STINKENDE GOUWE (cheledonium majus)
Deze plant groeit het liefst op een niet droge, licht beschaduwde en vruchtbare grond. Waar de stinkende gouwe staat mag je er van op aan dat er veel stikstof in de bodem zit.
Men vindt hem in open bossen, kreupelhout, langs oude muren en op verwaarloosde landbouwgronden en puinstorten.Deze plant is gebonden aan culturen en is dan ook heel vaak bij boerderijen zien.
Uit een dikke vlezige wortel komt een ronde behaarde stengel die vertakt. Hij breekt gemakkelijk af op de verdikte knoppen. De grof gekartelde blaadjes zijn onderaan grijs- tot blauwgroen.
De bloem is geel en eenvoudig en wordt bestoven door de insecten. Na de bevruchting ontstaat een slanke doosvrucht, die na rijping van onder naar boven open springt. De zaden hebben een baard die zeer olierijk is. De mieren zijn er verzot op. Slepen de zaadjes mee naar het nest en verspreiden zo de plant. De plant is een onderdeel van de papaverachtige. Wie tot deze familie behoort is giftig.
Onze Nederlandse naam komt voort van twee feiten:
1. Het gele sap is zeer onwelriekend om niet te zeggen stinkt.
2. Zowel bloemen als sap zijn goudgeel. Goud= gouwe.
De wetenschappelijke naam Chelidonium zou afgeleid zijn van het Latijn coeli donum wat geschenk van de hemel betekent.
Het sap is de basis van een gele kleurstof.
In de volksgeneeskunde is hij bekend om zijn krampwerende en pijnstillende eigenschappen. Het best is de plant gekend als wrattenplant. Een wrat met het sap ingewreven (regelmatig herhalen) verdwijnt. Zwembadwratten reageren er weinig of niet op.
Verkeerd gebruik van de plant leidt wel tot vergiftiging. Dus oppassen.
VOLKSNAMEN: ogenklaar,vergifkruid,wrattenkruid,goudkruid,
Bibliografie
Veldbloemen uitgave CERA
Wilde Planten uitgave Readers Digest.
Norbert Mosselmans
|