Foto

Welkom in Huldenberg


Foto
Zoeken in blog

De teksten op dit webblog zijn authentiek.  Mogen wij u dus daarop wijzen dat iedere overname van tekst een schriftelijke toelating vereist van de auteur.
De redactie.

N i e u w
  • De watermolen van Huldenberg
  • De kerk van Sint-Agatha-Rode
  • Historische doopvont in de OLV-kerk
  • Kapelletje schoolgebouw Elzasstraat
  • Ottenburg : de Tomme
  • O.-L.-Vrouw ten Pui
  • De Casino
  • De kapel Minet
  • Art déco in Loonbeek
  • De boogschuttersgilde
    Geschiedenis
  • Ontstaan van Huldenberg
  • Ontstaan van Loonbeek
  • Ontstaan van Neerijse
  • Ontstaan van St-Ag.-Rode
  • Ottenburg: magische Tomme
  • Koninklijke Filharmonie 1
  • Koninklijke Filharmonie 2
  • Ganspoel
  • De kerk van Sint-Agatha-Rode
  • De kerk van Loonbeek
    Foto
    Monumenten
  • OLV-kerk: vroege gotiek
  • OLV-kerk: Brabantse gotiek
  • De zonnewijzer
  • De pomp is honderd jaar
  • Loonbeek: het Blauwhof
  • Art deco in Loonbeek
  • 50 jaar gedenkenzuil Felix Sohie
  • Meisjesschool Loonbeek
  • Het monument
  • Kapelletjes
    Kunstpatrimonium OLV-kerk
  • Aanbidding der Wijzen
  • Aanbidding der herders
  • Bekering St-Hubertus
  • H. Rosalia gekroond
  • OLV tenhemelopneming
  • Jezus aan het Kruis
  • La Deposizione
  • De graflegging
  • Primaat van Petrus
  • De Heilige Familie en de kleine Johannes
    Kunstpatrimonium 2
  • De klokken van Huldenberg 1
  • De klokken van Huldenberg 2
  • De Mariaklok
  • De angelusklok
  • O.-L.-V. van den Elzas
  • De kapel Minet
  • Restauratie orgel Neerijse
  • Restauratie orgel Ottenburg
  • Kruisweg St-Niklaas Ottenburg 1
  • Kruisweg St-Niklaas Ottenburg 2
    Kunstpatrimonium 3
  • Zuidportaal en zijn beelden
  • Historische doopvont in de OLV-kerk
  • Kapelletjes
  • Kapelletjes 1
  • Kapelletjes 2
  • Kapelletjes 3
  • Kapelletjes 4
  • De Heilige Familie historiek
  • Inhuldiging van O.-L.-Vrouw van den Elzas
  • O.-L.-V. van den Elzas
  • Foto
    Monumenten: Keyhof
  • De kloosterkapel - 1
  • De kloosterkapel - 2
  • De kloosterkapel - 3
  • De kloosterkapel - 4
  • De kloosterkapel - 5
  • De kloosterkapel - 6
  • De kloosterkapel - 7
  • De kloosterkapel - 8
  • De boom van Jesse
  • De kruisweg
    Verdwenen erfgoed 1
  • De Stroobants hoeve
  • Pachthof Sneessens 1
  • Pachthof Sneessens 2
  • Pachthof Van Bruystegem
  • Het Hospice 1
  • Het Hospice 2
  • Het Hospice 3
  • De Mariakring 1
  • De Mariakring 2
  • De Mariakring 3
    Verdwenen erfgoed 2
  • Ter Meeren of Roodhof
  • Het Blauwhof - 1
  • Het Blauwhof - 2
  • Het Blauwhof - 3
  • Het Blauwhof - 4
  • Schuur v papiermolen 1
  • Schuur v papiermolen 2
  • Schoolgebouw Elzasstraat
  • De watermolen van Huldenberg
  • Toponymie - 1
  • Straatnamen & betekenis
  • De Zesdagmaalstraat
  • De Korenheide
  • De Billande
  • De Hasselheide
  • De Elzasstraat
  • De Oliestraat
  • Wolfshaegen
  • Loswegstraat
  • Schaveistraat
    Toponymie - 2
  • De Kausdelle
  • Foto
    Bijnamen in Huldenberg
  • Het Gemeenteplein
  • De KVLV in 1958
    Bijnamen in Loonbeek
  • St-Jansbergsteenweg -1
  • De KVLV Deel 1
  • De KVLV deel 2
  • De KVLV deel 3
    Foto
    Bijnamen in Neerijse (1)
  • Foto
    Bijnamen in Ottenburg (1)
  • Foto
    Bijnamen in St-Agatha-Rode
  • Volkse wijsheden
  • Bamis, kermis in het dorp
  • Antonius met het varken
  • Antonius: weerspreuken gezegden
  • De boogschuttersgilde
  • De kribbe Gemeenteplein
  • De Huldenb. processie 1
  • De Huldenb. processie 2
  • De Huldenb. processie 3
  • De Huldenb. processie 4
  • St.-Rochusommeganck
    Verhalen
  • De Jonkvrouw en de kikkers
  • Voor een mot'cyclet
  • Het verhaal van de instrumenten
  • Den Bluts
  • Cafés en handelszaken
  • Cafés in St.-Agatha-Rode
  • Wolfshaegen: cafés & winkels
  • Winkels in St.-Ag.-Rode
  • Uit het dagboek van een pastoor
  • Liefdesverdriet
  • Den drapeau
  • Monsieur Dupont
  • Vergaderen
  • De broek van Juffrouw Linda
  • Kapsalon
  • Kerstvrede ?
  • Dialoog
  • Huisbezoek
  • Uit het dagboek van Mariette Vandenschrieck
  • Inleiding
  • D1 Mobilisatie 1
  • D2 Mobilisatie 2
  • D3 Oorlog breekt uit
  • D4 Op vlucht
  • D5 Op vlucht
  • D6 Oorlogsjaren
  • D7 Voedsel
  • d8 crash
  • Foto

    Lente: Vergeet-mij-nietje

    Natuur 1
  • Langs de IJse - De lente
  • De smeerwortel
  • De stinkende gouwe
  • Langs de IJse - De zomer
  • De klaproos
  • De moerasspirea
  • Langs de IJse - De herfst
  • Het boerenwormkruid
  • De vlier
  • Natuur 2
  • Het koninginnenkruid
  • De paardebloem
  • Het pijlkruid
  • De grote kattenstaart
  • De mispel
  • De hulst
  • De maretak
  • Het sneeuwklokje
  • De IJse in de winter
  • De merel
    Foto
    Natuur 3
  • De koolmees
  • De pimpelmees
  • De staartmees
  • De kuifmees
  • Het roodborstje
  • De groene specht
  • De zwaluw
  • De mus
  • De egel
  • De kalkoen
    Natuur 4
  • De meikever
  • De distelvlinder
  • Het wilgenroosje
  • De wesp
  • De sleedoorn
  • De klimop
  • De brandnetel
  • De dovenetel
  • Het koolwitje
  • De koninginnepage
    Natuur 5
  • De meerkoet
  • De waterhoen
  • Het fluitenkruid
  • De houtduif
  • De meidoorn
  • Brem
  • De robinia
  • De duizendblad
  • De madonnalelie
  • De vos
    Natuur 6
  • De Japanse kerselaar
  • De Boshyacint
  • De kerkuil
  • Het madeliefje
  • Natuurwandelingen 1
  • Rode Bos
  • Huldenberg: 't middenrif
  • Huldenberg: langs kleine weggetjes
  • Huldenberg: langs nieuwe weggetjes
  • Huldenberg: langs de velden
  • Naar het Westen
  • Bij de buren
  • Op 't dak van Huldenberg
  • Op't dak van Huldenberg2
  • De Kapelletjeswandeling
    Natuurwandelingen 2
  • Loonb.-Neerijse-Loonb.
  • Weg en zo terug thuis
  • Huld.-Terlaenen-Huld.
  • De stoomtram
  • Dichtbij wandelen
  • Huldenberg: bergop bergaf
  • Taal
  • De sjup in de sjeu (1)
  • De sjup in de sjeu (2)
  • Gebouwen
  • Het oud gemeentehuis van St.-Ag.-Rode
  • Het nieuw kasteel van St.-Ag.Rode
  • Allerlei
  • KVLV Loonbeek naar Luik
  • In het Nieuwsblad
  • Pastoor Bertmans, 30 jaar in Huldenberg
  • Huwelijk Graaf Rodolphe
  • Loflied voor F. Sohie
  • Schapen door Huldenberg
  • Schapen verlaten Huldenberg
  • Huwelijksverjaardag platina
  • Sofie Van Binnebeek, Laureate beurs
  • Winter in Huldenberg

    Magische Tomme
    Tulpvormige aarden potten

    Foto
    Langs de IJse
    Herfst

    Kardinaalsmuts
    Haagwinde
    Reuzenpaardenstaart
    Foto
    Foto
    Foto

    Langs de IJse
    Zomer

    - reuzenbalsemien
    - moerasspirea
    - kattenstaart
    - wikke
    - wilgenroosje
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto

    Langs de IJse
    Lente
    - Smeerwortel
    - Look-zonder-look
    - Fluitenkruid
    - Witte dovenetel
    - Hondsdraf
    - Vergeet-mij-nietje

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto

    Nest van koolmees

    Foto
    Foto
    HULDENBERG
    Vroeger en nu
    19-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wolfshaegen: cafés en winkels

    De  cafés en winkels in Wolfshaegen


    1.

    Ø      In ‘de Près’ was het café en winkel.  Maree van de Près was de uitbaatster.

    Ø      Daarna kwamen Julia van de pres of de Rosse (Julia Bruffaerts) en Sjarel van de Près (Charel Vlasselaer). 


    2.

    Ø      Hier woonde Treen Juske. Zij hielt er een café.

    Ø      Haar zoon Lowie va Treen Juske (Louis Ronsmans) was vrijgezel en hield er café en klompenwinkel.


    3.

    Ø      Sjarel van den Bout (Charel Dewit) en Fin Pie Pot (Josephine Vrebosch) baatten een café uit.


    4.

    Ø      Bij Jef van de Koole (Jozef Van Hoegaerden) en Matille Guussens (Mathilde Goossens) was het café en er was ook een bakkerij.


    5.

    Ø      Het café van Den Aven Blok (Warre Verheyden) werd tijdens de oorlog opgeblazen.


    6.

    Ø      Het café van Warke Lei (Edward Dewit) en Marie va Warke Lei, vroedvrouw.


    7.

    Ø      Talle Most (Vital Steenbeek) die getrouwd was met Del Most (Adèle Ronsmans) hielden café.  In het huis was de brouwerij van Rotselaar gevestigd.

    Ø      Nadien werd het huis bewoond door Jules Buffel ook Jules Beton bijgenaamd (Jules Van Vlasselaer) en Maria Verstappen en het café bleef open.


    8.

    Ø      Het staminee van Franje Taal (Frans Bauwens) en Josephine Harzé stond hier.  De voorgevel van dit gebouw werd een paar keer ingereden door (vracht)wagens die hun bocht niet konden nemen.


    9.

    Ø      Bij Den Bekker  was het winkel en café gehouden door Jean Detiège en Irèneke van de winkel. 


    10.

    Ø      Bij Tiske Van Essche (Jean-Baptiste Guns) en Gen van Es (Julienne van Essche) was het café.

    Ø      Het café, waar piano gespeeld werd, bleef bestaan met (Irma Van Essche) Irma Guns en Jules va Turre (Jules Servaes).

     


    11.  In de Stroobantsstraat :

    Ø      het café ‘In de trapkes’.  Luc Arnalsteen et Erika Guns woonden er.  Achteraan vond jaarlijks in een weide Wolfshaegen-kermis plaats.  Een reusachtige tent stond er het hele weekend van Pinksteren.

     

    12.

    Ø      Winkel, café en danszaal.  Flup va Polle (Philippe Debois) en Pauline Mertens waren de uitbaters. 

    Ø      De zoon, Albert va Flup (Albert Debois), bleef er wonen met Maria Debecker.

    Ø      De kleindochter baat er nu de frituur 105 uit (Collaer/Van Linthout)

     

    13

    Ø      Torre va Michieleke (Victor Peeters) en Klementin van ’t winkelke (Clémentine Ronsmans) hielden hier een winkel

    Ø      Het is een apotheek geworden.


     

    Extract uit 'De bijnamen in Neerijse' en 'De bijnamen in Huldenberg' (verschillende straten) op dit blog.
    Jean-Pierre Van Binnebeek 

     


    >> Reageer (0)
    27-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cafés in St.-Agatha-Rode

    Sint-Agatha-Rode

    De cafés

     

    In Sint-Agatha-Rode vonden we in de eerste helft van de twintigste eeuw een dertigtal cafés, staminees en herbergen.  Hieronder vindt u ze per straat.

     

    De Leuvense Baan

    1.

    Ø      Bij ‘Den Aven Blok’.  Het was café en Den Aven Blok (Warre Verheyden) was ook blokmaker, vandaar de bijnaam.  Hij was getrouwd met Leen de Goeivra.

    Ø      Torre Jus (Victor Guns) nam het café over.

    Ø      Daarna vonden we in dezelfde woning Franske Arioen (Frans Marchal) en Tanske van de Brug (Hortense Harzé).  Het was ook café en danszaal.  Hij was tevens kapper en barbier van beroep.

    Ø      Nadien droeg het café de naam ‘bij Kamieleke van de brug’ of ‘In de nieuwe Brug’.  Kamieleke (Camille Marchal) en Marie Berckmans baatten de zaak uit.  Het was het lokaal van de Dijlezonen en de fanfare Nut en Vermaak.

    2.

    Ø      Mareke Kweddel (Marie Loids) had het café ‘Bij Mareke Kweddel’ en een danszaal.  Zij was getrouwd met Bert den Oïl (Bert Hazaert).

    Ø      Vervolgens vonden we er Clè Beuss (Clément Cleremans) en Maree va Kweddel (Madeleine Loidts) die het café overnamen.  

    3.

    Ø      ‘Bij pikkes’ was een café gehouden door Pikkes (Petrus Nijs) en Elisabeth Landeloos.

    Ø      ‘Bij Banus va Pikkes’ was het nadien café en danszaal.  Banus va Pikkes (Urbain Nijs) en zijn echtgenote Roza va Kweddel (Roza Loidts baatten de zaak uit.  De zolder was een verzamelpunt van de leden van de KLJ (Katholieke Landelijke Jeugd).

          Banus komt van Urbanus.

    4. 

    Ø      ‘Bij Jef Wellens’  was het café dat onder de plataan stond.

    Ø      ‘Bij Torreke Baljuw’ was de volgende naam. Torreke Baljuw was getrouwd met Theresia Wellens.

    Ø      ‘Bij de Zwolm’ of ‘Bij Forre’ was het café dat Maan Forre of De Zwolm (Manuel Schroeders) en Fin Forre (Joséphine Van Deuren) uitbaatten.

    Ø      Daarna vonden we er de zoon Jan Forre of Jan van de Zwolm (Jean Schroeders) die getrouwd was met Mans.

    5.

    Ø      ‘Het Estaminet’ was reeds de naam voor de tweede oorlog. Den ave Maïeur (Philippe Van Meerbeek) en zijn echtgenote Marie stonden achter de toog.

    Ø      De zaak werd verkocht en veranderde ook van naam;  het werd ‘Bij de Slinke’.  De Slinke of Milleke van de Slinke (Emiel Verheyden) stond in het café met echtgenote Lisa van de Vlieg (Lisa Loids).  Zij openden tevens een winkel in specerijen en paardenvlees.

    Ø      Vervolgens nam de schoondochter Félicienne van de Slinke (Félicienne Imbrechts) de zaak over.  Het café stond bekend onder de naam ‘Bij Félicienne’.  Zij was getrouwd met Marcel van de Slinke (Marcel Verheyden).

    Ø      Nu is het opnieuw ‘Het Estaminet’ geworden.  Guy Depré, zijn echtgenote Véra en hun zoon Pieter Depré staan vandaag achter de toog.

    6.

    Ø      ‘Bij Rokke en Marianneke’ was een café dat voor wereldoorlog I bestond.  Er was een kegelspel.

    Ø      ‘Bij Bertinneke’ was de zaak van Bertinneke (Bertine Peeters) afkomstig van Wolfshaegen en Wannes (Johan Verhoeven).  Het was café,  danszaal en cinemazaal.

    7.

    Ø      Pie Loet (Pierre Wauters) hielt een café open.

    Ø      ‘Bij Smitske’  werd het nadien, een café en een danszaal.  Smitske (Remy Smits) en zijn echtgenote Trees Moersjo (Thérèse Mouriaux) stonden in het café.  Nadien werd het winkel.

    8.

    Ø      In het huis ‘Bij de Smed’ vonden we een eigenaardige combinatie. Fons De Smed (Alfons Verheyden) was paardensmid en boven de smidse was er een danszaal. 

    Ø      De zoon Dolf De Smet (Adolf Verheyden) volgde de vader op.  Hij was getrouwd met Stinne van de Smed (Stinne Vaneffen) afkomstig van Sint-Joris-Weert.  Het huis zelf was verdeeld in drie ruimtes: vertrekkend van het dorpscentrum was er eerst een winkel in ijzerwaren, in het midden een café en ernaast de smidse waar de paarden terecht konden.  Je kon er ook dansen.

    9.

    Ø      De oudst gekende naam was ‘Bij Janneke Palfenier’.  Alfons Goossens en Maria Julia Caeckelberghs baatten het café uit.

    Ø      In ‘Bij de Prs’ was het café, danszaal en er was ook een kegelbaan.  De eigenaars waren De Prs (Guillaume Harzé) en Maria Nowé.  Hier werden toneelvoorstellingen door de fanfare ‘Nut en Vermaak’ opgevoerd.

    10.

    Ø      ‘Bij Fonske Knop’ (Alfons Thibaut) en Maria Vanhoegaerden was het café.  Fonske Knop was ook groentenboer.

    Ø      Daarna werd het café ‘Bij Angèle en Marcel’ uitgebaat door Angel va Jef va Menneke Moen (Angèle Goossens) en Marcel Clerens.

    Ø      Uiteindelijk kreeg het de naam ‘De Piano’ en het werd gehouden door Wim Steeno.

    11.

    Ø      Vroeger stond hier het café met danszaal ‘Bij Blok’.  Dorre Blok (Victor Verheyden) was de uitbater.  Hij was eerst getrouwd met Joanna Vrebos, in een tweede huwelijk met Lucie Nowé. 

    Ø      Daarna nam Bère Blok (Albert Van Deuren) die inmiddels getrouwd was met Lucie de zaak over.   Nadien kwam zijn tweede echtgenote Bertha van de Kole (Bertha Van Hoegaerden) ook in de zaak.

    12.

    Ø      ‘Bij Talle Batis’ werd uitgebaat door Vital Vanderstraeten en Maria Bombaerts.

    13

    Ø      Bij Stans Knop (Constant Thibaut) was het staminee en winkel.  Zijn echtgenote was Ernestine Hertmans.

    Ø      Daarna werd de zaak gehouden door Marcel Knop (Marcel Thibaut)

    14

    Ø      ‘Bij Broes’ hadden we ook de combinatie café en smidse.  Broes (Van Eyck) was hoefsmid.

    15

    Ø      ‘Bij Frè den Dekker’ was een staminee gehouden door Frè den Dekker (Fréderic Vlasselaer) en Treize Kroen.

    16.

    Ø      ‘Bij Anjke va Klas’ vonden we een café dat gehouden werd door Anjke va Klas (Henri Lamberg) en echtgenote Marie Mertens.  Klas komt van Nicolas.  Er was een kegelbaan en de zanggroep ‘De Jonkheid’ repeteerde er.

    Ø      Daarna nam de jongste dochter Tilleke of Mamy (Mathilde Lamberg) het café over.  Het werd genoemd ‘Bij Tille en Papi’; Papi was haar echtgenoot Emile Landrain.

    17.

    Ø      ‘Bij Joenske’ vonden we een café en een kegelspel.  Joenske (Mozes Wauters) stond achter den toog.


    De Vijverstraat

    1.

    Ø      ‘Bij Pagge’ was een staminee uitgebaat door Pagge en echtgenote Krollemie.

    2.

    Ø      ‘Bij Jommeke’ was een café uitgebaat door Jommeke (Guillaume Michiels) en echtgenote Victorine.

    3.

    Ø      ‘Bij Filip den boes’ (Filip Goossens) zou de oude benaming van een café geweest zijn.

    Ø      We weten wel dat het later ‘Bij Mèrekes’ heette.  Dolf va Mèrekes (Adolf Goossens) was de uitbater.

    Ø      Daarna werd het ‘Bij Margriet van den Ruue’ of ‘Bij Gobbe’ was de naam van het café uitgebaat door Margriet van de Ruue (Marguerite Gillekens) getrouwd met Gobbe (Hubert Weerts). 

    4.        

    Ø      Vervolgens stond het café ‘Bij Tist Boer’ (Jean-Baptiste Van Pee). 

    5.

    Ø      We noteren nog ‘Bij Leen Beret’.

     

                De Veeweide

    1.

    Ø      Het café ‘Bij Jim’ werd gehouden door de ouders van Marie Jim (Marie Steeno).

    2.

    Ø      ‘Bij Riekes Muys’ werd uitgebaat door Riekes Muys (Henri Steeno)

    3.

    Ø      ‘Bij Fien en Fons Poeske’ was een ander café.

    Ø      Daarna veranderde de naam in ‘Bij Jules van de staminee’ of ‘Bij Maree van de stamenee’ en stonden achter den toog Maree van de Stamenei (Marie Schroeders) en Jules van de staminee (Jules Vanderheyden).  Hier vond Veeweide Kermis in een tent plaats.

    Ø      Daarna werd het ‘Bekkerke’ of ‘bij ‘René van den Bekker’ een café gehouden door Bekkerke (René Detiège) en Denees va Kegger (Denise Lagois).

    4.

    Ø      Aan de brug van Florival vonden we een café gehouden door De Graeve (Remy Mathys).

    Ø      Later namen Wannes Berghmans en Marie Vanbever de zaak over.

    Ø      Vé va Marianne Sylvie Mertens) heeft er nadien ook achter den toog gestaan.

     

    De Huldenbergstraat

    1.

    Ø      In ‘het greun dak’ was Fonje Pirre (Alfons Vanpée) getrouwd met Léke Pirre (Léonie Depré) gehuisvest.  In dit huis vonden heel wat activiteiten plaats: een café, een kolenhandel (‘oelenboer’), een meelwinkel

     

    De Oude Waverse baan

    1.

    Ø      In het huis van Anjke van Dookes (Henri Mertens) getrouwd met Treen Breus (Thérèse Van Eyck) was het café.  Er was ook een wip.

    2.

    Ø      ‘Bij Jef Keuster’ was een zaak gehouden door Jef Keuster (Jozef Peeters) en echtgenote Ernestine Vrebosch.

    3.

    Ø      In het begin van de 20ste eeuw was hier een café. 

    Ø      Het was nadien de woning en café van de Flotser (Guillaume Ronsmans) en Zwette Marianne.  

     

    De Hoekstraat

    1

    Ø      Peter Prs (Petrus Harzé) was getrouwd met Catherina Lahaye.  Op de gevel stond de benaming ‘Estaminet’.  

     

    Tekst: Jean-Pierre Van Binnebeek

    Bibliografie:

    - Extract uit ‘De bijnamen in Sint-Agatha-Rode’ (verschillende straten) op dit blog.

    - Sint-Agatha-Rode, dorp aan de Dijle. E.Alens, E. Martens, J. Rosier. 1984


    >> Reageer (0)
    23-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Antwoorden op de quiz-vragen
    Antwoorden op de quiz-vragen.

    1b
    2b
    3c
    4a
    5a
    6a
    7c
    8a
    9a
    10c

    >> Reageer (0)
    21-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De stoomtram

    Den Tram


     (Naar aanleiding van de wandeling van het Davidsfonds van 21 september 2008 - Op het dak van Huldenberg - publiceren we deze tekst)

     

    - “Woe wunde gij ?”

    – “On den tram in Luunbeek”.

     

    Wie Loonbeek in de jaren stilletjes niet gekend heeft, kan zich moeilijk voorstellen dat door dit plattelandsdorp een tram reed.  In de volksmond wordt het toponiem “den tram” nog altijd gebruikt.  Het is de plaats waar de spoorweg over de Sint-Jansbergsteenweg liep en waar de halte stond.

     

    Loonbeek was zodoende verbonden met de hoofdstad en met Leuven want de tramlijn verbond Tienen met Vossem en zo kon je verderreizen naar Brussel of naar Leuven.

     

    Op 16 juni 1902 werd de lijn Tienen – Bevekom geopend.  Het jaar daarop werd het traject Hamme-Mille  - Sint-Joris-Weert in gebruik genomen.  En op 3 april 1905 reed de eerste stoomtram tussen Sint-Joris-Weert en Vossem.  De lijn werd nooit geëlektrificeerd : gedurende meer dan een halve eeuw pufte de stoomtram, bijgenaamd “Zwarte Jean”, door de velden en hij bediende in onze streek de dorpen Neerijse, Loonbeek en Duisburg.   

     

    Het was vanzelfsprekend geen sinecure om in de hoofdstad of in Leuven te geraken.  Vanuit Loonbeek trok Zwarte Jean door de velden.  Aan de hoeven Ter Saert en Raffelberg was er een halte.  Zij werden bediend om de suikerbieten te vervoeren.  Moeizaam ging het de ‘wolfkensberg’ op tot aan de Rootstraat in Duisburg waar het station stond ; de rookkolom nam dan een extreme omvang.  Als er sneeuw lag was de kans groot dat de tram niet verder kon.  De passagiers moesten dan te voet verder. 

     

    Voorbij Duisburg was het bergaf; als de sporen nat waren moest er bijgeremd worden.  De bestuurder liet een bekend “tut-tut-tut”-fluitsignaal horen en enkele passagiers draaiden aan de “serre-frein” om het slippen te vermijden; een verlossend “tuuut”-signaal sloot de operatie af. Het gebeurde soms dat de tram ontspoorde.  Alle passagiers hielpen dan om het rijtuig opnieuw op de sporen te plaatsen.  In Vossem aangekomen moesten de reizigers overstappen op de lijn Vossem – Tervuren tot rechtover het museum waar men dan de stadstram nr. 40 kon nemen tot Brussel-Stad.  Een waar avontuur dus.  Wie naar Leuven wou – de studerende Loonbeekse jeugd was in het geval – kon in Vossem overstappen en zodoende na een lange trip in Leuven geraken.

     

    Iedere morgen rond zes uur stopte de stoomtram in Loonbeek aan het station.  Een vast uur had hij niet.  Als hij maar aankwam, dan waren de mensen tevreden. Van heel ver was hij te horen, een gekend gefluit door de velden in de vallei tussen Neerijse en Loonbeek.  Daar ging hij over het nog altijd bestaande brugje dat de IJse overspant.

     

    In Loonbeek konden de reizigers zich verwarmen bij Adolf Trappeniers, alias Dolf on den tram, die de staminee van de tramhalte uitbaatte, want meestal was het wachten geblazen.  Aan de overkant van de straat stond het café van Victor Trappeniers, bijgenaamd Tor on den tram, ook ‘oellenmarchand’ van beroep, waar de reizigers ook onderdak konden vinden.

     

     

    De stoomtram bestond uit verschillende wagons voor passagiers maar ook goederen konden vervoerd worden.  ’s Morgens was het een hele karwei om een plaatsje te kunnen bemachtigen.  Hij zat eivol vooral Walen uit de streek Bevekom-Hamme Mille die naar hun werk in het Brusselse moesten, waren trouwe gebruikers.  Het gebeurde ook vaak dat er nog alleen plaats was op het platform of op de ‘marche-pied’ (het opstapje). Als je binnen kon, dan wachtte een andere beproeving: een dichte rook had zich in de reisruimte verspreid.  De bestuurder zat bij weer en wind buiten aan het stuur en bij de ‘receveur’ (ontvanger) moest je zijn om te betalen.  Hij deelde biljetten van verschillende kleuren uit ; hij gebruikte daarvoor een dikke potlood met aan het uiteinde een gekleefde gom.  Aan zijn hals hing een lederen versleten schoudertas waarin zijn materiaal opgeborgen zat.  Hij sprong van de ene wagon naar de andere, een gevaarlijke onderneming, om de biljetten uit te delen en het was geen zeldzaamheid  dat men voor Vossem nog niet betaald had.  Veiligheid was in die tijd uit den boze: ongevallen, soms met fatale afloop, waren schering en inslag. 

     

    ’s Avonds na zes uur kwam dit hele volkje terug.  Voorbij Loonbeek stopte de tram in Neerijse aan de tramstatie aan het café Emmerechts, bijgenaamd “A la Salle d’Attente du Vicinal”. 

     

    Overdag reed de stoomtram nog wel eens voorbij, al was het om mensen die in de kliniek (het kasteel) van Neerijse moesten zijn, te vervoeren.

     

    Enkele jaren na de oorlog werd Zwarte Jean vervangen door een mazout-trein.

     

    Op 20 april 1957 kwam er een einde aan dit voorhistorisch vervoermiddel.  Op die dag maakte de stoomtram zijn laatste reis.  De buslijn Hamme Mille – Etterbeek werd in gebruik gesteld en de tramlijn werd verlaten.  En toch zijn na een halve eeuw de laatste sporen nog niet uitgewist.  Op vele plaatsen is het traject van de stoomtram nog altijd te bespeuren.  De staminees hebben evenwel hun bedrijvigheid moeten staken.

     

    En bij de mensen die deze periode goed gekend hebben is “den tram” een begrip gebleven.

     

    Jean-Pierre Van Binnebeek

     

    We danken G. Robeet en J. Decoster voor de verstrekte informatie.

     

    N. Mosselmans. Wandeling door Huldenberg. Op het dak van Huldenberg.

     

    Deze tekst verscheen reeds in het Huldenbergs Heemblad in september 2006.


    >> Reageer (0)
    18-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op 't dak van Huldenberg

    Afstand: ±8 km

    Duur: ± 2 uur

    Vertrek: Instituut Ganspoel


    GANSPOEL

     

    Gelegen op een zeer oude site van Huldenberg.

    Gesticht in 1928 door pater Angelo Van den Bosch - oorlogsblinde.

    Werd tot 1941 beheerd door de zusters van Keyhof en dan overgenomen door de zusters van Sint Vincentius à Paulo uit Dendermonde. Er zijn  nu nog 8 kloosterlingen die niet zichtbaar actief meer zijn in de instelling. Dendermonde heeft zo maar een school. Vormt nu samen (sinds 1980) met Woluwe (KIBG) één onderwijsinrichting.

    Sinds de jaren veertig was het een gemengde tweetalige instelling. Door aankoop van gronden kon het instituut geleidelijk uitbouwen tot wat het is de dag van vandaag.

    In 1950 werd het erkend om 120 blinden of gezichtgestoorden op te nemen.

    Vandaag is het een basisschool, een technische en een secundaire school telkens BO. Daarbij komt nog het verblijf voor de volwassenen en het huis van de zusters.

    De zusters verlieten de instelling in september 2003.

    Er zijn nu 100 leerlingen. in de school.  Ook verblijven er 60 volwassenen en werken er ongeveer 200 mensen. Een dorp op zijn eigen.

    In 1928 werd de eredienst ter ere van Onze Lieve Vrouw der blinden officieel ingesteld. Viering die zijn oorsprong vind te Brugge in 1305. (De Blindekens).




    ‘t HOF TEN BOS

     

    Gelegen op het grondgebied van Huldenberg, nabij Duisburg. Zoals de naam  het zegt, was   de hoeve vroeger omgeven door bossen. Deze hoeve moet zeker in exploitatie geweest zijn in de laat-romeinse tijd. Ze is gelegen op het Duisburgs plateau.

    Tot het midden van de 14de eeuw vindt men geschreven documenten terug. Ze is eigendom geweest van verschillende geslachten tot ze op 27-02-1620 verkocht werd via een stroman aan de abdij van Park. Van dan is men zeer goed ingelicht over deze hoeve.

    In 1789 werd ze als nationaal (zwart) goed verkocht.

    In 1860 kwam ze in het bezit van een Nederlandse familie die de hoeve in 1886 verkocht aan de familie Hayoit de Termicourt. Deze zouden 3 generaties eigenaars blijven.

    In 1890 komt Ferdinand Peeters op het hof. Na hem zijn zoon Jules en diens zoon Alexis volgt hem op. In 1962 kocht Alexis het hof en van dan wordt de eigenaar ook de uitbater.

    Vandaag zijn Josse en Jan de uitbaters. In 1989 werd de boomgaard aangeplant: ongeveer 18000 bomen.(Jonagold en Elstar). Verder verbouwt men graan, aardappelen en suikerbieten.

    De hoeve is gerenoveerd. De witte kalklaag werd verwijderd. De koer (15a.)werd gekasseid. De klok en de waterput (35m. diep) dragen de jaartal 1761.

    In de weide staat nog de bakoven . (brandgevaar)

     

    MENNEKESBRUG 

      

    Op deze plaats kan men tijdens de zomer, bij volle maan de kabouters aan het werk zien.

    Herckenrath heeft in zijn synthese van Huldenberg daarom op de poort van ‘t Hof ten Bos een kabouter geplaatst.

    Hoogstwaarschijnlijk waren de gronden eigendom van de familie Mennekens. Vandaar...

     

    Hier is het echt Brabant  en in de winter (met sneeuw) zuiver Breughel.

     

     

    Door het veld, waar we precies op het eind van de wereld zijn, volgen we de weg. Na ongeveer 1km slaan we naar links in en dalen de Koppendelle af. Langs deze holle weg bereiken we de Ganzemansstraat ( vertrekt in Neerijse.)

    We volgen naar links en komen aan de hoeve

     

    TERSAART

     

    Naar alle waarschijnlijkheid ontstaan op een plaats gewonnen op het bos (Waals: sart = rode)

    in de 12de 13de eeuw. Misschien wel eigendom van de abdij van Corbie, die eigenaar was van de parochie van Neerijse. De oudst gekende eigenaar gaat terug tot de 16de eeuw.

    In 1846 gekocht door graaf Vanderstegen De Schrick en in1911 overgekocht door graaf de Liedekerke

     

    Wat verder staat de hoeve

     

    RAFFELBERG

     

    Gelegen op het grondgebied van Leefdaal.

    Er wordt sinds de 14de eeuw op deze plek geboerd. De boerderij is eigendom geweest van de abdij van Affligem.

    Vandaag is ze eigendom van de familie Lippens die ze in 1936 van de familie Orban kocht. Het goed is ook eigendom geweest van de heren dan Loonbeek.

    Het is een gemengd bedrijf met 60 ha landbouwgrond en 50 koeien: melk- en slachtvee.

    De boerderij ligt in een waardevol landbouwgebied dat ook nitraatgevoelig gemerkt is. Dat brengt mee dat de boer problemen heeft met het mestoverschot. Dus: ... minder dieren kweken.

    Tijdens de storm van 1990 waaide de schuur aan de achterzijde om. Daardoor is het geen vier-kantshoeve meer en heeft men een prachtig zicht op de velden. Wel bouwde men verderop een grote hangar.

    Op het bovenlinteel van de staldeur staat 1789. Franse Revolutie. Men denkt dat toen de hoeve als zwart goed verkocht werd.

    De tramlijn Vossem - Tienen ging onderaan de hoeve door richting Tersaet (waar een oplaadplaats was) zo naar Loonbeek en verder naar Tienen.

     

     

     

    Voorbij deze hoeve nemen we de oude trambedding

     

    TRAMLIJN VOSSEM  - TIENEN

     

    Lijn die door de velden liep en daarom eigenlijk zeer toeristisch was.

    Het was een aftakking van de lijn Brussel -Tervuren - Leuven.

    In Vossem vertrok de lijn naar Tienen via Loonbeek, Neerijse, Sint-Joris-Weert, Hamme-Mille, Hoegaarden, Tienen.

     

    Werd geopend in verschillende trajecten: 16-06-1902: Tienen - Bevekom

                                                                      15-06-1903: Hamme-Mille - Sint-Joris-Weert

                                                                       03-04-1905: Sint-Joris-Weert - Vossem

    Sloot aan op de lijn Brussel -Tervuren (1892) en Tervuren- Leuven(1897).

    De lijn Brussel -Sterrebeek - Vossem -Leuven werd geëlektrificeerd tussen 1930 - 1937

    Vossem -Tienen werd nooit elektrisch uitgebaat.  Zwarte Jean trok puffend en hijgend door de velden;

    De tram verdween: Vossem - Tervuren: 30-06-1954

                                   Hamme-Mille - Vossem : 20-04-1957

                                   Brussel-Vossem-Leuven:19-05-1961

     

    Deze tram bediende ook de hoeven van Tersaet en Raffelberg om de suikerbieten te vervoeren.

    Tussen Loonbeek en Neerijse is er over de IJse nog altijd een brugje te zien.

    Sommige trajecten zijn wandelweg geworden. Andere ... meestal “stoemelings” door de aanpalende eigenaar ingepalmd.

     

    Aan de LEEUW slaan we links in en langs een mooie holle weg bereiken we de VEEWEIDE waar we links nemen.


     LEEUW

     

    Oud-Nederlands voor: heuvel.


    Nr. 113

     

    Gepensioneerde aannemer (+1991) maakte zelf de miniatuursteentjes (beton en kleuren) en bouwde kasteel en windmolen tussen 1966 en 1969. Het kasteel is een kopie van wat in Faulx les Tombes staat.

    Als matrijs gebruikte hij een lucifersdoosje. Daar dat maar eenmaal te gebruiken was , knutselde hij zelf een plank met vormen. Met een speciaal klein truweeltje metste hij de onderdelen en met behulp van vrienden werd het geheel in mekaar gezet. In het kasteel zijn meer dan 22000 steentjes verwerkt .Hij bouwde ook het conciërgehuis maar het voldeed hem niet en het werd afgebroken.

    Elk jaar krijgt men er nog veel bezoek.

     

    VEEWEIDE 

     

    Dit gehucht heette vroeger Nederduisburg. De Veeweide (rechts) bleef het langst bestaan en het gehucht werd VEEWEIDE.


    We keren terug naar het Instituut Ganspoel via de onderste gedeelte van de Veeweide; daarna nemen we de losweg die ons tot onze eindbestemming voert.

    Onze dank gaat uit naar:

    De Zusters van Ganspoel voor de documentatie over het instituut.

    De Familie Peeters voor de documentatie over Hof ten Bos.

    De Familie Desmet voor de info over het Hof Raffelberg.

    Het museum van De Lijn voor de inlichtingen betreffende de tramlijn Vossem-Tienen.

    De weduwe Louis Reniers voor de info over het kasteeltje in de Veeweide.

     

    Norbert Mosselmans


    >> Reageer (0)
    17-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cafés en caféuitbaters (antwoorden)
    Reeks 1

    1D
    2B
    3E
    4C
    5A

    Reeks 2

    1D
    2A
    3B
    4E
    5C

    >> Reageer (0)
    13-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Open Monumentendag School

    Open Monumentendag – 14 september 2008

    Sint-Agatha-Rode

    De site Ter Dijle

     

    Zoals velen nog weten is het oud-gemeentehuis, gebouwd als gemeenteschool voor Sint-Agatha-Rode.  De school bestond uit 2 klaslokalen, een speelkoer met een hele rij buitensanitairen en de woning van de onderwijzer.

     

    Aan weerszijden van de woning was de speelkoer van de straat afgesloten door smeedijzeren poorten en een overdekt koerdeel.

     

    Aan de straatzijde vormde dit een mooie gedetailleerde gevel.  Aan de zijdelingse kopgevel, aan de kant van huidige ingang, was alleen het bovendeel zichtbaar omdat bij de buur een schuur de gevel verstopte.

     

    De bouwplannen van de school dateren van 1898 en zijn opgemaakt door architect Van Dormael.

    Tot voor de fusie was op de gelijkvloerse verdieping een plaats voorbehouden aan het schepencollege en de gemeenteraad van de gemeente Sint-Agatha-Rode.  Het was later stempellokaal; ook het postkantoor was in het gebouw ondergebracht.

     

    Het oud-gemeentehuis bestond uit een centrale gang met aan weerzijden twee ruimtes; dit is een planopbouw die vanaf de kelder tot en met de eerste verdieping terugkomt.

     

    De bouwstijl is een typische baksteenarchitectuur zoals die rond de eeuwwisseling een beetje overal te vinden was.

    Typisch zijn de mooie detaillering van het smeedwerk en het schrijnwerk; het is de moeite waard om op de voorgevel de dakkapel, de kroonlijst, de voordeur en de gevelankers te bekijken.  Typisch zijn eveneens het siermetselwerk in baksteen en blauwe steen.

     

    De recente renovatie had betrekking op volgende punten:     

     

    - School werd feestzaal

    - Deel van de overdekte speelplaats werd verwijderd en het andere deel dichtgebouwd en

    werd post.

    - een echte speelkoer voor allerlei sporten ( de school komt hier).

    - Wanden om de ballen tegen te houden.

    - Toegankelijkheid voor de brandweer of voor extra leveringen bij feesten.

    - Voorgevel gespaard

    - Glasdallenwand geeft in de kelders extra licht en dus voldoende daglicht.

    - Men verlaagde het niveau van de grootste kelder en kwam dan onder de funderingen. Dat is

    niet evident!

    - De lokalen werden met hun plafondlijstwerk behouden.

    - Van gerecupereerde deuren ter plaatse werden vierslagdeuren gemaakt die ingebouwd

    werden.

    - Sanitair bereikbaar van overal.

    - De zoldersfeer werd behouden door het spel van spanten en lichte wanden.

    - De trap werd door de firma Van Kerckhove ( bekend met restauratiewerken) tot op de mm

    herstoken  en afgekleefd met 3 mm dikke tegels.

    Door een beredeneerde restauratie werd de school van 1898 een pareltje in ons dorp. Modern en beantwoordend aan de huidige noden. Maar met respect van de authenticiteit.

    Hoe kwamen we tot scholen?


    Qui a eu cette idée folle
    Un jour, d’inventer l’ école ?

    C’est ce sacré Charlemagne…

     

    We kennen  zeker dit lied. (France Gal)

    Hij richtte de eerste scholen op: abdij- en kloosterscholen

    Bleef eeuwen zo. Wel universiteiten

     

    Onder invloed van de Fransen komt in 1814 de wet op de leerplicht.

    Na 1815 verandering van bezetters en het gaat slabakken.

     

    De wet op lager onderwijs komt er in 1842 (wet Nothomb)

    Elke gemeenten moet een school oprichten of een “vrije” aannemen

     

    1878: Ministerie van Onderwijs opgericht

     

    Van 1879 tot 1914 schoolstrijd.

    Vooral in 1879 ( wet van Humblet)

    “ ongelukswet”: alleen officiële scholen, geen vrije

                               godsdienst buiten de klasuren

                                   diploma van rijksnormaalschool.

     

    1914 ( wet Poulet) tot 12 jaar; pas in 1918 ten uitvoer omwille van de oorlog

    1921: wet Destrée: tot 14 jaar

     

    Na de jaren 50 uitbreiding tot 16 en vervolgens tot 18 jaar

    1953: tot 15; met eind jaren 50 afschaffing van de 4de graad. Deze had geen zin meer ment moest naar de drie lagere middelbare.     

     

    jaren 70 tot 16 jaar

     

    29-06-1983: tot 18 jaar

     

    1955: schoolstrijd: Weg met Collard.

    1958: Schoolpact; Nog altijd in voege. Afspraak tussen de drie trad. partijen; CVP, BSP en PVV


    norbert mosselmans


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Open Monumentendag Kasteel

    Open Monumentendag – 14 september 2008

    Sint-Agatha-Rode

    Het kasteel

     

    Het Oud-Kasteel van Sint-Agatha-Rode.

     

    Op de hoek van de Leuvense Baan staat het ‘Oud kasteel’ van Sint-Agatha-Rode.  De bouwdatum is onbekend.

     

    Op het einde van de 18e eeuw was het landgoed en het kasteel eigendom van Maximilien-Emmanuel d’Overschie, baron van Neerijse; de vader van deze laatste, Jean-Albert d’Overschie had het kasteel in 1760 van Joannes Baptista Saelden gekocht.

    August d’Overschie erfde het eigendom van zijn vader maar inmiddels had Jean-Albert Roberti er in 1783 zijn intrek genomen en hij opende er een notariaat.

     

    Na restauratiewerken in 1788 krijgt het kasteel een U-vorm en een classicistisch uitzicht.  Het gebouw had een binnenkoer met Franse tuinen, paardenstallen en woonst voor het personeel.

     

    Verschillende generaties van de families Roberti (de Winghe) en Malou hebben er verbleven maar het notariaat is in 1831 naar Leuven verhuisd.

     

    De noordelijke vleugel werd in 1862 in een fraaie smaakvolle neo-classicistische stijl bijgebouwd.

     

    In 1909 werd het middenstuk van het kasteel verlaagd om het hogere gelegen nieuwe kasteel een beter zicht te gunnen.

     

    Het wordt bewoond door de heer Jean-Baptiste Malou.

     

    Het nieuwe Kasteel van Sint-Agatha-Rode.

     

    Het nieuwe Kasteel staat in hetzelfde park als het oud-kasteel.  Er is een aparte ingang op de hoek van de Oude Waversebaan en de Potterstraat.

     

    Het kasteel dateert van 1909.  Het staat bovenaan in het park.  Van daaruit geniet men van een uniek uitzicht op de Dijlevallei.

     

    Eclecticisme, een mengeling van verschillende stijlen, was in die periode ‘in’.  De architecten, de gebroeders Piérard uit Charleroi, gingen in dit gebouw eclectisch te werk.  Zij haalden uit verschillende stijlen wat hen het beste leek: de neoclassicistische indeling en de symmetrie van de ruimte,  het mansardedak en de neobarokke ramen.  Zij maakten tevens gebruik van nieuwe materialen, o.a. beton.  

     

    Vanbinnen is er ruimte te koop maar het meubilair dat aangepast is aan de stijl vult op een harmonische wijze de vertrekken die mooi uitgeven op de tuin en de vallei.  Opvallend zijn enkele onderdelen van een neoklassieke lambrisering die volgens de eigenaar afkomstig zijn van de kerk.

     

    Dit gebouw geldt als een mooie getuige van de architectuur uit de eeuwwende en het heeft zijn frisheid van toen bewaard.

     

    Bouwheer was de heer Xavier Malou.  Vandaag is het de woonst van de heer Pierre-Antoine Malou.




    Stamboom Roberti-Malou


    Jean-Albert Roberti
    Joanna De Coster

    Willem Roberti
    A.-M. van Dormael

    Jules Roberti                                          Edouard Wouters
    Zoë de Rijckman de Winghe                    Henriette Roberti

    Maximilien Roberti                                        Xavier Malou                 Paul Malou
    Car. de Troostenbergh                                     Valérie Wouters             Henriette Montens

    Jules Roberti de Winghe                                                         Pierre Malou
                     M.-Th. Gilbert                                                        Marguerite de Vinck

    Charles Roberti de Winghe  Jean-Baptiste Malou  Max. Roberti de Winghe François-X. Malou
                      Colette Malou        Marie-Th. Desclée       Bernadette Malou    Marg. de Pierpont

    Pierre-Antoine Malou


    >> Reageer (0)
    02-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Mus
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Velen onder ons zullen zich zeker al de vraag gesteld hebben: waar zit onze mus?
    De vogel die het meest met de mens verbonden is, zien we bijna niet meer. Sinds de mens zijn huis bouwt is de mus wat betreft zijn voedsel en onderdak van hem afhankelijk.
    Deze slimme vogel kan zich aanpassen aan grote veranderingen in zijn milieu.
    Het diertje is van boven bruingestreept en onderaan vuilwit. Het hoofdje is bedekt met een grijze pet. Dit maakt het onderscheid met de ringmus.
    Zij voeden zich met zaden van allerlei planten.
    Ze waren ook zeer verlekkerd op de paardenvijgen die indertijd in de straten lagen. Want in deze vijgen zaten nog heel wat voorverteerde haverkorrels.
    Van het voorjaar (april) tot de late zomer (augustus) worden drie tot vijf broedsels van drie tot vijf jongen grootgebracht. Daarvoor leggen ze grijswitte eitjes die bespat zijn met donkergrijze en grijsbruine spikkels.
    Het broeden duurt ongeveer veertien dagen en na twee weken vliegen de jongen reeds.
    Grote zangers zijn het niet. Eindeloos herhalen ze van op de dakrand, een hek of goot: tsjilp, tsjilp…
    Waar mensen samen zijn, huppen ze rond en pikken elk kruimeltje dat ze vinden gretig op. Soms maken ze er echt ruzie voor. De meest rappe pikt het dan en vliegt wat verder om het op te smullen.
    Wat ze ook graag doen is in de zomer een stofbad nemen. Maar ook samen een bad nemen in een waterplas is voor hen echt feest.
    We zien inderdaad minder mussen dan vroeger.
    Zij huisden onder dakpannen, richels van gebouwen of holten in muren.
    Door onze sterk geïsoleerde bouwtechniek blijft er voor hen niet veel plaats meer over. Ook de eksters zijn rovers en maken hun nesten in struiken leeg.
    Zijn er in je buurt nog mussen. Geniet er van. Geniet van hun spelen, van hun getsjilp.
    Het zijn geen kleurrijke vogels. Waarom dat is, lees je in het volgend verhaal.


    Waarom het musje huppelt.
    Heeft u zich wel eens afgevraagd waarom de mus zo’n onopvallend klein grijs vogeltje is? En waarom het beestje alleen maar met gestrekte pootjes kan huppelen? Vroeger was het een geliefd, kleurrijk en trippelend vogeltje. Hoe dat zo veranderd is? Dat vertelt deze legende over de kruisiging van Jezus.
    Ooit was het musje een vrolijke kleurrijke verschijning die leefde in Jeruzalem, dicht bij de mensen. De mensen werden blij van het kijken naar de groepjes bont gekleurde zingende mussen. Zo’n 2000 jaar geleden stond het volk samengepakt langs de wegen waar Jezus, met het kruis op zijn schouders, zwoegend de weg naar zijn terechtstelling liep. De doornenkroon pijnigde zijn hoofd en het bloed liep naar beneden. De roodborstjes en de boerenzwaluwen vlogen naar beneden en trokken zoveel mogelijk doornen uit het hoofd om de pijn te verzachten. Maar de mussen pikten die doornen van straat en zetten ze terug, diep in de huid van Jezus. De gelovigen langs de kant van de weg zagen ontzet dat die mussen terugvlogen naar hun dakgoten en Jezus ook nog van bovenaf bespotten met hun gesnater.
    Na de dood van Jezus zijn de mussen voor hun wandaden streng gestraft. De prachtige kleuren werden hen afgenomen; er restte hen slechts bruin en grijs. Hun prachtige liedjes werden beroofd van de mooie klanken en hun pootjes gespalkt, waardoor ze alleen nog hulpeloos kunnen huppelen. Gebleven is echter hun gezellige vrolijkheid. Maar de meeste mensen halen vandaag de dag hun neus op voor dat domme, lelijke vogeltje.
     
    Paarden en mussen waren steeds goede vriendjes.
    Lang geleden leerden we het volgende gedicht. Ook onze ouders leerden het!

    Paardje uw krib is boordevol,

    en mijn buik is leeg en hol.

    Mag ik ook een hapje of twee,

    he, jawel mus eet maar mee.

     

    Pik maar toe zoveel je kunt,

    ’t is u hartelijk gegund.

    Mus was waarlijk in haar schik,

    at zich ’t kleine buikje dik.

    En bedankte voor ’t onthaal,

    ’t vriendelijk paard wel duizend maal.

     

    Paardje kan ik ook voor u iets doen,

    want ik zie u hebt verdriet,

    en het eten smaakt u niet.

     

    Och, sprak ’t paard, er zitten wel

    duizend vliegen op mijn vel.

    ’t Is haast niet om uit te staan,

    zoveel pijn doen zij mijn aan.

     

    Ho! Sprak mus is ’t anders niet,

    ik weet wel raad voor dit verdriet.

    En toen vloog mus over ’t paard zijn kop,

    en hapte al de kwade vliegen op.

    norbert mosselmans 08/2008
    INFO: 
    Vogels:      readers Digest
                www.natuurverhalen.nl
                 foto’s      internet
    Gedicht:  auteur onbekend

     


    >> Reageer (0)
    27-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Koninginnenkruid
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het Koninginnenkruid

    Deze plant wordt ook leverkruid genoemd. Het is een forse plant van de waterkanten, vochtige plekken in het bos, moerassige plaatsen en rietlanden.
    De Latijnse soortnaam cannabium is afgeleid van de naam cannabis vanwege zijn driehoekige bladeren. Cannabis kennen wij al hennep.
    Al is ertussen beide planten niet de minste verwantschap.
    De naam koninginnenkruid komt uit het Duits Kunigundenkraut.
    De roze hoofdjes bevatten 4 à 6 bloemen die alle tweeslachtig en buisvormig zijn. Al die bloempjes vormen samen een schermvormige pluim. Ze verspreiden een weeë geur.
    De plant bloeit van midden in de zomer en wordt druk bezocht door vlinders, bijen, hommels en vliegen. Daardoor is er voortdurend kruisbestuiving.
    Bij ons is het de enige vertegenwoordiger van dit plantengeslacht. In tropisch Amerika zijn er van de 600 soorten heel wat te vinden.
    De wind verspreidt de vruchtjes die ongeveer uitzien als het zaad van de paardebloem. Door het feit dat ze minder snel dalen zullen ze door de wind verder verspreid worden.
    Wie nu langs de IJse wandelt zal de plant zeker herkennen.
    De bloemen en het blad werden gebruikt als laxeermiddel en tegen galaanvallen.
    De wortels dienden om een transpirerend middeltje te brouwen en jicht en reuma te verlichten. Men durfde het ook al eens gebruiken om nierstenen af te drijven. (?) Ook spierpijnen werden met deze plant behandeld.

    norbert mosselmans

    info:
    Rijkdom van de kruiden   Emma Callery
    Wilde planten                   Readers Digest
    Flora van de Lage Landen   Thirion
    Foto                                 Internet
    Verhaal      www.natuurverhalen.nl 

    EEN VERHAAL
     
    In lang vervlogen tijden leefde er een wijze kruidenvrouw en priesteres, wier naam in de vergetelheid is geraakt. Haar kennis van de genezende kruiden was wijd en zijd bekend en velen trokken naar haar huisje voor verlichting van hun kwalen. Haar roem bereikte ook de oren van de Griekse koning Mithridates Eupator, die in die dagen vele oorlogen voerde. Vele soldaten stierven door verwondingen en infecties. De koning gebood de kruidenvrouw zijn gewonde soldaten te genezen. Door haar deskundige, liefdevolle en vooral succesvolle behandeling van de slachtoffers, werd haar naam legendarisch en overschaduwde de naam van de koning. De trotse koning  kon dit niet velen en gebood haar nederigheid. De genezeres moest voortaan verkondigen dat zij haar wijsheid had geleerd van de koning. In alle bescheidenheid zei ze dat de gaven van de kruiden noch van zichzelf noch van de koning afkomstig waren, maar door Moeder Aarde waren geschonken. Zij weigerde de kruidenwijsheid toe te schrijven aan de koning. Hij wierp haar in de kerker en dreigde haar op de brandstapel te laten sterven als ze niet zou toegeven. Hierop wachtte de wijze kruidenvrouw niet, ’s nachts kroop ze uit het raampje van de kerker en viel in de vieze modderige walkant van de slotgracht die het kasteel omringde. De volgende morgen zagen de wachters dat de vrouw was verdwenen, maar voor het kerkerraampje stonden in het smalle modderige randje tegen de kasteelmuur, grote, statige roze bloemen te wuiven in de wind. Deze planten bleken over vele genezende eigenschappen te beschikken, vooral de ontsmettende werking was levensreddend.
     
    Per decreet bepaalde de koning dat deze geneeskrachtige, mooie plant door hem was ontdekt en zijn naam zou dragen: Eupatorium. Hij stuurde vele troubadours het land in met verhalen en liederen over de grote kruidenkennis van de koning die de gewonden en zieken in zijn leger persoonlijk genas.
    En de geschiedenis herhaalde zich in de Middeleeuwen: In het begin van de 11e eeuw leefde koningin Kundigonde in een Duits koninkrijk. Ze leefde in grote luxe en na de dood van haar man trok ze zich terug in een klooster. Ook deze vrouw werd in liederen en verhalen bejubeld omdat ook zij een grote kruidenkenner zou zijn geweest die de wezen en armen in haar koninkrijk persoonlijk verzorgde. In 1200 is zij zelfs heilig verklaard door de Paus. De Eupatorium werd in het Duits naar haar vernoemd: ‘Kunigundekraut’, wat in het Nederlands werd verbasterd tot Koninginnenkruid.

     


    >> Reageer (0)
    09-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Den Bluts

    Den bluts

    15 augustus. Volle zomer. Het is warm! De zon zindert al verschillende dagen aan de hemel.
    Feest in het dorp, want het is kermis.
    De beide muziekmaatschappijen hebben in de kerk de viering opgeluisterd met prachtige muziek. Ze hebben hun beste beentje voorgezet.
    Na de viering volgt de rondgang door het dorp.
    “DE JUISTE NOOT” gaat de ene kant op en “STEEDS IN DE MAAT” de andere kant. Kwestie van niet in mekaars vaarwater te zitten en de muziek tot zijn recht te laten komen. Soms gebeurt het dat ze dezelfde mars spelen en dan klinkt het als een klok door het dorp. Het verhoogt de feestelijkheid.

    Tijdens de rondgang zijn er heel wat cafeetjes te bezoeken.
    Bij de eerste cafés houdt elk zich aan een plat of bruisend water, ook een cola kan er nog door. Na enkele bezoekjes wordt het water toch maar flauw gevonden en stapt men over naar een koele pint bier.
    Gevolg is dat na een tijdje DE JUISTE NOOT en  STEEDS IN DE MAAT niet meer klinken zoals het moet.
    Er blijven nog enkele  gelegenheden te doen en enkele leden van DE JUISTE NOOT  kregen  zin om een grap uit te halen.

    Als slachtoffer kozen ze Kobe.
    Hij bespeelde de bariton . Die kwam nog van zijn grootvader, die mee de maatschappij had opgericht en van vader op zoon was het instrument bij Kobe terecht gekomen. Het is dus al een oud stuk vol blutsen , zelfs het paviljoen had een kleine scheur. Maar voor Kobe had het een emotionele waarde, want het was een familiestuk.

    Men vond er niet beter op dan het instrument te verstoppen in de grosse-caisse van Sjuinke. Die eigenlijk niets vermoedde.
    Toen de maatschappij naar de laatste herberg trok was er grote consternatie want Kobe vond zijn bariton niet.
    Hij was er het hart van in en bleef maar zoeken. De anderen trokken verder en stapten zo goed en zo kwaad als het kon, omwille van de pinten, op de maat van de mars door de straat.

    Sjuinke vond wel dat er wat rammelde in zijn grosse-caisse maar dacht er verder niet over na.
    Het was al rond halftwee toen DE JUISTE NOOT, lichtjes aangeschoten, naar het lokaal trok.
    Onderweg kwamen ze IN DE MAAT tegen waar het al niet veel beter was.
    Maar er was leute aan beide kanten.

    Alleen Kobe was  nuchter genoeg om nog steeds naar zijn bariton te zoeken.
    Toen Sjuinke zijn grosse-caisse afhaakte en neerzette hoorde hij een gerommel in de kas en een doffe slag tegen het vel.
    Wat was dat ?  Het vel werd ontspannen en onder in de kas lag Kobe zijn bariton.
    Kobe vloog Sjuinke naar de keel en riep: “ Gij hèt begot nen bluts in mijn extrement geklopt”
    Sjuinke, die zich van geen kwaad bewust was, antwoordde dat hij van niets wist en dat de bariton reeds zoveel blutsen en putten telde dat niemand kon zeggen dat er eentje bij was.
    Kobe ritste het instrument uit de handen, stak het in de zwarte linnen zak en ging al foeterend op weg naar huis.

    De muzikanten dronken nog een laatste pint.
    Op het plein draaiden de kermismolens en grabbelden de kinderen naar de “floche”.  Er werd geschoten aan het schietkraam.  Wie op de rups zat probeerde  al eens een heimelijk kusje te stelen. Op de botsauto’s toonde men zijn stuurvaardigheid door  behendig uit te wijken of een ander een ferme bots te geven.
    De kermis was begonnen.

    norbert mosselmans  2008


    >> Reageer (0)
    04-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Korenheide

    De Korenheide

    Gemeente: Loonbeek
    Lengte:704m

    Wie de Korenheide opwandelt of gemakkelijker afdaalt kan zich misschien de vraag stellen waarom die weg schuin wegloopt en niet recht de helling afdaalt.
    Die verklaring geven we straks.
    Korenheide! Vanwaar die naam?
    Heide hebben we daarstraks al gekregen: een onbebouwd stuk grond. In de meeste gevallen zandig en begroeid met heidekruid.
    Koren: wordt nog al eens algemeen gebruikt voor graangewassen. In feite gaat het om rogge.

                                                                      

    Rogge is een graangewas (secale cereale) dat uit Centraal-Azië komt. Het groeide er onkruid tussen tarwe en gerst. Het werd door de Nomadenstammen meegebracht naar Europa . Hier werd het pas sinds 400 voor Christus verbouwd. Dus veel later dan tarwe en gerst.
    Rogge groeit goed op schrale arme grond. Heide grond was dus uitstekend. Het werd vooral in Noord-Europa verbouwd door arme boeren.
    Het is een graangewas met weinig gluten en dat maakt het niet ideaal om luchtig brood mee te bakken.Men gebruikt ook zuurdesem en het is dus behoorlijk compact. Doet men er tarwemeel (gluten) bij dan kan men luchtiger brood bakken. Bakt men brood van volkorenmeel (rogge) dan heeft men zwart brood.
    In Duitsland nog altijd te koop. Denk maar aan Pompernikkelbrood.
    Het was het brood van de gewone man. Witbrood was voor de rijken. De gewone man at wit brood bij speciale feesten. Denk maar aan de wittebroodsweken.
    Koren komt nu van het Latijn granum dat korrel betekent. Vandaar naar koren is maar een stapje.
    Rogge is ook voor wat anders bekend. Is het een vochtig groeiseizoen dan is het zeer vlug onderhevig aan schimmel: het moederkoren.

    Zoals je ziet nestelt de zwam zich tussen de andere graankorrels. Wordt nu dat graan mee gemalen en daarna verbruikt dan veroorzaakt het hallucinaties., koudvuur, zwangerschapsonderbrekingen en zelfs de dood.
    Het is nu deze zwam die aan de basis ligt van LSD. Door onderzoek kwam men op die stof uit. Met alle gevolgen van dien.
    Vooral in de Middeleeuwen kwam het veel voor (11de tot 16de eeuw) Men noemde het toen Sint-Antoniusvuur.

    Maar rogge was ook voor zijn stro zeer interessant.
    Het geeft ons een stro van ongeveer 2 meter lengte. Dat daarbij nog sterk en toch soepel is. Het was dus een ideale dakbedekking.
    vandaag nog wordt er in De Kempen rogge gezaaid voor het stro, dat dan zal dienen om restauraties uit te voeren aan de daken van de oude hoeven in Bokrijk ..   

    De daken die indertijd op de villa’s gelegd werden zijn rieten daken

    Keren we nu terug naar onze weg die dus schuin op de helling ligt

    De mens die de helling moest beklimmen om naar zijn velden (kouters) of graasplaatsen te gaan had al vlug door dat schuin de helling optrekken wel wat langer duurde maar dat het niet zo vermoeiend was. Vandaar dus.
    Komt daarbij dat wanneer je met een geladen wagen recht af rijdt de snelheid te groot werd en dus gevaarlijk. Schuin af had men de zaak  beter onder controle.
    Vandaar dus dat onze huidige Korenheide schuinweg loopt en dat ze haar naam te danken heeft aan de heidegrond en het gewas dat er groeide: koren in casu rogge.

    Na de oogst kon de boer malen en was zijn zwart broodje gebakken.




    >> Reageer (0)
    29-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Grote Kattenstaart
    De Grote Kattenstaart



    Wie nu het IJseweggetje afwandelt of langs vochtige paden trekt ontmoet ze zeker.

    Deze plant met purperrode bloemen houdt ervan om met zijn voeten in vochtige aarde te staan.

    De stengel is vierkantig, behaard en stevig rechtopstaand. Hij wordt bekroond door  schijnkransen van 6 bloemen die in de oksels staan van de steunblaadjes. Al die schijnkransen vormen samen een aar.

    Deze bloemen bloeien van juni tot september.

    Op het eerste zich lijken alle bloemen op elkaar. Maar bij nader toezien ontdekken we dat er tussen diverse planten verschillen bestaan in de plaatsing van de mannelijke en de vrouwelijke  organen: meeldraden (♂) stampers (♀). De stampers kunnen boven de kelkbuis uitsteken, even hoog zijn als de punten van de kelkbladen of in de kelkbuis verscholen zitten. Ook de meeldraden kinnen verschillen van lengte

    Dit is weer een trucje van de natuur.

    De tong van een bij die nectar haalt  bij  het ene type van bloem wordt op die manier op twee plaatsen  met stuifmeel bestoven. Dit komt dan juist op de stempel terecht wanneer ze een bloem van het andere type bezoekt. Zo voorkomt de natuur zelfbestuiving en bevordert kruisbestuiving. Deze vorm van bestuiving verhindert zo inteelt.

    Het zaad is een lichtkiemer. Dat wil zeggen dat ze niet onder de grond mogen verdwijnen maar dat bovenop in volle licht kiemen. Het met wel altijd vochtig zijn.

    De wetenschappelijke soortnaam salicaria is afgeleid van salix  (wilg) omdat de bladeren de vorm hebben van een wilgenblad.

    Vroeger werd het blad als bloedstelpend middel gebruikt. Ook maag - en darmontstekingen werden er me behandeld.

    Salix ligt aan de oorsprong van aspirine.  Vandaar!

     

    norbert mosselman 07/2008

     

    INFO:

    Wilde planten                                      Readers Digest

    Elseviers bloemengids                        Elsevier

    Dieren en planten voor onderweg     Tirion

    Flora van de lage landen                     Jan Marijnissen


     
     

    OPGELET!

    Wij kennen allemaal de sierbloem die in onze tuinen groeit en door iedereen kattenstaart genoemd wordt.  Deze veelkleurige cultivar heeft niets met onze grote kattenstaart te maken.


    Deze bloemen behoren tot de familie van de VLINDERBLOEMIGEN (papilionaceae).  Tot deze familie behoren ook erwt, boon, brem, klaver,wikke …

    Onze grote kattenstaart is van de familie van de KATTENSTAARTFAMILIE en kent bij ons slechts twee vertegenwoordigers.

     



    >> Reageer (0)
    19-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het pijlkruid

    Het pijlkruid

    Tijdens de wandeling door de Doode Beemden ontdekten we een minder voorkomend plantje: het pijlkruid.


    Men kan er niet naast kijken want het ziet er echt uit als een pijl. Vandaar zijn naam. Ook de officiële naam: sagittaria sagittifolia verwijst naar de pijlvormige bladeren.

    Het groeit op minerale grond, maar staat het liefst met zijn voeten in het water dat niet te snel mag stromen en dat zoet, kalkrijk en sulfaatarm is. ’t Is dus wel een kieskeurig plantje.


    Door het gebruik van vele scheikundige producten is er nog weinig water dat aan die vereisten voldoet en vandaar de achteruitgang van het pijlkruid.

    Ook houdt de plant niet van veel organisch materiaal in zijn buurt.

    Het pijlkruid is meerjarig en eenhuizig en eenslachtig.


    De bloemen groeien in een tros en zijn wit of paars, violet, purper of lila. Er zijn meer dan 20 meeldraden maar ook meer dan 20 stijlen die elk één stempel hebben. De vrucht is een nootje.


    In de kathedraal van Reims is het pijlkruid in de muren gebeeldhouwd.

    Het waarom is nog niet gekend.


    norbert mosselmans 

                                                      

    info: flora van de lage landen   






    >> Reageer (0)
    12-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De zwaluw

    De boerenzwaluw

    Ik heb een boerenzwaluw gezien, dus is het lente. Helemaal waar is dat niet. De eerste “zwolmen” zie je reeds eind maart. De grote massa verlaat zijn overwinteringgebeid in zuidelijk Afrika om hier aan te komen in  april mei.
    Ze keren steeds terug naar het gebied waar ze vorig jaar hebben gebroed.
     
    Van voor zonsopgang is hun aangenaam gekwetter te horen dat hij zowel in de vlucht als zittend op een tak ten gehore brengt.
    Boerenzwaluw is zijn naam. Hij nestelt in de stallen waar men twee of drie nesten vindt, hangend aan de muur en dicht tegen de zoldering. We kennen de nesten gebouwd uit modder en stro en daaronder een verzameling van uitwerpselen. Want wie doet er nu in eigen huis?
    Zij zijn een zegen voor de boer want de vliegen die in de stal rondzweven zijn voor deze snelle vlieger  een geliefkoosd hapje.
    In het nest liggen drie tot zes eitjes: glanzend wit met een rozebruine of lichtgrijze spikkeling. Moeder broedt maar beide ouders verzorgen de jongen.

    Zelfs al vliegend kunnen de jongen gevoerd worden.
    Voor velen is de boerenzwaluw een weerprofeet: vliegt hij hoog door de lucht is en blijft het mooi weer. Vliegt hij laag is het slecht weer. ’t Is nog waar ook. Bij mooi weer vliegt zijn voedsel, de insecten, hoog in de lucht, Bij minder goed weer is de boerenzwaluw verplicht om over de grond te scheren om zijn voedsel te vangen.

    De zwaluw komt zelden aan de grond. Behalve om nestmateriaal te verzamelen.
    Bij het vliegen veranderen ze gedurig van richting. Zelfs drinken doen ze al scherend over het wateroppervlak.
    Bij het begin van de herfst, juist voor de grote trek verzamelen ze met honderden vogels op telefoon en elektriciteitsdraden.
    Het is een blauwachtige-zwarte vogel. Met een lange gevorkte staart en een roodbruine keel. Op de staart vind je witte vlekken.
    Door het verdwijnen van de hoeve of het veranderen van functie (geen dieren meer) is het habitat van deze sierlijk vogels drastisch verkleind en vinden we ze terug onder bruggen of zelfs onder de goot van het huis.

    -------------------------------------------------------------


    Er was eens een alcoholist die de hele dag in het café zat, terwijl zijn zachtaardige vrouw thuis van 's morgens vroeg tot 's avonds laat gebogen over de naaimachine een karig inkomen bij elkaar naaide. Buren schoten haar vaak te hulp in haar povere bestaan.

    Op een dag kwam de man weer dronken thuis en hij was razend omdat zijn vrouw het eten niet snel op tafel bracht. Hij sloeg het meubilair kort en klein en daarna richtte zijn woede zich op zijn vrouw. Zij zakte in elkaar, maar toen de man haar verder wilde schoppen, schoten de goden de vrouw te hulp.

    Door een gedaanteverandering werd de vrouw uit haar lijden verlost. Ze veranderde in een ranke vogel en vloog naar een balk in de zoldering van de kamer en kon zo ontsnappen aan de slagen van de dronkaard.

    Hierdoor raakte hij nog meer buiten zinnen en wierp een mes naar de vogel boven in de kamer. Ze probeerde het mes te ontwijken, maar het raakte de veren van haar staart. Om de volgende aanval te ontlopen trok ze zich los waardoor haar staart in tweeën scheurde, ze vloog weg door een open raampje en ontsnapte hoog in de lucht. Daar vliegt ze tot op de dag van vandaag en nog immer met een gespleten staart, als symbool van haar vrijheid. Ondanks alle ellende die ze meemaakte is ze gehecht aan de hard werkende mensen, want ze leeft vooral bij boerderijen en nestelt in de stallen. Nog altijd is ze heel ijverig en vangt de insecten die de dieren en de mensen op de boerderijen lastig vallen. Daarom is iedere boer trots op zijn zwaluwen en zorgt hij liefdevol voor goede broedplaatsen. Boeren weten het zeker: broedende boerenzwaluwen in de boerderij brengen geluk.

    norbert mosselmans

    info
    vogels van midden-  en west-europa    readers digest
    dierenverhalen nl         internet     

    -------------------------------------------------------------------------

    Foto 1  Onuitgegeven foto.  Deze zwaluw vliegt nu in volle vrijheid.
    (Uit het archief van Jean-Pierre Van Binnebeek)

    Foto 2  foto uit het archief van Jean-Pierre Van Binnebeek

    Foto 3 De gespleten lange staart van de boerenzwaluw (foto Internet)
    Hoe langer de staart van een mannetje, hoe populairder hij is bij de vrouwtjes. Boerenzwaluwen leven op het rustige platteland bij boerderijen waar veel insecten voorkomen. Ze broeden in schuren, onder afdakjes en bruggetjes en brengen 2 nesten groot. In één zomerseizoen verschalkt een zwaluwgezinnetje wel een miljoen, vooral grotere insecten. De boerenzwaluw vliegt vrolijk duikelend en kwetterend in ons land van half april  tot eind september en overwintert in midden en west Afrika, zo'n 8.000 km ver van hier.

                                








    >> Reageer (0)
    09-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het verhaal van de instrumenten

    Het verhaal van de instrumenten.

     

    Reeds jaren zaten ze samen in het repetitielokaal . Tweemaal in de week  kwamen ze er als echte vrienden samen om onder leiding van het dirigeerstokje samen te musiceren.

    Ook nu zaten ze weer samen om te oefenen voor de opvoering van een prachtig muziekstuk.

    Over een paar dagen was het de grote dag en zouden ze voor vele mensen een groot concert geven.. Het was dus oefenen geblazen.

    Toen gebeurde er iets ergs. Het was reeds de voorlaatste repetitie voor het concert.

     

     

    De dwarsfluiten die op de eerste rij zitten dachten: ‘Wij zijn eigenlijk heel bijzonder… Wij zijn de enige fluiten die dwars liggen  en we glimmen veel mooier dan de anderen.’  Zij hadden er geen zin meer in en wilden solo gaan.

     

     

    De klarinetten die achter hen zitten vonden, dat zij met hun zwarte ebbenhouten lichaam en de vele zilveren klepjes, de meest zingende stem hadden. Zij wilden zich beter laten horen en dat kon door solo te gaan.

     

     

    De sax, die zich het meest mysterieus instrument voelde, vond dat ook hij maar weinig gehoord werd en zou liever de solotoer opgaan.

     

     

    De trompetten, hoorns en schuiftrombones, wilden echt dat ze gehoord werden en weigerden nog mee te spelen.

     

     

    De tuba’s, baritons, de contrabassen vonden dat zij met hun zware en diepe stemmen toch wat meer konden en daarbij vonden de bassen dat zij de grootste instrumenten zijn.

     

     

    Het slagwerk dat helemaal achteraan staat, voelde zich erg benepen op de laatste rij en wilde eens laten horen wat het is te roffelen alsof het dondert. Zij wilden laten horen dat zij onmisbaar zijn om het juist ritme aan te geven. Ook zij legden de stokken neer.

     

     

    Zo te zien wilden alle instrumenten hun eigen ding doen. Maar toch moesten ze oefenen voor het grote concert.  Ze speelden maar het klonk niet samen en het was de grootste kakofonie die je maar kon bedenken.

     

     

    Toen het dirigeerstokje dit hoorde, sloeg het af en zei:

     

    - ‘We stoppen ermee. Het concert gaat niet door. Jullie zijn allemaal ziek.’

    - ‘Ziek ?’ Vroegen de instrumenten zich af. ‘Hoezo ?’

    Dirigeerstokje antwoordde:

    - ‘Jullie hebben de ALLEEN-ZIEKTE of zoals sommige dokters het noemen: SOLISME. Dat is een ziekte waardoor je niet meer wilt samen spelen met anderen. Dan heb je geen concert meer.’

     

     

    ‘Oei’, dachten de dwarsfluiten, ‘wij hebben zo naar dat concert toegeleefd

    De klarinetten dachten bij zichzelf: ‘We hebben er al zo hard voor gewerkt

    De saxen vonden dat ze al veel plezier hadden gemaakt met de andere instrumenten.

    De kopers  vonden dat het toch zo slecht niet was als ze samen speelden.

    De grootste en zwaarst klinkende instrumenten vonden dat ze maar best terug samen gingen spelen.

    De percutie vond dat hun slagen het geheel wel vulling gaven.

     

     

    Dirigeerstokje vroeg: ‘Wat denken jullie ervan ?  Jullie krijgen nog één kans.  Ik hoop dat jullie genezen zijn. Doe jullie best, samen lukt het zeker.’

     

    Dirigeerstokje telde tot  vier en door de ruimte klonk de heerlijkste muziek  Het hele orkest had het begrepen en was klaar voor het grote concert.

     

     

    norbert mosselmans

     


    >> Reageer (0)
    01-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onuitgegeven foto's uit de lucht

                                             Onuitgegeven foto's uit de lucht

    Hieronder vindt u foto's getrokken door Hans Trappeniers vanop de spitstoren van de O.-L.-Vrouwekerk.

    U ziet vervolgens:
    1. de de Peuthystraat en het Kasteelpark
    2. de Elzasstraat
    3. de Rattenberg (Gilisstraat)








    >> Reageer (0)
    19-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De broek van Juffrouw Linda

    DE BROEK VAN JUFFROUW LINDA

     

    Juffrouw Linda is een franke.  Ef-fen-af een franke!  Niet met de kleuters, want heel het klasje is dol op haar.  Maar... met de rest!

     

    Onlangs kwam ze de school binnengestoten met een jeansbroek aan! En ze weet verdomd goed dat het reglement van de Sint-Teresiaschool klassieke dameskledij vraagt van de vrouwelijke leerkrachten.  Geen lange broeken, geen broekpakken, zéker geen jeans.  Maar Juffrouw Linda probeert eens.  We zullen wel zien, denkt ze.

     

    De directie verwijst juffrouw Linda vriendelijk - maar beslist - naar punt zes van het schoolreglement : “de kledij van het personeel”.

     

    “Juffrouw Linda kan toch lezen, zeker?”

     

    Volgens juffrouw Linda is artikel zes grondig verouderd en een overblijfsel van de muffe pensionaatsmentaliteit: witte kousen, zwarte schorten, bruin uniform, enz.  De directie geeft ruimdenkend toe : inderdaad, die tijd is voorbij.  Niettemin staat de directeur erop dat artikel zes opgevolgd wordt. Door iedereen. Ook door juffrouw Linda. “Begrepen?”

     

    Maar... juffrouw Linda is en blijft een franke.  Ze laat zich niet doen.  Ze belt naar vriendin Sonja.  Die zit in de ouderraad.  Vriendin Sonia zet de broek van juffrouw Linda op de agenda van de eerstkomende ouderraad.

     

    Het ouderraad is verdeeld, verward : sommigen zijn de mening toegedaan dat de directie geen zaken heeft met deze “persoonsgebonden materie”; anderen verwijzen naar gelijkaardige voorschriften in sommige winkels, bedrijven en openbare instellingen die ook uniforme kleding eisen van het personeel.  De ouderraad blijft onbeslist en wendt zich - besluiteloos - naar de voorzitter van de inrichtende macht: mijnheer pastoor.

     

    Mijnheer pastoor evenwel beslist niet alleen maar met heel de raad van beheer.  Daarheen dus met de broek van juffrouw Linda.  Zo komt het veelbesproken kledingstuk terecht in de beheerraad van de Sint-Teresiaschool.  De degelijke beheerraad.  De deftige beheerraad.  Een raad immers, van heren.  Die heren hebben al veel problemen opgelost, maar zo'n probleem ? Nog nooit ! Voor het eerst in zijn geschiedenis weet de beheerraad geen raad.  Zo wordt de broek van juffrouw Linda teruggespeeld naar de directie.

     

    De directie legt de broek van juffrouw Linda voor aan de inspectie. Maar de   inspectie beweegt zich op louter pedagogisch vlak. Op die manier komt het dossier vliegensvlug terug bij de directie.

     

    De broek van juffrouw Linda heeft al veel stof doen opwaaien.  Ja, juffrouw Linda is een franke! Ze glundert als ze het spel afziet.  Ze neemt contact op met een vakbond.  Maar... die verdedigt uitsluitend beroepsbelangen.  Voor het overige raadt de vakbond haar aan voorzichtig te zijn.  Want juffrouw Linda is nog niet vast benoemd...

     

    De directie heeft het inmiddels warm gekregen met de broek van juffrouw Linda.  De directie overweegt - radeloos - de grote middelen.  De directie overweegt de broek van juffrouw Linda in de Guimardstraat op tafel te leggen, bij het interdiocesaan secretariaat.  Een zaak voor Brussel.  Het wordt een nationale aangelegenheid.

     

    Maar ook een lokale! Heel de parochie weet van de broek van juffrouw Linda.  De roddelmachine draait op volle toeren.  Hoogtijdagen voor de dorpslameren ! Deining alom. Dat kledingstuk lijkt wel gemaakt uit springstof !

     

    Uiteindelijk neemt geen enkele officiële instantie stelling in de zaak.  Het wordt een duel op leven en dood tussen juffrouw Linda en de directie.  En vermits eerstgenoemde haar boterham verdient in de school, en hoopt die nog vele, vele jaren daar te verdienen, moet zij de duimen leggen.  De directie wint.  Uit met de broek !

     

    “Ziet ge nu”, zegt juffrouw Linda tegen vriendin Sonia, “wie in de Sint-Teresiaschool EIGENLIJK de broek draagt ?”

     

    Want juffrouw Linda is een franke.  Ef-fen-af een franke!

     

    Jaak Bertmans


    >> Reageer (0)
    08-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Paardebloem

    De Paardebloem
     

    ’t Is lente! Met miljoenen  schitteren de gouden bloemen van de paardebloem overal. Prachtig om zien. Nochtans wordt het aanzien als één van de lastigste onkruiden die er zijn. De bloemen openen zich in volle zon en sluiten bij donker of vochtig weer..

    De goudgele samengestelde bloem staat op een bladerloze holle stengel die uit het midden van het bladrozet opschiet. Breekt men deze stengel, dan komt er een bitter wit sap uit dat donker wordt aan de lucht en bij sommige mensen een lichte huidallergie veroorzaken.

    De bladeren zijn driehoekig en getand. Daarom dat men ook van leeuwentand spreekt.  Wie konijnen kweekt weet zeer goed dat die diertjes verzot zijn op deze sappige planten.

    Men noemt het ook paardebloem omdat paarden er verzot op zijn.

    Ondergronds heeft de plant een knobbelige vertakte wortelstok. Daar zit nu het geheim van de plant. Blijft er ook maar één stukje in de grond zitten dan is dat de oorsprong van nieuwe planten.

    Reeds eeuwen heeft de paardebloem haar plaats in de volksgeneeskunde. We noemen ze niet voor niets pissebloem. Ze is waterafdrijvend en laxerend.

    Ook in de keuken kent men ze als molsla. Men laat de bladeren afgedekt voor licht verder groeien maar die maken geen bladgroen aan. Het is een vorm van witloof; Deze Belgische groente is overigens van dezelfde familie.

    Eens de bloem uitgebloeid, krijgen we de  kenmerkende pluizebol. Wie van ons plukte hem niet om dan met een straffe  en gerichte blaas alle zaadjes in één keer te verwijderen.  Dat lukt niet altijd. Het aantal keren dat men moest blazen duidt aan hoe laat (?) het is.

    De zaadjes , er zijn er duizenden op een bloem, worden door de wind meegedragen en door hun parachuutje drijven ze eindeloos ver. Dat is de reden waarom er ontelbare paardebloemen in de natuur staan.Het is alsof ze met hun gouden bloempjes ons uitlachen om te zeggen: er is aan ons niets te doen.

     

    Volksnamen:beddepisser, hondsalade, kruidkoek, konijnebladen, leeuwetand, molsla, pisbloem, wilde suikerij (wilde cichorei)

    norbert mosselmans

     

    INFO:

    Wilde planten                                 readers digest

    Veldbloemen                                  KBC

    Foto’s                                             Internet






    >> Reageer (0)
    07-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vlek
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    145 jaar Familie Vlek


    Foto (uit archief van de familie Veiller)
    Rik de Pottefeir (Henri Veiller - 1866-1957) en echtgenote Angelina Gilis (1863- 1935)



     

    Landbouwers buiten beschouwing gelaten, zijn er niet al teveel families die een eeuw lang een zelfde beroep uitoefenen.  Zij het dan ook met de nodige aanpassingen aan de eisen van de tijd.

    Dat de familie Vlek er hier en in de omstreken  al 145 jaar voor zorgt dat water doet wat men er van verlangt, mag dan ook even in het licht gezet worden.

    Ingewikkeld? Graag wat meer uitleg? Lees gewoon verder.

    Op 5 mei 1863 stapte de drieëntwintigjarige Catharina, de dochter van Johannes Devolder en Maria-Anna Smets in het huwelijk met Auguste Veiller. Johannes Devolder was radmaker en hield er samen met zijn echtgenote nog een herberg op na.De mensen moesten toch iets doen om hun half dozijn dochters werk te geven.

    Auguste Veiller was een Waal, geboren in Frasnes (Henegouwen) en hij had het nogal moeilijk om Huldenbergs te spreken.

    Gelukkig was hij een kleine zelfstandige en paste hij zich aan. Wat hij als grote ondernemer  zou gedaan hebben, laten wij aan de verbeelding van de lezer over.

    Auguste Veiller was een ketelmaker en als dusdanig al een hele tijd in de streek aan het werk.

    Hij was op logies in de herberg Devolder en werd er verliefd op de dochter. Dingen die gebeuren.

    Zij besloten wel na korte tijd te trouwen, maar de nodige papieren bleven wat lang weg. Ook niets nieuw!

    Eindelijk was het zover. Het jonge paar kocht een huis met estaminet en ijzerwinkel op het Gemeenteplein. August installeerde er zijn werkhuis.

    Hier past wel een woordje uitleg over het beroep van Auguste.

    Ketels voor huishoudelijk gebruik worden nu niet meer  hersteld.  Op het rechtstreekse vuur komen ze niet meer, wat natuurlijk minder sleet met zich mee brengt. Maar zij zijn  door het gebruik van ondermeer inox (staal) nu ook veel sterker en goedkoper , zodat herstellen niet meer lonend zijn.

    Herstelde hij dus ketels meestal door er een nieuwe bodem in te zetten, of zoals men hier zegt:” een nieuw gat”. Hij deed hij het met metaal volgens het gebruik dat men van de ketel eiste.

    Kleine gaatjes in blikken kruiken werden gewoon gedicht met de soldeerbout.

    Maar er was nog meer.

    Tegen de kermis werden vorken en lepels vertind. Kermissoep eten met een verroeste lepel ging toch niet.

    Auguste monteerde en herstelde pompen, maakte dakgoten en hing ze op.

    In Huldenberg was er echter niet genoeg werk en dus trok hij naar de naburige gemeenten. Daar kondigde hij zijn aanwezigheid aan met de roep: “Pas de pot à faire!”. In een mum van tijd werd die roep verbasterd tot “Pottefer” en was de naam gegeven.

    Er zijn wel bijnamen waarvan de oorsprong lastiger op te sporen zijn.

    Twee zonen van Auguste: Joseph en Hendrik volgden hun vader op en zetten zijn werk verder.

    Maar ofschoon de twee broers hetzelfde werk deden werd de ene ( Joseph) Vlek genoemd, de andere (Rik) werd Rik de Potteffer. Het waarom zal wel een eeuwig raadsel blijven. Maar het heeft tenslotte niet het minste belang.

    Op hun beurt namen zowel Vlek als Rik hun zonen  op in de stiel.

    Maar beiden zagen  de stiel ook evolueren een stuurden hun opvolgers dan naar andere meesters. Zo trokken  Heinke (Henri) en Joseph naar Brussel waar op dat ogenblik aan een geweldig tempo gebouwd werd. Hier was veel werk voor lood - en zinkbewerkers en voor mensen die gasleidingen konden installeren.

    De oorlog 14-18 wijzigde wel enigszins de plannen van de vaders.

    Jef  van  Rik werden zwaar gekwetst en moest noodgedwongen de stiel opgeven. Hij werd herschoold tot schoenmaker. Ook Heinke gaf het op. Hij ging na de oorlog terug naar het leger als plaatslager bij de luchtmacht.

    Twee zonen van Vlek, Fons en Jan, werkten een tijd bij een meester-loodgieter in Kortenberg.

    Ook hier was veel werk voor vaklieden. In de streek zelf werd veel gebouwd en Kortenberg ligt nu éénmaal tussen Brussel en Leuven.

    Toen Vlek (Joseph Guilielmus Veiller) overleed in 1925, waren zijn drie zonen Jan, Alfons en Paul klaar om de zaak in handen te nemen. Zij deden dat met inzet en overtuiging.

    Na zijn huwelijk trok Paul (Leopold) naar Overijse. Hij kocht er een woning naast het kerkhof. Bij het begin van de oorlog 40-45 gaf hij de loodgieterij op om geleidelijk over te schakelen naar begrafenisondernemer. Hoe kwam dat?

    Begrafenisondernemer was een nieuw beroep in de streek.

    De meesten waren mensen die op één of andere manier al met begrafenissen  te doen hadden. Schrijnwerkers om de kisten te maken of zinkbewerkers die voor de zinken kisten ingezet werden.

    Jan en Alfons werkten intussen in Huldenberg verder. Laatstgenoemde alleen na het overlijden van zijn broer Jan in 1935.

    René Vlek, de zoon van Henri, ging op stiel bij nonkel Paul rond 1936.

    Kort daarop kwam het “stadswater” in Overijse. Werk in overvloed.

    Toen nonkel Paul overschakelde naar de begrafenissen begon René voor eigen rekening in Huldenberg. In feite volgde hij zijn nonkel Fons op.

    René Vlek werkte lang en de vrees nam toe dat hij geen opvolger meer zou krijgen.

    Maar onverwacht begon zijn “kleinzoon” Danny met loodgieterij.

    Maar de tijden zijn veranderd. Loodgieters staan nu dichter bij elektriciteit. Zink werd opgegeven en is nu de taak van de dakwerkers. Ook lood krijgt het lastig met de  zware concurrentie van koper en kunststoffen.

    Men spreekt nu meer van sanitaire.

    Maar het blijft in feite hetzelfde: ZORGEN DAT HET WATER DOET WAT MEN ER VAN VERLANGT!


    Een woordje uitleg bij de foto. 

    Henricus was de broer van Jozef Vlek.  Hij huwde met zijn nicht Angelina Gilis die de zuster was van grootvader Theobaldus.  Henricus was dooppeter van Heinke (Henri Veiller).
    Het is niet verwonderlijk dat men in Angelina, trekken ziet van Bomma, het was tenslotte haar tante. 
    Er is ook een gelijkenis tussen Rik de Pottefeir en mijn vader Heinke, ook hier, het was zijn oom.



    Albert Veiller.


    >> Reageer (1)


    Foto


    Ontdek Huldenberg



    Foto

    Gastenboek


    Blog als favoriet !

    Bijnamen in Ottenburg
    De Leuvense Baan
    De vroegere poel in het centrum van het dorp


    Foto

    Bijnamen in Huldenberg
    Het Gemeenteplein onder de loep

    Foto

    Foto

    Bijnamen uit Huldenberg
    Den Elzas onder de loep.
    Zakke Norekkes voor haar deur.

    Foto

    Bijnamen uit Huldenberg
    Het hospice (voor 1963)
    (foto uit het archief van Keihof)

    Foto



    De pomp,

    van levensbelang !


    Foto

    Loonbeek:
    het klokje klept niet meer


    Foto

    Het Blauwhof:
    binnenkort uit het straatbeeld !

    Foto

    Fraaie glasramen in de Art-Deco-kapel van het Blauwhof in Loonbeek 
    Foto

    Foto

    Foto

    Bijnamen in Loonbeek
    'Bij Kozze'

    Foto

    Bijnamen in Neerijse
    Marieke Flaurius en Witte Lowieke voor hun huis met bakstenen trapgevel

    Foto

    Bijnamen in Neerijse
    De Put
    Tekening van Steven Wilsen


    Foto

    Bijnamen in
    Sint-Agatha-Rode

    De Leuvense Baan

    Postkaart uit 'Dorpsbeelden uit het verleden' - R.Van Hoegaerden


    Foto

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 01-2024
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 12-2022
  • 09-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 09-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 01-2020
  • 10-2019
  • 06-2019
  • 10-2018
  • 04-2018
  • 11-2017
  • 08-2017
  • 06-2017
  • 01-2017
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 04-2016
  • 01-2016
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 02-2015
  • 11-2014
  • 08-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 10-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 11--0001


    Foto




    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs