Als je geen voorstander was van wandelen
in groep aan een bepaald tempo maar toch wilde gaan wandelen in West-Vlaanderen
moest je de verplaatsing maken naar Marke daar het de enige wandeling is
vandaag in deze provincie. Opgehaald door één van de medewerkers aan het
station naar de startzaal opgemerkt dat er toch nieuwe wandelaars willen
proeven van het Euraudax concept. Op het menu vandaag: 2 lussen van 25km(of
afzonderlijk mee te doen), wandeltempo van 6km/u, toffe sfeer & zonnig
wandelweer in de loop van de dag. Totaliteit zullen we met 67 zijn als we
gestart zijn tussen de voortrekkers Monique V. / Marc D. & laatste man
Didier D. hebben ze bij de verkenning een onverhard smal paadje gevonden pal
naast de drukke weg slingerend als een lintworm wachtend zodat we tegelijkertijd
de drukke baan kunnen oversteken. Wist je dat één van de baankapiteins lid is
van de plaatselijke wandelvereniging WSK Marke, dat in vroegere tijden nog een
100km ingericht hebben, maar dan spreken we al van bijna 20 jaar terug.
Ondertussen wandelen we door het stadsgroen De Marionetten uitkijkend op het
grote ziekenhuis naar het dorp Aalbeke met zijn Hoogmolen als zijn kasteel. Het
is tijd om te rusten / hydrateren in de kantine van voetbalclub K.F.C. Aalbeke
Sport alsook van de nodige kleren op te bergen want de zon doet volop zijn werk.
Na de rust flirtend we met de grens de bedevaartstraat in waar men niet in
Zeebrugge moet zijn om containertorens te zien. Zoekend naar de juiste ingang
van het onverharde paadje waar de medewerkers terug staan om ons te bevoorraden.
Het laatste stukje van de 1ste lus hadden we een passage door het
Preshoekbos waar we niet verwachtend zand onder onze voeten krijgen maar zand
is plezant. Ondertussen hadden we te maken gekregen met een opgever net we via
het gemeentepark met kasteel Blommegem terug in Marke belanden daar waar Josse
V. beloond wordt door het behalen van zijn 2de schelp.
Met een 20tal wandelaars minder starten
we om 14:20u voor de 2de lus terug wandelend naar het gehucht
Marionetten(stadsgroen) met zijn Libelle de overbrugging makend naar Bellegem.
De zon krijgt het alsmaar moeilijker om zijn werk te doen, begrijpend want de
avond komt dichter. In Rollegem maken we tegenover de kerk, in het plaatselijk
café , nog even tijd om te pauzeren vooraleer we gestalkt worden door ijskar
Snuffelijs waar zijn deuntje niet helpt want wij stoppen alleen maar een paar
kilometer verder terug aankomend in Marke.
"Je moet niet van de streek zijn
om de weg te weten!"
Zeldzaam & ongewoon zijn ze te
vinden onder de ultrawalkers als we het hebben over de afstand 125km. Dit kan
alleen maar van toepassing zijn als je komt meewandelen in groep bij één van de
Euraudax-organisaties, dus moeten we de verplaatsing maken via Sint-Niklaas
naar Hamme waar Frank Rottiers zijn thuisgrond Merksem dus heeft omgeruild. Als
125km te veel was voor u kon je ook kiezen voor de 25, 50, 75 of 100km. Daar
waar vorig jaar nog te maken kregen met vrieskou, zullen we vandaag eerst door
de wind moeten beuken. Met velen, 131 wandelaars in zijn totaliteit over deze
organisatie, zijn we gestart vanuit café Ricos zaterdagochtend 11u waar hier
dichtbij ook de Oude Durme loopt het onverharde op kronkelend voor een eindje.
Ons landje is dik bezaaid met kapelletjes waar wij dus ook zullen tegenkomen op
ons traject en de barokke Sint-Jozefkapel met houtsculpturen is er één van die
staat in het gehucht St-Anna. Via Zele maken we de verbinding naar Zogge voor
de 1ste caférust in het supporterslokaal van crosser Kevin Pauwels.
We wandelen recht naar de O.L.V. Hulp der Christenenkerk waar daarvoor er een
diertje staat met toepasselijke titel 'Zogge Ku(n)st' waar de plaatsnaam Zogge
wordt gelinkt aan de benaming zeug voor een vrouwelijk zwijn. Dit dier komt
trouwens ook voor op de Zogse feestvlag. Het varken heeft gouden lippen
in bladgoud op het varkenslijf. Op het plateau staat volgend geschrift:
"Om je gemoed te sussen, moet je mijn billen kussen. Want zonder zorgen of
schulden worden je lippen verguld". De felicitatie kussen zijn voor
morgenmiddag pas want we hebben nog een hele karwei te gaan. 1010 padden hebben
dankzij de nodige aanpassingen van de gemeente een veilige oversteek gekregen
beter dan vroeger toen hier nog de oude spoorwegbedding liep naar Hamme. 1/4de
van het traject hebben we achter de rug nadat we ons broodje hebben opgegeten
alsook de fluohesjes hebben aangetrokken al is het nog niet donker maar des
temeer we meer opvallen in het verkeer. Startend waar we geëindigd zijn, met de
oude spoorwegbedding dus wandelen we door het industriecomplex om even halt te
houden aan het blauwe kapelletje voor de WR te Moerzeke. Er bestaan in dit
landje waar tussen 2 gemeentenamen slechts één letter verschillend dat is ook
van toepassing voor Grembergen. Het is eindelijk donker geworden als we door de
Grembergse Broeken wandelen met een zeldzame witte reiger. 50km (op papier)
achter de rug dus tijd voor het avondmaal die bestaat uit een worst met groentenstoemp.
Het is nog altijd zaterdagavond om precies te zijn 21:30u als we vertrekken
voor de lus geheel in het donker waar de Schelde ons zal vergezellen. Eens de
eerste druppels neer dwarrelen komen we meerdere keren naambordjes van Hamme
tegen, wellicht hebben ze ere te veel aangekocht. Tijd om na het kommetje soep
om regenbescherming mee te nemen want tijdens deze lus is er volgens de meeste apps
kans op regen. Gelukkig bleek het niet erg te zijn naar en terugkerend van
Moerzeke. Ondertussen is het zondagmorgen geworden wanneer we het ontbijt
achter de rug hebben waar we dus de hesjes weer mogen opbergen in de valiezen.
We zijn al over de 100km maar toch wacht er nog een laatste lus waar de Durme een
grote rol zal zijn zowel in het begin als het einde. We wandelen de Durme over
via de Mirabrug die haar naam en bekendheid kreeg dankzij de speelfilm Mira, de
verfilming uit 1971 van het boek De teleurgang van de Waterhoek van Stijn
Streuvels. Doorheen de koolputten waar gewerkt wordt zien we eventjes verder
voor ons de Sint-Rochuskerk te Sombeke waar ook een beeld staat van
kunstschilder Edmond Verstraeten tegenover café Roxy die speciaal voor ons open
hebben gedaan. We wandelen nu langs de chickere villas van het dorpje
Waaswunster om met een passage door het Eekhoekbos eindelijk weer een stukje
onverhard tot aan de wagenrust. Naast ons rijden hier ook mountainbikers
vandaag een tochtje en word er veel vaak fietsers omgeroepen om iedereen te
verwittigen. Dit doen ze net als ons op de oude spoorwegbedding waar nu niets
meer van te herkennen is op het naambordje na. Stilletjes aan verlaten we
Waasmunster waar hier vandaag een andere Wandelsport Vlaanderen- wandeltocht
doorliep, te herkennen aan hun pijltjes, om de Durme weer op te zoeken die we
een tijdje zullen volgen met onderweg nog de laatste bevoorrading vooraleer de
Mirabrug weer te nemen richting de Kaaiplein om eventjes verder de startzaal te
bereiken.
Het museum werd in 1982 opgericht door de
leden van de Maatschappij voor intercommunaal vervoer van Brussel (MIVB)en
enkele liefhebbers die gepassioneerd bezig waren met het openbaar vervoer. Het
is gevestigd in de huidige stelplaats van de trams nog waar men de bezoeker
meeneemt naar het verleden toen ze nog reden met paarden, gevolgd door de Belle
Epoque tijd rond Expo 58 tot hoe de tram nu rondrijdt met zelf al een kijk op
de toekomstige Metro die hier ook al staat. De trams van vroeger met geen ramen
als beperkte zitplaatsen zijn erop veranderd maar ik denk dat ze vroeger wel op
tijd reden. Over tijd gesproken, is het nu verzamelen geblazen om op de juiste
bus te stappen (niet op deze van de wandelclub uit Mons) om terug te keren naar
de kust.
11 tochten van 100km of meer zal ik
gedaan hebben in 2018 afsluiten met die van vandaag te Fosses-la-Ville die voor
mij totaal nieuw is. Na 4uur verplaatsing haal ik mijn startdocumenten af om
ook op zoek te gaan aan de startlijn naar mijn vaste wandelbendje. We zijn
vertrokken waar het al warm was in de zaal direct bergopwaarts dus opgewarmd zijn
we dus ten volle 100%. Het dorpje Aisemont is het eerst dat we passeren niet
meer in grote groepen want ieder zoekt zijn eigen tempo op dit terrein. We
wandelen geruime tijd op de oude spoorweg richting Lesve waar de verzorgers
goede zelfgemaakte cake hebben gebakken want het blijft niet bij één stukje hoor.
Via de bossen van Besine alsook Neffe, waar we daarin rustig de afdaling nemen
komen langs de rustposten die we straks nog een keer aandoen. Lange
beklimmingen waar we achter ons rijtjes zaklampen ziet wat toch zijn charme
geeft wandelen we terug een oude spoorweg op waar men ook met een soort van go-cart
plezier mee kan hebben. De Côte de Maredsous moeten we doen vooraleer we aan
het uiterste punt komen van het traject met name de Abdij van Maredsous.
De Abdij van Maredsous werd in
1872 door benedictijnenmonniken gesticht in de vallei van de Molignée. Ze is
een typisch voorbeeld van de neogotiek en past harmonieus in de beboste en
glooiende omgeving van de streek.
De gebouwen van de abdij
van Maredsous ademen spiritualiteit, in een sfeer van rust en
toewijding die niemand onverschillig kan laten. De kerk die boven het klooster
uittorent, het klooster zelf en de bibliotheek, de bijgebouwen, waaronder de
oude kunstnijverheidsschool, het Onthaalcentrum
Saint-Joseph, vormen een harmonieus geheel dat de bezoeker uitnodigt
tot wandelingen en bezinning. Net als de Cisterciënzers of de
Trappisten leven ook de monniken van de Abdij van Maredsous de regel van de
heilige Benedictus na. Deze gedragslijn deelt het leven van de monnik op tussen
gebed, werk en gastvrijheid.
Tijd hebben we echter niet om deze te
bezoeken want we moeten nog een 30tal kilometer doen weliswaar nu in daglicht.
Na het plaatselijk lusje rondom hier gaan we voor het laatst echt bergop op
zoek naar het kasteel van Bossière waar tegenover het gratis plaatselijk
biertje kan genuttigd worden. Bij het water van de Grand Etang de Fosses zijn
ook de zaterdagstappers bij ons om de laatste meters van het traject te volgen
die grote onderscheiding krijgt van me.
De komende 2 weekends ruil ik het vol gebetonneerde
Vlaanderen voor de meer natuurlijke omgeving van Wallonië te beginnen met de 35e
Marche du Val de Verne ingericht door de gelijknamige wandelclub. Mensen die
houden van lange afstanden zijn hier welkom als ze 50km peanuts vinden, al zijn
de andere afstanden zeker de moeite waard om te doen vandaag, zal later
blijken. Vanuit de gemeenteschool zoeken we al snel het centrum op met zijn verouderde
huizen geafficheerd met de verkiezingskandidaten. De passage van de Forêt
Domaniale de Bon-Secours is onze 1ste natuurpareltje waar je gerust
kasteelpark mag zeggen die een stuk in beide landen ligt en waar men nog het
kasteel van de familie vindt van de familie Croÿ. We wandelen naar het centra
gedeelte van dit dorpje die gebouwd is rond de Basiliek van O-L-V van Goede
Bijstand die zeker een bezoekje waard is vandaag vooraleer de rustpost binnen
te treden. Direct duiken we Het Natuurpark van de Plaines de lEscaut waar men zeker
een dagje uit van kan maken voor zen vele kilometers bewegwijzerde paden. De
Grote afstanden wandelen naar het stadje Blaton waar we langs het water lopen
die verbinding maakt naar het Grande Bruyère de Blaton, de voormalige
zandgroeve. Als je sluiswachter bent op het kanaal Blaton-Ath te Grandglise
moet je goede conditie hebben want de vele sluizen moeten met de hand bediend
worden over enkele hectometers. Tijdens de passage van de vele
onverharde(bos-)paden, al dan niet goed onderhouden, kom ik de eerste wandelaars
van de 50km tegemoet om even te pauzeren in de kantine van natuurreservaat
Sable Mer om daarin ook door te wandelen. We wandelen naar het dorpje Harchies
die vroeger afhankelijk werd van steenkoolontginning (te weten gekomen door de
mijnlamp als wagon in het dorp) maar nu al vele jaren bekend staat voor zijn
uitgerekte moerassen waar wij helemaal rondwandelen. Daar waar de afdaling
langer duurt dan de klim weet je dat we een steil stukje hadden hier. Terwijl de
jagers geconcentreerd uitkijken naar wild wandelen we terug het natuurpark door
die we in het begin ook deden. Nog even een passage door het centrum van
Péruwelz met zijn Grote Markt als stationsgebouw kijken de 700 deelnemers zéér
tevreden terug naar deze mooie natuurpareltje vooraleer de reis terug te vatten
met eender welk vervoersmiddel.
25 edities bestond de Boterronde nog
uit een fiets- en wandelhappening maar wegens de magere opkomst van de fietsers
is het nu de 3de editie al waar alleen de wandelaars in de kijker
staan. De Tervaete Stappers Keiem hebben sinds een 3-tal jaren de organisatie
op hun genomen om het begrip Boterronde te laten bestaan daar het de naam
zegt een rondje maken rond de boterstad Diksmuide. Niet meer startend vanop de
Grote Markt maar vanuit feestzaal De Loft niet ver van het station vandaan. Een
keuze gemaakt uit een 6-tal afstanden heb ik gekozen om de grootste te doen. Gestart
doen we door de industriezone Heernisse waar we al vlug kunnen pauzeren in zaal
Sint-Sebastian voor de rustpost nu als ook straks. De brug nemend om een tijdje
de IJzer te volgen waar we kapel voor de militaire slachtoffers 'Calvarieberg' tegenkomen
om via de Stiltepad te wandelen naar de Frontzate. Ieder zijn eigen kant
genomen wandelen we naar het dorpje Oostkerke waar ook hier medewerkers van de
inrichtende club ons verwelkomen. Wij, als grootste afstand moeten hier een
plaatselijk lusje doen via de oude zeedijk (waar we ook hebben gewandeld
tijdens de 4-Daagse v/d IJzer), de oude Aa-vaart volgend via Rousdamme
terugkerend naar Oostkerke. Terug het polderlandschap in waar de IJzertoren als
oriëntatiepunt kan gediend worden wandelen we op de Grote Beverdijk naar de
oude spoorweg die ons halt doet houden niet alleen eventjes aan de IJzertoren
voor het nemen van een paar fotos maar ook binnen in de rustpost dezelfde als
die aan het begin van deze tocht. De Handzamevaart die overloopt in de Kleine
dijk maken we een boog rond het centrum om via het stadspark aan het station
complex opnieuw de startzaal te bereiken. De Tervaetestappers danken de 987 wandelaars
voor hun deelname & nodigen ons uit voor hun nieuwe Herfsttocht op 03/11 te
Beerst.
De wandelaars die al jaren houden van
de lange afstand te doen weten dat er ook in Doornik (Tournai)een mooie 100
kilometertocht is met name "100km des 5 clochers". De naam staat voor de 5 torens die op de kathedraal
van Doornik staan. Ze maken indruk en kenmerken de binnenstad. Vrijdag waren we
echter niet naar Doornik getrokken om er de kathedraal te bezoeken. We zouden
ons ook niet met de geschiedenis van die stad bezighouden. Of toch? Clovis
veroverde vanuit Doornik het gebied dat we nu Frankrijk noemen. Zouden we in
zijn voetstappen treden? We kwamen naar Doornik om een lange tocht te stappen
o.l.v. de wandelclub 'Mont-Marche' die het inrichtte. Zij mogen met deze 3de
uitgave van de 100km feest vieren daar zij dit jaar 20jaar bestaan. We stonden met
156 wandelaars te wachten achter het lint tot een jongen de koebel aangreep en
voluit luidde om ons te laten vertrekken vanuit de startzaal. Het was al donker
bij de start met de lantaarnlichten die de fluo-pijltjes makkelijker ons de weg
zou aanwijzen over de brede wegen op weg naar de 1ste rustpost na
een 7-tal kilometer te Willemeau. Voor deze editie hebben ze er een mini
Paris-Roubaix van gemaakt daar er vele kasseistroken werden aangedaan met als
bekendste die van Pavé Gilbert Duclos Lasalle te Cysoing, Bourghelles & de
al bekende Le Carrefour de lArbre
met zijn 2100m de langste tijdens onze tocht. De helft al achter de rug de
laatste restanten van de nachtsfeer tegemoet wandelen we rond het Lac du Héron
terugwaarts naar Templeuve met zijn kasteel. Hier was er enkel een minpunt naar
bepijling toe daar menige wandelaars verkeerd liepen. Al ligt Doornik links
toch moeten we voor het eerst een stukje vals plat doen toevallig naar het
dorpje Froidemont. Eindigen doen we met een passage door het centrum van
Doornik met zijn park, belfort, Grote Markt waar men ook het monument vindt ter
ere van Marie-Christine van Lalaing, die verdedigde Doornik tegen de hertog van
Parma, Alessandro Farnese in 1581 in Tournai. De zijkant van de kathedraal
alsook de Pont des Trous brengt ons terug naar de startzaal. Nu nog snel recupereren
alsook zoveel mogelijk slaap want vanavond(zaterdag)start ik nog voor een
Euraudax-wandeling van 75km te Torhout.
Aan het einde van de
zomervakantie staat er een wandel meerdaagse op het programma die op één jaar
na sinds mijn 8ste telkens op de agenda staat met name de 4 Daagse
v/d Yzer. Het is niet meer zoals vroeger toen er meer militairen waren die
meeliepen, nu zijn ze nog sporadisch te vinden. Hierbij doe ik verslag van al
de 4 dagen met daarbij behorende fotos, op die van Diksmuide na.
Dag 1: Al enkele jaren slaap ik eerst
uit voordat ik begin aan mijn 4-daagse kwestie van de komende dagen steeds
vroeg uit de veren moet alsook de meeste wandelaars dan al op route zijn &
zo niet in de weg lopen. Inschrijven moet ik wel nog doen deze ochtend dat weliswaar
na ruime tijd wachten is kan starten om 10.42u aan de eerste 32,90km. We verlaten
het Sint-Niklaasplein om de hele straat te doen die ons brengt naar de kustlijn
waar men kan kiezen om oftewel op het strand of zoals ik de passage van de
Zeebermduinen te doen richting Groendijk of dan het zand te ruilen voor de
ganse zeedijk die gevolgd word door de Havengeul tot in Nieuwpoort-Stad. Aan de
vismijn, met zijn lelijke groendecors, nemen we afscheid van de 16km die snel
de Grote Markt opzoeken terwijl wij als grootste afstand wandelen rond de
Nieuwe Jachthaven de Ijzermonding door waar wachters aan de poort ons begroeten
om een passage te hebben door het Kwartier Lombardsijde waar veel gekronkeld wordt
om steeds quasi op hetzelfde punt te komen. Een kort stukje strand pikken we
nog mee om rechts af te slaan om de kaart voor het eerst te scannen. Vroeger
was er hier camping Cosmos maar dit is al geruime tijd niets meer van te zien.
Aan de overkant is er wel Kompas camping waar wellicht door sponsoring
verplicht werd een passage te hebben langs de caravans, tenten, tot we weer de
stappers van de 24km oppikken net voor de sporthal van Lombardsijde. Boven ons
vliegt steeds de seaking om de parachutisten te laten springen daar er een
locatie voor hen is aangewezen dichtbij de bunkers van de Bamburg. Even alleen
wandelend zoeken we het kanaal Plassendale-Nieuwpoort op tot aan het
sluizencomplex met het monument van Albert I. Terug in Nieuwpoort zoeken we net
zoals de aangesloten 24km van daarnet de stappers van de 16km om samen te
wandelen naar de Grote Markt waar de reuzen zijn opgesteld. De Koolhofput
hebben we vorig jaar gedaan dus daar niet naar toe maar de Pelikaanbrug af om
te wandelen naar Sunparks waar ons het jaarlijks terugkerende garnaalsoep op
ons wacht. Al de afstanden weer samen = meer trage wandelaars die denken dat
heel de weg van hen is net nu we een passage te hebben door de Oostvoorduinen
vooraleer het binnenplein van het Visserijmuseum te betreden als aankomst van
de 1ste wandeldag.
Dag 2: De dag van Diksmuide is zoals
altijd de saaiste dag daar en niet veel te zien is buiten koeien, macadamwegen
& de IJzer natuurlijk. Daarom heb ik besloten om van deze dag te oefenen op
snelheid zodat ze eerder hoe snel voorbij is. We zijn na een jaar onderbreking
opnieuw gestart op de Grote Markt waar we al snel wandelen naar de Ijzetoren waar
er ons een Diksmuidse boterkoek wordt aangereikt. Het beginstukje is hetzelfde
als vorig jaar tot aan de kerk van Sint-Jacobs-Kapelle waar daarna gewandeld wordt
via Oudkapelle naar Lampernisse. Goed op tempo ben ik in Pervijze beland via
het fietspad waar aan de Scheve uitkijktoren gescand hebt en al over halfweg
ben. De Frontzate de stappers van de 24km tegemoet wandelen gaat het linksaf
naar Stuivekenskerke voor een passage doorheen de Vicognia kleiputten. Wandelen
naast de IJzer gaat het naar Oud-Stuivekenskerke waar ook al de afstanden weer
bijeenkomt. Mijn tempo zal nu niet meer gelijklopend zijn door al die
wandelaars terwijl we naast de IJzer(terug)volgen om de mogelijk hebben om door
de Dodengang te gaan of erop te wandelen, we komen sowieso aan hetzelfde punt
bijeen. De stappers van de 2 grote afstanden moeten nog extra meters doen &
dit doen ze door de Frontzate terug te bewandelen via Kaaskerke verder lopend
naar de Ijzertoren. De brug onder als over via de jachthaven de vismarkt
opzoeken die niet ver van de Grote markt is die ik bereik om 11:40u wat toch
een goed tempo is.
Dag 3: We zijn in Poperinge voor de
langste wandeldag met zijn 33,6km vertrekkend vanuit het station complex die ik
bereikt heb met de transportbussen vanuit Oostduinkerke. Gestart al heel snel
weer alleen lopers rond mij verlaten we de hoppestad richting het Lijssenthoek
Military Cemetery, het 2de grootste kerkhof met de grootste graven
na die van Tyne Cot in Passendale. Het is tijd om te wandelen op de landgrens
of de Schreve zoals we hier zeggen waar ook het dorpje Abele. Afscheid genomen
te hebben van de 24km bewandelen een heel lang stuk beton naar Rattekot misschien
hebben de ratten dorst daar er een waterinstallatie staat. Rechts zien we al de
brouwerij van St.- Bernardus maar vooraleer naar daar hebben we eerst een
passage door een firma Made in Innox die gelegen is op grondgebied Watou die
we bereiken nadat we gewandeld hebben door een boomkwekerij recht tegenover het
Watouplein. De straat over worden we getrakteerd op een Hommeltje of een
frisdrank. Het zal niet lang duren voor we die andere aangeboden krijgen die
toepasselijk ligt in de Trappistenweg en dan hebben we over de brouwerij die we
daarnet in de verte al gezien hebben, jawel Bernardus. Naast een hoppeveld
wandelend gaat het vals plat naar de ingang van het Helleketelbos daar wanneer
die op het einde van een tocht is meer volk aantrekt. Nu hebben we pas een
goede 25km achter de rug dus nog een goed uur wandelend. Het vrijheidsbeeld
passeren wacht ons nog het druk bevolkte paadje naast de Vleterbeek quasi steeds
rechtdoor tot aan het station complex.
Dag 4: We zijn alweer aan de laatste
dag steeds Ieper die de 4-daagse mag uitzwaaien. Wegens 2 andere evenementen
met name koers als receptie vredesmanifestatie is de start ditmaal al om 08:00u
vanop de Grote Markt waar we al snel het park opzoeken dicht bij het station. Het
paadje naast het kanaal Ieper-Komen volgend wandelen we naar Voormezele waar we
afscheid nemen van de 16km. De anderen wandelen nog verder naar het Kampagnebos
te Wijtschate bekend van de reeks Eigen Kweek. De stappers van de 24km zien we
straks terug maar eerst wandelen we naar het kleinste stadje van het land met
name Mesen die we bereiken nadat we het New Zealand Memorial als het Ierse
Vredespark met zijn centrale toren. Het bordje van de 15km passeren we nog net
voor de scanning die opgesteld is in een veldweg. Op het dorpsplein van Mesen
hebben we het verste punt bereikt en keren we nu terugwaarts naar Ieper. We
pikken de wandelaars van de 24km op om gezamenlijk te wandelen naar domein
Palingbeek wat al meerdere keren op het menu stond de laatste dag. Om de oorlog
te herdenken hebben ze hier een buitenexpo ComingWorldRememberMe met kleien
beeldjes een strook ingepalmd. Laverend tussen de vele wandelaars trekken we
naar Zillebeke met traditioneel de vijver als slotstuk van deze passage
vooraleer naar de wijk Torrepoort te trekken om onze medaille in ontvangst te
nemen. We noteren ook al 20 t.e.m. 23 Augustus 2019 in onze agenda voor de 47ste
editie.
"De laatste of toch nog over een paar
jaar opnieuw!"
Een pak kleinschaliger dan
de Dodentocht vorige week maar nu met de ééndagsvliegen achterwege staan de
ervaren ultrawalkers paraat in Torhout voor de 3de editie van Door
Vlaamse Velden, tevens ook de laatste keer begonnen 4jaar geleden. Wie weet komt
er nog een editie in 2039 n.a.v. de gruwelijke 2de Wereldoorlog te
herdenken. Voor wie de 101km te veel is kon ook kiezen uit de afstanden 7/ 12
of 20km maar ik ben hier langer wakker te blijven. We zijn in groep begonnen
aan de eerste hectometers onder begeleiding van de politie wegens het drukke
verkeer, losgelaten de oude spoorweg op naar het kasteel van Wijnendale die we
rondwandelen. De maan is vroeg van de partij waardoor het al snel donker word
te Edewalle. Werken moeten we doen tijdens deze inspanning toepasselijk te
Werken, één van de voordorpjes van Diksmuide die we niet doorwandelen. Het gaat
via Klerken met zijn Vredesmolen naar Houthulst. Daar vind je naast het bos
(met zijn Lourdesgrot) ook het Belgisch militaire begraafplaats waar 1.723 Belgische en 81 Italiaanse doden zijn
begraven. Het varken van Madonna is nergens te bespeuren enkel sporadische
wandelgenoten die ook voet zetten naar de hoofdpost te Sint-Jan. In
tegenstelling tot 2 jaar geleden wandelen we nu via de Lakenhalle naar de Menenpoort
in het centrum te Ieper. Na een passage door de verdronken weide, de vijver
rond Zillebeke als Zonnebeke verlaten nu stilletjes aan klimmend naar
Passendale met het Tyne Cot Cemetery, de grootste begraafplaats van de
Westhoek. 11.596 soldaten van het Gemenebest en ook enkele Duitse gesneuvelden
liggen hier begraven. Op de muur achteraan de begraafplaats staan de namen
gegrift van 34.957 vermiste soldaten. Het stuk die ons doen herdenken aan de
oorlog is voorbij want dalend naar Oostnieuwkerke & Hooglede komt de
aankomst dichterbij. In het gehucht St.-Henricus komen de zaterdagwandelaars
ons bijvoegen net zoals de donkere wolken boven ons terwijl we wandelen op het
moereveld, het laatste stukje onverhard. Met een passage door het gemeentepark
beginnen de eerste druppels te vallen juist op tijd zou ik zeggen daar we
gewoon nog even door het centrum moeten wandelen met zijn kermisattracties tot
aan de sportzaal waar we de bel kunnen luiden.
"Na een periode inactiviteit voel je het
toch hoor!"
Onder leiding van
voorzitter José Deschaumes staan de 57 medewerkers van wandelclub Hanske
De Krijger klaar om de duizenden wandelaars te begroeten in de stad waar De
Ronde thuis is niet alleen voor de coureurs maar ook voor de wandelaars
vandaag. Een nieuw concept dit jaar is dat de stappers (een 500tal) van de 24&30km
met een bus worden vervoerd naar Kerkhove zodat ze ook de echte finale van de wielerklassieker
kunnen meemaken. De rest van de afstanden zijn vertrokken vanuit de startzaal
naar het Liedtspark met zijn volkstuintjes om afscheid te nemen van de kleinste
afstand die naar het centrum trekken. De anderen gaan de voetgangersbrug over,
en wandelen langs de jachthaven rond de stad van Adriaan Brouwer naar
het dorpje ernaast met name Leupegem voor de rustpost. Dit is ook de voet van
de heuvelzone waar de grootste afstanden kennis mee maken beginnend met een
passage door het Koppenbergbos naar het oud kapelleke van Melden waar
medewerkers ons bedienen. Wandelend met de naar hier met bus gebrachte wandelaars
wandelen we langs een oude Scheldearm te Meerse nu nog relatief vlakke
stukken vooraleer het zware werk met de beklimming van de Oude Kwaremont naar het
dorpsplein. De 30 & 45km- stappers dokkeren over de gehele strook net zoals
de wielrenners maar nu zonder die megatenten gevolgd door de Ronde van
Vlaanderenstraat waar de oud-renners op de grond zijn aangebracht alsook het monument
van Karel van Wijnendaele, de stichter van de Wielerronde te bekijken is. We
steken de taalgrens over om te kunnen genieten van de passage door het Kluisbos
vooraleer onze weg terug te vatten omhoog net zoals vele mountainbikers die vandaag
hun Ronde van Vlaanderen racen, waar we natuurlijk respect hebben voor elkaar,
naar de rustpost van daarnet op het dorpsplein. Hier in de streek liggen er ook
nog 2 puisten die beklommen moeten worden met name de Patersberg alsook de Koppenberg
(de reus van melden) elk op zijn eigen tempo natuurlijk. Nu is het allemaal
vlak wandelend naast de Schelde terug naar het centrum waar we eventjes wachten
tot de brug weer beneden is vooraleer via de Grote Markt dichtbij het bezoekerscentrum
Ronde van Vlaanderen nog eventjes wandelen doorheen recreatiedomein De Donk
naast de spoorlijn terug naar de startzaal waar Herman de Croo de inrichtende
club een bezoekje heeft gebracht. Met een deelnemersaantal van 2296 kunnen ze
tevreden terugblikken op een geslaagde editie.
De zomer is eindelijk letterlijk
gearriveerd en hopelijk voor lange tijd maar in dit landje weet je nooit
hoelang het zal duren. Daarnaast zijn wij ook de kampioenen van de stakingen,
maar gelukkig geen hinder ondervonden op mijn traject naar Nederbrakel waar
Euraudax Brakel o.l.v. de 2 Dannys hun jaarlijkse 100km- tocht organiseren. We
vertrekken gezamenlijk (wat dit is het concept van Euraudax) in groep vanuit
sport- en jeugdcentrum De Rijdt met meer dan 50 collegas de grootste supporter
(opgeblazen pop) van de Rode Duivels
tegemoet waar we het onverharde zoeken om even te stoppen want door de warme
temperaturen heeft de organisatie extra waterstops ingelast. Koelte hebben we
als we door het Brakelbos inwandelen waar we een stukje van het tweebossenpad
verkennen die ook een stukje langs Waals grondgebied loopt. Aan de radar van
het Livierenbos is het smukkelen geblazen aan een kippenborst, een weerkerende
bevoorrading van deze inrichting. Handjes gewassen keren we terug het bos in
waar we vreemde taferelen op onze weg tegen komen atypisch zomeromstandigheden
zoals omgevallen bomen alsook een grote waterplas. Stof trotserend met voor ons
de Verrebeekmolen houden we nog even halt aan de Sint- Martinuskerk te Opbrakel
vooraleer terug te keren naar de startzaal om tijd te maken om ons broodje te
verorberen. Ingesmeerd als voldoende water (of enige vorm ervan) ingeslaan
vertrekken we voor de 2de lus waar we wandelen naar Opbrakel terug,
niet ver hier vandaan, schaduw opzoekend in het bos Henegouwen in om bij de Kapel
La Caplette op La Houppe (Vloesberg) even te temporiseren zodat de
achtergeblevenen kunnen aansluiten. Rustig van het aangeboden ijsje kunnen
genieten aan de andere kant van het bos zit er niet in met deze hitte want voor
je het weet is hij gesmolten. We verlaten de provincie Henegouwen door middel
van afdaling via het Bos ter Bijst in Schorisse. Als je wilt genieten van
elkaar kan dit in het Knuffelbos al moet je eerst een keer omhoog om er te
komen. Medewandelaars Jos, Jean Paul & Wim trakteren ons omdat ze een
Gouden Arend behalen dus maken we daar eerst tijd voor vooraleer we wandelen
door natuurgebied Het Burreken vlak naast de relaxerende koeien die vreemd
toekijken. Een voordeel van te beginnen aan een wandeling even voor de middag
is dat het alleen maar zal afkoelen naarmate de dag vordert. Over warm
besproken, het is tijd voor ons avondmaal maar nog niet voor het dessert.
Iedereen zijn fluomateriaal mee want als we over 10km hier terugkomen is het
ondertussen donker geworden. We wandelen naar de dorpskern waar menig massa is
verzameld voor de kermis waar wij ons doorheen murwen op zoek naar de Dwars
door Brakelpad (een cadeautje van het gemeentebestuur aan de gelijknamige
wandelclub) die ons brengt naar de Toepkapel. Nadat we in de startzaal genoten
hebben van het rijsttaartje is het nog niet gedaan met klimmen want er wacht
ons nog de Valkenberg als halve Berendries te Michelbeke vooraleer binnen te
wippen in het stamcafé The Corner van ons Danny. In deze café zei hij dat het
nu alleen maar bergaf is maar zijn kameraad/medeorganisator heeft daar zijn
bedenkingen bij want de Elverenberg heeft een gemiddeld stijgingspercentage van
3,7%. Via het rondpunt met de kippen wandelen we terug de binnenstad in naar de
startzaal met de kermis die nu gesloten is, waar de kindjes rustig liggen te
slapen terwijl wij genieten van het ontbijt. De nacht wordt stillaan niet meer
donker als we beginnen aan de laatste lus van om en bij de 25km waar een
vervolg brengend aan het typische landschap, vals plat dus naar Rozebeke voor
de gratis drink van Raymond. Wanneer we aan de volgende stop zijn, tevens de
laatste is de zon aan het opkomen wat een mooi beeld heeft tussen de velden
waar menig wandelaars eventjes stoppen om een foto te nemen. De kasseien van de
Haaghoek nemen we eventjes onder de voeten die gevolgd word door de Kleiberg.
De stof waait op gevormd door al de wandelaars die stilletjes aan moeite hebben
om hun voeten nog op te heffen. Te Elst waar we nu zijn is het nog even kijken
naar de voeten/schoenen van on ze voorligger omwille van het oneffen paadje die
bergop loopt waar boven gewacht om gezamenlijk via het recreatiedomein de
Rijdtmeersen pal ernaast de startzaal in te wandelen. Naast iedereen te
feliciteren krijgen Johan Braeckman (5de schelp), Fassler Lydia (1ste
Gouden Arend), Capiau Wim (2de Gouden Arend), Van Poucke Marc (18de
Gouden Arend), Pierrot De Jaegher (5de Gouden Arend) & mede
organisator Jean-Paul De Vleeschauwer (6de Gouden Arend) een extra
applaus.