Vrijdag is niet echt vrijdag, ik tik dees opzaterdagmorgen. Verslag volgt op de dag als berouw na de zonde . Intrigerend straatbeeld 'morgens vroeg: bedelende monniken. Dat gaat zo : een monnik staat op een hoek van de straat of bij een eetstalletje. Mensen kopen eten, sommige straatventers hebben zich gespecialiseerd en bieden kant en klare pakketjes aan. De monnik staat quasi onbewogen, een grote eettrommel in de aanslag, laat zich de giften welgevallen en prevelt een gebedje voor de knielende klant. Als er ook een fooi bij zit kan dat een kleine preek worden. Op dit ochtenduur is het aanschuiven om je gift kwijt te kunnen. De eettrommel lijkt wel magisch, zonder bodem,al heb ik al een monnik gezien die zich discreet laat bijstaan door een helper met een profane winkelzak. Het zou me niet verwonderen dat die dan weer bij de straatventer terecht komt.
Omdat de ontbijttent die ik wou bezoeken pas om acht uur opengaat ben ik nog maar eens op verkenning getrokken. De Hilton beheerst met zijn toren zowat de stad,dus even daarheen,en zo kom ik in een stadsgedeelte dat totaal verschilt van de andere wijken waar ik me al een beetje thuis voel. Chique natuurlijk, een paar golfspelers staan gepakt en gezakt te wachten op hun tuktuk , de terrasmeubels die buiten staan komen uit boetiekwinkels, en nog wat van die verschillen. Geen straatresraurantjes ,orde en netheid eerst. Hier in de buurt ligt ook een grote tempel. De winkel wordt net door een monnik geopend,met een sigaret bungelend in een mondhoeken, geen gezicht. Een van de hits in zo'n tempelwinkel is de verkoop van dakpannen voor een altijd voortdurende nieuwbouw of verbouwing waar de gelovige dan zijn persoonlijke boodschap kan op schrijven. Op dit vroege uur zit een dame al de pannetjes van daags ervoor af te wassen, recyclage is hier echt een begrip. Zo ook in de zijstraten van de grote hotels: een ploeg, twee mannen, een vrouwelijke chef, een pick up,wegen het gesorteerde vuil- glas,papier,pet- en laden het op, de vrouw noteert minutieus. Een eind verder, een grote lagere school.veel kinderen,allen in net uniform,eten nog wat aan de poort bij de vele stalletjes. Op de koer is het verzamelen geblazen,in rijen,tenslotte zittend in rijen op de grond. Een juf probeert Engels te praten en uitleg te geven maar ik kan er niet veel uit opmaken. De directeur houdt een lange toespraak, dat zijn ze hier blijkbaar gewoon. Achteraf, als ik in de namiddag mijn was ga ophalen merk ik dat het toch iets speciaals moet geweest zijn, de wasvrouw is het rapport van haar kleinkind aan het bestuderen. Mijn zoektocht naar een bus voor Suan Son loopt verkeerd. Een pickupdriver neemt me mee, maar aan zijn eindhalte eist hij 100 baht extra om me ter plekke te brengen. Ik had al de indruk dat het linke boel was, hij reed de grote weg op die van de zee wegdraaide. Ook omdat ik al had gemerkt dat ik mijn Kodak, beter gezegd mijn Fuji,vergeten was heb ik de eerstvolgende bus terug genomen. Dan maar met een taxibrommer,die me wel nabij een Son-strand afzet,maar niet waar ik wou, dat ligt eigenlijk een eind verder. Het strand is prachtig, ik loop een uur langs de waterlijn. De meeste bezoekers zijn wandelaars , weinig zwemmers. De zon wordt me te veel, ik vind een pick-uphalte en toer terug naar de stad. Vooral mijn voeten zijn wat verbrand, dus eerst de apotheek in om een verzachtende after sun. Tegen de avond wandel ik terug naar de hiltonwijk. In de zijstraten is het een helse drukte van restaurants en bars, soms ook nog een massagesalon. Dit is de wijk van de stoutere meisjes die je proberen binnen te halen in hun bar. Ik weersta. In een gewone bar word ik bediend door een knappe dame, Pat. Ze werkt hier tidelijk,anders in Bangkok, maar door de shutdown is haar werk daar onmogelijk. Toch staat ze achter de oppositie maak ik op uit haar behoorlijk Engels. Ik eet wat in een stalletje voor een fractie van de prijs die in de restaurantjes wordt geafficheerd, trek dan, macht der gewoonte , voor mijn afsluiter naar mijn stek op de nachtmarkt. Op de weg terug loop ik nog een grote schoenenzaak binnen maar vind niet echt mijn ding. Nog een slaapmutsje op mijn terras, het is tegen elven,zalige 27°,maar ik moet het afleggen tegen de muggen.