Onderwerp: Phitsanulok
Het resort ligt zo afgelegen en afgesloten dat het zalig stil is. Het opendraaiende venster is niet voorzien van een hor,blijft dus dicht voor de muggen. Het enkel bed is niet mijn ding,maar alla. Meest storend is dat ik naar de lobby moet om mijn nachtelijke break te kunnen opvullen met ipadwerk als gewoonlijk, ik ga in pyjama, niemand merkt iets of valt er over. In de morgen wil ik naar den buiten, zo binnen handbereik heb ik het nog niet gehad. Maar eerst ontbijten,ik moet toegeven,het meest uitgebreide wat ik al heb gehad. Dan gauw op stap voor het warm wordt. Ik zoek een achterpoortje maar het resort is hermetisch afgegrendeld, de enige uitweg is de hoofdingang. Zo loop ik kilometers om naar de achterkant, de rijstvelden. Het valt wat tegen om er te komen,want ik moet hele nieuwe verkavelingen doorkruisen. De resterende rijstvelden zijn wellicht verpatst aan speculanten, die verkavelen fure à mesure blijkbaar, of de velden zijn al eigendom van het hotel, die ze houdt als uitbreidingsgrond. Het lijkt me zeker dat hier binnen zeg maar tien jaar geen korrel rijst meer zal geoogst worden. Beschaving .. Terwijl ik over de dijkjes loop hoor ik artillerie: ginder verder vermoed ik een schietstand van het leger of zo. Maar: vergissing, want om de haverklap komt het lawaai van een andere hoek. Het blijkt een soort vuurwerk te zijn voor het Chinese nieuwjaar, dat overal wordt afgeschoten. Op de terugweg kom ik langs veel restanten ervan,velen doen er aan mee Ook de huisgoden worden vandaag extra vertroeteld, aan ieder huiskapelletje staat minstens een kip of gebraden eend,met hele korven fruit en bosjes wierookstokjes. Na twee uur ben ik terug op mijn basis, ik bedien me nog eens van het heerlijk fruit uit het ontbijtbiffet: ananas,watermeloen,mango. Tegen tweeën pas moet mijn kamer ontruimd,maar ik vertrek vroeger met de hotelshuttle, boek ineens in bij bonbon guesthouse, en ga naar het station, ik wil naar phitchit, kleine gemeente een eindje verder volgens Wikipedia 15.000 inwoners. Zo klein dan ook weer niet. Eerst kom ik in een bouwvallige bijna huttenwijk die zich tegen het station schurkt,maar verder,via een tuibrug (Ping river?) is een kleine stad met alles op en aan, geen hotel zo ver ik zag- reden waarom ik vanuit phitsanulok opereer- maar wel een mooie patisserie waar ik me laat verleiden door koffie met gebak. Een paar uur rondkuieren volstaat, ik zoek het station weer op, vertraging heeft geen betekenis hier. Op de trein drie Mechelse dames die hier ook de toeriste uithangen. Ik speel gids tot aan mijn thuis, we reizen met dezelfde trotter onder het hoofdkussen. Voor de rest zijn ze een gesloten trio. Tijd genoeg om nog even in de binnenstad te wandelen. Wat verder in de straat speelt een video wall met de plaatselijke bart de wever aan het woord, het lijkt me een uitgekiende campagnevoerder die werkt met nieuwe media. Van de andere zijde zie ik alleen microwagens rondtoeren,geen kat die er naar omkijkt. Na het eten blijf ik even buiten op het terras maar ik moet binnen vluchten door de muggen(beten). Even dit verslag bijwerken , dan naar bed. Morgen trek ik naar het apenland.
miel cocquyt
|