lopen. Als een haas die een jager probeert af te schudden, slalomde ik tussen mijn collega-lopers door. Gelukkig was het eerste stuk breed genoeg, zodat het me niet al te veel moeite kostte. Na ongeveer 6'30" passeerde ik km 1. Het werkte als een rode lap op een stier en ik versnelde voor zover mijn conditie het toeliet. Tot km 4 liep ik een beetje in. Km 2 passeerde ik in een tempo van 4'26" en naar km 3 werd het 4'01". Ik voelde me super. Het vierde kilometerpaaltje had ik gemist waardoor ik pas bij km 5 opnieuw een tussentijd kon registreren. 9'25" deed ik over die twee km. Verdorie, mijn snelheid ging achteruit. Had die bijna-valpartij me zoveel tijd gekost? Toen ik iemand voorbijstak, raakten onze benen een beetje in de knoop en het scheelde maar een haar of ik had een 'pausje' gedaan. Ik gaf me echter niet gewonnen. Km zes liep ik voorbij na 4'30" en op km zeven gaf mijn Polar 3'59" aan. De vermoeidheid begon echter langzaamaan te komen. Liesje en Kristien stonden me ergens in die omgeving aan te moedigen en dat gaf me dan opnieuw kracht om de volgende km te door te komen. Het laatste stukje werd op de dijk gelopen tegen een redelijk strakke wind in. Ik leek niet meer vooruit te komen. Links en rechts zag ik enkele lopers stapvoets verder gaan. Een ogenblikje leek het me heel verleidelijk om ook een eindje te gaan wandelen, maar deze gedachten zette ik even snel als ze gekomen waren weer aan de kant. Ik ben verdomme gekomen om te lopen en mijn ambitie was 45 minuten. Al die trainingsuren bracht ik weer in mijn gedachten. Die arbeid mag niet voor niets geweest zijn. Ik raapte alle kracht in mijn lijf en leden samen en beukte verder tegen de wind op. Als een dorsvlegel in volle actie, stoomde ik richting finish en met een laatste krachtinspanning - gestimuleerd door die engeltjes, Liesje en Kristien - sprintte ik naar een eindtijd van 46'23".
Jorich eindigde heel verdienstelijk op ongeveer een uur, voor zijn eerste wedstrijd.
Moe maar voldaan trokken we weer huiswaarts. Mijn ambitie kon ik niet echt waarmaken, maar ik ben best tevreden met wat ik presteerde. De volgende keer moet die 3-kwartier-grens eraan geloven.
Het paasweekend is voorbij; tijd voor een terugblikje. Het verlengde weekend begon voor mij officieel op vrijdag. Die vrijdag deed ik een duurloop van 60 minuten; zondag en gisteren was er één gepland van telkens 70 minuten. Om mijn knie te sparen, was ik graag naar de finse piste gegaan, maar door een te strakke planning van andere activiteiten was ik genoodzaakt te kiezen voor het harde asfalt. Achteraf bekeken was het niet echt nodig me zorgen te maken. Die knie hield zich kranig en gehoorzaamde gedwee aan de orders die ik gaf. De verkoudheid die me enkele dagen geleden last bezorgde is ook bijna voorbij.
Had ik vrijdag nog enkele drupjes regen te trotseren, dan is dat zon- en maandag mooi gecompenseerd met een stralende zon. Of het nu de verbeterde weersomstandigheden zijn, de invloed van een week vrij of iets anders, weet ik niet, maar ik genoot meer dan gewoonlijk van deze duurlopen.
Het eerste en laatste rondje was vrij gewoontjes. Ik liep langs mijn gebruikelijk parcours aan een snelheid in de buurt van het gemiddelde. Zondag liep ik een volledig andere route. De wielerklassiekers indachtig, hadden we het over lokale molshopen, die de nodige mentale en fysieke kracht vereisen van de wieleramateur die ze wil bedwingen. In Lede is de Keiberg zo een lokale 'col' van 1ste categorie, die ik al lopend wou bedwingen. Nu ja, 'bedwingen' is een groot woord, want eigenlijk is er niet zo veel aan. Om eerlijk te zijn had ik meer interesse in die vink die met zijn suskewiet (voor de leek: specifieke roep van de vink) liet blijken dat hij er was, maar toch onzichtbaar bleef.
Alles bij elkaar kom ik uit op ongeveer 30 km voor dit weekend. Qua snelheid komt dat neer op ongeveer 9 km / u, wat zelfs naar mijn normen niet heel snel is. Soms vraag ik me af of ik niet te traag loop. Na mijn sportmedisch onderzoek in oktober 2008, kreeg ik het advies om de meeste duurlopen te lopen aan een hartslag van 135 bpm, wat overeenstemt met die snelheid. Ik hou me nog steeds aan dat advies en ik boek nog altijd vorderingen, maar toch vraag ik me af of het niet beter zou zijn om wat sneller te lopen. Als ik de hardloopliteratuur erover nalees, kom ik op ongeveer dezelfde waarden uit wat het hartslagritme betreft. Wordt dit advies gegeven vanuit een voorzichtigheidsprincipe? Levert harder trainen meer snelheidswinst op? Als iemand hierover iets zinnigs kan zeggen, ben ik heel erg geïnteresseerd.
Gisteren begon het zo een beetje te kriebelen in de neus en druppelsgewijs begon het eerste snot zich te manifesteren. Ik dacht dat het van zeer voorbijgaande aard zou zijn, dus 'werkte' ik een redelijk alternatieve training af. Ik nam een weekje vrijaf om de zolder eindelijk eens onder handen te nemen. Er dienden nog enkele stukken geïsoleerd te worden om daarna het boeltje proper af te werken met laminaat op de vloer en platen tegen wanden en plafond. Je vraagt je misschien af wat dat met trainen te maken heeft. Eigenlijk is het heel eenvoudig. 50 keer de trappen op en af met een plaat van 2.50 op 0.5 meter en je krijgt een ideale oefening. 't Is gewoon een kwestie van het nuttige aan het nuttige te koppelen
Deze morgen stond ik op en mocht ik meteen naar een zakdoek grijpen. Die verkoudheid is dus niet van korte duur blijkbaar. Het zou me weer het dagje worden. Na het ontbijt, hebben we, mijn vader (een genie als het op klussen aankomt) en ik, nog gewerkt aan de zolder die zo beetje bij beetje meer vorm begint te krijgen. Na een lange dagtaak, besloot ik om ondanks mijn verkoudheid en een rotweer toch een gefractioneerde duurloop te gaan doen. Ik kleedde me warm aan, zette een pet op en vertrok, de verre horizon tegemoet. Het snot stroomde met beken uit de neus, maar toch ging het redelijk vlot. Wegens tijdsgebrek liep ik op de weg en ging ik niet naar de finse piste. In het begin, vreesde ik nog wat voor de linkerknie, maar die protesteerde gelukkig niet.
Toen ik thuis kwam voelde ik me beter dan toen ik vertrok. Door het massieve snotverlies voelde de neus wat minder verstopt aan en kon ik weer vrij ademen. Voila, weer een argument om meer te gaan lopen.
Van knieproblemen heb ik voorlopig geen last meer. Om te voorkomen dat ze terug zouden opduiken, doe ik het relatief kalmpjes aan en behandel ik het probleemgebied met cold packs zo vaak ik maar kan, soms tot 5 keer per dag. Het is een hele opluchting dat die behandeling zijn vruchten afwerpt. Ik was dit jaar al armtierig begonnen voor zover het lopen betreft en een nieuwe gedwongen rustperiode kan ik missen als kiespijn.
Vrijdag en vandaag, deed ik respectievelijk een trage en heel trage duurloop op de finse piste in Erpe Mere. Nu is het zo dat ik er eigenlijk niet echt van houd om naar een bepaalde plaats te rijden om daar dan rondjes rond een voetbalterrein te hobbelen, maar op straat lopen, vermijd ik liever voor het moment. Achteraf bekeken is de omgeving best aangenaam en neem ik dat ritje er graag bij.
Het voordeel van trainen op de finse piste is dat je wel rondetijden kan registreren. Op straat weet ik nauwelijks hoeveel km ik loop, tot ik thuis ben en het via www.mapmyrun.com bereken en van tussentijden is dus helemaal geen sprake. Om die reden heb ik me voorgenomen om minstens één keer om de twee weken een duurloopje te doen op die piste.
Ik begin me ook te realiseren dat ik niet alleen fysieke vooruitgang boek, maar dat mijn kennis over lopen ook toeneemt. In de boekenkast staat al heel wat lectuur over hardlopen en ik heb dat ook allemaal gelezen, maar ik merk dat het dikwijls de eigen ervaring is die me het meeste bijbrengt. Eigenlijk is het een combinatie van beiden. Je leest iets, maar weet dan dikwijls niet hoe het in de praktijk te brengen. Dan begin je een beetje aan te modderen en stilaan komt dan het besef hoe je de theorie moet omzetten in de praktijk. Persoonlijk vind ik die ondervinding al bijna even spannend als het hardlopen op zich.
5 uurtjes. Meer zal ik deze nacht niet geslapen hebben. De reden voor deze korte nacht was de 20 km van Brussel. Vanaf middernacht kon je inschrijven als nieuwe deelnemer. Alhoewel, om middernacht was er geen doorkomen aan. De website die je de gelegenheid moest geven om in te schrijven ging heel traag. Het duurde zeker een half uur vooraleer ik het formulier te zien kreeg dat gebruikt diende te worden en dan nog liep het niet zoals het zou moeten. Tegen 1u20 kreeg ik dan eindelijk de betaling erdoor en bevestiging dat ik een startnummer op zak zal hebben. Ik was opgelucht. Achteraf bekeken heb ik blijkbaar wel geluk gehad, want het bleek een echte rush te zijn geweest. Alles was de deur uit in een uur tijd.
Vandaag ben ik ook nog een gefractioneerde duurloop gaan doen. Ik profiteer blijkbaar nog altijd van de wedstrijd van zondag, want mijn gemiddelde snelheid dook voor het eerst onder de 6 min / km tijdens een trainingsrondje. Wat dat betreft heb ik niet te klagen voor het ogenblik. De linkerknie is echter een ander verhaal. Maandag voelde het wat vreemd aan, maar het ging nog. Vandaag had ik ook niet echt veel last, maar tijdens het loslopen, kwam dat vervelend gevoel terug. Na het lopen, ging ik wat krakkemikkig omdat het boeltje serieus stijf geworden was. Ik legde er onmiddellijk een coldpack op en herhaalde dat nog eens na een uur of twee. Straks ga ik nog voor een derde sessie met ijs. Ik hoop dat die klachten op die manier snel voorbij zullen gaan.
Het is wel eigenaardig dat het gevoel niet opdook tijdens de snellere stukken van mijn training. Het is ook raar dat je uiterlijk ook niets kan waarnemen. Ik zal het me toch niet inbeelden...
Ik heb besloten om toch te blijven lopen, maar snellere tempo's, intervallen, e.d. voorlopig achterwege te laten. We zullen wel zien wat het wordt.
Gisteren was het zo zover. De eerste wedstrijd (of georganiseerd loopevenement) is een feit. Samen met mijn echtgenote Liesje, het zomeruur trotserend, trokken we naar het sportcentrum Blaarmeersen. Zij ging voor de 5 km. Zelf zou ik 15 km lopen. We kwamen om ruim 9u30 aan en waren nog een uur van het startschot gescheiden. Na de inschrijving die redelijk vlot verliep, draafden we enkele keren rond een voetbalterrein en twee rondjes op de atletiekpiste om alvast op te warmen.
Om 10u25 stonden we dan aan de start, klaar om te vertrekken. We huppelden een beetje ter plaatse, bewonderden het mooie T-shirt van enkele collega-lopers en probeerden tevergeefs iets op te vangen van de aanwijzingen die blijkbaar vanaf de zijlijn werden gegeven. Afgaand op mijn hartslag moet ik redelijk zenuwachtig geweest zijn. Liesje wou haar tijd op de 5 km verbeteren en ik vertrok met een vergelijkbare ambitie. 1u20 voor 15 km (14690 m volgens de officiële uitslag) zou ik al mooi hebben gevonden.
Enkele minuten na 10u30 klonk dan eindelijk het startschot. Ik starte mijn Polar in modus BasicUse en we vertrokken. We liepen nog samen een half rondje op de atletiekpiste maar al spoedig versnelde ik en liet ik Liesje haar ding doen. Eén ding had ik al ondervonden, een snelle start is zeker niet goed, maar een trage start is ook niet ideaal. Ik klokte af op ieder kilometerpunt. Voor de eerste kilometer had ik iets minder dan 6 minuten nodig, maar daarna verbeterde mijn snelheid aanzienlijk. Langzaam maar zeker daalde mijn kilometertijd onder de 5 minuten. Zo snel had ik nog nooit gelopen. Mijn hartslagmeter gaf waarden aan van rond de 170. Ik voelde me echter goed in mijn vel en besloot om niet te vertragen. De eerste 5 km was geen probleem. Ik leek wel te zweven. Soms pikte ik aan bij een groepje om er daarna weer een beetje voorsprong op te nemen. Zo wisselde ik relatieve rustpauzes af met snellere stukjes. Na een rondje op de atletiekpiste ging ik voor de volgende 5 km. Nog steeds liep alles gesmeerd. Ik had rond kilometer 7 of 8 wat last van opkomend zuur, maar dat probleempje was weer snel van de baan. Misschien had ik een boterhammetje minder moeten eten bij het ontbijt. Rond kilometer 9, zag ik plots een bekende figuur. Natalie Tijtgat was blijkbaar ook van de partij. Achteraf las ik op haar blog dat ze daar was voor een training en ook de 15 km liep. Op dat ogenblik voelde ik me nog altijd heel fris. Bij mijn volgende doorgang op de atletiekpiste, zag ik Liesje al aan de kant staan. Haar 5 km zaten er al op en ze stond me aan te moedigen, haar beloning had ze al in ontvangst genomen. Met een, naar mijn normen, rotvaart stoof ik voor de derde keer van de piste om de laatste ronde aan te vangen. Deze ronde ging een tikkeltje moeizamer. Ik probeerde mijn snelheid te handhaven, maar merkte dat mijn kilometertijden met enkele seconden waren toegenomen. Achter me hoorde ik iemand zwaar ademend aansluiten. Zo bleven we een tijdje bij elkaar lopen, maar ik begon stilletjes aan genoeg te krijgen van mijn achtervolger. Ik deed een stapje opzij, vertraagde en liet hem maar passeren. Op één of andere manier was ik geneigd om sneller te lopen door zo een achtervolger. De weerslag liet zich dan ook voelen. Een opkomende kramp teisterde mijn rechterkuit en mijn linkerknie begon ook nog eens te protesteren. Ik vertraagde nog een tikkeltje om weer op krachten te komen en probeerde zo ook de opkomende kramp te bedwingen, wat wonderlijk genoeg leek te werken. Voor de allerlaatste ronde op de atletiekpiste, merkte ik dat een tijd van 1u15 er nog inzat. De laatste meters liep ik zo snel als mijn benen me dragen konden en klokte af op 1u14'18".
Een vreemd tintelend gevoel trok door mijn lichaam. Ik was opgelaten. In een tijd die sneller was dan ik gehoopt had, voltooide ik de eerste wedstrijd van het jaar. Wat kan je meer wensen? Met trillende benen ging ik naar Liesje die me stond op te wachten met een flesje aquarius. Zij had de 5 km gelopen in een tijd van 34'21", waarmee ze haar vorige tijd ook verbeterde met ruim 3 minuten. 'Mission accomplished' voor ons beiden.
Vandaag deed ik een kort duurloopje van 20 minuten aan een heel gezapig tempo. Mijn linkerknie voelde aanvankelijk niet helemaal goed aan, maar naarmate ik vorderde werd het weer beter.
Vorige week was niet echt om naar huis over te schrijven, maar het weekend luidde ik fantastisch in. Zoals ik me had voorgenomen sliep ik vrijdag een beetje langer uit dan gewoonlijk (ik kon het me permitteren, want ik had een dag vrij genomen ). Na vrouwlief naar school te hebben gebracht, deed ik de afwas, maakte de vaatwas leeg, ruimde een beetje op, maakte de salon schoon en deed boodschappen. Als een bezetene spoedde ik me tegen 's middags terug naar het schooltje om mijn vrouw weer op te halen voor een gezamenlijke lunch. Na de lunch, trok ik me eventjes terug in de salon om me te verdiepen in mijn nieuwste aanwinst 'Hardlopen, met succes je grenzen verleggen', wat een heerlijk boek is over en van o.a. ultraloper Paul Kamphuis.
Na een uurtje gelezen te hebben, kon ik niet anders dan zelf mijn loopplunje aan te trekken en op pad te gaan. Een beetje tegen mijn gewoonte in, reed ik eerst naar het park Osbroek in Aalst. Op het programma stonden 16 intervallen van 200 meter, met telkens een pauze van 200 meter. Het is de allereerste keer in mijn loopcarrière dat ik me aan een dergelijke training zou wagen, maar ik had er alvast zin in. Het was prachtig weer, er liep nog niet te veel volk rond en ik was voldoende uitgerust. Eerst liep ik een tiental minuutjes warm om dan met de intervallen te starten. Mijn hartslag liep op tot een maximum van 178. De eerste intervalletjes gingen nog relatief goed. Ik moest wel een enkele keer uitwijken voor een paar dames, die wat trager liepen dan ik, waardoor ik in de modder terecht kwam. Dat vergemakkelijkte het lopen niet echt. Ik geloof dat de dames het een leuk zicht vonden om zo een halve gare door de modder te zien jakkeren, afgaand op hun opmerkingen. Naarmate ik vorderde, begonnen mijn spieren wat te protesteren. De arme stumpertjes waren zo een belasting nog niet echt gewoon en vroegen om wat rust. Die zou ik ze niet onmiddellijk gunnen. Ik had me voorgenomen om 16 intervallen af te werken en met minder zou ik geen vrede nemen. Ik had de indruk dat mijn snelheid geleidelijk aan afnam en dat mijn loopstijl ook niet echt top meer was. In het begin viel het allemaal nog wel mee, maar zeker aan het einde moet ik er zo een beetje als een dorsvlegel in actie hebben uitgezien. Het snellere werk is blijkbaar niet onmiddellijk voor mij weggelegd. Na de intervallen liep ik opnieuw een tiental minuutjes los om daarna nog wat te stretchen.
Zaterdag was het een rustdag en deed ik nagenoeg niets van betekenis. De boog moet niet altijd gespannen staan. Tijdens mijn duurloop van zondag was het dan weer volop genieten. Een uur en een kwartier in de laagste regionen van de hartslagzones, jogde ik door het Vlaamse land. Gezellig keuvelend met Liesje, die me met de fiets begeleide, was het zo voorbij. Ik deed het heuvelachtige parcours en liep een tijd waarmee ik best tevreden ben. De resultaten blijven de goede kant opgaan.
Maandag was het niet anders. De verschrikkelijke weersomstandigheden konden me niet binnenhouden. Regen, hagel en wind trotserend liep ik een rondje van een half uur. De hagel was wel wat lastig, maar dankzij de fantastische kledij die tegenwoordig te koop is, is lopen in deze omstandigheden niet echt een probleem meer. Opnieuw verbeterde mijn tijd voor de desbetreffende hartslagzone.
De rest van de week wordt het wat rustiger om zondag in topvorm die 15 km te lopen, althans dat hoop ik toch.
De laatste dagen wordt ik geconfronteerd met tegenstrijdigheden. Het is te zeggen, enerzijds voel ik me conditioneel niet opperbest, maar anderzijds lijken mijn prestaties daar niet onder te lijden.
Zondag dacht ik nog dat ik een beetje overtraind aan het raken ben. Zoals ik al eerder schreef, was de snelheid waarmee ik vorige week gelopen heb niet echt om mee te pronken. Slapeloosheid is ook al zo een knipperlicht, naar 't schijnt. Nu heb ik nooit echt behoefte gehad om veel te slapen, maar de laatste tijd ontwaak ik wel altijd voor het afgaan van de wekker, wat wekelijks toch snel neerkomt op enkele uren minder slaap dan gewoonlijk. Daar komt nog bij dat ik spieren en gewrichten wat meer voel dan ik zou willen. Kortom, het leek erop dat ik wat gas terug moest nemen.
Maandag liep ik uiteindelijk toch de geplande duurloop en merkte dan opeens een aanzienlijke verbetering ten opzichte van zondag. Alle problemen van de baan dacht ik.
Het leek erop dat mijn wekelijkse afspraak in de spinningzaal van een leiën dakje zou lopen. Dinsdag deed ik dus alle oefeningen tijdens het spinnen dapper mee en terwijl ik bezig was leek het of ik eeuwig kon doorgaan. Na de sessie voelde ik me echter wel leeg. Een licht gevoel van misselijkheid maakte zich van me meester. Met bevende hand betaalde ik een aquarius, en toen ik dat op had, ging het weer wat beter. Toch een beetje te hard van leer getrokken? Thuisgekomen, analyseerde ik de gegevens van mijn hartslagmeter en merkte dat mijn gemiddelde hartslag lager lag dan gewoonlijk. Tiens, toch verbetering dan?
Gisteren had ik een beetje een baaldag. Ik wond me op over enkele futiliteiten op het werk en het vooruitzicht op een quiz waaraan ik zou deelnemen met enkele vrienden vrolijkte me niet echt op. Mijn spieren kreunden nog wat na van de sessie peddelen op die hometrainer. Om kwart na vijf stond ik dan thuis en tien minuutjes later was ik toch weer vertrokken voor een gefractioneerde duurloop. Tegen de verwachting in liep ik verder dan ik me had voorgenomen. Zelfs met een tussentijdse omweg, arriveerde ik voor de vooropgestelde eindtijd bij me thuis, waardoor ik maar besloot om nog een extra blokje om te lopen. De resultaten logen er niet om. Ik liep met een snelheid van tien seconden per kilometer sneller dan gewoonlijk. Een minpuntje is dat ik wel geplaagd werd door een spanning in mijn rechterkuit. Kramp kan je het nauwelijks noemen en ik had er niet voortdurend last van, maar het viel wel op. Om te vermijden dat het toch tot een kramp zou komen varieerde ik een beetje met mijn paslengte en ritme, wat leek te helpen.
Vandaag voel ik me opnieuw maar slapjes, al zullen dat glas wijn, ouzo, die lekkere trappist en het late uur van gisteren daar ook niet vreemd aan zijn. Vanavond staan enkel wat oefeningen op het programma, maar de oefeningen voor het versterken van de kuiten ga ik deze keer maar achterwege laten.
Morgen ga ik proberen om me wat uit te slapen, volgende week zijn de geplande trainingen wat minder intensief en de wekelijkse spinning-sessie ga ik misschien vervangen door een wat meer relaxte plonspartij in het zwembad. Ik hoop dat de combinatie van dit alles me er weer wat bovenop zal helpen, dat de downs erdoor verdwijnen en de ups blijven voortduren.
Langzaam maar zeker begin ik de duur van de trainingen op te bouwen. Maandag en woensdag deed ik respectievelijk een duurloop en een gefractioneerde duurloop, van telkens een uur. Vrijdag deed ik een duurloop van 40 minuten en zondag was er een langere duurloop van een uur en 10 minuten gepland, en dat allemaal in korte broek . Als ik de harde cijfers analyseer van die duurlopen, merk ik dat ik aan snelheid heb ingeboet. Aanvankelijk dacht ik dat het misschien te wijten was aan het feit dat ik voor het eerst dit jaar een route loop waarin wat meer hoogteverschillen zitten, maar zondag liep ik een vlakke route, waarbij mijn snelheid een absoluut dieptepunt bereikte. Mijn conclusie bleek dus niet te kloppen. Gevoelsmatig liep ik wel wat gemakkelijker, waardoor mijn hartslag binnen de perken bleef en ik minder snel op de rem moest gaan staan. Die hartslag, of liever het gemiddelde, ligt bijgevolg ook een aantal slagen lager dan gewoonlijk. Hoe dan ook, naar mijn gevoel verliep het allemaal redelijk vlot, ik voelde me prima na afloop en genoot met volle teugen. Wat heb je nog meer nodig? Ik heb besloten om geen oorzaak meer te zoeken voor een betere of mindere tijd. Als ik me goed voel is dat voor mij meer dan voldoende. Stilaan begin ik te beseffen dat er dagen zijn dat alles vlotjes verloopt en dat de dag erna een ramp kan worden. Die wisselvallige prestaties zag ik vandaag nog eens bevestigd toen ik op 500 meter na dezelfde afstand liep als gisteren, maar aan een snelheid die ruim 40 sec. / km sneller was.
s Zondags nam ik voor de eerste keer wat te drinken mee op mijn training. Met nieuwjaar kreeg ik van mijn lieftallige echtgenote een drinkgordel die tot dan in de kast was blijven liggen. Het was dus hoogtijd om er eens gebruik van te maken. Uiteraard doe ik het niet alleen om het nut te bewijzen aan Liesbet, maar ik veronderstel dat het ook nuttig is om het drinken te trainen. Voordien heb ik al eens problemen gehad om al lopend te drinken. Vooral in Mechelen had ik af te rekenen met een (kortstondig) misselijk gevoel, na enkele slokken water. Dit wil ik voorkomen in mijn eerstvolgende wedstrijden. Zondag leverde het alvast geen problemen op, maar ik liep dan ook heel traag.
De eerste georganiseerde loop is trouwens ook in aantocht. Op het einde van deze maand ga ik een poging wagen om 15 km uit te lopen. Het is al geleden van 29 november en heb er veel zin in. Het is altijd leuk om eens op een ander parcours te lopen dan je gewend bent. Het is trouwens de eerste test voor de 20 km door Brussel, waarvan ik hoop dat ik een startnummer kan bemachtigen. Een tweede test is voorzien op 19 april in Oostende, waar ik voor de 10 km ga. Daarvoor ben ik dan wel al ingeschreven. In de laatste editie van Runner's World zat een bijlage van de 'Running Tour 2009'. De deelname voor de meeste wedstrijden is misschien niet goedkoop, maar je krijgt wel waar voor je geld. Vorig jaar deed ik mee in Oostende en Mechelen. Beide evenementen zijn me heel erg bevallen, zodat ik besloot om me ook dit jaar in te schrijven op enkele wedstrijden uit hun aanbod. Als je inschrijft voor minstens 5 wedstrijden, krijg je bovendien een leuk T-shirt. Ik besloot om van het aanbod gebruik te maken. Eind vorige week postte ik het inschrijfformulier. Oostende is er dus één van en vervolgens Verviers, Geel, Tessenderlo en de Gaston Roelants 10 km. Op de wedstrijd in Verviers na, waar ik 5 km wil lopen, opteerde ik telkens voor de 10 km. Zo heb ik weer het één en ander om naar uit te kijken.
Een tweetal weken geleden werd ik door Patrick uitgenodigd op een netwerk-site voor hardlopers. Via die site, stelde hij me een vraag, waarop ik niet zo snel een antwoord kon verzinnen. Na enige zelfreflectie, zal ik proberen om alvast een richting aan te geven. Zijn vraag luidde: "...vertel ook eens iets meer over uw doelen of juist het niet hebben van doelen!"
Ik denk dat voornamelijk mijn aan hardlopen gerelateerde doelen worden bedoeld. Hoe eenvoudig is het dan niet om te antwoorden dat ik achtereenvolgens een halve en een hele marathon wil lopen. Dat is inderdaad een valabel doel en bovendien is die marathon ook min of meer gepland voor het einde van dit jaar. Toch ben ik niet tevreden over dit antwoord. Veronderstel dat ik er inderdaad in zal slagen om die mythische 42,195 km uit te lopen, bereik ik dan mijn doel? Met doel bedoel ik 'het Doel'. Een marathon lopen en klaar is kees. Is een marathon echt zoveel moeite waard? Is dat het ultieme doel? Op deze vragen moet ik negatief antwoorden.
Wat is dan eigenlijk mijn 'Doel'? Die halve en hele marathon zijn slechts etapes. Ik wil nog meer, nog verder, maar vooral meer lopen. Toen ik begon met lopen, was het enkel een middel om iets aan die overtollige kilo's te doen. Ondertussen is het lopen een doel op zich geworden en letten op mijn dieet een middel om het beter te doen. Met andere woorden, een middel werd 'een' doel. Opnieuw stel ik me dan de vraag of hardlopen dan mijn 'Doel' met grote D is en opnieuw moet ik negatief antwoorden. We komen wel dichter in de buurt. Als ik er zou in slagen om in woorden uit te drukken waarom ik ga hardlopen, dan zouden jullie mijn doel kennen, maar helaas moet ik een sluitend antwoord schuldig blijven.
Toen ik begon had ik niet door dat ik aan een avontuur begonnen was, waar ik niet van weet waar het zal eindigen. Ergens gaat het over grenzen aftasten. Een mens is tot meer in staat dan hij soms denkt. Het inbeeldingsvermogen is dikwijls de enige belemmering tot het verleggen van grenzen. In mijn verbeelding ben ik tot veel dingen in staat. Graag wil ik nagaan of ik kan realiseren wat ik me verbeeld. Dat is slechts één facet van waarom ik loop. Ik heb het ook wel eens gehad over de mentale boost die hardlopen me geeft. De mentale kick die me meer energie geeft om de dagelijkse beslommeringen het hoofd te bieden. Ik sta sterker in mijn schoenen dan ooit. Dat is dan weer een andere reden voor hardlopen.
De meest belangrijke reden is misschien wel het gelukzalige gevoel dat ik ervaar tijdens mijn duurlopen. De wereld ziet er plots helemaal anders uit als je er lopend doorheen gaat. Je zintuigen staan op scherp. Het vrolijke en steeds herhaalde lied van een vink, de geur na een onweer, een mals lentebuitje, dat aanvoelt als een verkwikkende douche,... Het zijn slechts enkele voorbeelden. De mensen behandelen je ook anders. Vooral ouderen groeten je wat vaker, soms wordt je aangemoedigd, dan wordt er eens een grapje gemaakt, waar dan smakelijk om gelachen wordt. Die contacten zijn vluchtig, maar blijven wel bij. Ik kan me geen enkele andere sport inbeelden waarbij je dergelijke reacties kan ontlokken.
Ergens ken ik wel mijn doel, maar het verwoorden wordt een onmogelijke taak. Gelukkig zal iedere loper wel voelen wat ik bedoel en zijn woorden overbodig.
Vorige week was het weer zover. In Aalst werd de zotskap alle eer aangedaan en naar jaarlijkse gewoonte was ik ook van de partij. Het is onder andere daardoor dat ik weinig tijd had om mijn blog te onderhouden, maar daar komt opnieuw verandering in. Het is als een chronische ziekte; aan de carnavalsmicrobe die één keer per jaar toeslaat, ontkom ik niet. Toch was deze carnaval niet zoals andere jaren. Ik had me voorgenomen om mijn loopschema ook in deze moeilijke periode te handhaven, waar ik ook in geslaagd ben. Om dat te doen vierde ik carnaval op een andere manier. In eerste instantie beperkte ik de hoeveelheid bier. Dat lukte vrij goed en ik amuseerde me er niet minder om. Bovendien heb ik ook geen last gehad van een kater, wat ook mooi meegenomen is. Traditioneel bevat mijn dieet tijdens die driedaagse enkele pakken friet, hamburgers, hot dogs en andere vette troep. Dit jaar was het niet anders, een mens moet ook eten, maar ook hier beperkte ik de hoeveelheden. Ik beperkte me tot slechts één portie friet, mayonaise werd vervangen door een magerder alternatief. Thuis, probeerde ik mijn normaal voedingsschema te volgen. Dinsdag, wanneer de stoet van de voil jeannetten uitgaat, waaraan ik ook meedoe, was het wel wat lastiger, maar ook die dag kwam ik zonder al te veel kleerscheuren door. Tijdens de stoet maakten we regelmatig tussenstops aan één of andere herberg, waar telkens enkele pinten op ons stonden te wachten. Keuze was er niet. Om aan die te grote hoeveelheid alcohol het hoofd te bieden, liet ik, al mijn oude principes aan de kant zettend, regelmatig een pint staan. Van een normaal voedingsschema was er die dag helemaal geen sprake. Wel hield ik me aan mijn drie hoofdmaaltijden. Het ontbijt (ook al was dit 's middags) was een normaal ontbijt, de lunch bestond uit een braadworst (van bedenkelijke kwaliteit) met mosterd en 's avonds kwam daar een pitta bij met een rosé wijntje. Het volledige carnavalsmenu leverde wel een kilo extra op, maar ondertussen zijn we daar weer vanaf.
Zoals ik al schreef moest er ook getraind worden. Toevallig waren vorige week enkel rustige trainingen ingepland (zowel in kwaliteit als kwantiteit). Zondag liep ik voor we naar de stoet gingen kijken. Dat was geen probleem en ik liep gemakkelijk in een relatief snel tempo. Maandag, na een eerste bescheiden carnavalsnacht, liep ik een duurloopje van een half uur. Opnieuw verliep het zonder noemenswaardige problemen. Ik voelde me betrekkelijk fris en uitgerust. Dinsdag, was er een 'rustdag'. Normaal ga ik dan spinnen, maar de fitness club waar ik dat doe was gesloten. De gefractioneerde duurloop op woensdag stelde ik met een dag uit. Carnaval was me toch een beetje in de kleren gekropen. Donderdag liep ik dan wel het voor woensdag voorziene duurloopje. Achteraf beschouwd viel het niet geheel tegen, maar 'goed' is toch net iets anders. Onze laatste dag vakantie brachten we al shoppend door in de sympathiekste stad van Vlaanderen, Gent. Die dag werd er dus ook niet gelopen. Zowel zaterdag als zondag waren duurlopen van telkens een halfuur gepland. Zaterdag ging het nog, redelijk gemakkelijk zelfs, maar zondag leek ik niet vooruit te komen. Ik deed meer dan een minuut langer dan gebruikelijk over mijn gebruikelijke parcours. Zou carnaval nu plots weer opspelen of is er een andere oorzaak? Ik weet het niet. In ieder geval, lang tijd om er over na te denken had ik niet, want we zouden onze week afsluiten met een etentje. Douchen, kleren aan en weg was ik weer.
Vanavond probeerde ik iets nieuws. Ik trainde achtereenvolgens in drie hartslagzones. Van de laagste naar de hoogste zone en dat twee keer na elkaar. Het ging redelijk vlot als ik op mijn gevoel mag afgaan.
Dat mijn dieet vorige week geen succes is geweest, konden jullie al lezen, maar toch wil ik jullie tip nr. 8 niet onthouden. Niet iedereen zal het er over eens zijn, maar voor mij werkte het wel. Weeg en meet je iedere dag. In mijn job wordt ik dikwijls geconfronteerd met de uitspraak: "Meten is weten." Ik sta daar voor de volle 100 % achter. In het begin hield ik zelfs een statistiek bij van mijn vorderingen per week. Voor mij werkten die cijfers ook motiverend; ik viel dan ook wekelijks ongeveer 800 gr af. Weeg je wel telkens op het zelfde tijdstip. 's Morgens weeg je normaal gezien het minst; voor het moreel is dat dus het beste.
Eergisteren had ik een uurtje spinning op het menu staan. Het was de laatste keer voor Oilsjt Carnaval en ik denk dat de animator zich daardoor liet inspireren om het niveau wat op te krikken. Extra calorieën moeten namelijk gecompenseerd en uitspattingen verdiend worden. De opwarming kwam ik zonder veel kleerscheuren door. Mijn hartslag bleef op een acceptabel niveau en, in tegenstelling tot wat een terugblik me leert, dacht ik dat het een makkie zou gaan worden. Als verlengde van de opwarming (volgens de animator, een deel ervan) kwam er een 'jump-sessie'. Dit soort oefening wordt gedaan in een hoog tempo, waarbij je zittend en staand fietsen afwisselt, waarbij je regelmatig andere poses aanneemt. Voor ik het goed en wel doorhad gutste het zweet van mijn lijf. De hartslag piekte toen al een eerste keer, de spieren kreunden een eerste keer onder de inspanning, maar toch deed ik de oefening dapper en onvervaard mee, tot het eind van het nummer (voor de leek, spinning doe je op de maat van de muziek; althans je probeert toch). Zoals gewoonlijk volgde een recuperatieperiode, maar nauwelijks was ik hersteld of de volgende oefening diende zich aan. Zo ging het maar door, een korte recuperatietijd was telkens onvoldoende voor de volgende oefening. Tegen het eind van de sessie kreeg ik dan een dreun van een moker en eventjes dacht ik het te begeven. Op het laatste nummer peddelde ik nog een beetje door, maar de fut om het ritme te volgen was er niet meer. Op, gedaan, de brandstof in alle tanks en reservetanks was weg, mijn benen waren gedegenereerd tot pap, wat ik ook niet meer kon zeggen. Achteraf stelde de animator ons gerust; als we het moeilijk hadden, dan was dat niet uitzonderlijk. Het wás een zware training.
Met een licht waggelende gang en een hoofd als een pioen, begaf ik me naar de bar. Mijn hersenen hadden mijn zweetklieren nog geen opdracht gegeven hun werkzaamheden te stoppen. Met een handdoek die al kletsnat was, probeerde ik mijn gezicht min of meer droog te houden. Toen ik betaalde voor een flesje mineraalwater trilde ik nog.
Thuis aangekomen, na een verkwikkend hete douche, maakte moeheid plaats voor een voldaan gevoel. Ik maakte mijn ontbijt en lunch voor de volgende dag nog klaar, deed bonen in een kommetje water om ze te laten weken voor het avondeten en ging tegen 23.00 u slapen. Mijn hoofd had het kussen nog niet goed geraakt of ik lag al in dromenland.
Gisterenmorgen had ik me een tikkeltje overslapen. Ik maakte me klaar, at mijn ontbijt op, maar zag af van mijn gebruikelijk kopje thee. In plaats daarvan stopte ik een flesje mineraalwater in mijn tas. De inspanning van de avond ervoor zinderde nog wat na. Het bleef wel beperkt tot licht gevoelige spieren en nog vóór ik de fiets nam om naar het station te gaan, was het doffe gevoel weer helemaal verdwenen.
s Middags kreeg ik telefoon van een vriend die me uitnodigde om spelletjes te spelen. s Avonds stond al het één en ander op het programma, maar een spelletje sla ik niet graag af, dus aanvaarde ik de uitnodiging. Thuisgekomen, voerde ik de gegevens van de vorige training in, in het daartoe voorziene programma. Ik deed mijn loopkleren aan en vertrok voor een gefractioneerde duurloop. Normaal gezien loop ik, na dergelijke trainingen, nog een tiental minuutjes in een sukkeldrafje. Tegen mijn gewoonte in, deed ik het deze keer niet, maar wel alle rek- en strekoefeningen. Het daarop volgende uur verliep nogal hectisch. Eten maken, douchen, eten, vrouw meenemen naar de fitnessclub en doorrijden naar een gezellige spelletjesavond nam ongeveer een uur in beslag. Ik was blij toen ik rustig kon aanschuiven voor een spelletje Puerto Rico kaartspel, dat ik met glans verloor. De rest van de avond verliep in dezelfde stijl. Ieder spel dat op tafel kwam, verloor ik. Blijkbaar zat lady fortuna ergens anders.
Deze morgen voelden de spieren stijf aan. Ik had misschien wel de tijd moeten nemen om uit te lopen in plaats van als een gek van hot naar her te springen. Enfin, die stijve spieren zullen wel over gaan. Morgen is het weer een rustige duurloop en gelukkig kan ik daarna rustig de tijd nemen om een ontspannend badje te nemen.
Gisteren had ik het geluk om nog eens aan zee te kunnen lopen. Na een bescheiden ontbijt, Valentijn had al voor voldoende calorieën gezorgd, heb ik nog een beetje gelezen in mijn nieuwste aanwinst van Haruki Murakami. (Die schrijver begint een echte verslaving te worden. Als je ook een goed boek kunt appreciëren, 'Spoetnikliefde' is een absolute aanrader.) Na een uurtje lezen, trok ik mijn loopplunje aan voor een duurloopje. Gelukkig was het niet te koud, want ik was mijn windjack vergeten mee te nemen. Ik stak de dijk over en liep naar het gedeelte van het strand tussen de eb- en vloedlijn en vertrok voor een kleine 5 km. Normaal gezien eindig ik mijn duurloopje op het strand, maar deze keer had ik zin om de hele tijd zand onder mijn voeten te voelen. Het doel was wandelknooppunt 57 en terug.
Al lopend genoot ik van het uitzicht op zee en snoof de zilte zeegeur op met volle teugen. Er was nog niet te veel volk op het strand, op een enkele, prettig gestoorde loper na. Vreemd genoeg had ik deze keer weinig last van een verhoogde ochtendpols en liep heel vlotjes. Ik werd er zowaar zweverig van. (Zou die laatste tripel van Watou, van de avond ervoor, er voor iets tussen zitten?)
Op sommige plaatsen leek het of Neptunus grote kuis had gehouden in zijn stulpje, want af en toe liep ik over hele tapijten van schelpen. Voor kraaien waren die schelptapijten blijkbaar een feest, want ze vlogen slechts op tot ik op ongeveer een meter of twee genaderd was om onmiddellijk weer te landen en verder te snuisteren tussen de door Neptunus veroorzaakte rommel. Een paar honderd meter verder deden de meeuwen zich dan weer tegoed aan een feestmaal dat een garnaalvisser hen aanbood. Luid roepend vochten ze om het lekkerste stukje van het menu.
Ik liep verder door het mulle zand om me aan het paaltje van het voornoemde knooppunt te keren. Dat het me aanzienlijk meer moeite kostte om door mul zand te lopen getuigde mijn hartslagmeter die opgewonden begon te piepen. Voor ik het goed en wel besefte, bleek mijn hartslag een slordige 20 slagen hoger te liggen dan de vooropgestelde bovengrens. Van zodra ik weer tussen de eb- en vloedlijn liep, kalmeerde dat ding om mijn pols. Op de terugweg liep ik windop. Vreemd genoeg had ik er niet veel last van. Mijn hartslagmeter liet zich een enkel keertje meer horen dan op de heenweg, als ik de bovengrens overschreed, maar al bij al liep ik de terugweg even snel (misschien zelfs iets sneller).
Terug op het appartement, deed ik nog wat rek- en strekoefeningen en nam een verkwikkende douche. Hierna voelde ik me even zuiver als op het moment dat ik ter wereld kwam.
Tot slot, nog een tip voor de slanke lijn, tip nr. 7. Ga de confrontatie aan met wat je eet. Hou bij wat je op een dag allemaal naar binnen werkt, en dat gedurende een week of twee. Als je op het einde van de dag nog steeds kan beweren dat je toch al zo weinig eet, dan bedrieg je jezelf of je hebt een medisch probleem. Overgewicht komt niet vanzelf. Zon confrontatie kan je aanzetten om het met wat minder te doen. Of nog, less is more !
Misschien is het de afgelopen weken nog kouder geweest, maar vandaag had ik het gevoel helemaal onderkoeld te raken, of toch in ieder geval in het begin van mijn duurloopje. Het regende, het waaide en echt zomerse temperaturen waren het ook niet echt. Ik had mijn handschoenen thuis gelaten, maar kreeg al snel spijt over dit overhaaste besluit. Het leek wel of mijn handen belaagd werden met duizend naaldjes. Na een kwartiertje deerde het me wel niet meer en was ik voldoende opgewarmd.
Tja, mannen zoals dat bejaard viertal uit het laatste nummer van Runner's World (RW) zullen er niet meer gemaakt worden zeker. Eén van die kerels (een man van 72 jaar uit Noordwest Engeland) stelde dat slechte weersomstandigheden zowat het beste is om mentale kracht te kweken. Hij mag dan wel gelijk hebben, leuk is anders.
Als je het nog niet gelezen hebt, kan ik dat artikel wel aanraden. Die vier mannen die samen 280 jaar ervaring hebben, geven adviezen over lopen. Die adviezen zijn niet wat we gewend zijn van RW. Regelmatig publiceren ze artikels over trainingsadvies, voedingsadvies, medisch advies, enz. maar heel dikwijls begint het bij mij dan te duizelen. "Hoe ga ik dat verdorie allemaal in praktijk brengen?" denk ik dan. De tips van die kranige oudjes zijn veel simpeler. Ze geven tips over hoe gemotiveerd te blijven, wat te eten, hoe getraind moet worden, enz. maar dan zonder de wetenschappelijke mambo jambo waar ze tegenwoordig dikwijls in grossieren. Deze tips kan je echt toepassen, zonder alle technische snufjes die tegenwoordig op de markt zijn. Dat deze tips zouden kunnen werken kan je ook opmaken uit de foto's. Die mannen stralen kracht en vastberadenheid uit. Nu weet ik dat een foto gewillig is, maar hierbij heb ik wel een gevoel dat ze echt zijn. Deze mannen buigen niet.
Tot slot wil ik nog mijn wekelijkse dieettip meegeven. Klaar voor tip 6? Dikwijls hoor je mensen op dieet zeggen dat ze dit of dat niet meer mogen eten, wat dan gevolgd wordt door: "Op den duur mag je niets meer." Dit vind ik larie en apekool. Het is waar dat je moet minderen, maar vet en suiker heb je nog altijd nodig, al was het maar om het te kunnen volhouden. Wat ik deed was me concentreren op wat ik wel veel mocht eten. Het is verrassend hoeveel je kan eten, zonder extra calorieën binnen te nemen. Bovendien is magere kost niet noodzakelijk smakeloos; je wordt enkel begrensd door je eigen creativiteit. Een positieve ingesteldheid brengt je veel verder.
Donderdagavond zette ik het weekend al in. Juist, vrijdag had ik een dagje verlof en ik zou ervan genieten. Doordat ik mijn vader beloofde mee te gaan naar de bioscoop, kwam ik er donderdag niet toe om de geplande oefeningen te doen. De film startte ongeveer een uur vroeger dan ik zou hebben gewild. Nu, erg is dat niet en spijt heb ik evenmin. Valkyrie stelde me een beetje teleur; ik had er meer van verwacht, maar voor de rest is het een aangename avond geworden.
Vrijdag ben ik samen met mijn vrouw opgestaan die wel moest werken. Na een lekker ontbijt van op voorhand geweekte muesli met fruit, deed ik de afwas. Ik ruimde een beetje op, om daarna te gaan lopen. Een duurloopje van iets langer dan een halfuur is het geworden. Zoals gewoonlijk liep mijn hartslag hoger op dan wanneer ik 's avonds ga lopen. Deze keer liet ik het niet aan mijn hart komen en bleef aan hetzelfde tempo lopen, ook al overschrijdde ik de bovengrens op sommige stukken van het parcour. Thuisgekomen deed ik nog enkele strekoefeningen. De douche erna voelde weldadig aan. Eenmaal gewassen, maakte ik me klaar om in Brussel te gaan shoppen. Eerst bracht ik de boeken binnen in de bibliotheek, maar ontleende niets nieuws. Op mijn eigen boekenplank staan nog enkele werken waarin ik trek heb en mijn volgende post was De Slegte, waar ik vier delen kocht van 'De vertellingen van duizend en een nacht'. Bij mijn vorige bezoek aan De Slegte had ik nog getwijfeld of ik die boeken zou aanschaffen, want echt goedkoop waren ze niet. Tenslotte sloot ik mijn uitje af in 'Le palais des Thés' waar ik twee soorten thee kocht, eentje voor 's avonds en een soort voor 's ochtends. De uitbater bood me ook nog een kopje thee aan dat me heel erg gesmaakt heeft. In het station aangekomen kocht ik me nog een reep chocolade en een flesje water om de tijd mee door te brengen tot de trein aankwam. De dag werd nog mooi afgesloten met enkele vrienden in een restaurantje in A'pen. Met onze Bongo-bon gingen we naar El Warda, waar we ons te goed deden aan Arabische gerechten. Ik had wel een tikkeltje te veel wijn gedronken .
Deze ochtend deed ik nog enkele oefeningen om mijn spieren te versterken en morgen ga ik weer een eindje lopen.
Vorige week heb ik het nog kalm aan gedaan, maar deze week begint het serieuzere werk. Vorige week woensdag en zaterdag deed ik nog een duurloopje van telkens een halfuur, maar daar komt deze week verandering in. Vandaag startte ik met een schema dat over 17 weken gespreid is, met als einddoel de 20 km van Brussel. In het begin zal de intensiteit verhogen van enkele trainingen, zonder duurloopjes te verwaarlozen en later zal ook de afstand / tijd de hoogte in gaan. Er zijn een tweetal voorbereidende wedstrijden gepland van 10 km en 10 EM. Ik kan bijna niet verwoorden hoeveel zin ik erin heb.
Vooruit lopen heeft echter geen zin. Vandaag startte ik dus met opnieuw een duurloopje van een halfuur. Deze keer liep ik een gebruikelijk rondje in de omgekeerde richting. Eigenlijk was het niet heel aangenaam om te gaan lopen. De papperige sneeuw belette me om voluit te gaan. Niet dat ik één of ander record moest breken, maar op sommige plaatsen was het oppassen geblazen om niet uit te glijden en dat maakt lopen net een tikkeltje lastiger. Een enkel keertje kwam mijn voet verkeerd terecht doordat ik een put niet zag. Gelukkig liep het nog goed af en zijn er geen brokken te lijmen. Een toptijd werd het dus niet, maar ik ben best tevreden met mijn prestatie.
Morgen ga ik weer een uurtje spinnen. Misschien krijg ik gezelschap van een neef, die ik zaterdag op een familiefuif ontmoette. Verbaasd over mijn figuur (tja, de laatste keer dat we elkaar zagen had ik nog een slordige 20 kg extra te torsen), vroeg hij me naar mijn geheim. Ik vertelde hem over mijn dieet en mijn nieuwe passie voor sport. Zelf is hij niet dik, maar een beetje sport zou een opkomend buikje moeten bedwingen. Voor de rest kwam ik dat fuifje door zonder al teveel schade; integendeel, ik ben opnieuw geen gram bijgekomen. Mijn geheim daarvoor? Tijd voor Tip nr. 5.
Wees BOB. Tja, als je een reputatie hebt om graag een pint te drinken, is je ergste vijand die reputatie en de druk van buitenaf om die eer aan te doen. Een pint (het begint bij "eentje maar") afslaan lokt in mijn geval dikwijls schertsende opmerkingen uit. Het is not done om op café een cola light of spa te bestellen en ik zal het geweten hebben . Als je echter voorstelt om BOB te zijn, heb je in ieder geval een geldig excuus. Verder heb je wel een partner nodig die zich opoffert om in jouw plaats te drinken
Zoals ik al eerder schreef, is mijn eerste bekommernis om het aantal looptrainingen per week op te drijven. Dit weekend maakte ik er alvast werk van.
Aangezien ik vrijdag kon genieten van een snipperdag, begon het weekend voor mij iets vroeger dan gewoonlijk. Voor mijn activiteiten in de voormiddag, verwijs ik graag naar mijn vorige bijdrage aan deze blog. In de namiddag, hield ik me met zo een beetje vanalles bezig, behalve met lopen. Het weer hier, was niet om uit te staan. Wind, hagel, regen, we hebben het allemaal gehad. Tegen de avond, trok ik uiteindelijk toch maar mijn loopplunje aan om de natuurelementen te trotseren. Op het programma stonden 2 loopjes van 10 minuten, met een wandelpauze van 4 minuten. Met wind op kop vertrok ik dan. Met een muts op het hoofd, handschoenen en regenjasje aan, liet ik niets aan het toeval over, dacht ik. De koude had ik echter schromelijk onderschat. Het was voornamelijk de wind die me de das omdeed. Nu goed, ik had al lang genoeg gerust, het werd tijd voor wat actie. De wandelpauze is er wel niet gekomen. Het was veel te koud en nat om op mijn dooie gemakje wat te wandelen. Van lopen bleef ik op zijn minst warm. Thuis gekomen, constateerde ik dat mijn tijd bijlange niet slecht was en dat ondanks het pokkeweer. Mijn weekend was alvast goed ingezet.
's Avonds kregen we nog een bevriend koppel op bezoek, waarmee we tot de ochtend spelletjes hebben gespeeld. Allemaal best leuk hoor, maar zaterdag moest ik er wel de tol voor betalen. Ik trok erop uit voor een half uurtje draven, maar het ging langs geen kanten vooruit. Mijn hartslag piekte nog van voor ik vertrokken was en het zou er niet op beteren. Toch liep ik plichtsbewust mijn rondje vol. Uiteindelijk negeerde ik deze keer het gepiep van mijn hartslagmeter, maar ging niet sneller vooruit dan gewoonlijk. Het is leerrijk om te zien hoe het lichaam reageert op een verstoorde dagstructuur.
Vandaag begon ik de week met een vermoeid gevoel. Deze ochtend kon ik nauwelijks uit bed en besloot dan ook een trein later te nemen. Dat vermoeide gevoel zat trouwens de hele dag in lijf en leden. 's Avonds besloot ik toch mijn loopje te wagen en dat ging redelijk goed. Deze keer liep ik langs het centrum van ons geliefde dorp in een redelijk tempo (althans naar mijn maatstaf).
Morgen is het weer spinning-tijd, maar eerst tip nr. 4 voor de slanke lijn.
Las eens een 'vege-dag' in. Als je een beetje moeite doet, zal je merken dat er heel wat caloriearme alternatieven bestaan voor vlees. Zelf heb ik een beetje moeite met typische vleesvervangers zoals Quorn, maar bonen, linzen, een eitje, kaas, enz. apprecieer ik des te meer. Op het internet vind je heel wat lekkere recepten. Alvast één leuke tip wil ik alvast delen: http://www.vegetarisme.be/. Probeer maar en laat het je smaken.
Vandaag heb ik een dagje verlof genomen voor een bezoekje aan de orthopedist. Het lijkt er wel op dat die blessure genezen is, en eigenlijk kan die dokter misschien niets meer vaststellen, maar een maand wachten op een afspraak en dan niet gaan, vond ik toch zonde. Vroeg uit de veren dus, en ik op weg naar het Aalsters Stedelijk Ziekenhuis.
Na enkele formaliteiten, werd ik geroepen. Eerst deed ik het hele verhaal over die knie. Ik vertelde ook dat ik momenteel niet echt last had en dat ik misschien niet had hoeven komen. Toch onderwierp die dokter me aan een kort onderzoek. Hij duwde, trok, wrong en draaide aan mijn been en knie. Ondertussen legde hij uit wat er allemaal mis kan gaan. Als je zo een waslijst van mogelijke blessures, ten gevolgde van het lopen, hoort opsommen, begin je toch al eens te denken of al dat sporten wel voor iets goed is. Nu ja, ik vermagerde en heb opnieuw een beetje conditie gekregen door al dat draven, dus het is toch niet allemaal slecht voor lijf en leden. Bovendien is het leuk en dat is dan ook weer mooi meegenomen. Na een kort onderzoek, vertelde hij dat er inderdaad niets meer mankeert aan die knie. Er zit geen speling op en iets dat op een blessure lijkt, kon hij ook niet meer vaststellen. Ik had me misschien de moeite kunnen besparen om naar het ziekenhuis te gaan, begon ik opnieuw te denken. De conclusie was simpel en ik was een tikkeltje verwonderd over zijn advies. Waarschijnlijk was het gewoon overbelasting, wat ik eigenlijk ook al gedacht had. Hij adviseerde me gewoon verder te sporten en zelfs als het pijn begint te doen. In alle boeken lees je hoe je moet terugschakelen als je pijn voelt en deze dokter sprak dit tegen. Nu eigenlijk niet helemaal, want als het zich nog eens voordoet, moet ik zo vlug mogelijk een MR-scan laten doen, waarop alleen iets te zien zou zijn als er effectief nog een blessure is. Hopelijk duurt het dan geen maand om een afspraak te krijgen.
Ondertussen loop ik nog altijd pijnvrij. Dit weekend en volgende week zijn er alleen korte duurloopjes gepland aan een lage intensiteit. Daarna ga ik langzaam opbouwen. Het schema voor de 20 km van Brussel is al klaar en als blessures uitblijven, ga ik er weer 'vollen bak' tegenaan.