"Meerdere
Gilles in Binche, maar niet om de sinaasappelen te gooien!"
Zwerven door de nacht, al dan niet wandelend of lopend langs een golvend landschap nietgedomineerd door dichtbevolking. Dat had ik
zo een beetje verwacht toen ik de verplaatsing deed naar Binche waar wandelclub
'Les Marcheurs de la police de Binche' voor de 30ste keer 100km en
Thudine weer hebben ingericht. Al ben ik lichtjes ziek door de hoest toch
verzamel ik een paar minuten voor 21u buiten waar iedereen(258)ook staat en
paar minuten later op gang trekken om te wandelden langs een vestigingsmuur op
de Square Seri Veux Binches de grote stad uit naar de eerst bevoorradingspost
te Waudrez. Op de toekomstige bevoorradingspunten zullen voor ter drinken
altijd kunnen kiezen tussen water of cola al dan niet bijkomstige keuze van
koffie. Als waait het bijna niet toch zien we de windmolens hun wieken met
volle kracht laten draaien. Het is vanaf hier dat ik wandelmakkers(Caroline en
haar echtgenoot) vergezel die een goede tempo aanhoudend daar zij experts zijn
in Centurions te doen. Op kasseien worden onze voeten niet verwend waar we nu
de windmolens achter ons laten op weg naar Haulchin. Geen soep voor mij op deze
bevoorradingspost waar ook voor het eerst onze kaart word gekenmerkt, want het
is al warm genoeg buiten. Geen verlichtingspaal onderweg dus de zaklamp is
nuttig om de fluocerende pijltjes te zoeken onder het geluid van krekels in de
bermen. Richting Merbes-le-Château wandelen we wandelaars voorbij die blijkbaar
te vlug zijn gestart wat een geoefende wandelaar eigenlijk niet zou mogen
tegenkomen. We wandelen de Sambre over om door de industriezone te wandelen om
andere kleding en/of kousen aan te doen in de hoofdpost terwijl we in
tegenstelling tot eerdere jaren een koude pastaportie voorgeschoteld krijgen,
maar toch niet voor mij. We volgen nog een klein stukje het spoorweg om terug
via het water een klein stapje terug te keren om een klein onverhard waar de
uitstekende stenen zeer gevoelig zijn voor onze enkels niet te verstuiken. Het
is tijd om de Collégiale te Watze te passeren en verder door Thudinie, dat is
het land van Thuin, te stappen die boven een helling ligt met onder meer
zijn bibliotheek en zijn stadsplein waar waarschijnlijk overdag men
vergezichten kan bewonderen. Het was net helder aan het worden,als er al 61 km
op de teller stond nu zou ook de tocht wat meer avontuurlijk worden. We
liepen terug door een stukje bos met vooral een gevaarlijke afdaling waar we
blij zijn mocht het niet geregend had of het was een gladde bedoeling geweest
op weg naar de post 10(van de 14)waar we het lege flesje sportwater inruilen
voor een volle. Ik vind het bijzonder mooi in deze tocht als de ruines van de
abdij van Aulnes in het zicht komen. Zo om 7 uur 's morgens is de plaatselijke
horeca nog niet open. Niet getreurd. In een school vlak over de sluis was het
voor ons bevoorrading. Geloof me! Ik dronk er niet één maar 2 bekers cola ook
al ben ik deze stilletjes beu aan het worden ben en meer zal kiezen voor de
water. De Samber bleef enige tijd onze compagnon naast de mooie vergezichten.
Het landschap in het bos na de controlepost merken we niet veel op daar ik hoofdzakelijk
naar beneden blijf kijken om niet te struikelen over de uitstekende stenen waar
het grotendeels bergop gaat. Dit stukje is nieuw voor mij in tegenstelling tot
vorig jaar daar ik toen verkeerd heb gewandeld en voor een andere weg moest
kiezen naar de volgende rustpost in het schooltje van Thuin.De laatste verbindingsstuk
van 7km zoeken we weer veel onverharde stukken op richting de volgende rustpost
in het zaaltje langs de baan te Mont Sainte-Geneviève waar we een banaan laten
benuttigen. Vanaf hier krijgen we het gezelschap van de zaterdagstappers waar
de grootste afstand daarvan ons vergezellen naar Buvrinnes waar men her en der
soorten vogelverschrikkers vind, de ene al origineler als de andere. Het is
gedaan met het voedsel tijdens de bevoorradingen nu nog alleen
drankmogelijkheden tijdens de laatste 10km. Als de windmolens weer in zicht komen is het
stappen door de stofferige warme wegen tussen de korenvelden. waar deabdij van La Bonne Espérance in hetzicht komt al is het een vervelend stukje
onverhard daar schuin lopende paadje gekenmerkt door duizenden stenen van
verschillende formaat ons tempo een beetje doen zakken. In de Abdij hebben we
onze kaar voor de laatste keer gekenmerkt en ons nummer werd doorstreept op het
getallenblad. Vanaf hier is het dan nog 4,9 km te gaan beginnen op de oude spoorweg-bedding
die uitkomt bij de vestigingsmuren bij het kasteel van Binche om dan nog even
door het centrum te wandelen om te belanden in het Kursaal waar we om 11u10 na
12u56 hebben gewandeld de bel luiden en proficiat wensen aan alle wandelaars
die deze tocht hebben uitgewandeld.
Ik ben begonnen aan de laatste reeks 100km- wandelingen van dit jaar waar
ik steeds op zoek ben naar nieuwe inrichtingen van 100km of meer om niet altijd
dezelfde te doen.
Watewystappers Tielt richt in het kader van "Tielt Zomert" hun 1ste
100km in maar je kan vandaag ook kiezen voor de 50km of deze morgen ook doen
samen met nog een paar afstanden. Daar de trein een beetje vertraging had(zo
verwonderlijk is het niet)moet ik me een beetje haasten om de start nog mee te
pikken nadat ik mijn gepersonaliseerde envelop met daarin het plannetje alsook
overzicht rustposten heb afgehaald en niet tijd heb om deze vlug te bekijken.
Eens gestart wandelen we naar de winkelstraten waar ook de Halletoren staat met
daarvoor het beeld van 'De Roede van Tielt' vooraleer de stad weer verlaten nu
voor lange tijd via de industriezone. We wandelen naar het dorpje Kanegem waar
de eersten waaronder ik de rustpost over het hoofd hebben gezien maar gelukkig
nog de cafégangers op de hoogte zijn en ons terug roepen naar de parochiezaal,
noch thans stond het pijltje rechtdoor i.p.v. linksaf. Net zoals wijlen Briek
Schotte maken wij een ommetje rond de Sint-Bavokerk en wandelen we eerst naar
Aarsele voor de 2de rustpost in het oud gemeentehuis om daarna terug
te draaien naar Kanegem met onderweg de Mevrouwtoren die nog in restauratie is.
Je hebt de reflectie om je voorganger te volgen en daardoor heb je dus kans om
verkeerd te wandelen want door mais is niet de bedoeling toch, of is het een
auto die ervoor staat geparkeerd zodat we het pijltje niet zien als we terug in
Kanegem zijn en merken dat het pijltje van daarnet nu juist hangt. Via
onverharde tractorwegen met in de achtergrond fuifmuziek wandelen we nu de
donkere maar aangename nacht in door Schuiferskapelle om in de school een
kommetje soep mee te pikken aangeboden door medewerkers van wandelclub 'Spartastappers
Ardooie'. We wandelen Tielt in maar direct weer uit en blijkbaar heeft mijn
lampje al opgegeven want zijn batterijen zijn op. Daardoor ben ik dus
genoodzaakt om mijn wandeltempo te verminderen om de pijltjes in het donker
goed te kunnen zien of we wandelen nog extra meters. Na een appeltje meegepikt
te hebben vanuit hoeve Pittemberg volgen we een tijdje de spoorweg terug naar
de startzaal al is het zoeken waar de juiste deur is. Voor de wandelaars die
vandaag hebben gekozen voor de 50km i.p.v. de zaterdageditie is de finish
aangebroken. Het is even voor 3u zaterdagmorgen waar nu nog in een lege
startzaal terug aanzetten nu voor het tweede deel van deze wandeltocht die we
starten met te kriskrassen door de wijkparkjes om onder en over de spoorweg te
wandelen bergop de Poelberg op met onderweg de donkere Poelbergmolen. Na de
rustpost passeren we de Lourdesgrot en duiken de Meikensbossen in die pal ligt
op de grens van Tielt & Dentergem op zoek naar de pijltjes in het donkere, "waar
hangen ze?" vraag ik me meermaals af. Nu krijgen we rustposten op het menu
die we 2x doen beginnend met de veldschool te Dentergem terug in daglicht. Als
we straks 25km hebben gedaan zijn we hier terug beland maar eerst gaat de route
naar de uilengemeente Markegem, de bijnaam voor de inwoners van deze stad. Zo
zie je in het straatbeeld tijdens het plaatselijke lusje her en der voor de gevels
uiltjes of zelfs een grote aan de Sint-Amanduskerk. We wandelen een pikje groen
mee met een passage door Provinciedomein Baliekouter vooraleer een lang stuk
betonweg in de vlakke zon te doen tussen de fruitgaarden langs de Koorstkapel terug
naar de veldschool. Terwijl een paar goede wandelvrienden hier voor de eerste
keer belanden heb ik nog maar 11km te doen en gaan we elk onze eigen weg, ik
naar links waar ik de Poelbergmolen nu in klaarlichte dag zie, een grote
verandering met vannacht als scheelt het niet veel of we waren weer boven op de
Poelberg maar het gaat juist daar niet naartoe maar door het 't Poelbergbosje
om naast de buitenring te wandelen op weg naar de laatste rustpost in het
buurthuis. We zijn begonnen aan de laatste 5 kilometer waar geruime tijd
contact word gehouden met de spoorlijn om deze over te steken nog wel om door
de woonwijk te wandelen die achter het Atheneum ligt en de volle controlekaart
inruilen voor een diploma, t-shirt en streekbiertje Cornet.
Moet er nog water vallen naar beneden, want de afgelopen week heeft het
hoedje de wegen hier heel nat gemaakt. Na de laatste verkenning deze week
moesten Jeroen & Etienne met spijt enkele natuurstukken uit hun
oorspronkelijke parcours schrappen daar ze de Euraudax- wandelaars geen natte
voeten willen geven tijdens hun 1ste 50KM en dit te Lede. Even
vanuit het station gewandeld naar de startzaal 't Kantientje in een woonwijk
zijn we nog juist op tijd om in te schrijven voor de tocht die bestaat uit 2
lussen van 25km en kan kiezen of men de tweede lus er nog bijneemt. Om negen
uur starten we langs het Doornskapelleke steeds in contact houdend met de
spoorlijn door de ajuinenstad Aalst waar we de Cottemmolen voorbij wandelen en
deze door sommigen op de vaste plaat leggen. De Cottemmolen op de molenbeek
bestond al in 1216. Het ging toen om een dubbele molen met 2 waterraderen, waar
graan werd gemalen en olie werd geslagen. De pletterstenen van het oliestampkot
staan nu buiten. Het ijzeren bovenslagwiel heeft een diameter van 2,40 meter en
kan een natuursteenkoppel en een kunststeenkoppel aandrijven. Tot de
maaluitrusting behoren ook nog een cilindermolen en een graankuiser. De molen
is sinds 3 Juni 1986 een beschermd monument.We wandelen door de Molenmeersen waar de plassen/modder de overmacht
hebben op de wandelpaadjes tot eventjes verder na een 9-tal kilometer halt te
houden voor de eerste wagenrust(gratis bevoorrading op de route aangeboden door
de organisatie)te Erpe. Eens de watertoren gepasseerd te hebben is het tijd om
het bos in te duiken en hier ligt welzeker de Overimpse 'Poreibossen' waar omgehakte boomstammetjes
ons beter door de modder doen wandelen richting het boskapelletje. Het is even
over middagtijd als we halt houden niet om onze boterhammetjes te eten maar
iets te drinken in café De Wijmenier die zo goed als in het natuur is
gevestigd. Na een passage door de Geelstervallei wandelen we naast het sportcomplex
van Lede en mogen de paraplus bovengehaald en opengeklapt worden want de
regenbui zien we letterlijk ons tegemoet komen. Als is het niet koud toch
trakteert de equipe van Jeroen & Etienne ons op een jenevertje aan de
spoorlijn vooraleer we ons kunnen opdrogen in de startzaal terwijl we onze
boterhammetjes of broodje laten smaken. Van de 57 wandelaars die vanmorgen zijn
gestart blijven we nog met 27 over, al zijn er enkele nu pas bijgevoegd, om de
2de lus van 25km aan te vatten. We volgen een stukje van het Vier-
uitersten wandelroute in het stadje Wanzele om in het volgende dorpje Smetlede
de Vallei van de Serskampse Beek op de houten balken door te wandelen al kijken
de koeien vreemd op als we het juiste geschikte paadje uitzoeken zodat onze
voeten toch grotendeels droog kunnen blijven. De paraplus zijn al een tijdje
niet meer nodig zelfs mag de jassen uit daar het warm aanvoelt en een ijsje
krijgen aan de wagenrust. Jeroen & Etienne, de organisatoren van deze
nieuwe wandelinrichting van Euraudax zijn trouwens lid van de
"Schooiers" en hebben toch met stress gezeten deze week n.a.v. de
talrijke regenbuien. We houden eventjes halt aan Sint-Phara ldiskerk te
Smetlede om de dame die naar het toilet is geweest weer bij de groep te laten
uitsluiten zoadat iedereen weer op de gezamenlijke tempo van 6km/u terug
belanden in hetzelfde cafeetje van de eerste lus. We wandelen het reservaat
weer uit tussen de waterplassen langs de buitenverblijf van enkele collega's
wandelaars richting Lede centra waar we de Sint-Martinuskerk naast het stadhuis
vinden en nog een passage maken door het gemeentepark waar men bezig is met de
afbrekingswerken van het Kasteel van Mesen daar er spokenjagers gebruik maken
van het gebouw, vooraleer de startzaal weer op te zoeken.