Ik zou graag fris geschoren naar huis trekken maar buiten leerling-kappers/sters die gratis aan het oefenen waren op het perron in het station vanmiddag zag ik hier nog geen kapperszaak. Kwestie van de juiste straat te vinden, dan heb je er ineens honderd. Ik trek richting Chinatown,maar die zijn daar de boel aan het opkramen en sluiten rond een uur of zes., ik dwaal rond en vind 1000 schoenenwinkels, geen kapper. Op een pleintje zitten mensen gezellig te eten,een man staat met een heel lekker uitziende vissoep, de vis springt er bijna uit,dus ik bestel. Lekkere soep, maar pikant! Tony Monbaliu zaliger moet hier in de leer geweest zijn ,maar dit is de overtreffende trap. De groene takken die er in drijven exploderen in mijn mond. Gelukkig heb ik ook een portie rijst besteld die ik nog niet heb gekruid en een grote Chang,dus ik kan blussen...Als ik daarna verder naar huis wandel voel ik de stoomwolken na een kwartier nog uit mijn oren komen,als in de strips.Dit weekend is een speciaal weekend voor boeddhamensen, driedaags feest heb ik gehoord,en een beetje ook gezien. Ook hier is een soort bbq georganiseerd, mensen staan geduldig in de rij voor een hapje en wat rijst bij een soort parochiezaal,'t is overal toch hetzelfde liedje.Ik ben al blij dat ik thuis kom, nog een slaapmutsje van de 7/11 -in de guesthouse is geen bier of alcohol te krijgen- ik Skype nog even en ga vroeg slapen,alleen mogelijk dank zij de airco.Om zes uur in de morgen sta ik op en ga ontbijten in het station, noedelsoep met kip. Het ontbijt in het hotel , twee zielige toastjes met een spiegelei neem ik als toetje.Op straat raak ik aan de praat met een mannetje van sino-Thai,het consortium dat hier de metro uitbreidt. Binnen twee jaar zou dat klaar zijn, al henb ik nog maar weinig beweging gezien op de immense bouwwerf die hier en verder in de stad de boel terroriseert. Hij heeft al een heel dagvullend programma voor mij in zijn hoofd, kan leuk zijn maar ik vlucht weg voor hij me in een taxi of tuktuk duwt.Zondag, dus zeker markten bij de vleet, ik kies er een uit aan de andere kant van de stad rond een park,gemakkelijk met de metro te bereiken, immens is het,mijn schoenen zijn sterk maar mijn voetzolen bezwijken. Geen zin om hier te eten wegens te druk. Omdat ik graag alle transportmiddelen probeer stap ik hier in de skytrain. Valt wat tegen, het lijkt op de metro ook al rijdt het hoog boven het straatniveau, ik zie niets dan grote buildings. Halfweg moet ik weer overstappen op de metro, op straat is hier een kleine shutdown-blokkade,peis en vree alom.Omdat de meeste eettentjes op straat dicht zijn ga ik naar de food court in het station, mijn eeuwige alma mater,lekker en goedkoop. Daarna naar bed. Ik besef, mijn uren zijn geteld,binnen twaalf uur ben ik aan het reizen. Geen zin meer in veel lopen wandel ik het massagesalon binnen, het eerste dat ik heb geprobeerd hier in Thailand,en tot nu het beste. Ik ga voor een voet- en aansluitend ,na enige aarzeling van mijn kant maar op vriendelijk advies van de masseur, en de lange reis morgen indachtig,een rugmassage. Even was er verstoring van de rustige sfeer door een hele familie Japanners die binnen kwamen, vijf volwassenen en twee kinderen,maar gauw komen nog een paar masseurs de boel versterken,aangevoerd met snelle taxibrommers. De rust keert terug,en het blijken geen Japanners maar Koreanen.
Nu nog wat eten in de buurt, vlakbij is een goed restaurantje, eerst is er geen plaats,iets later wel maar ik word niet toegelaten: ik had een tiental mensen gepasseerd die geduldig wachtten, ik had ze verward met afhaalklanten! Maar ik mag buiten bij de keuken eten,ook goed,lekkere grill zelfs en voor geen geld. .ik krijg gezelschap van een Duitser,die was hier vroeger een half jaar,de mentaliteit van Bangkok is volgens hem veel veranderd door de toevloed van vreemdelingen.De avond is om, morgen vroeg inpakken en wegwezen.. miel cocquyt
Mijn busticket heb ik veilig op zak: een bijgevoegde bus rijdt om 17.20 hr.,het komt voor mij niet zo nauw. Ik had graag mijn kamer aangehouden tot een uur of vier, kwestie van een siësta te kunnen maken, maar de ultieme check out is 13.00 hr, twee uur uitstel. In de morgen loop ik nog eens in de stad, de ochtendmarkt, de winkelstraten,waar ik nog een geheugenkaart moet kopen. Voor het eerst is het wat bewolkt, mij niet gelaten,maar tegen de middag steekt de zon weer ongenadig. Waar ik eet komen plots twee driewielers aangesjeesd, met daarop twee Fransen. Ik zoek hen op, zij content dat ze eens hun moerstaal kunnen spreken. De mannen uit Lyon (le centre, zeggen ze) peddelen hier al rond sinds 7 januari, blijven nog tot einde maart! Ze zijn vertrokken uit Bangkok, maar fietsen niet zo veel, een dertig kilometer per dag. Le chaleur! En verder, die ligfietsen zijn niet geschikt voor hellingen, maar dat had ik al gehoord. Heet is het, niet te doen, ik begrijp dat ze niet ver geraken. Ik sluip langs schaduwzijde naar het hotel, nog twee uur om te krijgen,en zelfs geen zetel waar ik languit kan. Het is gelukkig koel in de lobby. Tegen vieren trek ik naar het busstation waar drie bussen van dezelfde maatschappij tegelijk vertrekken naar Bangkok, ikzelf volg een klein half uurtje later. Prima bus met een zee aan ruimte, als ik al zou willen kan ik niet eens tegen de zetel voor me schoppen. Naast mij een jong Russisch koppel, tijdens de rit zie ik mijn eerste indruk alleen maar bevestigd,boers en bijna tiranniek gaat hij met zijn lief om. Gelukkig wordt er veel geslapen. Een kokette hostess bedient iedereen met een hapje, fruitsap, water. Even later volgt een deken en een neksteun. Een stop is halfweg in een heel groot wegrestaurant helemaal voorzien op busreizigers die snel en accuraat worden geholpen, ik blij want ik had geen eten bij,en honger dat slaapt moeilijk. Slapen lukt wonderwel, ik haal drie keer een tweetal uur. Tegen vieren rijden we de grootstad binnen. De kokette hostess die een she-male blijkt te zijn, ik zie het nu pas, komt rond met koffie en verfrissingsdoekjes. Tegen vijf uur pas kunnen we der uit,meer dan een half uur stonden we aan te schuiven om op de terminal te geraken,errond zijn grote openbare werken bezig(metro?) maar de terminal zelf is ook erg chaotisch. Door met de stroom mee te drijven kom ik heel snel op de aangrenzende stadsbusterminal,even dacht ik hier in deze buurt te blijven maar ik kies toch voor het mij bekende en ga naar de buurt van het grote treinstation Hua Lampung. De helse rit door de stad duurt toch nog drie kwartier. Ik prijs me erg gelukkig dat ik zo vlot daar geraak. Een paar guesthouses had ik in gedachten,gezien bij mijn eerste passage bij aankomst. Het eerste valt me tegen, een te kleine kamer met een te slecht bed, in het tweede heb ik meer geluk: dubbele kamer , op het gelijkvloers aan de binnentuin met airco en eigen badkamertje, een beetje prijzig, 750 baht,maar daar maal ik nu niet meer om, van hieruit kan ik vlot naar de luchthaven. Een goeie ligging ook, 100 meter van de drukke Rama IV-road,autovrij en absoluut geen straatlawaai. Het lot is me gunstig gezind, als dat maar blijft duren! Mijn trotter prijst "Het Huis van Jim Thompson" aan als absoluut te zien, ik ga er naar op zoek en zie veel nieuwe dingen, maar niet dat. Bijna terug thuis word ik aangesproken door een tuktukdriver, ik probeer en hij hapt toe voor 50baht. De man weet ook wel waar de klok hangt maar vindt de klepel ook niet,moet met mijn aantekeningen in zijn hand een paar keer de weg vragen,-ik een klein beetje leedvermaak- tenslotte is iemand die kan helpen, we zijn vlak in de buurt waar ik vanmorgen ook heb gezocht. Het is een heel mooi huis,maar typisch Thai zoals de gids zou ik het niet noemen, het is een stadspaleis na de oorlog gebouwd door een Amerikaans officier met Thaise invloeden. Foto's nemen mag niet, een suppoost houdt me in de gaten, ik schiet nauwelijks wat. Het huis staat langs een khlong,soort brugs reitje maar nog effectief gebruikt voor taxiboten, ik spring erop maar algauw weer er af: ze varen knoerthard,en zeilen die opgetrokken worden beschermen tegen opspattend water maar verhinderen ook alle zicht. Helemaal het noorden kwijt zwoeg ik me te voet weer naar mijn oriëntatiepunt, het station. Het begint echt te regenen in Bangkok, aan de straatkanten vormen zich zelfs plassen! Vermoedelijk behoorlijk ongewoon,voor mij wel lekker verfrissend. Moe als ik ben val ik als een blok in een verkwikkende siësta. Bed en kamer alle punten voor rust en slaapcomfort.
In het hotel moet wel een ontbijt te krijgen zijn maar niets als een gedekte tafel of een uitgestalde menukaart wijst er op, dus ga ik een ommetje maken en vind waarachtig een zaakje vlakbij, -ik moet er al een paar keer voorbij zijn gekomen, zo onopvallend-,waar ik een eigenzinnige kop koffie kan krijgen,mierzoet en met melk,geserveerd met een paar reuzels. Ik was verzocht me vanaf 08.00 hr. beschikbaar te houden in de hotellobby want vervoer naar de terminal is inbegrepen , het busje komt zo tegen half negen,mooi op tijd om de boot te halen. We vertrekken met maar tien minuten vertraging. De boot heeft twee airco binnendekken en een open bovendek waar ik me niet aan waag, ik kies een zetel binnen,twee Japanse kwettertantes komen naast me zitten en blijven de hele tijd bezig met elkaar foto's te tonen en becommentariëren op hun iPhone. Bijna iedereen is hier gewapend met iPhone,iPad of andere tablets, o tempora o mores: wie nu nog reist met een fototas met zwaar apparaat en bijhorende set wissellenzen is duidelijk gedateerd. Ik ben blij dat ik genoeg heb aan mijn zaktoestel,travelling light. Reizen met boot en/of trein stemt me altijd vrolijk. Ik stap goed zo gehumeurd aan wal. De tegenstelling tussen de terminals kan niet groter zijn: in Krabi vertrokken uit een nieuwe terminal buiten de stad komen we hier terecht in een soort soek, wirwar van smalle straatjes met gewriemel van voetvolk,kleine fietsen(wendbaar!) en grotere transporthandkarren, die vooreerst de bagage komen ophalen per logies,maar verder de hele dag alles aansleuren wat een toeristenkolonie nodig heeft. Ik raak met moeite buiten de grote drukte van hotelletjes,pensionnetjes,restaurantjes en andere winkeltjes. Als dat hier al met de tsunami was weggespoeld merk je daar niet veel van, tenzij dat nog verder wordt gebouwd op alle (on)mogelijke plaatsen, in een soort hondenwei wordt een complete blok appartementjes of vakantiehuisjes neergepoot bijvoorbeeld. Op het strand staan hele rijen ligstoelen in de schaduw opgesteld, de zonnebaders komen niet in de zon tenzij voor een ploeterpartij in het aangenaam warme water. Geen wegen te zien, ik vraag me af of er ueberhaupt wel zijn. Mijn ideetje om hier een brommer te huren berg ik op, alle transport dat ik zie gebeurt over water, in en rond de haven krioelt het van boten van alle slag. Ik geef me helemaal over aan het soekgevoel, loop zo veel mogelijk aan de schaduwkant,genietend van de drukte en de uitbundigheid van Engelsen, Fransen, Russen,Amerikanen,Japanners en nog wat anderen. Ik probeer de afkomst te raden aan de gedragingen en word meestal bevestigd bij het horen van flarden taal. Geen eten van doen met die hitte,alleen een ijsje weersta ik niet. De restaurantjes blijven dan ook halfleeg ondanks de drukte. Heel veel scubadivewinkels ook,opvallend niet door Thai uitgebaat maar door Engelsen of Fransen. Enkele jappen lopen door de hitte in vol duikornaat,ritsen helemaal dicht,naar hun boot. Ik vermoed dat ze gesmolten zijn voor aankomst.
Het is mooi en genoeg geweest als de boot terug om half vier vertrekt. Alles loopt volgens plan, alleen aan de terminal is het even zoeken voor ik in het juiste busje geraak.
Vol goeie moed neem ik na me te verfrissen vanuit het hotel een pick-up-busje naar de busterminal, ik wil mijn retour naar Bangkok veilig stellen met de drukte van het weekend in gedachten,maar de ticketverkopers zijn solidair potdicht. Er wordt lang gewerkt in Thailand,maar niet door de bedienden.. Mijn rooie pick-up rijdt niet dezelfde weg terug, pas na een hele citytrip raak ik terug in mijn hotel. Ik pik nog een pittig etentje in de tent van vanmorgen en geef me over aan een matige massage aan de overkant,nog een slaapmuts en vader gaat naar bed.
My kingdom for a horse! Met mijn brommer voel ik me sterk. Uit sportieve motivatie stapte ik te voet naar de ochtendmarkt,maar ben na enkele passen terug gekeerd en heb mijn stalen ros beklommen. Bij een Chinees op een terras krijg ik een heel blad vol allerlei kleine hapjes, gebakjes met vlees of op vlees of dat er in, net als mijn buren,een oud chique paar, niet slecht maar met een keer heb ik het wel gehad,zeker als ik de rekening krijg, ik vermoed dat hij is gemaakt a la tete du client. Maar zo toch eens tussen chique volk gezeten. Na mijn ochtendpost vertrek ik naar verdere oorden,ik,kies de richting van het vliegveld. Warm en druk als de hoofdweg is neem ik een afslag naar het onbekende. Veel groen, bosbouw en ook opvallend veel bewoning nog,qua dichtheid als de buiten bij ons. De bossen zijn hoofdzakelijk cocosplantages,laagstammig gehouden,en latexbomen, met halve kokossen als recipiënt onderaan de bomen bevestigd. Op goed geluk rij ik steeds verder en kom tenslotte toch weer op dezelfde weg terecht,perfect blind ommetje. Operatie geslaagd! Ik stop bij een nieuwbouw in wording. Het systeem bestaat uit een groot houtskelet,de hoofdsteunen zijn gewoon ruwe boomstammen, daarop een mooie opbouw van gezaagde balken en plankskes. Wellicht wordt de rest opgevuld met metselwerk,als vakwerk bij ons,het dak in golfplaten,meer moet dat niet zijn. De bouwplek staat op het terrein met een winkeltje, de vrouw maakt de dienst uit, de tv staat op politiek, redevoering van de oppositie. De man ligt onder een veranda in zijn hangmat. Ik bestel een grote Chang,want het is reeds in de voormiddag zo heet dat de helft verdampt terwijl je het binnen giet. Ik rij verder naar het vliegveld,grote drukte, drie regionale maatschappijen zijn,hier gevestigd, maar ik zie ook TUIvliegtuigen. Ik check de mogelijkheden om naar Bangkok te vliegen,maar de schreeuwerige cheap-flight advertenties bevatten beperkingen waardoor ik uit de boot val. De hitte is schroeiend als ik buitenkom. Ik brommer richting stad, bezoek onderweg nog een tempel in aanbouw die ik al van heel ver had gezien, een oud vrouwtje lacht met mijn bloot hoofd in die helse hitte.
Iets verder neem ik nog een lunch in een klein eettentje, het bier moet ik bij de buren halen. Ik vlucht bij thuiskomst naar mijn beden airco,blijf binnen tot vier uur, rij nog een kleine afscheidsronde en lever mijn voertuig mooi op tijd af. Ik blijf hangen in de buurt daar,veel globetrot(s)ters met grote rugzakken, ik ben benieuwd wat die allemaal meesleuren. Mijn beperkte mobiliteit zorgt voor verveling, ik rek de tijd tot morgenvroeg de uitstap naar Phi-Phi begint, ik vrees dat het gewoon uitstel van executie wordt tot ik naar huis terug keer, mijn reisbobijn lijkt een beetje op.
Mijn beste herinneringen van deze trip hou ik over van de langere verblijven, niet van de vluchtiger passages. Daar troost ik mezelf mee omdat Krabi me tot nog toe wat tegenvalt, ik kan het niet omarmen. Vandaag is het ook iets frisser, 32 in plaats van 35°. Het bussysteem is ook anders: ieder rit heeft zijn prijs,veel duurder dan de eenheids-10baht van Hua Hin. Gelukkig is de baliejuffrouw heel vriendelijk en geduldig in haar poging me een en ander duidelijk te maken. Het einde van de rit komt in zicht,en ik weet nog niet hoe ik terug reis. Nog zo'n dag als gisteren zou me doen overwegen vroeger naar het noorden terug te keren. Maar info in het busstation - het derde busje dat ik aanroep brengt me er naar toe, de wit-met-blauwe lijn- tempert mijn onrust. Als het moet of als ik wil haal ik mijn vlucht ook als ik hier zondagavond vertrek. Er rijden verscheiden bussen, daar krijg ik ook wat zicht op: twee concurrerende lijnen bieden een luxe bus aan, beiden vertrekken om 5 uur 's avonds, de luxe betekent slechts 25 plaatsen op een dubbeldeks. Andere, 45 plaatsen,vertrekken om de paar uur en zijn veel goedkoper,maar die zijn me sowieso te min. Geen bier in het stationsgebouw,dus ga ik een pintje drinken in een belendende zaak voor ik naar de stad terugkeer. Het is middag. Aan de ingang van het hotel stapt een heer op een brommertje, ik vraag waar hij het heeft gehuurd en hij antwoord zuinigjes, ik herken het accent in zijn Engels, inderdaad een hollander. Als enige gast maak ik gebruik van het restaurant in het hotel,daarna platte rust. Het internet hier is niet echt je dat maar ik hou me bezig tot na vieren. Twee plannen: ik wil een toeristische uitstap naar de phi-phi eilanden,dus bootje varen, en een brommer huren. De boottickets in het hotel kosten 1500,in de stad 700,aan de afvaart 600 baht, weet ik allemaal in een uur. De brommer was te verleidelijk, ik heb de boottocht een dag opgeschoven en cruise de rest van de middag door de stad en omgeving. Met helm op, uiteraard. Als afsluiter ga ik eten in een mooi ogend restaurantje met aantrekkelijke bediening. De groene kerriesoep smaakt super, pittig, het varken erachter is niet slecht maar maakt me minder enthousiast. Het hotel ligt op de stadsrand en is zo rustig. Ik ga vroeg slapen,maar moet gauw zwetend weer opstaan: zonder airco gaat het niet.
De relatieve koelte van de morgen lijkt me heel geschikt voor een ochtendlijke wandeling. Tegen acht uur zit ik al op de bus naar Suan Son. Onderweg super activiteit bij de monniken. Ze zijn voorzien van extra grote zakken,waar ze hun giften in trieeren. Zelfs de wakkere soldaten zijn nog niet in actie. Ik heb het strand nagenoeg voor mij alleen. Het is puur genieten, alleen opletten aan de waterkant voor de vele en grote kwallen die aangespoeld zijn bij het hoog water. Geen grote activiteit, gelukkig maar want de strandzone is heel klein bij het hoog water. Tegen dat de zon echt heet wordt ben ik al weer weg naar de stad, goeie planning. Tegen de middag moet mijn kamer ontruimd, ik kruip eerst nog een uur in bed,na de middag kan immers niet meer, en slaap waarachtig nog een uur zodat ik me moet haasten met douchen en inpakken. Mijn bagage kan ik achterlaten in het hotel, mijn bus gaat pas om 22.00 hr. Met afdingen huur ik een brommer voor 120 baht voor de rest van de dag. Een Engelsman die zich hier heeft genesteld gaf me wat tips om vlug op de buiten te geraken, en dat lukt ook. De zon is draaglijk als je in beweging blijft. Met mijn helm op met donker vizier voel ik me robocop. Ik eet in een klein eettentje langs de weg, kom helemaal op de buiten. Daar zijn ze bezig met de suikerrietoogst. Het likt een beetje als vroeger bij ons: met een scherp primitief hakmes worden de stengels gekapt en met bladeren samengebonden, elk voor zich, zowel vrouwen als mannen,en allen met bedekt gezicht, wellicht tegen de felle zon. Ze worden graag gefotografeerd,ik mag er geen een overlaten. De rietstengelsschoven worden met de hand geladen,ze worden doorgegeven van hand tot hand,daartoe hangen aan de zijkant van de oeroude vrachtwagens een soort stelling, want er wordt hoog geladen. Een eind verder wordt het proces toch wat gemechaniseerd,een traktor met frontlader gooit ze met hele bundels ineens op de vrachtwagen ,de rest is toch ook weer handwerk. Toch moet er nog meer gemechaniseerde methodes bestaan, op de weg zie ik grote camions geladen met gekapte stengels, zo,'n kleine halve meter lang, maar die methode heb ik niet gezien. Ook,anders veel bedrijvigheid, zondag is duidelijk geen rustdag,ook vrijdag of zaterdag niet tenzij in de dienstensector, banken bijvoorbeeld zijn vandaag potdicht. Ik verlaat de hoofdweg en kom bananen- en ananasplantages tegen. Ook een paar veeboerderijen met Frisian-holsteiner jongvee en koeien, allen onder afdaken,beschutting tegen de zon, zero grazing systeem. Uitleg moet ik niet vragen, geen kat die mijn Thais verstaat. Met een paar stops om mijn vocht op peil te houden ben ik toch een vier uur onderweg, ik moet tanken. Zo'n tankje is veel kleiner dan ik dacht,met amper twee liter is het weer helemaal vol. Ik toer nog wat op mijn gemak door de stad, en betaal weer 200 baht aan de politie, terwijl hij mij en nog een westerse vrouw aan de kant zet passeren ons honderd Thais, jawel, zonder helm. De bedrieger bedrogen: ik geef hem een biljetje te weinig, mijn wraak is zoet. Brommer terug binnen geleverd,wat rondslenteren, ik eet een luxueus galgenmaal, een handvol gamba's, maar verpieterd door de gelegenheidskok,jammer. Tijd om naar het busstation te gaan, de bus komt maar een half uur te laat(komt al van Bangkok),maar voor de rest niets op aan te merken: grote slaapzetels, drie op een rij, we zitten beneden met negen, boven zit het ook vol maar geen idee hoeveel. We krijgen meteen een broodje en een flesje water, ook een deken, best want de airco krijg ik niet helemaal afgezet. Al bij al slaap ik goed,tegen zeven staan we in Krabi. Andere stad,andere mode, we zitten toch 500 km zuidelijker. Een toeristengidse licht het merendeel op met veel te dure tickets naar de binnenstad, een vijf km verderop. Ik bekijk het wat en vind een pick-up voor een vijfde van de prijs,beter en sneller bediend. Mijn kamer komt pas vrij tegen tweeen,dat valt wat tegen. Ik begin de stad maar te verkennen. Veel Indiërs hier,heel andere klederdracht, ik kan niet goed uitmaken of het boeddhisten zijn of wat anders. Naast een tempel in een apart gebouw is een begrafenis aan de gang, dat gebeurt hier duidelijk niet in de tempel. Onderweg zoek ik ook een alternatief hotel,,ik heb een vermoeden dat ik mijn boeking in het eerste hotel bij die ene nacht zal houden. Kon ik nu maar even wat gaan liggen en me verfrissen!
Bij het ontbijt zie ik iedere dag een kwieke ouderling,die zijn zelf samengesteld ontbijt met vers fruit en kaas minutieus aan het verorberen is: Ronald is Canadees, deze week 73 geworden, hij komt hier overwinteren. Iedere dag doet hij minstens 50 situps, hij is een levende reclame voor gezondheid te koop. Vandaag verkast hij naar Phuket waar hij een weekje gaat snorkelen. En eigenlijk wil hij nog naar Singapore ook, mits hij op internet een hotelkamer vindt voor minder dan 200 dollars per nacht. Hij blijft nog tot einde maart, maar dan kan het bij hem thuis nog sneeuwen. Mijn tijd hier kort ook snel, ik dwaal besluiteloos wat door de stad,kan niet kiezen wat ik nog wil doen, een beetje brommertoeren of weer naar het strand zoeken van Suan Son. Tot na mijn siësta doe ik geen van beiden, maar dan zoek ik toch de goeie bus op voor de strandwandeling. Om een of andere ondoorgrondelijke reden is de bushalte verlegd, na lang wachten -ik had het eigenlijk al opgegeven- vind ik per toeval de goeie plek. De bus is zo'n oud ding met planken vloer en volledig mechanische bediening, de stuurstang en de mechaniek van de pedalen open en bloot, de chauffeur bedient ze blootsvoets. Ik word afgezet op een militaire (vakantie)basis,met eigen shoppingcentertje en wasserij en restaurantjes. Alles kraaknet. Het strand zelf is idyllisch,afgezoomd met een soort sparrenbos waar tussen je dan toch een glimp van het militaire golfterrein kunt opvangen. De zon is aan het wegzakken , de warme schaduw doet deugd op mijn rode huid, het zeewater is lekker lauw. Alles samen wat exotisch. Zo kom ik na een tijdje stappen weer in de bewoonde wereld,het strand vloeit door zonder afscherming of barelen. Nog veel strandtentjes maar het meeste volk is reeds weg. Met een taxi-pick-up rij ik terug. Twee Russinnen,elk met een tweeling en een dubbele poussette nemen zo veel plaats in dat de chauffeuse begint te mopperen. Ik sta achterop, na een tijdje komt ze me vragen of ik voorin bij haar wil zitten, ik neem blijkbaar te veel plaats in. Ze praat goed Engels.rijdt dit trajekt drie keer in eenfulltime dag, de maximum bezetting van haar voertuig is 25 man, maar dan puilt het uit denk ik. Op deze rit laat ze verschillende klanten staan wegens te vol, het wordt maar beter als Rusland uitstapt bij het groot shoppingcenter, zes anderen kunnen opstappen in de plaats. Tijd om te eten. Bij een drukbeklant tentje in de buurt van het hotel wijs ik de schotel aan die twee meisjes zitten te eten,met veel groenten. Het is erg druk,na geduldig wachten krijg ik mijn bestelde...dubbele portie! Ik stouw het dapper binnen, betaal 170 baht voor een maaltijd à la Ter Doest. Op een terras raak ik aan de praat met een Jozef uit München, zeg maar Seppe. Hij blijft hier ook twee maanden,weg van koud Bavaria. Een stof die ik op het oog had voor een tafelkleed in een ouderwetse winkel blijkt veel te smal voor wat ik het gebruiken wil. Ik haal nog een bodymassage bij de buurmeisjes, dat had ik vanmiddag beloofd na eindeloos neen zeggen tegen hun klagerig "massaaaaaag?",het doet op het randje af pijn, ik kan een kreun af en toe niet onderdrukken.
Praat nog wat met een Deen op ons dakterras, zijn Thaise vrouw glipt weg, ik ga naar bed,hij blijft achter met Facebook en whisky-cola.
Vrijdag is niet echt vrijdag, ik tik dees opzaterdagmorgen. Verslag volgt op de dag als berouw na de zonde . Intrigerend straatbeeld 'morgens vroeg: bedelende monniken. Dat gaat zo : een monnik staat op een hoek van de straat of bij een eetstalletje. Mensen kopen eten, sommige straatventers hebben zich gespecialiseerd en bieden kant en klare pakketjes aan. De monnik staat quasi onbewogen, een grote eettrommel in de aanslag, laat zich de giften welgevallen en prevelt een gebedje voor de knielende klant. Als er ook een fooi bij zit kan dat een kleine preek worden. Op dit ochtenduur is het aanschuiven om je gift kwijt te kunnen. De eettrommel lijkt wel magisch, zonder bodem,al heb ik al een monnik gezien die zich discreet laat bijstaan door een helper met een profane winkelzak. Het zou me niet verwonderen dat die dan weer bij de straatventer terecht komt.
Omdat de ontbijttent die ik wou bezoeken pas om acht uur opengaat ben ik nog maar eens op verkenning getrokken. De Hilton beheerst met zijn toren zowat de stad,dus even daarheen,en zo kom ik in een stadsgedeelte dat totaal verschilt van de andere wijken waar ik me al een beetje thuis voel. Chique natuurlijk, een paar golfspelers staan gepakt en gezakt te wachten op hun tuktuk , de terrasmeubels die buiten staan komen uit boetiekwinkels, en nog wat van die verschillen. Geen straatresraurantjes ,orde en netheid eerst. Hier in de buurt ligt ook een grote tempel. De winkel wordt net door een monnik geopend,met een sigaret bungelend in een mondhoeken, geen gezicht. Een van de hits in zo'n tempelwinkel is de verkoop van dakpannen voor een altijd voortdurende nieuwbouw of verbouwing waar de gelovige dan zijn persoonlijke boodschap kan op schrijven. Op dit vroege uur zit een dame al de pannetjes van daags ervoor af te wassen, recyclage is hier echt een begrip. Zo ook in de zijstraten van de grote hotels: een ploeg, twee mannen, een vrouwelijke chef, een pick up,wegen het gesorteerde vuil- glas,papier,pet- en laden het op, de vrouw noteert minutieus. Een eind verder, een grote lagere school.veel kinderen,allen in net uniform,eten nog wat aan de poort bij de vele stalletjes. Op de koer is het verzamelen geblazen,in rijen,tenslotte zittend in rijen op de grond. Een juf probeert Engels te praten en uitleg te geven maar ik kan er niet veel uit opmaken. De directeur houdt een lange toespraak, dat zijn ze hier blijkbaar gewoon. Achteraf, als ik in de namiddag mijn was ga ophalen merk ik dat het toch iets speciaals moet geweest zijn, de wasvrouw is het rapport van haar kleinkind aan het bestuderen. Mijn zoektocht naar een bus voor Suan Son loopt verkeerd. Een pickupdriver neemt me mee, maar aan zijn eindhalte eist hij 100 baht extra om me ter plekke te brengen. Ik had al de indruk dat het linke boel was, hij reed de grote weg op die van de zee wegdraaide. Ook omdat ik al had gemerkt dat ik mijn Kodak, beter gezegd mijn Fuji,vergeten was heb ik de eerstvolgende bus terug genomen. Dan maar met een taxibrommer,die me wel nabij een Son-strand afzet,maar niet waar ik wou, dat ligt eigenlijk een eind verder. Het strand is prachtig, ik loop een uur langs de waterlijn. De meeste bezoekers zijn wandelaars , weinig zwemmers. De zon wordt me te veel, ik vind een pick-uphalte en toer terug naar de stad. Vooral mijn voeten zijn wat verbrand, dus eerst de apotheek in om een verzachtende after sun. Tegen de avond wandel ik terug naar de hiltonwijk. In de zijstraten is het een helse drukte van restaurants en bars, soms ook nog een massagesalon. Dit is de wijk van de stoutere meisjes die je proberen binnen te halen in hun bar. Ik weersta. In een gewone bar word ik bediend door een knappe dame, Pat. Ze werkt hier tidelijk,anders in Bangkok, maar door de shutdown is haar werk daar onmogelijk. Toch staat ze achter de oppositie maak ik op uit haar behoorlijk Engels. Ik eet wat in een stalletje voor een fractie van de prijs die in de restaurantjes wordt geafficheerd, trek dan, macht der gewoonte , voor mijn afsluiter naar mijn stek op de nachtmarkt. Op de weg terug loop ik nog een grote schoenenzaak binnen maar vind niet echt mijn ding. Nog een slaapmutsje op mijn terras, het is tegen elven,zalige 27°,maar ik moet het afleggen tegen de muggen.
Hoe langer ik hier blijf,hoe minder zin ik heb om ver te verkassen. Mijn planning om nog naar Phuket of Krabi te trekken verdampt. Mijn hang naar een kleinere stad blijft. Lumineus idee: de naburige stadjes/dorpjes die bijna niet door de railway worden bediend en ook niet in mijn trotter zijn vermeld, dat moet toch mijn ding zijn? Cha-am is mijn eerste doel. Met wat navraag, de timetable van de spoorwegen in de hand waar zowel in het Thais als in ons geschrift de namen staan vermeld, kom ik terecht in een busstationnetje: enkele stoelen staan als wachtkamer gemonteerd op het trottoir, de balie is een tafel in open lucht,geen Engelstalig personeel. Maar ik geraak toch in een minibus, een Toyota Commuter zoals er hier duizenden rondrijden, en zo goed zijn dat ik me afvraag waarom die niet in Europa te verkrijgen zijn. Langs een expressweg zoeven we weg, de wegen zijn waarlijk goed hier. Een half uur later word ik gedumpt, langs dezelfde grote weg. De ene stad is in de andere overgegaan, nauwelijks merkbaar. Toch is het anders. Het patroon van Cha-am is simpel: de grote weg, een cluster er om heen, en een verbindingsweg van een paar kilometer naar de strandwijk, die hoofdzakelijk bestaat uit een kilometerslange boulevard,aan landzijde volgebouwd met oudere kleinere en hele grote nieuwbouwhotels. Veel volk, geen overdreven drukte . Ik wandel een uur of twee,deels op het mooie zandstrand in de waterlijn, deels in de schaduwrijke boulevard. Maar het geheel leeft niet echt, dit lijkt verdacht veel op een Spaanse Costa, ik zie de mensen hier niet wonen. Tegen de middag heb ik mijn buik vol van dat gedoe,ook mijn voeten beginnen op te spelen. Ik drink een thee tussen enkele Hollandse koppels en laat me door een brommertaxi terug brengen naar een bushalte aan de grote weg.
Er is keuze tussen zo'n handige Commuter of een bijna archaïsch versleten bus, ik kies uit sympathie en omdat ik alles wil proberen voor het laatste.
Eerste poging mislukt,,ik spoel die weg met een grote pils en wat eten,na mijn dutje probeer ik weer in de andere richting,zuidelijker licht Wang Phing,krijg ik zelfs niet gegoogeld.
Geen bus vanuit mijn vorig stationnetje, ze doen erg lacherig in hun taaltje over de vreemdeling die daar naar toe wil,maar wijzen me tenslotte met een vaag gebaar naar verder. Met volharding en half gesaboteerd door taxidrivers die me wel willen brengen voor 400baht,vind ik tenslotte een soort bushalte. Het is na vieren, de chauffeur is niet happig op me en pas als zijn busje niet helemaal vol geraakt met klanten voor een verdere bestemming mag ik instappen. Weer word ik uitgeschud langs de grote weg. Wang Phing is gebouwd op een kruising van 2 drukke wegen, een Far West verhaal,maar niet onlogisch. Veel beweging van doorgaand zwaar verkeer. Verder winkels, winkeltjes, markten, een tempel, het gewone gedoe. Er is een mooi hotel maar niets om hier te resideren. Zelfs hotel staat niet in het westers aangeduid. Ik kuier en sjok daar maar wat rond, tegen valavond neem ik een van de laatste busjes terug, om zeven uur ben ik daar voor te laat. Een Finse familie is ook aan boord, te herkennen aan het haar en de trekkersuitrusting. Ik ga zitten naast Pia, de dochter die na jaren weer eens met pa en ma op stap , is. Vijftien jaar terug was ze in België als voetbalster. Lovely country. Ze hebben al wat rondgetrokken hier, komen nu van Krabi,wat ze beschrijft als met stip te doen. Dat en mijn ontgoocheling van mijn stadsbezoekjes vandaag moedigen me weer aan om toch verder te trekken. 'S avonds in de stad ga ik op zoek naar het Grote Busstation, dat niet meer ligt waar het van trotter zou moeten maar wel een eind uit de stad. Vervolg morgen. Groene Currie at ik tot nu nog niet. Pittig, lekker ,best dat ik een grote Chang binnen handbereik heb om te blussen In de drukte op terugweg door de nachtmarkt hoor ik onvervalst westvlaams, een jong koppel (veertigers) hier net gearriveerd, ik heb zin in een praatje maar zij niet. Blij dat ik weer op mijn kamer ben. Tien uur, het is nog dertig graden.Morgen kan ik intern verkassen naar een kamer met dubbel bed.
Mijn simpele kamer slaapt heel goed. Het harde bed is comfortabel, en de airco kan ik heel zacht zetten. Ik stel hem in op 24 graden, hij blijft toch doorzoemen. In mijn nachtelijke break ga ik naar het onthaal. De nachtwaakster ligt te ronken op een matje voor de balie, we hebben geen last van mekaar. Het ontbijt is zijn naam niet waardig, twee sneetjes toast met een lik boter en een lepeltje confituur. Je kan wel alle soorten ontbijt bijbestellen maar dat vertik ik, ga wat wandelen en neem een Thais ontbijt,simpelweg lekker. Bij de bike-rent haper ik,maar hak de knoop door,huur een soort vespatje, en weg zijn wij. Het links rijden heb ik al wat onder de knie,en in het drukke verkeer moet je wel volgen.dat loopt lekker,maar de stad groeit bijna zo vlug als ik kan rijden, echt op de buiten geraak ik niet, het blijft een aaneenschakeling van bouwwerven. Ik doe ook de super-Tesco aan, de geheugenkaart van mijn fototoestel is vol, en in de stad vind ik geen. Supergrote winkel met opvallend veel westerlingen. Hier en daar,tussen de werven zie ik toch restanten van wat de landbouw hier was. Op de nog niet bebouwde percelen grazen links en rechts watkoeien. De laatste koe die ik wil trekken, een kolos-papastier ,krijg ik niet op beeld: mijn toestel is geblokkeerd. Nu dat nog! Ik moet dringend terug naar het hotel, afgesproken te verkassen op het middaguur,op het zesde heb ik mooi uitzicht over de strandwijk,van op een terrasje,dat na de middag lekker koel in de schaduw ligt. Na wat wroeten aan al de knopjes en met een dosis geluk krijg ik mijn fototoestel toch weer aan de praat,oef! Een wandeling in de aanpalende straten verhelpt mijn honger en dorst. Na een dutje tijdens de ergste warmte ga ik weer brommeren, meer naar het zuiden, en kom toch op iets,na ettelijke nieuwbouw en verkaveling,wat niet stedelijk is. Idyllisch bijna: een herder waakt over een troep koeien,een 25-tal. Zij. Vrouw komt ook op haar brommer aangesjeesd en verstaat wonderwel een paar woorden Engels. Mijn benzine raakt stilaan op,ik stop om te tanken maar het is zo druk aan de brommerpomp dat ik het maar riskeer. Ik raak thuis, niet vooraleer aan de kant gezet te zijn door de politie: niemand draagt hier een helm,maar de westerlingen op een brommer worden er uit gepikt, en moeten betalen. Ik riskeer het om een bod te doen, en geraak weg met 300 in plaats van 500 baht, zonder kwijting natuurlijk.. De avond valt over de zee,lucht en water vervloeien tot één, de stad krijgt nog heel even respijt. Ik heb zin in lobster of dergelijks, dus trek ik weer naar de nachtmarkt. Zeven uur, het komt stilletjes op gang, ik laat me lang en breed voorlichten door de verkoper,krijg zo een idee van de prijs. Goedkoop is het niet, een kreeft van een kilo kost 1300 baht. Maar eerst ga ik aperitieven,met die brommer durfde ik niet aan de drank. Als ik na een uurtje terug kom is mijn kans verkeken,alles zit afgeladen vol, op mijn eentje zien ze me gewoon niet staan. Dan maar in een gewone zaak wat scampi's gaan eten, daar kan ik het ook wel even mee doen. Te vroeg om te slapen, ik ga nog een salon binnen voor een pedicure, maar ze doen alleen mijn tenen, ik voel me bij de neus gegrepen. Een beetje teleurgesteld druip ik naar mijn bed.
Drie tarieven zijn er om naar Hua Hin te sporen,van 180 tot 44 baht. De trein van 09.20 is goedkoopst maar komt me best uit. Veel volk, ik haast me bij het instappen, heb gisteren mijn lesje geleerd. Mijn coupe deel ik met twee militairen, ik zie op hun ticket dat ze gratis reizen. Tot communicatie komt het niet,mijn Thais, je weet wel.. Op de trein komen om de haverklap venters met drank en allerlei eten,met succes. Thais eten de hele rit door, eerst hun meegebrachte proviand, dan alles wat wordt aangeboden,meest rijstgerechtjes, koude kleefrijst die je in een reep kunt veranderen,met lapjes vlees,of anders gebakjes en natuurlijk allerlei flesjes en blikjes drank, ook bier, al mag je hier geen bier drinken in de trein. Naarmate we vorderen stappen meer mensen uit dan in, gelukkig. Het landschap langs de zuiderlijn is heel anders dan langs de noorderlijn.,veel meer afwisseling. Hier en daar exotische bomen zo maar in het landschap, af en toe nog wat rijstveldjes maar veel minder uitgesproken. Af en toe lopen er koeien, in redelijk grote troepen. Grote varkensstallen ook, je riekt ze van ver,de zijkanten helemaal open . Tegen tweeEn arriveren we,Hua Hin is eindstation voor deze trein. Ik haast me naar een door trotter aanbevolen guesthouse, ze hebben nog een kamer, veel duurder dan geannonceerd in de reisgids maar vooral vier hoog gelegen, per trap! Naar mijn gevoel hebben ze een beetje cultstatus, en ze weten het, vandaar. Ik weiger resoluut ,meer nog vanwege de trappen dan om de prijs en wandel wat rond,vind gauw iets wat me beter past en veel rustiger gelegen is. Enig nadeel: geen wifi op mijn kamer,vind ik toch een handicap,ik heb 's nachts altijd een dip in mijn slaap en internet is dan een leuk tijdverdrijf,ook om te skypen gezien het tijdsverschil. Op de beroemde steigers ga ik een vissoep eten,lekker maar zoooo pikant, gelukkig heb ik ook een biertje besteld,vis de vis uit de royale soepkom en laat de rest voor wat het is. Hua Hin doet me erg aan Blankenberge denken, erg veel volk,opvallend veel Scandinaven,al hoor ik ook wel wat Nederlands. Gemiddelde leeftijd :pensioengerechtigd. Ik vermoed dat dit zo in benidorm was, vijftig jaar geleden. Na een dutje ga ik de avondmarkt zoeken. Heel erg druk, met vele eettentjes die mikken op het Europees publiek met gigantische kreeften, grote entrecotes,t-bones en andere lappen vlees, alleen frieten ontbreken nog. Ik moet zeggen, de kreeften doen me watertanden,maar ik bedwing me en stel dat uit voor een andere keer,kies tenslotte voor een Thais visgerechtje,dat verbrod wordt door het ei dat mee geroerbakken -overal gooien ze hier ei tussen- is, te zoet. Ook is het zoeken naar de beloofde mossels.
Naast mijn hotel staan mountainbikes te huur, echte Treks,maar ze vragen evenveel als voor een motorfiets. Ga ik morgen toch eens proberen, want mezelf kennende zal dat drukke toeristisch stadsgedoe me gauw vervelen, en met een brommer geraak ik zeker op de buiten. Bijna 21.00 hr. Het is al lang donker maar het blijft zomers, zeker 25°, en de gezellige drukte vraagt om nog wat te blijven hangen. Een knappe Duitse dame zit daar ook alleen ,we raken in gesprek. Ze is met een Thai hertrouwd,niet naar de zin van een van haar twee dochters, maar is gelukkig hier. Niet ieder jaar gaat ze terug naar de heimat,de mensen zijn daar zo unheimlich.
Ik hoop nog een apotheker te vinden,want iedere avond heb ik last van muggen, eigenaardig genoeg enkel op mijn onderbenen en voeten.
Een kleermaker waar ik langskom trekt me binnen in zijn winkel, hij presenteert me een op maat gesneden kostuum voor 5000 baht, verleidelijk! Ik bijt op mijn tanden en vraag bedenktijd. Wat zou ik daar mee aanvangen, eigenlijk? Als het nu een lijkwade was.. Natuurlijk weer vergeten mijn pillen te pakken, ik moet dus wel nog een halte aandoen om ze te kunnen doorspoelen. En nu, ineens naar bed!
Ik ben een beetje op vertrouwd terrein,ga eten in een klein straatje waar ik al was. Een Amerikaan die hier dertig jaar woont helpt me met kiezen, de keuken hier stamt uit het noorden. Als groenten krijg je alleen rauwkost, een soort venkel en iets groen wat ik niet kan thuiswijzen, maar wel pittig smaakt. Daarbij een rol kleefrijst en gegrild varken. Prima voer! Het is pas acht uur,dus loop ik nog even in het massagesalon binnen, waag me aan een full bodymassage. Ik krijg een soort wijde pyama om aan te trekken,de masseuse kruipt onder en over mij, ze werkt hoofdzakelijk met drukken van haar armen en schenen. Alleen mijn gezicht mijn tenen en vingers is vingerwerk. Een vol uur heeft dat geduurd! Ik betaal een luttele 200 baht, als ik dat thuis gedaan kreeg ging ik 2 keer per week.. Nog een biertje in het hotel, Kees is klaar en gaat slapen.
Eerst niet, maar als ik aanstalten maak om te pakken blijkt toch een andere kamer vrij: omgebouwd tuinhuis achter in het tuintje, kleiner,knusser dus als je wil,maar met badkamer en rustig, van de straat weg. Alea iacta est,ik blijf nog een dag Treintje morgen omstreeks(!) 18.00 hr, dus heb ik een zee van tijd om hier te verdoen, vanmiddag en morgen de hele dag. Ik begin met luieren,want voor meer is het te heet overdag. Een eerste kolonie apen-want ze zitten echt niet overal, hier in de buurt zie ik geen een- kom ik tegen in de winkelstraat waar de markt begint. Eerlijk gezegd doen ze me aan ratten denken, even stoutmoedig. Ook dezelfde kleur, op hun gat na dan. Ze lopen over de electriciteitsdraden,komen af en toe langs de palen op de grond maar voelen zich hogerop beter in hun sas, agressief lijken ze niet te zijn. Voeding op de overdekte maar open markt,zonder koeling lijkt me ineens minder aantrekkelijk als ik in de airconditioned Tesco loop, met koelrekken voor vis en vlees,tegen prijzen a la Donald Muyle ook nog. Zelfs inktvis ligt er, het doet me watertanden. Ik koop alleen een trosje minibananen,die vind ik niet in zo'n kleine hoeveelheid op de markt en ik heb er al dagen zin in. Een paar keer al liep ik langs een kapperszaak,een van de kappers die net een rookpauze had vraagt me binnen en ik ga mee voor een knip- en scheerbeurt. Hij werkt heel vakkundig. Vooral het scheren is genieten. Wat haar en 100 baht lichter verlaat ik na drie kwartier fluitend de zaak. Het terras van de Noom hangt al gezellig vol met gelijkgestemden. Toch meer sfeer dan een hotellobby.. Straks nog een wandelingske om wat eten te scoren,,dan even platte rust in mijn nieuwe hok -gelukkig met airco-. Een nieuwe gaste komt binnen in de tuin maar de kamer is nog niet vrij. Marie is ongeveer mijn leeftijd en fervente reizigster, ze komt nu van de Filipijnen en komt hier nu een maand duiken,vorig jaar verbleef ze hier lange tijd om haar brevet te halen. Ze reist alleen, haar man heeft er geen zin meer in en blijft in Frankrijk. Ze is verwonderd dat ik Frans wil spreken, vorig jaar zat ze met Belgen op een boot en die vertikten het. Nu trekt ze kris kras door Thailand,en gaat dan weer naar de kust om te duiken,raadt me Phuket ten zeerste aan als verblijf.
Net wakker krijg ik Skype van Marieke en Pauline, Griets dochters. Ze weten niet goed wat ze er aan hebben, maar het doet deugd hen even te zien. Na vieren huur ik een fiets,soort citybike in goeie staat. De jonge baas bezweert me hem niet achter te laten bij de monkeys, hij stelt me verantwoordelijk voor schade aan het zadel waar ze graag aan krabben of bijten,weet hij blijkbaar uit ervaring.
Puur voor het plezier van het fietsen laat nik de stad achter me en rij goed-komt-het-uit langs Thaise wegen,goeie wegen trouwens. Weinig (vracht)verkeer, het is tenslotte zaterdagmiddag. Op de terugweg -tegen half zeven wordt het donker- raak ik even de richting kwijt maar alles komt goed met wat gebarentaal en wat geluk zeker? In mijn/ons tuintje maak ik kennis met mijn buren, ook Fransen uit Tours,hij is van Marokkaanse origine. De eerste vraag: hoe is het met de Belgische burgeroorlog? Het is niet de eerste keer dat zoiets me overkomt, in Frankrijk vooral moeten vreselijke dingen over les Belges worden verteld. Mijn kost zoek ik niet ver, strijk neer op het terras aan de straatkant en eet shrimps, vanmorgen zag ik ze zwemmen op de markt, ze zijn lekker klaargemaakt. De patron maaktme attent op het alcoholverbod, en vraagt me de fles discreet op de grond te zetten,voor als de politie langs zou rijden.. Ik trek gauw naar mijn tuinresidentie die 's nachts meer gelijkenis heeft met een tent, ik hoor alle dieren van de schepping passeren: katten, vogels, ratten en ander trippelend gedierte,gelukkig niet binnen.
Mijn nacht in het guesthouse is in schril contrast met het hotel. Wel goedkoop,maar erg elementair. Geen ontbijt, geen flesje drinkwater,lawaaierig... Prijs- kwaliteit verdient het hotel(wezen) de eerste prijs. Maar: hier hebben ze wel huurfietsen, dus ik kom verder. Op de middag wordt het veel te warm, ik ga wat in de schaduw rusten. Mijn ticket voor de expres spreekt op 15.14,de paar uur die me resten lijken verloren. De trein heeft een half uur vertraging. Hoe hard hij ook gaat,hij haalt het niet in. Plus voor de spoorwegen: gratis koffie en gebak gebracht op mijn gereserveerde zit met airco.
Lopburi staat op mijn lijst omdat het,net als phitsanulok, een haalbare etappe lijkt,niet te ver ineens. Bij naslag blijkt het ook de stad van de apen te zijn,wat me zowel begeestert als afschrikt. Ik zie beelden voor me van apen die proberen mijn bagage te ontfutselen of mee aan tafel aanzitten. Maar geen aap te zien bij her verlaten van het station. De nacht valt al,ik heb niks gereserveerd en kom zo in een guesthouse door trotter aangeprezen. De sfeer is leuk, het comfort minder. Ik loop nog een blokje om op zoek naar eten en ga vroeg naar bed.
Bij een sanitaire stop midden in mijn nacht krijg ik-eindelijk!- Griet aan de Skype.
De morgenstond heeft koelte in de mond, ik ga wandelen in een ontluikende stad, lopburi s'eveille,waar eerder dan op de plaatselijke markt? Veel vis en vlees in het aanbod. Heerlijk slenteren. Op de terugweg gaan de ontbijtkraampjes open,ik eet soep met onbestemd vlees (organen?) met een porie rijst,net als de schoolmeisjes rondom mij. Zelfs de Noom ofte het guesthouse is al open. Misschien blijf ik nog een nacht, maar zeker niet in die kamer.
Het resort ligt zo afgelegen en afgesloten dat het zalig stil is. Het opendraaiende venster is niet voorzien van een hor,blijft dus dicht voor de muggen. Het enkel bed is niet mijn ding,maar alla. Meest storend is dat ik naar de lobby moet om mijn nachtelijke break te kunnen opvullen met ipadwerk als gewoonlijk, ik ga in pyjama, niemand merkt iets of valt er over. In de morgen wil ik naar den buiten, zo binnen handbereik heb ik het nog niet gehad. Maar eerst ontbijten,ik moet toegeven,het meest uitgebreide wat ik al heb gehad. Dan gauw op stap voor het warm wordt. Ik zoek een achterpoortje maar het resort is hermetisch afgegrendeld, de enige uitweg is de hoofdingang. Zo loop ik kilometers om naar de achterkant, de rijstvelden. Het valt wat tegen om er te komen,want ik moet hele nieuwe verkavelingen doorkruisen. De resterende rijstvelden zijn wellicht verpatst aan speculanten, die verkavelen fure à mesure blijkbaar, of de velden zijn al eigendom van het hotel, die ze houdt als uitbreidingsgrond. Het lijkt me zeker dat hier binnen zeg maar tien jaar geen korrel rijst meer zal geoogst worden. Beschaving .. Terwijl ik over de dijkjes loop hoor ik artillerie: ginder verder vermoed ik een schietstand van het leger of zo. Maar: vergissing, want om de haverklap komt het lawaai van een andere hoek. Het blijkt een soort vuurwerk te zijn voor het Chinese nieuwjaar, dat overal wordt afgeschoten. Op de terugweg kom ik langs veel restanten ervan,velen doen er aan mee Ook de huisgoden worden vandaag extra vertroeteld, aan ieder huiskapelletje staat minstens een kip of gebraden eend,met hele korven fruit en bosjes wierookstokjes. Na twee uur ben ik terug op mijn basis, ik bedien me nog eens van het heerlijk fruit uit het ontbijtbiffet: ananas,watermeloen,mango. Tegen tweeën pas moet mijn kamer ontruimd,maar ik vertrek vroeger met de hotelshuttle, boek ineens in bij bonbon guesthouse, en ga naar het station, ik wil naar phitchit, kleine gemeente een eindje verder volgens Wikipedia 15.000 inwoners. Zo klein dan ook weer niet. Eerst kom ik in een bouwvallige bijna huttenwijk die zich tegen het station schurkt,maar verder,via een tuibrug (Ping river?) is een kleine stad met alles op en aan, geen hotel zo ver ik zag- reden waarom ik vanuit phitsanulok opereer- maar wel een mooie patisserie waar ik me laat verleiden door koffie met gebak.
Een paar uur rondkuieren volstaat, ik zoek het station weer op, vertraging heeft geen betekenis hier. Op de trein drie Mechelse dames die hier ook de toeriste uithangen. Ik speel gids tot aan mijn thuis, we reizen met dezelfde trotter onder het hoofdkussen. Voor de rest zijn ze een gesloten trio. Tijd genoeg om nog even in de binnenstad te wandelen. Wat verder in de straat speelt een video wall met de plaatselijke bart de wever aan het woord, het lijkt me een uitgekiende campagnevoerder die werkt met nieuwe media. Van de andere zijde zie ik alleen microwagens rondtoeren,geen kat die er naar omkijkt. Na het eten blijf ik even buiten op het terras maar ik moet binnen vluchten door de muggen(beten). Even dit verslag bijwerken , dan naar bed. Morgen trek ik naar het apenland.
Tot nog toe mag ik niet klagen van de reisbussen. Nu weer een dubbeldeks Mercedes. Op de bussen na zijn alle voertuigen hier exclusief Japans. Alleen, de airco krijg ik niet afgezet,niet goed voor mijn systeem. Voor een keertje vertrekken we twintig minuten voor het schema. Vlotte rit langs expressweg. Het busstation in pithamnulok ligt een eind buiten de stad, een taxi brengt me voor 80baht naar mijn hotel dat een groot resort blijkt te zijn,ook nog net buiten de stad gelegen. Geen buitenlanders, geen hoge bezetting ook zie ik als ik naar het zwembad wandel op verkenning, bijna alle kamers staan open en zijn niet bewoond. Of er komt een horde aan,verschillende bedrijven worden welkom geheten op het bord buiten voor hun seminaries. Mijn kamer is erg ruim maar tot mijn spijt geen dubbel bed beschikbaar. Ik kijk uit over rijstvelden, zo dicht ben ik er nog niet bij geweest. Geen wifi op de kamer, een mens wil wat vandaag de dag. Ik heb met dochter Griet afgesproken om te Skypen maar ze raakt niet online.. Vanavond nog een poging! Het hotel ligt buiten de stad, geen antwoord aan de balie hoe of ik in het centrum geraak, het wordt tijd dat ik wat Thais leer. Straks na de felste zon neem ik mijn benenwagen , nu is het hier 35°,geen wandelweer. Na een half uur geef ik het op, slapen lukt niet. De kaart op mijn iPad geeft een dikke 4 km tot in het centrum, ik vertrek vol goede moed maar als halfweg een jongen op een brommer stopt met de vraag waar ik naar toe wil,en me daar wil brengen hap ik met graagte toe . voetgangers zijn hier een rariteit, zelfs de voddenraper rijdt minstens per fiets. Ik bezoek een guesthouse door trotter aangeraden,wellicht verkas ik morgen daar naartoe, het is netjes en zonder poeha,met wifi overal en een Engelssprekende uitbaatster. De terugweg doe ik helemaal te voet, ik wandel een uur. Griet geraakt maar niet op Skype,spijtig. Het restaurant in het hotel is mij te chique en te duur, ik ga buiten eten. Trouwens, het hele hotel voelt als een ijskelder, de zwoele avondwarmte buiten is mij liever. In het hotel speelt een band,noblesse oblige,maar de Europese en Amerikaanse evergreens trekken nergens op. Morgen ga ik wandelen op den buiten hierachter, dan laat ik dit luxe resort achter mij.
Het bed hier in mijn kamer is reuze van afmeting maar ook van confort. Op de taal na heb ik hier niet te klagen, ze kunnen het ook niet helpen dat ik hun taal niet spreek. Verzorgd en rijk ontbijtbuffet, morgen probeer ik het Thais ontbijt. Bij gebrek aan fiets ga ik stappen,eerst naar het treinstation,een te groot en lelijk gebouw. Alle wissels worden met handkracht vanuit het seinhuis bediend,een archaIsche bedoening. Aan de overwegen woont nog een wachter. Nostalgie van mijn kindertijd. Mijn info aan het loket krijg ik toch in een soort Engels,maar zonder uitgesproken rrr,waardoor het soms Chinees wordt. Aan het station staan taxibrommers,maar het woord of de klanken van busstation kennen ze niet, dus ga ik maar te voet, een uurtje stappen -als ik niet verkeerd loop- maar zo zie ik nog wat. Ik heb een summier stadsplan bij,maar de meeste straten staan alleen in Thais aangegeven,alfabet van mooie tekens maar ik kan er vooreerst niets van maken. Toch kom ik waar ik zijn wil. Weinig tempels hier. Eén heb ik gezien, ik denk een hindoetempel,in tegenstelling tot boeddhistische niet open voor bezoekers. Op het plein ernaast een bescheiden Boeddha. Erg godvrezend lijken ze hier niet te zijn . Het busaanbod is groter, om het uur vertrekt er minstens éen. Maar dat is voor morgen. Stilaan etenstijd. Ik versier een blik bier en ga rondkijken in verschillende eettentjes,maak met gebarentaal duidelijk wat ik ook wel wil, dat lukt aardig. Moeheid zit nog niet in mijn lijf, ik sjok kris kras verder,maar trek me tegen een uur of drie terug op mijn kamer wegens te warm, hier winterse temperatuur van 35°. Eigenlijk wil ik een klein stadje,eerder een dorp als volgende stop maar ik krijg geen duidelijkheid omtrent overnachting, niet doen dus. Tegen zessen valt de avond,het blijft warm maar het brandende van de zon is gedoofd. Nog wat kuieren,,iets meer in een buitenwijk. Voor het eerst zie ik vechthanen, mooie beesten. Bij een drankenhandel koop ik me een lokale pils, 64 cl is me toch een slok te veel. De winkel is slordig maar heeft alles in huis,als chivas regal, een assortiment wodka's, een hele wand Franse en Australische wijn, lokale sterke drank.. Toch komt er weinig volk op af,ik snap niet hoe ze met die handel overleven. Veel kleerwinkels hangen gewaagde kleedjes uit, die ik niet in het straatbeeld zie, wellicht voor de feestdagen? Het Chinese nieuwjaar komt er aan, de stad is er voor uitgedost. Stilaan weer eten scoren, op dezelfde manier, maar het is zo druk dat ik bijna opstap wegens het lange wachten,maar alles komt en smaakt goed. Eindelijk kom ik een soort café tegen, ik raak aan de babbel met Engelse Tony, die hier al negen jaar woont, sinds 2 jaar getrouwd met een Thaise die op cruiseboten heeft gewerkt, hij is hier leraar en laat liever zijn familie overkomen dan dat hij zelf terug gaat. Iets over negen, ik vertrek weer naar mijn honk. miel cocquyt
Phitsanulok, eerder verkozen als volgende verblijfplaats,ligt me te ver, ik opteer voor een andere bestemming,dichterbij en kleiner van omvang, de grootstad heb ik nu wel wat gehad. Zonder probleem tenzij gebrek aan prijsafspraken brengt een dame me naar het busstation. Al kon je bij ons voor 100b.fr./baht nog niet in een taxi stappen. De bus, een mooie dubbeldeks Scania,vertrekt bijna op tijd. We reizen per snelweg, ik kan me voorstellen dat andere bussen een traject volgen met meer stops op secundaire wegen. Op de 4,5 uur rijtijd zijn stoppen we maar een 5-tal keer, dus het gaat vlot. Na een uur komen we in een Ardeens landschap,alleen is de begroeiing anders. Uttaridit lijkt op het eerste zicht wat ik had verwacht: niet te groot, een 50000 inwoners,slechts 2 grote hotels. Mijn reservering spreekt op seeharaj hotel, het oudste van de twee,maar het oogt absoluut niet onderkomen. Ik krijg waar voor mijn geld: een reuzengrote kamer met een kingsizebed op de zesde verdieping,alles kraaknet en bediening zoals in de boekjes. Op weg van het busstation naar hier vroeg ik de weg aan een dametje op een brommer. Omdat ze het niet kon uitleggen nodigde ze me uit achterop te springen, ze zou me brengen. Ik wou dat ik het gefilmd kreeg: zij tenger ding aan het stuur, ik achterop met mijn valies in mijn hand,erg zeker voelde ik me niet maar we zijn toch goed geland! Een baliejuffrouw spreekt moeizaam Engels, de rest niks. Alles is alleen in Thais geschreven. Ik krijg maar niet uitgelegd dat ik een fiets wil huren. Dan maar lopen,de centrale winkelstraat is niet ver. De batterij van mijn polshorloge dient vervangen, drie electrowinkels verder -geen jota Engels heb ik nog niks,maar de laatste wijst me naar de overkant, daar zit inderdaad een knutsel-elektricien die me na veel zoeken achter een passend schroevendraaiertje depanneert, ik betaal 20 baht, voor hetzelfde in Brugge minimaal ⬠5! Ook de food en het bier kosten veel minder dan in chiang mai. In een paar fietsenzaken krijg ik maar met moeite uitgelegd dat ik een fiets wil huren. Hier is dat onbekend. Trouwens,het lijkt alsof toeristen sowieso hier onbekend zijn. In een laatste poging loop ik bij de concurrentie binnen, het andere groot hotel,maar ook daar zijn ze de Engelse taal onmachtig. Voorlopig geen fiets dus, maar ook geen honger of dorst meer Het weer voelt warmer aan dan in chiang mai. Het hotel beschikt over een mooi buitenzwembad,waar geen kat ,tenzij een kat ,te zien is,moet ik toch eens testen.