De mooiste gedichten uit de Nederlandse letterkunde verzameld en gekozen uit www.bloggen.be/thuishaven
Welkom in mijn thuishaven en geniet van deze gouden gedichten. Geen rijker kroon dan gedichten schoon. Mijn moedertaal is wonderzoet voor wie haar geen geweld aandoet. Elke vrijdag een gouden gedicht.
31-01-2015
Westerlo. Prosper Van Langendonck
Hoe lief dat huisje met zijn strooien daken,
omringd van houtmijt, schadde en korentas,
rondom beschut voor wind en zonneblaken,
door struik en boomgewas.
Om groene luiken rankt de frisse wingerd,
waar tros op tros zich loswindt uit het loof,
dat in festoenen langs de gevels slingert,
en hangt uit spleet en kloof.
De speelsgezinde zon richt door de blaren,
haar stralen langs muur en ruit en mullig pad,
zacht komt bij pozen een geruis gevaren,
dat gaat van blad tot blad.
En op dit ruisen komt de geur gevaren,
van hars en heikruid en lupineblom,
die de koelte voert op struik en wingerdblaren,
de stille woning om.
Hoog uit de lucht daalt in een tonenregen,
klaar parelend kerkgezang, en t'ener stond,
schiet hel een meisjesstem de vogel tegen,
en klinkt de velden rond.
31-01-2015, 00:00
Geschreven door André
30-01-2015
De linden van de abdij van Tongerlo. Prosper Van Langendonck
Sieraad en glorie van deze vlakte, kalme streken,
steunvaste en eeuwenoude wachters van de abdij,
staan pal de linden die, bij vrede of stormgetij,
geen voet, geen vingerbreed, van hun standplaats weken.
Wat hebben ze getrotseerd. En toch de vogels kweken
er zingend, het vinnig jong, springlevend als de mei,
dat dra de vleugels rept en het nest ontschiet, om vrij
in een jubelend lied, wijd schaterend los te breken.
Maar ziet gij daar niet plots hun brede kruinen nijgen,
en breiden zij niet zacht hun takken zegenend uit,
waar heimelijk gefluister schijnt door hen te zijgen?
Het is daar dat zinnend treedt, wat broedt dat weeral uit?
Hun oude en immer jonge zanger, die hun twijgen
gaan roeren, door het zoet akkoord van luit en fluit.
30-01-2015, 00:00
Geschreven door André
29-01-2015
Langs de Nethe. Prosper Van Langendonck
Lijzig rimpelend vloeit de Nethe,
door de diepe dennenwouden,
door de weiden, langs de dreven,
in het land van peis en vree,
bossen, lanen, vee en hoeven,
slanke, scherp gespitste torens,
en de dun bewolkte hemel,
wentelend in haar rimpeling mee.
Glijdende ochtendzonnestralen,
zilveren fijn de lichte nevel,
langzaam wuivend om het landschap,
als een sluier maagdelijk blank,
en geen klank trilt in die stilte,
dan van ver, zo ver gevaren,
slechts bij pozen, halvelings hoorbaar,
een verdoofde torenklank.
Schone droom, hier bij de Nethe,
zacht het hoofd te ruste leggen,
en verzinken in die diepe,
blauwe en groene oneindigheid,
niet meer denken, niet meer
dromen, gevoelen, niet beminnen,
zwaar van het borrelend sap in de aarde,
dat u loom in de aderen glijdt.
En met lijf en ziel vergroeien,
in dat zielloos plantenleven,
onder ijs en sneeuw gedoken,
slapen er de winter rond,
om eens door de lente omzwachteld,
als een reus weer op te rijzen,
rijk van het diep en krachtig leven,
van de milde moedergrond.
Brussel 1862- 1920
29-01-2015, 00:00
Geschreven door André
28-01-2015
Thuiskomst. Jacqueline Van der Waals
Aan het stille water van de duisterende grachten,
staat ordelijk gerijd,
het langgesteelde licht, dat bevend op het zachte
gerimpel nederglijdt,
van het zwak bewogen water, en met rustig schijnen,
glans in het duister brengt,
waar het welbehagelijk, tot lichtend brede lijnen
zich uitstrekt en verlengt.
Maar op de brug, van lampen die bewegen,
en licht dat stille staat,
slaat mij zo feestelijk een schijnsel tegen,
uit de overvolle straat,
waar het uit de deuren en verlichte winkelruiten,
alom de voorschijn straalt,
en rustig uit de hoge stille lampen buiten,
van boven nederdaalt,
dat ik voor mijn ontvangst, zo schitterend in orde
scheen mij mijn goede stad,
wel vergenoegd om zoveel stralend licht moest worden,
als men onstoken had.
28-01-2015, 08:29
Geschreven door André
27-01-2015
Vleermuis. Jacqueline Van der Waals
Vleermuis met uw vlerken slaande,
door de avondrust,
neerwaarts en opwaarts gaande,
vast en doelbewust,
Gij zijt het enige ding, bewegend
in deze avondstond,
met uw zwart figuurtje tegen het
glanzend hemelrond.
In de licht gevulde, klare,
diepe hemelkom,
lig ik peinzend te staren,
bij de stilte alom.
En de dingen die roerloos wachten,
onder de avondlucht,
zijn zo stil niet, als de zachte
wiekslag van uw vlucht.
27-01-2015, 00:00
Geschreven door André
26-01-2015
Weerzien. Jacqueline Van der Waals
Waarheen ik mijn blokken wende,
begroeten met vriendelijke lach,
mij dierbaar oude bekenden,
die ik sinds jaren niet zag.
Niet sinds die zomerdag,
die boven alle dagen,
toen mijn voeten mij,
naar boven hebben gedragen,
naar deze alpenwei.
Met vragende blikken staren,
de bloemenogen mij aan,
"hoe is het al die jaren,
o mensen kind gegaan,
wat hebt gij gedacht en gedaan?"
"Wat ik gedacht heb, mijn bloemen,
was beter niet gedacht,
ook durf ik mij niet te beroemen,
op hetgeen ik heb volbracht."
26-01-2015, 08:16
Geschreven door André
25-01-2015
Heiligdom. Jacqueline Van der Waals
Diep in mijn leven is een heiligdom,
waar niemand toegang vindt, waar mijn gedachten
niet binnen durven gaan, als ik met zachte,
bevende schreden langzaam nederkom.
Dan hef ik wel de ogen naar het dicht
gordijn, en strek de handen vol verlangen,
maar grijp de plooien nooit, en in mijn bange
handen, verberg ik wenend het gezicht.
Ik durf niet vragen welke God het is,
die ik aanbid, maar nimmer durf ontmoeten.
Moeder, Jezus, als uw beider zoete
naam door mijn ziel gaat, voel ik als een gemis
mijn liefde, en dan naderen mijn voeten
het heiligste, dat in mijn leven is.
25-01-2015, 00:00
Geschreven door André
24-01-2015
Moeder. Jacqueline Van der Waals
Moeder, naar wier liefde mijn verlangen,
sinds mijn kinderjaren heeft geschreid,
hoe zult gij mij straks ontvangen,
na die lange scheidingstijd?
Zult gij mij aanstonds als uw kind begroeten,
als ik ontwaken zal uit mijn dood,
zal ik nederknielen mogen aan uw voeten,
met mijn hoofd in uw schoot?
Maar wat dan? Wat zult gij tot mij zeggen,
bij het ver gegons van de engelenschaar,
als gij uw jonge, blanke hand zult leggen,
op mijn oude, grijze haar?
24-01-2015, 00:00
Geschreven door André
23-01-2015
Maanlicht. Jacqueline Van der Waals
Mijn kamer, waar ik argeloos,
daarstraks kwam binnenlopen,
verlangende alleen te zijn,
waar ik mij veilig dacht,
was mij door het felle maanlicht
ontvreemd, dat door het open-
geslagen venster binnenkwam,
uit klare zomernacht.
O, dat gewetenloze licht,
dat rustig lag te slapen
op het koele bed, waar ik zo graag,
mijn hoofd verbergen ging,
en dat mijn lieve kamer in
een lichtgrot had herschapen,
waar ieder ding mij vreemd en koud,
en zwijgend ontving.
23-01-2015, 00:00
Geschreven door André
22-01-2015
Een verjaardag. Jacqueline Van der Waals
Nooit hebben de rozen zo schoon gebloeid,
nooit zag ik de hemel zo blauw,
nooit was het gras zo blij getooid,
met diamanten van dauw.
Ik had een roze kleedje aan,
en stond bij het struikgewas,
een vogel zong een lied, hij dacht
dat ik een roosje was.
Nooit heb ik het veld zo onrustig gezien,
ik liep door het golvend graan,
daar heb ik de brievenbesteller ontmoet,
ik sprak hem even aan.
Ik had een rode bloesje aan,
met een grote, zwarte das,
er was een kleine bij,
die dacht dat ik een klaproos was.
Nooit is mij de eenzaamheid zo zoet,
zo vol vertroosting geweest,
ik stond alleen in de maneschijn,
na afloop van het feest.
Ik had een wit japonnetje aan,
en stond in het hoge gras,
een vlinder kuste mij goede nacht,
hij dacht dat ik een lelie was.
Den Haag 1868- Amsterdam 1922
22-01-2015, 00:00
Geschreven door André
21-01-2015
Eenzaamheid. Marie Metz-Koning
O eenzaamheid, o etherbleke vlam,
die ongezien de mensen verteert,
ik heb mij niet meer van u afgekeerd,
nadat de laatste feestnacht me overkwam.
O eenzaamheid, ik heb mij niet geweerd,
wanneer uw gulzigheid mij alles nam,
wanneer het beste en liefste u niet ontkwam,
tot in leegte het al was weggeteerd.
O eenzaamheid, meedogenloze brand,
die al maar dieper, al maar breder wreet,
liefde en geluk en eindelijk zelfs het leed,
als nutteloos uit uw kring verbant.
Mij zijt gij een verlossingsgod geweest,
want uit uw as verrees bevrijdt mijn geest.
21-01-2015, 00:00
Geschreven door André
20-01-2015
Weerzien. Marie Metz-Koning
Ik zie u weer, mijn heide, mijn donkere, stille,
zo droeve makker, de enige die ik beminde,
toen ik arm en eenzaam, als een bedelblinde
door het leven ging, van kindheids af mijn wille.
Ik zie u weer, mijn heide, wat sterke vrienden
zijn wij geweest, het wijde smarttrillen
van bruine zeepaarden, zetten zich aan het rillen,
mijn arm hart, dat nergens een toevlucht wist te vinden.
Als toen hoor ik de noordenwind in uw pijnen gillen,
de oude kruinen kermen als ontzinden.
Als toen schreeuwt een uil zijn verschrikkelijk schrille
doodsprofetie, maar eenzaamheid, ik bevind
mij ver van u, nu liefdes zoete wille,
van eeuwige vreugde mijn ziel wist te omwinden.
20-01-2015, 00:03
Geschreven door André
19-01-2015
Morgenzon. Marie Metz-Koning
Laat klinken fel uw helle lichttrompet,
gij nacht overwinnaar, stralen majesteit,
zie land en water sidderend neergespreid,
in het vonkend vuur, dat uit uw ogen spet.
Zie alles wachten, open hemelwijd
de wijde wereld, onder een blinkend net
van dauw, zo wacht eens vorstentred,
een blijde feeststad dat zijn komst bereid.
Traag kroop de zware zwartwinternacht,
een log, lui beest, dat maar niet wijken wou,
een wolkenvracht gedachten, dreigend grauw,
drong om mij heen, ik heb zon, naar u gesmacht.
Mijn ogen, wijd in mijn beschreid gezicht,
gaan gulzig drinken van uw glorielicht.
19-01-2015, 00:00
Geschreven door André
18-01-2015
Nachtgracht bij regen. Marie Metz-Koning
Diep duiken heimelijke huizenrijen,
in duister weg, alsof zij de ogen duchten,
de bomen kermen tranenzware zuchten,
gladglimpend lichten regennatte keien.
De nacht, die, dovend alle leefgeruchten,
onhoorbaar sluipend in de stad kwam glijen,
lijkt nu wel zachtjes overal te schreien,
in murmelgoten die onzichtbaar vluchten.
Ver spreidt, al kleiner wordend, het ros geblikker
van waailantaarns, loensende nachtsmarten,
lachend vals weg, door natbetraande glazen.
Verlokkend rimpelend licht, in schubgeflikker,
dat akelig schittert op het bange, zwarte
grachtenwater, waar de wind laag langs komt blazen.