Foto

Welkom in Huldenberg


Foto
Zoeken in blog

De teksten op dit webblog zijn authentiek.  Mogen wij u dus daarop wijzen dat iedere overname van tekst een schriftelijke toelating vereist van de auteur.
De redactie.

N i e u w
  • De kapel van de heilige Familie historiek
  • De kerk van Sint-Agatha-Rode
  • Historische doopvont in de OLV-kerk
  • Kapelletje schoolgebouw Elzasstraat
  • Ottenburg : de Tomme
  • O.-L.-Vrouw ten Pui
  • De Casino
  • De kapel Minet
  • Art déco in Loonbeek
  • De boogschuttersgilde
    Geschiedenis
  • Ontstaan van Huldenberg
  • Ontstaan van Loonbeek
  • Ontstaan van Neerijse
  • Ontstaan van St-Ag.-Rode
  • Ottenburg: magische Tomme
  • Koninklijke Filharmonie 1
  • Koninklijke Filharmonie 2
  • Ganspoel
  • De kerk van Sint-Agatha-Rode
  • De kerk van Loonbeek
    Foto
    Monumenten
  • OLV-kerk: vroege gotiek
  • OLV-kerk: Brabantse gotiek
  • De zonnewijzer
  • De pomp is honderd jaar
  • Loonbeek: het Blauwhof
  • Art deco in Loonbeek
  • 50 jaar gedenkenzuil Felix Sohie
  • Meisjesschool Loonbeek
  • Het monument
  • Kapelletjes
    Kunstpatrimonium OLV-kerk
  • Aanbidding der Wijzen
  • Aanbidding der herders
  • Bekering St-Hubertus
  • H. Rosalia gekroond
  • OLV tenhemelopneming
  • Jezus aan het Kruis
  • La Deposizione
  • De graflegging
  • Primaat van Petrus
  • De Heilige Familie en de kleine Johannes
    Kunstpatrimonium 2
  • De klokken van Huldenberg 1
  • De klokken van Huldenberg 2
  • De Mariaklok
  • De angelusklok
  • O.-L.-V. van den Elzas
  • De kapel Minet
  • Restauratie orgel Neerijse
  • Restauratie orgel Ottenburg
  • Kruisweg St-Niklaas Ottenburg 1
  • Kruisweg St-Niklaas Ottenburg 2
    Kunstpatrimonium 3
  • Zuidportaal en zijn beelden
  • Historische doopvont in de OLV-kerk
  • Kapelletjes
  • Kapelletjes 1
  • Kapelletjes 2
  • Kapelletjes 3
  • Kapelletjes 4
  • De Heilige Familie historiek
  • Inhuldiging van O.-L.-Vrouw van den Elzas
  • O.-L.-V. van den Elzas
  • Foto
    Monumenten: Keyhof
  • De kloosterkapel - 1
  • De kloosterkapel - 2
  • De kloosterkapel - 3
  • De kloosterkapel - 4
  • De kloosterkapel - 5
  • De kloosterkapel - 6
  • De kloosterkapel - 7
  • De kloosterkapel - 8
  • De boom van Jesse
  • De kruisweg
    Verdwenen erfgoed 1
  • De Stroobants hoeve
  • Pachthof Sneessens 1
  • Pachthof Sneessens 2
  • Pachthof Van Bruystegem
  • Het Hospice 1
  • Het Hospice 2
  • Het Hospice 3
  • De Mariakring 1
  • De Mariakring 2
  • De Mariakring 3
    Verdwenen erfgoed 2
  • Ter Meeren of Roodhof
  • Het Blauwhof - 1
  • Het Blauwhof - 2
  • Het Blauwhof - 3
  • Het Blauwhof - 4
  • Schuur v papiermolen 1
  • Schuur v papiermolen 2
  • Schoolgebouw Elzasstraat
  • Toponymie - 1
  • Straatnamen & betekenis
  • De Zesdagmaalstraat
  • De Korenheide
  • De Billande
  • De Hasselheide
  • De Elzasstraat
  • De Oliestraat
  • Wolfshaegen
  • Loswegstraat
  • Schaveistraat
    Toponymie - 2
  • De Kausdelle
  • Foto
    Bijnamen in Huldenberg
  • Het Gemeenteplein
  • De KVLV in 1958
    Bijnamen in Loonbeek
  • St-Jansbergsteenweg -1
  • De KVLV Deel 1
  • De KVLV deel 2
  • De KVLV deel 3
    Foto
    Bijnamen in Neerijse (1)
  • Foto
    Bijnamen in Ottenburg (1)
  • Foto
    Bijnamen in St-Agatha-Rode
  • Volkse wijsheden
  • Bamis, kermis in het dorp
  • Antonius met het varken
  • Antonius: weerspreuken gezegden
  • De boogschuttersgilde
  • De kribbe Gemeenteplein
  • De Huldenb. processie 1
  • De Huldenb. processie 2
  • De Huldenb. processie 3
  • De Huldenb. processie 4
  • St.-Rochusommeganck
    Verhalen
  • De Jonkvrouw en de kikkers
  • Voor een mot'cyclet
  • Het verhaal van de instrumenten
  • Den Bluts
  • Cafés en handelszaken
  • Cafés in St.-Agatha-Rode
  • Wolfshaegen: cafés & winkels
  • Winkels in St.-Ag.-Rode
  • Uit het dagboek van een pastoor
  • Liefdesverdriet
  • Den drapeau
  • Monsieur Dupont
  • Vergaderen
  • De broek van Juffrouw Linda
  • Kapsalon
  • Kerstvrede ?
  • Dialoog
  • Huisbezoek
  • Uit het dagboek van Mariette Vandenschrieck
  • Inleiding
  • D1 Mobilisatie 1
  • D2 Mobilisatie 2
  • D3 Oorlog breekt uit
  • D4 Op vlucht
  • D5 Op vlucht
  • D6 Oorlogsjaren
  • D7 Voedsel
  • d8 crash
  • Foto

    Lente: Vergeet-mij-nietje

    Natuur 1
  • Langs de IJse - De lente
  • De smeerwortel
  • De stinkende gouwe
  • Langs de IJse - De zomer
  • De klaproos
  • De moerasspirea
  • Langs de IJse - De herfst
  • Het boerenwormkruid
  • De vlier
  • Natuur 2
  • Het koninginnenkruid
  • De paardebloem
  • Het pijlkruid
  • De grote kattenstaart
  • De mispel
  • De hulst
  • De maretak
  • Het sneeuwklokje
  • De IJse in de winter
  • De merel
    Foto
    Natuur 3
  • De koolmees
  • De pimpelmees
  • De staartmees
  • De kuifmees
  • Het roodborstje
  • De groene specht
  • De zwaluw
  • De mus
  • De egel
  • De kalkoen
    Natuur 4
  • De meikever
  • De distelvlinder
  • Het wilgenroosje
  • De wesp
  • De sleedoorn
  • De klimop
  • De brandnetel
  • De dovenetel
  • Het koolwitje
  • De koninginnepage
    Natuur 5
  • De meerkoet
  • De waterhoen
  • Het fluitenkruid
  • De houtduif
  • De meidoorn
  • Brem
  • De robinia
  • De duizendblad
  • De madonnalelie
  • De vos
    Natuur 6
  • De Japanse kerselaar
  • De Boshyacint
  • De kerkuil
  • Het madeliefje
  • Natuurwandelingen 1
  • Rode Bos
  • Huldenberg: 't middenrif
  • Huldenberg: langs kleine weggetjes
  • Huldenberg: langs nieuwe weggetjes
  • Huldenberg: langs de velden
  • Naar het Westen
  • Bij de buren
  • Op 't dak van Huldenberg
  • Op't dak van Huldenberg2
  • De Kapelletjeswandeling
    Natuurwandelingen 2
  • Loonb.-Neerijse-Loonb.
  • Weg en zo terug thuis
  • Huld.-Terlaenen-Huld.
  • De stoomtram
  • Dichtbij wandelen
  • Huldenberg: bergop bergaf
  • Taal
  • De sjup in de sjeu (1)
  • De sjup in de sjeu (2)
  • Gebouwen
  • Het oud gemeentehuis van St.-Ag.-Rode
  • Het nieuw kasteel van St.-Ag.Rode
  • Allerlei
  • KVLV Loonbeek naar Luik
  • In het Nieuwsblad
  • Pastoor Bertmans, 30 jaar in Huldenberg
  • Huwelijk Graaf Rodolphe
  • Loflied voor F. Sohie
  • Schapen door Huldenberg
  • Schapen verlaten Huldenberg
  • Huwelijksverjaardag platina
  • Sofie Van Binnebeek, Laureate beurs
  • Winter in Huldenberg

    Magische Tomme
    Tulpvormige aarden potten

    Foto
    Langs de IJse
    Herfst

    Kardinaalsmuts
    Haagwinde
    Reuzenpaardenstaart
    Foto
    Foto
    Foto

    Langs de IJse
    Zomer

    - reuzenbalsemien
    - moerasspirea
    - kattenstaart
    - wikke
    - wilgenroosje
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto

    Langs de IJse
    Lente
    - Smeerwortel
    - Look-zonder-look
    - Fluitenkruid
    - Witte dovenetel
    - Hondsdraf
    - Vergeet-mij-nietje

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto

    Nest van koolmees

    Foto
    Foto
    HULDENBERG
    Vroeger en nu
    13-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Open Monumentendag School

    Open Monumentendag – 14 september 2008

    Sint-Agatha-Rode

    De site Ter Dijle

     

    Zoals velen nog weten is het oud-gemeentehuis, gebouwd als gemeenteschool voor Sint-Agatha-Rode.  De school bestond uit 2 klaslokalen, een speelkoer met een hele rij buitensanitairen en de woning van de onderwijzer.

     

    Aan weerszijden van de woning was de speelkoer van de straat afgesloten door smeedijzeren poorten en een overdekt koerdeel.

     

    Aan de straatzijde vormde dit een mooie gedetailleerde gevel.  Aan de zijdelingse kopgevel, aan de kant van huidige ingang, was alleen het bovendeel zichtbaar omdat bij de buur een schuur de gevel verstopte.

     

    De bouwplannen van de school dateren van 1898 en zijn opgemaakt door architect Van Dormael.

    Tot voor de fusie was op de gelijkvloerse verdieping een plaats voorbehouden aan het schepencollege en de gemeenteraad van de gemeente Sint-Agatha-Rode.  Het was later stempellokaal; ook het postkantoor was in het gebouw ondergebracht.

     

    Het oud-gemeentehuis bestond uit een centrale gang met aan weerzijden twee ruimtes; dit is een planopbouw die vanaf de kelder tot en met de eerste verdieping terugkomt.

     

    De bouwstijl is een typische baksteenarchitectuur zoals die rond de eeuwwisseling een beetje overal te vinden was.

    Typisch zijn de mooie detaillering van het smeedwerk en het schrijnwerk; het is de moeite waard om op de voorgevel de dakkapel, de kroonlijst, de voordeur en de gevelankers te bekijken.  Typisch zijn eveneens het siermetselwerk in baksteen en blauwe steen.

     

    De recente renovatie had betrekking op volgende punten:     

     

    - School werd feestzaal

    - Deel van de overdekte speelplaats werd verwijderd en het andere deel dichtgebouwd en

    werd post.

    - een echte speelkoer voor allerlei sporten ( de school komt hier).

    - Wanden om de ballen tegen te houden.

    - Toegankelijkheid voor de brandweer of voor extra leveringen bij feesten.

    - Voorgevel gespaard

    - Glasdallenwand geeft in de kelders extra licht en dus voldoende daglicht.

    - Men verlaagde het niveau van de grootste kelder en kwam dan onder de funderingen. Dat is

    niet evident!

    - De lokalen werden met hun plafondlijstwerk behouden.

    - Van gerecupereerde deuren ter plaatse werden vierslagdeuren gemaakt die ingebouwd

    werden.

    - Sanitair bereikbaar van overal.

    - De zoldersfeer werd behouden door het spel van spanten en lichte wanden.

    - De trap werd door de firma Van Kerckhove ( bekend met restauratiewerken) tot op de mm

    herstoken  en afgekleefd met 3 mm dikke tegels.

    Door een beredeneerde restauratie werd de school van 1898 een pareltje in ons dorp. Modern en beantwoordend aan de huidige noden. Maar met respect van de authenticiteit.

    Hoe kwamen we tot scholen?


    Qui a eu cette idée folle
    Un jour, d’inventer l’ école ?

    C’est ce sacré Charlemagne…

     

    We kennen  zeker dit lied. (France Gal)

    Hij richtte de eerste scholen op: abdij- en kloosterscholen

    Bleef eeuwen zo. Wel universiteiten

     

    Onder invloed van de Fransen komt in 1814 de wet op de leerplicht.

    Na 1815 verandering van bezetters en het gaat slabakken.

     

    De wet op lager onderwijs komt er in 1842 (wet Nothomb)

    Elke gemeenten moet een school oprichten of een “vrije” aannemen

     

    1878: Ministerie van Onderwijs opgericht

     

    Van 1879 tot 1914 schoolstrijd.

    Vooral in 1879 ( wet van Humblet)

    “ ongelukswet”: alleen officiële scholen, geen vrije

                               godsdienst buiten de klasuren

                                   diploma van rijksnormaalschool.

     

    1914 ( wet Poulet) tot 12 jaar; pas in 1918 ten uitvoer omwille van de oorlog

    1921: wet Destrée: tot 14 jaar

     

    Na de jaren 50 uitbreiding tot 16 en vervolgens tot 18 jaar

    1953: tot 15; met eind jaren 50 afschaffing van de 4de graad. Deze had geen zin meer ment moest naar de drie lagere middelbare.     

     

    jaren 70 tot 16 jaar

     

    29-06-1983: tot 18 jaar

     

    1955: schoolstrijd: Weg met Collard.

    1958: Schoolpact; Nog altijd in voege. Afspraak tussen de drie trad. partijen; CVP, BSP en PVV


    norbert mosselmans


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Open Monumentendag Kasteel

    Open Monumentendag – 14 september 2008

    Sint-Agatha-Rode

    Het kasteel

     

    Het Oud-Kasteel van Sint-Agatha-Rode.

     

    Op de hoek van de Leuvense Baan staat het ‘Oud kasteel’ van Sint-Agatha-Rode.  De bouwdatum is onbekend.

     

    Op het einde van de 18e eeuw was het landgoed en het kasteel eigendom van Maximilien-Emmanuel d’Overschie, baron van Neerijse; de vader van deze laatste, Jean-Albert d’Overschie had het kasteel in 1760 van Joannes Baptista Saelden gekocht.

    August d’Overschie erfde het eigendom van zijn vader maar inmiddels had Jean-Albert Roberti er in 1783 zijn intrek genomen en hij opende er een notariaat.

     

    Na restauratiewerken in 1788 krijgt het kasteel een U-vorm en een classicistisch uitzicht.  Het gebouw had een binnenkoer met Franse tuinen, paardenstallen en woonst voor het personeel.

     

    Verschillende generaties van de families Roberti (de Winghe) en Malou hebben er verbleven maar het notariaat is in 1831 naar Leuven verhuisd.

     

    De noordelijke vleugel werd in 1862 in een fraaie smaakvolle neo-classicistische stijl bijgebouwd.

     

    In 1909 werd het middenstuk van het kasteel verlaagd om het hogere gelegen nieuwe kasteel een beter zicht te gunnen.

     

    Het wordt bewoond door de heer Jean-Baptiste Malou.

     

    Het nieuwe Kasteel van Sint-Agatha-Rode.

     

    Het nieuwe Kasteel staat in hetzelfde park als het oud-kasteel.  Er is een aparte ingang op de hoek van de Oude Waversebaan en de Potterstraat.

     

    Het kasteel dateert van 1909.  Het staat bovenaan in het park.  Van daaruit geniet men van een uniek uitzicht op de Dijlevallei.

     

    Eclecticisme, een mengeling van verschillende stijlen, was in die periode ‘in’.  De architecten, de gebroeders Piérard uit Charleroi, gingen in dit gebouw eclectisch te werk.  Zij haalden uit verschillende stijlen wat hen het beste leek: de neoclassicistische indeling en de symmetrie van de ruimte,  het mansardedak en de neobarokke ramen.  Zij maakten tevens gebruik van nieuwe materialen, o.a. beton.  

     

    Vanbinnen is er ruimte te koop maar het meubilair dat aangepast is aan de stijl vult op een harmonische wijze de vertrekken die mooi uitgeven op de tuin en de vallei.  Opvallend zijn enkele onderdelen van een neoklassieke lambrisering die volgens de eigenaar afkomstig zijn van de kerk.

     

    Dit gebouw geldt als een mooie getuige van de architectuur uit de eeuwwende en het heeft zijn frisheid van toen bewaard.

     

    Bouwheer was de heer Xavier Malou.  Vandaag is het de woonst van de heer Pierre-Antoine Malou.




    Stamboom Roberti-Malou


    Jean-Albert Roberti
    Joanna De Coster

    Willem Roberti
    A.-M. van Dormael

    Jules Roberti                                          Edouard Wouters
    Zoë de Rijckman de Winghe                    Henriette Roberti

    Maximilien Roberti                                        Xavier Malou                 Paul Malou
    Car. de Troostenbergh                                     Valérie Wouters             Henriette Montens

    Jules Roberti de Winghe                                                         Pierre Malou
                     M.-Th. Gilbert                                                        Marguerite de Vinck

    Charles Roberti de Winghe  Jean-Baptiste Malou  Max. Roberti de Winghe François-X. Malou
                      Colette Malou        Marie-Th. Desclée       Bernadette Malou    Marg. de Pierpont

    Pierre-Antoine Malou


    >> Reageer (0)
    02-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Mus
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Velen onder ons zullen zich zeker al de vraag gesteld hebben: waar zit onze mus?
    De vogel die het meest met de mens verbonden is, zien we bijna niet meer. Sinds de mens zijn huis bouwt is de mus wat betreft zijn voedsel en onderdak van hem afhankelijk.
    Deze slimme vogel kan zich aanpassen aan grote veranderingen in zijn milieu.
    Het diertje is van boven bruingestreept en onderaan vuilwit. Het hoofdje is bedekt met een grijze pet. Dit maakt het onderscheid met de ringmus.
    Zij voeden zich met zaden van allerlei planten.
    Ze waren ook zeer verlekkerd op de paardenvijgen die indertijd in de straten lagen. Want in deze vijgen zaten nog heel wat voorverteerde haverkorrels.
    Van het voorjaar (april) tot de late zomer (augustus) worden drie tot vijf broedsels van drie tot vijf jongen grootgebracht. Daarvoor leggen ze grijswitte eitjes die bespat zijn met donkergrijze en grijsbruine spikkels.
    Het broeden duurt ongeveer veertien dagen en na twee weken vliegen de jongen reeds.
    Grote zangers zijn het niet. Eindeloos herhalen ze van op de dakrand, een hek of goot: tsjilp, tsjilp…
    Waar mensen samen zijn, huppen ze rond en pikken elk kruimeltje dat ze vinden gretig op. Soms maken ze er echt ruzie voor. De meest rappe pikt het dan en vliegt wat verder om het op te smullen.
    Wat ze ook graag doen is in de zomer een stofbad nemen. Maar ook samen een bad nemen in een waterplas is voor hen echt feest.
    We zien inderdaad minder mussen dan vroeger.
    Zij huisden onder dakpannen, richels van gebouwen of holten in muren.
    Door onze sterk geïsoleerde bouwtechniek blijft er voor hen niet veel plaats meer over. Ook de eksters zijn rovers en maken hun nesten in struiken leeg.
    Zijn er in je buurt nog mussen. Geniet er van. Geniet van hun spelen, van hun getsjilp.
    Het zijn geen kleurrijke vogels. Waarom dat is, lees je in het volgend verhaal.


    Waarom het musje huppelt.
    Heeft u zich wel eens afgevraagd waarom de mus zo’n onopvallend klein grijs vogeltje is? En waarom het beestje alleen maar met gestrekte pootjes kan huppelen? Vroeger was het een geliefd, kleurrijk en trippelend vogeltje. Hoe dat zo veranderd is? Dat vertelt deze legende over de kruisiging van Jezus.
    Ooit was het musje een vrolijke kleurrijke verschijning die leefde in Jeruzalem, dicht bij de mensen. De mensen werden blij van het kijken naar de groepjes bont gekleurde zingende mussen. Zo’n 2000 jaar geleden stond het volk samengepakt langs de wegen waar Jezus, met het kruis op zijn schouders, zwoegend de weg naar zijn terechtstelling liep. De doornenkroon pijnigde zijn hoofd en het bloed liep naar beneden. De roodborstjes en de boerenzwaluwen vlogen naar beneden en trokken zoveel mogelijk doornen uit het hoofd om de pijn te verzachten. Maar de mussen pikten die doornen van straat en zetten ze terug, diep in de huid van Jezus. De gelovigen langs de kant van de weg zagen ontzet dat die mussen terugvlogen naar hun dakgoten en Jezus ook nog van bovenaf bespotten met hun gesnater.
    Na de dood van Jezus zijn de mussen voor hun wandaden streng gestraft. De prachtige kleuren werden hen afgenomen; er restte hen slechts bruin en grijs. Hun prachtige liedjes werden beroofd van de mooie klanken en hun pootjes gespalkt, waardoor ze alleen nog hulpeloos kunnen huppelen. Gebleven is echter hun gezellige vrolijkheid. Maar de meeste mensen halen vandaag de dag hun neus op voor dat domme, lelijke vogeltje.
     
    Paarden en mussen waren steeds goede vriendjes.
    Lang geleden leerden we het volgende gedicht. Ook onze ouders leerden het!

    Paardje uw krib is boordevol,

    en mijn buik is leeg en hol.

    Mag ik ook een hapje of twee,

    he, jawel mus eet maar mee.

     

    Pik maar toe zoveel je kunt,

    ’t is u hartelijk gegund.

    Mus was waarlijk in haar schik,

    at zich ’t kleine buikje dik.

    En bedankte voor ’t onthaal,

    ’t vriendelijk paard wel duizend maal.

     

    Paardje kan ik ook voor u iets doen,

    want ik zie u hebt verdriet,

    en het eten smaakt u niet.

     

    Och, sprak ’t paard, er zitten wel

    duizend vliegen op mijn vel.

    ’t Is haast niet om uit te staan,

    zoveel pijn doen zij mijn aan.

     

    Ho! Sprak mus is ’t anders niet,

    ik weet wel raad voor dit verdriet.

    En toen vloog mus over ’t paard zijn kop,

    en hapte al de kwade vliegen op.

    norbert mosselmans 08/2008
    INFO: 
    Vogels:      readers Digest
                www.natuurverhalen.nl
                 foto’s      internet
    Gedicht:  auteur onbekend

     


    >> Reageer (0)
    27-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Koninginnenkruid
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het Koninginnenkruid

    Deze plant wordt ook leverkruid genoemd. Het is een forse plant van de waterkanten, vochtige plekken in het bos, moerassige plaatsen en rietlanden.
    De Latijnse soortnaam cannabium is afgeleid van de naam cannabis vanwege zijn driehoekige bladeren. Cannabis kennen wij al hennep.
    Al is ertussen beide planten niet de minste verwantschap.
    De naam koninginnenkruid komt uit het Duits Kunigundenkraut.
    De roze hoofdjes bevatten 4 à 6 bloemen die alle tweeslachtig en buisvormig zijn. Al die bloempjes vormen samen een schermvormige pluim. Ze verspreiden een weeë geur.
    De plant bloeit van midden in de zomer en wordt druk bezocht door vlinders, bijen, hommels en vliegen. Daardoor is er voortdurend kruisbestuiving.
    Bij ons is het de enige vertegenwoordiger van dit plantengeslacht. In tropisch Amerika zijn er van de 600 soorten heel wat te vinden.
    De wind verspreidt de vruchtjes die ongeveer uitzien als het zaad van de paardebloem. Door het feit dat ze minder snel dalen zullen ze door de wind verder verspreid worden.
    Wie nu langs de IJse wandelt zal de plant zeker herkennen.
    De bloemen en het blad werden gebruikt als laxeermiddel en tegen galaanvallen.
    De wortels dienden om een transpirerend middeltje te brouwen en jicht en reuma te verlichten. Men durfde het ook al eens gebruiken om nierstenen af te drijven. (?) Ook spierpijnen werden met deze plant behandeld.

    norbert mosselmans

    info:
    Rijkdom van de kruiden   Emma Callery
    Wilde planten                   Readers Digest
    Flora van de Lage Landen   Thirion
    Foto                                 Internet
    Verhaal      www.natuurverhalen.nl 

    EEN VERHAAL
     
    In lang vervlogen tijden leefde er een wijze kruidenvrouw en priesteres, wier naam in de vergetelheid is geraakt. Haar kennis van de genezende kruiden was wijd en zijd bekend en velen trokken naar haar huisje voor verlichting van hun kwalen. Haar roem bereikte ook de oren van de Griekse koning Mithridates Eupator, die in die dagen vele oorlogen voerde. Vele soldaten stierven door verwondingen en infecties. De koning gebood de kruidenvrouw zijn gewonde soldaten te genezen. Door haar deskundige, liefdevolle en vooral succesvolle behandeling van de slachtoffers, werd haar naam legendarisch en overschaduwde de naam van de koning. De trotse koning  kon dit niet velen en gebood haar nederigheid. De genezeres moest voortaan verkondigen dat zij haar wijsheid had geleerd van de koning. In alle bescheidenheid zei ze dat de gaven van de kruiden noch van zichzelf noch van de koning afkomstig waren, maar door Moeder Aarde waren geschonken. Zij weigerde de kruidenwijsheid toe te schrijven aan de koning. Hij wierp haar in de kerker en dreigde haar op de brandstapel te laten sterven als ze niet zou toegeven. Hierop wachtte de wijze kruidenvrouw niet, ’s nachts kroop ze uit het raampje van de kerker en viel in de vieze modderige walkant van de slotgracht die het kasteel omringde. De volgende morgen zagen de wachters dat de vrouw was verdwenen, maar voor het kerkerraampje stonden in het smalle modderige randje tegen de kasteelmuur, grote, statige roze bloemen te wuiven in de wind. Deze planten bleken over vele genezende eigenschappen te beschikken, vooral de ontsmettende werking was levensreddend.
     
    Per decreet bepaalde de koning dat deze geneeskrachtige, mooie plant door hem was ontdekt en zijn naam zou dragen: Eupatorium. Hij stuurde vele troubadours het land in met verhalen en liederen over de grote kruidenkennis van de koning die de gewonden en zieken in zijn leger persoonlijk genas.
    En de geschiedenis herhaalde zich in de Middeleeuwen: In het begin van de 11e eeuw leefde koningin Kundigonde in een Duits koninkrijk. Ze leefde in grote luxe en na de dood van haar man trok ze zich terug in een klooster. Ook deze vrouw werd in liederen en verhalen bejubeld omdat ook zij een grote kruidenkenner zou zijn geweest die de wezen en armen in haar koninkrijk persoonlijk verzorgde. In 1200 is zij zelfs heilig verklaard door de Paus. De Eupatorium werd in het Duits naar haar vernoemd: ‘Kunigundekraut’, wat in het Nederlands werd verbasterd tot Koninginnenkruid.

     


    >> Reageer (0)
    09-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Den Bluts

    Den bluts

    15 augustus. Volle zomer. Het is warm! De zon zindert al verschillende dagen aan de hemel.
    Feest in het dorp, want het is kermis.
    De beide muziekmaatschappijen hebben in de kerk de viering opgeluisterd met prachtige muziek. Ze hebben hun beste beentje voorgezet.
    Na de viering volgt de rondgang door het dorp.
    “DE JUISTE NOOT” gaat de ene kant op en “STEEDS IN DE MAAT” de andere kant. Kwestie van niet in mekaars vaarwater te zitten en de muziek tot zijn recht te laten komen. Soms gebeurt het dat ze dezelfde mars spelen en dan klinkt het als een klok door het dorp. Het verhoogt de feestelijkheid.

    Tijdens de rondgang zijn er heel wat cafeetjes te bezoeken.
    Bij de eerste cafés houdt elk zich aan een plat of bruisend water, ook een cola kan er nog door. Na enkele bezoekjes wordt het water toch maar flauw gevonden en stapt men over naar een koele pint bier.
    Gevolg is dat na een tijdje DE JUISTE NOOT en  STEEDS IN DE MAAT niet meer klinken zoals het moet.
    Er blijven nog enkele  gelegenheden te doen en enkele leden van DE JUISTE NOOT  kregen  zin om een grap uit te halen.

    Als slachtoffer kozen ze Kobe.
    Hij bespeelde de bariton . Die kwam nog van zijn grootvader, die mee de maatschappij had opgericht en van vader op zoon was het instrument bij Kobe terecht gekomen. Het is dus al een oud stuk vol blutsen , zelfs het paviljoen had een kleine scheur. Maar voor Kobe had het een emotionele waarde, want het was een familiestuk.

    Men vond er niet beter op dan het instrument te verstoppen in de grosse-caisse van Sjuinke. Die eigenlijk niets vermoedde.
    Toen de maatschappij naar de laatste herberg trok was er grote consternatie want Kobe vond zijn bariton niet.
    Hij was er het hart van in en bleef maar zoeken. De anderen trokken verder en stapten zo goed en zo kwaad als het kon, omwille van de pinten, op de maat van de mars door de straat.

    Sjuinke vond wel dat er wat rammelde in zijn grosse-caisse maar dacht er verder niet over na.
    Het was al rond halftwee toen DE JUISTE NOOT, lichtjes aangeschoten, naar het lokaal trok.
    Onderweg kwamen ze IN DE MAAT tegen waar het al niet veel beter was.
    Maar er was leute aan beide kanten.

    Alleen Kobe was  nuchter genoeg om nog steeds naar zijn bariton te zoeken.
    Toen Sjuinke zijn grosse-caisse afhaakte en neerzette hoorde hij een gerommel in de kas en een doffe slag tegen het vel.
    Wat was dat ?  Het vel werd ontspannen en onder in de kas lag Kobe zijn bariton.
    Kobe vloog Sjuinke naar de keel en riep: “ Gij hèt begot nen bluts in mijn extrement geklopt”
    Sjuinke, die zich van geen kwaad bewust was, antwoordde dat hij van niets wist en dat de bariton reeds zoveel blutsen en putten telde dat niemand kon zeggen dat er eentje bij was.
    Kobe ritste het instrument uit de handen, stak het in de zwarte linnen zak en ging al foeterend op weg naar huis.

    De muzikanten dronken nog een laatste pint.
    Op het plein draaiden de kermismolens en grabbelden de kinderen naar de “floche”.  Er werd geschoten aan het schietkraam.  Wie op de rups zat probeerde  al eens een heimelijk kusje te stelen. Op de botsauto’s toonde men zijn stuurvaardigheid door  behendig uit te wijken of een ander een ferme bots te geven.
    De kermis was begonnen.

    norbert mosselmans  2008


    >> Reageer (0)
    04-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Korenheide

    De Korenheide

    Gemeente: Loonbeek
    Lengte:704m

    Wie de Korenheide opwandelt of gemakkelijker afdaalt kan zich misschien de vraag stellen waarom die weg schuin wegloopt en niet recht de helling afdaalt.
    Die verklaring geven we straks.
    Korenheide! Vanwaar die naam?
    Heide hebben we daarstraks al gekregen: een onbebouwd stuk grond. In de meeste gevallen zandig en begroeid met heidekruid.
    Koren: wordt nog al eens algemeen gebruikt voor graangewassen. In feite gaat het om rogge.

                                                                      

    Rogge is een graangewas (secale cereale) dat uit Centraal-Azië komt. Het groeide er onkruid tussen tarwe en gerst. Het werd door de Nomadenstammen meegebracht naar Europa . Hier werd het pas sinds 400 voor Christus verbouwd. Dus veel later dan tarwe en gerst.
    Rogge groeit goed op schrale arme grond. Heide grond was dus uitstekend. Het werd vooral in Noord-Europa verbouwd door arme boeren.
    Het is een graangewas met weinig gluten en dat maakt het niet ideaal om luchtig brood mee te bakken.Men gebruikt ook zuurdesem en het is dus behoorlijk compact. Doet men er tarwemeel (gluten) bij dan kan men luchtiger brood bakken. Bakt men brood van volkorenmeel (rogge) dan heeft men zwart brood.
    In Duitsland nog altijd te koop. Denk maar aan Pompernikkelbrood.
    Het was het brood van de gewone man. Witbrood was voor de rijken. De gewone man at wit brood bij speciale feesten. Denk maar aan de wittebroodsweken.
    Koren komt nu van het Latijn granum dat korrel betekent. Vandaar naar koren is maar een stapje.
    Rogge is ook voor wat anders bekend. Is het een vochtig groeiseizoen dan is het zeer vlug onderhevig aan schimmel: het moederkoren.

    Zoals je ziet nestelt de zwam zich tussen de andere graankorrels. Wordt nu dat graan mee gemalen en daarna verbruikt dan veroorzaakt het hallucinaties., koudvuur, zwangerschapsonderbrekingen en zelfs de dood.
    Het is nu deze zwam die aan de basis ligt van LSD. Door onderzoek kwam men op die stof uit. Met alle gevolgen van dien.
    Vooral in de Middeleeuwen kwam het veel voor (11de tot 16de eeuw) Men noemde het toen Sint-Antoniusvuur.

    Maar rogge was ook voor zijn stro zeer interessant.
    Het geeft ons een stro van ongeveer 2 meter lengte. Dat daarbij nog sterk en toch soepel is. Het was dus een ideale dakbedekking.
    vandaag nog wordt er in De Kempen rogge gezaaid voor het stro, dat dan zal dienen om restauraties uit te voeren aan de daken van de oude hoeven in Bokrijk ..   

    De daken die indertijd op de villa’s gelegd werden zijn rieten daken

    Keren we nu terug naar onze weg die dus schuin op de helling ligt

    De mens die de helling moest beklimmen om naar zijn velden (kouters) of graasplaatsen te gaan had al vlug door dat schuin de helling optrekken wel wat langer duurde maar dat het niet zo vermoeiend was. Vandaar dus.
    Komt daarbij dat wanneer je met een geladen wagen recht af rijdt de snelheid te groot werd en dus gevaarlijk. Schuin af had men de zaak  beter onder controle.
    Vandaar dus dat onze huidige Korenheide schuinweg loopt en dat ze haar naam te danken heeft aan de heidegrond en het gewas dat er groeide: koren in casu rogge.

    Na de oogst kon de boer malen en was zijn zwart broodje gebakken.




    >> Reageer (0)
    29-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Grote Kattenstaart
    De Grote Kattenstaart



    Wie nu het IJseweggetje afwandelt of langs vochtige paden trekt ontmoet ze zeker.

    Deze plant met purperrode bloemen houdt ervan om met zijn voeten in vochtige aarde te staan.

    De stengel is vierkantig, behaard en stevig rechtopstaand. Hij wordt bekroond door  schijnkransen van 6 bloemen die in de oksels staan van de steunblaadjes. Al die schijnkransen vormen samen een aar.

    Deze bloemen bloeien van juni tot september.

    Op het eerste zich lijken alle bloemen op elkaar. Maar bij nader toezien ontdekken we dat er tussen diverse planten verschillen bestaan in de plaatsing van de mannelijke en de vrouwelijke  organen: meeldraden (♂) stampers (♀). De stampers kunnen boven de kelkbuis uitsteken, even hoog zijn als de punten van de kelkbladen of in de kelkbuis verscholen zitten. Ook de meeldraden kinnen verschillen van lengte

    Dit is weer een trucje van de natuur.

    De tong van een bij die nectar haalt  bij  het ene type van bloem wordt op die manier op twee plaatsen  met stuifmeel bestoven. Dit komt dan juist op de stempel terecht wanneer ze een bloem van het andere type bezoekt. Zo voorkomt de natuur zelfbestuiving en bevordert kruisbestuiving. Deze vorm van bestuiving verhindert zo inteelt.

    Het zaad is een lichtkiemer. Dat wil zeggen dat ze niet onder de grond mogen verdwijnen maar dat bovenop in volle licht kiemen. Het met wel altijd vochtig zijn.

    De wetenschappelijke soortnaam salicaria is afgeleid van salix  (wilg) omdat de bladeren de vorm hebben van een wilgenblad.

    Vroeger werd het blad als bloedstelpend middel gebruikt. Ook maag - en darmontstekingen werden er me behandeld.

    Salix ligt aan de oorsprong van aspirine.  Vandaar!

     

    norbert mosselman 07/2008

     

    INFO:

    Wilde planten                                      Readers Digest

    Elseviers bloemengids                        Elsevier

    Dieren en planten voor onderweg     Tirion

    Flora van de lage landen                     Jan Marijnissen


     
     

    OPGELET!

    Wij kennen allemaal de sierbloem die in onze tuinen groeit en door iedereen kattenstaart genoemd wordt.  Deze veelkleurige cultivar heeft niets met onze grote kattenstaart te maken.


    Deze bloemen behoren tot de familie van de VLINDERBLOEMIGEN (papilionaceae).  Tot deze familie behoren ook erwt, boon, brem, klaver,wikke …

    Onze grote kattenstaart is van de familie van de KATTENSTAARTFAMILIE en kent bij ons slechts twee vertegenwoordigers.

     



    >> Reageer (0)
    19-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het pijlkruid

    Het pijlkruid

    Tijdens de wandeling door de Doode Beemden ontdekten we een minder voorkomend plantje: het pijlkruid.


    Men kan er niet naast kijken want het ziet er echt uit als een pijl. Vandaar zijn naam. Ook de officiële naam: sagittaria sagittifolia verwijst naar de pijlvormige bladeren.

    Het groeit op minerale grond, maar staat het liefst met zijn voeten in het water dat niet te snel mag stromen en dat zoet, kalkrijk en sulfaatarm is. ’t Is dus wel een kieskeurig plantje.


    Door het gebruik van vele scheikundige producten is er nog weinig water dat aan die vereisten voldoet en vandaar de achteruitgang van het pijlkruid.

    Ook houdt de plant niet van veel organisch materiaal in zijn buurt.

    Het pijlkruid is meerjarig en eenhuizig en eenslachtig.


    De bloemen groeien in een tros en zijn wit of paars, violet, purper of lila. Er zijn meer dan 20 meeldraden maar ook meer dan 20 stijlen die elk één stempel hebben. De vrucht is een nootje.


    In de kathedraal van Reims is het pijlkruid in de muren gebeeldhouwd.

    Het waarom is nog niet gekend.


    norbert mosselmans 

                                                      

    info: flora van de lage landen   






    >> Reageer (0)
    12-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De zwaluw

    De boerenzwaluw

    Ik heb een boerenzwaluw gezien, dus is het lente. Helemaal waar is dat niet. De eerste “zwolmen” zie je reeds eind maart. De grote massa verlaat zijn overwinteringgebeid in zuidelijk Afrika om hier aan te komen in  april mei.
    Ze keren steeds terug naar het gebied waar ze vorig jaar hebben gebroed.
     
    Van voor zonsopgang is hun aangenaam gekwetter te horen dat hij zowel in de vlucht als zittend op een tak ten gehore brengt.
    Boerenzwaluw is zijn naam. Hij nestelt in de stallen waar men twee of drie nesten vindt, hangend aan de muur en dicht tegen de zoldering. We kennen de nesten gebouwd uit modder en stro en daaronder een verzameling van uitwerpselen. Want wie doet er nu in eigen huis?
    Zij zijn een zegen voor de boer want de vliegen die in de stal rondzweven zijn voor deze snelle vlieger  een geliefkoosd hapje.
    In het nest liggen drie tot zes eitjes: glanzend wit met een rozebruine of lichtgrijze spikkeling. Moeder broedt maar beide ouders verzorgen de jongen.

    Zelfs al vliegend kunnen de jongen gevoerd worden.
    Voor velen is de boerenzwaluw een weerprofeet: vliegt hij hoog door de lucht is en blijft het mooi weer. Vliegt hij laag is het slecht weer. ’t Is nog waar ook. Bij mooi weer vliegt zijn voedsel, de insecten, hoog in de lucht, Bij minder goed weer is de boerenzwaluw verplicht om over de grond te scheren om zijn voedsel te vangen.

    De zwaluw komt zelden aan de grond. Behalve om nestmateriaal te verzamelen.
    Bij het vliegen veranderen ze gedurig van richting. Zelfs drinken doen ze al scherend over het wateroppervlak.
    Bij het begin van de herfst, juist voor de grote trek verzamelen ze met honderden vogels op telefoon en elektriciteitsdraden.
    Het is een blauwachtige-zwarte vogel. Met een lange gevorkte staart en een roodbruine keel. Op de staart vind je witte vlekken.
    Door het verdwijnen van de hoeve of het veranderen van functie (geen dieren meer) is het habitat van deze sierlijk vogels drastisch verkleind en vinden we ze terug onder bruggen of zelfs onder de goot van het huis.

    -------------------------------------------------------------


    Er was eens een alcoholist die de hele dag in het café zat, terwijl zijn zachtaardige vrouw thuis van 's morgens vroeg tot 's avonds laat gebogen over de naaimachine een karig inkomen bij elkaar naaide. Buren schoten haar vaak te hulp in haar povere bestaan.

    Op een dag kwam de man weer dronken thuis en hij was razend omdat zijn vrouw het eten niet snel op tafel bracht. Hij sloeg het meubilair kort en klein en daarna richtte zijn woede zich op zijn vrouw. Zij zakte in elkaar, maar toen de man haar verder wilde schoppen, schoten de goden de vrouw te hulp.

    Door een gedaanteverandering werd de vrouw uit haar lijden verlost. Ze veranderde in een ranke vogel en vloog naar een balk in de zoldering van de kamer en kon zo ontsnappen aan de slagen van de dronkaard.

    Hierdoor raakte hij nog meer buiten zinnen en wierp een mes naar de vogel boven in de kamer. Ze probeerde het mes te ontwijken, maar het raakte de veren van haar staart. Om de volgende aanval te ontlopen trok ze zich los waardoor haar staart in tweeën scheurde, ze vloog weg door een open raampje en ontsnapte hoog in de lucht. Daar vliegt ze tot op de dag van vandaag en nog immer met een gespleten staart, als symbool van haar vrijheid. Ondanks alle ellende die ze meemaakte is ze gehecht aan de hard werkende mensen, want ze leeft vooral bij boerderijen en nestelt in de stallen. Nog altijd is ze heel ijverig en vangt de insecten die de dieren en de mensen op de boerderijen lastig vallen. Daarom is iedere boer trots op zijn zwaluwen en zorgt hij liefdevol voor goede broedplaatsen. Boeren weten het zeker: broedende boerenzwaluwen in de boerderij brengen geluk.

    norbert mosselmans

    info
    vogels van midden-  en west-europa    readers digest
    dierenverhalen nl         internet     

    -------------------------------------------------------------------------

    Foto 1  Onuitgegeven foto.  Deze zwaluw vliegt nu in volle vrijheid.
    (Uit het archief van Jean-Pierre Van Binnebeek)

    Foto 2  foto uit het archief van Jean-Pierre Van Binnebeek

    Foto 3 De gespleten lange staart van de boerenzwaluw (foto Internet)
    Hoe langer de staart van een mannetje, hoe populairder hij is bij de vrouwtjes. Boerenzwaluwen leven op het rustige platteland bij boerderijen waar veel insecten voorkomen. Ze broeden in schuren, onder afdakjes en bruggetjes en brengen 2 nesten groot. In één zomerseizoen verschalkt een zwaluwgezinnetje wel een miljoen, vooral grotere insecten. De boerenzwaluw vliegt vrolijk duikelend en kwetterend in ons land van half april  tot eind september en overwintert in midden en west Afrika, zo'n 8.000 km ver van hier.

                                








    >> Reageer (0)
    09-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het verhaal van de instrumenten

    Het verhaal van de instrumenten.

     

    Reeds jaren zaten ze samen in het repetitielokaal . Tweemaal in de week  kwamen ze er als echte vrienden samen om onder leiding van het dirigeerstokje samen te musiceren.

    Ook nu zaten ze weer samen om te oefenen voor de opvoering van een prachtig muziekstuk.

    Over een paar dagen was het de grote dag en zouden ze voor vele mensen een groot concert geven.. Het was dus oefenen geblazen.

    Toen gebeurde er iets ergs. Het was reeds de voorlaatste repetitie voor het concert.

     

     

    De dwarsfluiten die op de eerste rij zitten dachten: ‘Wij zijn eigenlijk heel bijzonder… Wij zijn de enige fluiten die dwars liggen  en we glimmen veel mooier dan de anderen.’  Zij hadden er geen zin meer in en wilden solo gaan.

     

     

    De klarinetten die achter hen zitten vonden, dat zij met hun zwarte ebbenhouten lichaam en de vele zilveren klepjes, de meest zingende stem hadden. Zij wilden zich beter laten horen en dat kon door solo te gaan.

     

     

    De sax, die zich het meest mysterieus instrument voelde, vond dat ook hij maar weinig gehoord werd en zou liever de solotoer opgaan.

     

     

    De trompetten, hoorns en schuiftrombones, wilden echt dat ze gehoord werden en weigerden nog mee te spelen.

     

     

    De tuba’s, baritons, de contrabassen vonden dat zij met hun zware en diepe stemmen toch wat meer konden en daarbij vonden de bassen dat zij de grootste instrumenten zijn.

     

     

    Het slagwerk dat helemaal achteraan staat, voelde zich erg benepen op de laatste rij en wilde eens laten horen wat het is te roffelen alsof het dondert. Zij wilden laten horen dat zij onmisbaar zijn om het juist ritme aan te geven. Ook zij legden de stokken neer.

     

     

    Zo te zien wilden alle instrumenten hun eigen ding doen. Maar toch moesten ze oefenen voor het grote concert.  Ze speelden maar het klonk niet samen en het was de grootste kakofonie die je maar kon bedenken.

     

     

    Toen het dirigeerstokje dit hoorde, sloeg het af en zei:

     

    - ‘We stoppen ermee. Het concert gaat niet door. Jullie zijn allemaal ziek.’

    - ‘Ziek ?’ Vroegen de instrumenten zich af. ‘Hoezo ?’

    Dirigeerstokje antwoordde:

    - ‘Jullie hebben de ALLEEN-ZIEKTE of zoals sommige dokters het noemen: SOLISME. Dat is een ziekte waardoor je niet meer wilt samen spelen met anderen. Dan heb je geen concert meer.’

     

     

    ‘Oei’, dachten de dwarsfluiten, ‘wij hebben zo naar dat concert toegeleefd

    De klarinetten dachten bij zichzelf: ‘We hebben er al zo hard voor gewerkt

    De saxen vonden dat ze al veel plezier hadden gemaakt met de andere instrumenten.

    De kopers  vonden dat het toch zo slecht niet was als ze samen speelden.

    De grootste en zwaarst klinkende instrumenten vonden dat ze maar best terug samen gingen spelen.

    De percutie vond dat hun slagen het geheel wel vulling gaven.

     

     

    Dirigeerstokje vroeg: ‘Wat denken jullie ervan ?  Jullie krijgen nog één kans.  Ik hoop dat jullie genezen zijn. Doe jullie best, samen lukt het zeker.’

     

    Dirigeerstokje telde tot  vier en door de ruimte klonk de heerlijkste muziek  Het hele orkest had het begrepen en was klaar voor het grote concert.

     

     

    norbert mosselmans

     


    >> Reageer (0)
    01-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onuitgegeven foto's uit de lucht

                                             Onuitgegeven foto's uit de lucht

    Hieronder vindt u foto's getrokken door Hans Trappeniers vanop de spitstoren van de O.-L.-Vrouwekerk.

    U ziet vervolgens:
    1. de de Peuthystraat en het Kasteelpark
    2. de Elzasstraat
    3. de Rattenberg (Gilisstraat)








    >> Reageer (0)
    19-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De broek van Juffrouw Linda

    DE BROEK VAN JUFFROUW LINDA

     

    Juffrouw Linda is een franke.  Ef-fen-af een franke!  Niet met de kleuters, want heel het klasje is dol op haar.  Maar... met de rest!

     

    Onlangs kwam ze de school binnengestoten met een jeansbroek aan! En ze weet verdomd goed dat het reglement van de Sint-Teresiaschool klassieke dameskledij vraagt van de vrouwelijke leerkrachten.  Geen lange broeken, geen broekpakken, zéker geen jeans.  Maar Juffrouw Linda probeert eens.  We zullen wel zien, denkt ze.

     

    De directie verwijst juffrouw Linda vriendelijk - maar beslist - naar punt zes van het schoolreglement : “de kledij van het personeel”.

     

    “Juffrouw Linda kan toch lezen, zeker?”

     

    Volgens juffrouw Linda is artikel zes grondig verouderd en een overblijfsel van de muffe pensionaatsmentaliteit: witte kousen, zwarte schorten, bruin uniform, enz.  De directie geeft ruimdenkend toe : inderdaad, die tijd is voorbij.  Niettemin staat de directeur erop dat artikel zes opgevolgd wordt. Door iedereen. Ook door juffrouw Linda. “Begrepen?”

     

    Maar... juffrouw Linda is en blijft een franke.  Ze laat zich niet doen.  Ze belt naar vriendin Sonja.  Die zit in de ouderraad.  Vriendin Sonia zet de broek van juffrouw Linda op de agenda van de eerstkomende ouderraad.

     

    Het ouderraad is verdeeld, verward : sommigen zijn de mening toegedaan dat de directie geen zaken heeft met deze “persoonsgebonden materie”; anderen verwijzen naar gelijkaardige voorschriften in sommige winkels, bedrijven en openbare instellingen die ook uniforme kleding eisen van het personeel.  De ouderraad blijft onbeslist en wendt zich - besluiteloos - naar de voorzitter van de inrichtende macht: mijnheer pastoor.

     

    Mijnheer pastoor evenwel beslist niet alleen maar met heel de raad van beheer.  Daarheen dus met de broek van juffrouw Linda.  Zo komt het veelbesproken kledingstuk terecht in de beheerraad van de Sint-Teresiaschool.  De degelijke beheerraad.  De deftige beheerraad.  Een raad immers, van heren.  Die heren hebben al veel problemen opgelost, maar zo'n probleem ? Nog nooit ! Voor het eerst in zijn geschiedenis weet de beheerraad geen raad.  Zo wordt de broek van juffrouw Linda teruggespeeld naar de directie.

     

    De directie legt de broek van juffrouw Linda voor aan de inspectie. Maar de   inspectie beweegt zich op louter pedagogisch vlak. Op die manier komt het dossier vliegensvlug terug bij de directie.

     

    De broek van juffrouw Linda heeft al veel stof doen opwaaien.  Ja, juffrouw Linda is een franke! Ze glundert als ze het spel afziet.  Ze neemt contact op met een vakbond.  Maar... die verdedigt uitsluitend beroepsbelangen.  Voor het overige raadt de vakbond haar aan voorzichtig te zijn.  Want juffrouw Linda is nog niet vast benoemd...

     

    De directie heeft het inmiddels warm gekregen met de broek van juffrouw Linda.  De directie overweegt - radeloos - de grote middelen.  De directie overweegt de broek van juffrouw Linda in de Guimardstraat op tafel te leggen, bij het interdiocesaan secretariaat.  Een zaak voor Brussel.  Het wordt een nationale aangelegenheid.

     

    Maar ook een lokale! Heel de parochie weet van de broek van juffrouw Linda.  De roddelmachine draait op volle toeren.  Hoogtijdagen voor de dorpslameren ! Deining alom. Dat kledingstuk lijkt wel gemaakt uit springstof !

     

    Uiteindelijk neemt geen enkele officiële instantie stelling in de zaak.  Het wordt een duel op leven en dood tussen juffrouw Linda en de directie.  En vermits eerstgenoemde haar boterham verdient in de school, en hoopt die nog vele, vele jaren daar te verdienen, moet zij de duimen leggen.  De directie wint.  Uit met de broek !

     

    “Ziet ge nu”, zegt juffrouw Linda tegen vriendin Sonia, “wie in de Sint-Teresiaschool EIGENLIJK de broek draagt ?”

     

    Want juffrouw Linda is een franke.  Ef-fen-af een franke!

     

    Jaak Bertmans


    >> Reageer (0)
    08-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Paardebloem

    De Paardebloem
     

    ’t Is lente! Met miljoenen  schitteren de gouden bloemen van de paardebloem overal. Prachtig om zien. Nochtans wordt het aanzien als één van de lastigste onkruiden die er zijn. De bloemen openen zich in volle zon en sluiten bij donker of vochtig weer..

    De goudgele samengestelde bloem staat op een bladerloze holle stengel die uit het midden van het bladrozet opschiet. Breekt men deze stengel, dan komt er een bitter wit sap uit dat donker wordt aan de lucht en bij sommige mensen een lichte huidallergie veroorzaken.

    De bladeren zijn driehoekig en getand. Daarom dat men ook van leeuwentand spreekt.  Wie konijnen kweekt weet zeer goed dat die diertjes verzot zijn op deze sappige planten.

    Men noemt het ook paardebloem omdat paarden er verzot op zijn.

    Ondergronds heeft de plant een knobbelige vertakte wortelstok. Daar zit nu het geheim van de plant. Blijft er ook maar één stukje in de grond zitten dan is dat de oorsprong van nieuwe planten.

    Reeds eeuwen heeft de paardebloem haar plaats in de volksgeneeskunde. We noemen ze niet voor niets pissebloem. Ze is waterafdrijvend en laxerend.

    Ook in de keuken kent men ze als molsla. Men laat de bladeren afgedekt voor licht verder groeien maar die maken geen bladgroen aan. Het is een vorm van witloof; Deze Belgische groente is overigens van dezelfde familie.

    Eens de bloem uitgebloeid, krijgen we de  kenmerkende pluizebol. Wie van ons plukte hem niet om dan met een straffe  en gerichte blaas alle zaadjes in één keer te verwijderen.  Dat lukt niet altijd. Het aantal keren dat men moest blazen duidt aan hoe laat (?) het is.

    De zaadjes , er zijn er duizenden op een bloem, worden door de wind meegedragen en door hun parachuutje drijven ze eindeloos ver. Dat is de reden waarom er ontelbare paardebloemen in de natuur staan.Het is alsof ze met hun gouden bloempjes ons uitlachen om te zeggen: er is aan ons niets te doen.

     

    Volksnamen:beddepisser, hondsalade, kruidkoek, konijnebladen, leeuwetand, molsla, pisbloem, wilde suikerij (wilde cichorei)

    norbert mosselmans

     

    INFO:

    Wilde planten                                 readers digest

    Veldbloemen                                  KBC

    Foto’s                                             Internet






    >> Reageer (0)
    07-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vlek
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    145 jaar Familie Vlek


    Foto (uit archief van de familie Veiller)
    Rik de Pottefeir (Henri Veiller - 1866-1957) en echtgenote Angelina Gilis (1863- 1935)



     

    Landbouwers buiten beschouwing gelaten, zijn er niet al teveel families die een eeuw lang een zelfde beroep uitoefenen.  Zij het dan ook met de nodige aanpassingen aan de eisen van de tijd.

    Dat de familie Vlek er hier en in de omstreken  al 145 jaar voor zorgt dat water doet wat men er van verlangt, mag dan ook even in het licht gezet worden.

    Ingewikkeld? Graag wat meer uitleg? Lees gewoon verder.

    Op 5 mei 1863 stapte de drieëntwintigjarige Catharina, de dochter van Johannes Devolder en Maria-Anna Smets in het huwelijk met Auguste Veiller. Johannes Devolder was radmaker en hield er samen met zijn echtgenote nog een herberg op na.De mensen moesten toch iets doen om hun half dozijn dochters werk te geven.

    Auguste Veiller was een Waal, geboren in Frasnes (Henegouwen) en hij had het nogal moeilijk om Huldenbergs te spreken.

    Gelukkig was hij een kleine zelfstandige en paste hij zich aan. Wat hij als grote ondernemer  zou gedaan hebben, laten wij aan de verbeelding van de lezer over.

    Auguste Veiller was een ketelmaker en als dusdanig al een hele tijd in de streek aan het werk.

    Hij was op logies in de herberg Devolder en werd er verliefd op de dochter. Dingen die gebeuren.

    Zij besloten wel na korte tijd te trouwen, maar de nodige papieren bleven wat lang weg. Ook niets nieuw!

    Eindelijk was het zover. Het jonge paar kocht een huis met estaminet en ijzerwinkel op het Gemeenteplein. August installeerde er zijn werkhuis.

    Hier past wel een woordje uitleg over het beroep van Auguste.

    Ketels voor huishoudelijk gebruik worden nu niet meer  hersteld.  Op het rechtstreekse vuur komen ze niet meer, wat natuurlijk minder sleet met zich mee brengt. Maar zij zijn  door het gebruik van ondermeer inox (staal) nu ook veel sterker en goedkoper , zodat herstellen niet meer lonend zijn.

    Herstelde hij dus ketels meestal door er een nieuwe bodem in te zetten, of zoals men hier zegt:” een nieuw gat”. Hij deed hij het met metaal volgens het gebruik dat men van de ketel eiste.

    Kleine gaatjes in blikken kruiken werden gewoon gedicht met de soldeerbout.

    Maar er was nog meer.

    Tegen de kermis werden vorken en lepels vertind. Kermissoep eten met een verroeste lepel ging toch niet.

    Auguste monteerde en herstelde pompen, maakte dakgoten en hing ze op.

    In Huldenberg was er echter niet genoeg werk en dus trok hij naar de naburige gemeenten. Daar kondigde hij zijn aanwezigheid aan met de roep: “Pas de pot à faire!”. In een mum van tijd werd die roep verbasterd tot “Pottefer” en was de naam gegeven.

    Er zijn wel bijnamen waarvan de oorsprong lastiger op te sporen zijn.

    Twee zonen van Auguste: Joseph en Hendrik volgden hun vader op en zetten zijn werk verder.

    Maar ofschoon de twee broers hetzelfde werk deden werd de ene ( Joseph) Vlek genoemd, de andere (Rik) werd Rik de Potteffer. Het waarom zal wel een eeuwig raadsel blijven. Maar het heeft tenslotte niet het minste belang.

    Op hun beurt namen zowel Vlek als Rik hun zonen  op in de stiel.

    Maar beiden zagen  de stiel ook evolueren een stuurden hun opvolgers dan naar andere meesters. Zo trokken  Heinke (Henri) en Joseph naar Brussel waar op dat ogenblik aan een geweldig tempo gebouwd werd. Hier was veel werk voor lood - en zinkbewerkers en voor mensen die gasleidingen konden installeren.

    De oorlog 14-18 wijzigde wel enigszins de plannen van de vaders.

    Jef  van  Rik werden zwaar gekwetst en moest noodgedwongen de stiel opgeven. Hij werd herschoold tot schoenmaker. Ook Heinke gaf het op. Hij ging na de oorlog terug naar het leger als plaatslager bij de luchtmacht.

    Twee zonen van Vlek, Fons en Jan, werkten een tijd bij een meester-loodgieter in Kortenberg.

    Ook hier was veel werk voor vaklieden. In de streek zelf werd veel gebouwd en Kortenberg ligt nu éénmaal tussen Brussel en Leuven.

    Toen Vlek (Joseph Guilielmus Veiller) overleed in 1925, waren zijn drie zonen Jan, Alfons en Paul klaar om de zaak in handen te nemen. Zij deden dat met inzet en overtuiging.

    Na zijn huwelijk trok Paul (Leopold) naar Overijse. Hij kocht er een woning naast het kerkhof. Bij het begin van de oorlog 40-45 gaf hij de loodgieterij op om geleidelijk over te schakelen naar begrafenisondernemer. Hoe kwam dat?

    Begrafenisondernemer was een nieuw beroep in de streek.

    De meesten waren mensen die op één of andere manier al met begrafenissen  te doen hadden. Schrijnwerkers om de kisten te maken of zinkbewerkers die voor de zinken kisten ingezet werden.

    Jan en Alfons werkten intussen in Huldenberg verder. Laatstgenoemde alleen na het overlijden van zijn broer Jan in 1935.

    René Vlek, de zoon van Henri, ging op stiel bij nonkel Paul rond 1936.

    Kort daarop kwam het “stadswater” in Overijse. Werk in overvloed.

    Toen nonkel Paul overschakelde naar de begrafenissen begon René voor eigen rekening in Huldenberg. In feite volgde hij zijn nonkel Fons op.

    René Vlek werkte lang en de vrees nam toe dat hij geen opvolger meer zou krijgen.

    Maar onverwacht begon zijn “kleinzoon” Danny met loodgieterij.

    Maar de tijden zijn veranderd. Loodgieters staan nu dichter bij elektriciteit. Zink werd opgegeven en is nu de taak van de dakwerkers. Ook lood krijgt het lastig met de  zware concurrentie van koper en kunststoffen.

    Men spreekt nu meer van sanitaire.

    Maar het blijft in feite hetzelfde: ZORGEN DAT HET WATER DOET WAT MEN ER VAN VERLANGT!


    Een woordje uitleg bij de foto. 

    Henricus was de broer van Jozef Vlek.  Hij huwde met zijn nicht Angelina Gilis die de zuster was van grootvader Theobaldus.  Henricus was dooppeter van Heinke (Henri Veiller).
    Het is niet verwonderlijk dat men in Angelina, trekken ziet van Bomma, het was tenslotte haar tante. 
    Er is ook een gelijkenis tussen Rik de Pottefeir en mijn vader Heinke, ook hier, het was zijn oom.



    Albert Veiller.


    >> Reageer (1)
    23-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Zesdagmaalstraat: betekenis
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    ZESDAGMAALSTRAAT

     

    GEMEENTE: Sint-Agatha-Rode

    LIGGING: verbinding tussen Leuvense baan en oude Waversebaan

    LENGTE: 672 m


     

    Straat die begint aan de Leuvensebaan, daar waar het kapelletje staat en die loopt tot aan het kruispunt waar de Oude Waversebaan, de Radarweg en ’t Veldeke samenkomen.

    Bij het lezen van de naam:ZES DAGMAAL (straat), zijn we geneigd om onmiddellijk aan een dagmaal, de plat du jour te denken.

    Maal komt inderdaad ook voor in  maaltijd. Het  heeft  echter niets te maken met eten maar wel  met een steeds weerkerende gebeurtenis.

    Het woord dat wij het beste kennen is : ETMAAL.

    Etmaal is een tijdperk van 24u. bevattende : ochtend, middag, avond, nacht.

    Onze maal uit de straatnaam heeft inderdaad iets te maken met  een tijdspanne, een steeds weerkerende gebeurtenis van ploegen en oogsten

    Onze streken waren reeds toen aan de landbouw gebonden en het is normaal dat zij, er bestond nog geen decimaal stelsel ( ingevoerd rond 1820) zich bedienden  van een systeem om de oppervlakte van bewerkte grond in een zeer concrete maat uit te drukken. Wat kon daarvoor beter dienen dan de dag. Het betrof dus de oppervlakte die men kon bewerken op een dag.

     

    Eerst even iets over onze huidige oppervlaktematen.

    De Fransen voerden in  1793 de are in en dit ter vervanging van de oude landmaten. Het is een neologisme want het komt van het Latijn are wat “vlakte, ruimte” betekent. Later komt dan daaruit het woordje “ aire denk aan “aire de repos) het is dus een plaats , een ruimte.

    Op school hebben we dikwijls genoeg gezwoegd en gezweet om van de ene maat naar de andere te gaan. Het was “moeilijk” omdat men ons niet diets gemaakt had hoe het systeem in elkaar zat en wat de basismaat is. Al had men ons met handen en voeten en zelfs met de nodige kletsen uitgelegd dat het telkens 100 maal groter of kleiner was. Maar waarom, was ons toch niet duidelijk.

    Bij de oppervlaktematen is nl. de are de basis. Wanneer we dat weten dan is de rest niet moeilijk.

    In ca en ha vinden we steeds are terug. Dus zijn deze twee maten daarop gesteund.

    De maat kleiner ca is 1/100 van de are want centi betekent niets meer of minder 1/100. Dus ca is 1/100 van de are of de are is 100 ca.

    De ha die de maat groter dan  is de a , is op de zelfde manier opgebouwd.

    Hecto betekent 100x groter. Dus is de ha 100x groter dan de a.

    Gaan we nu van ca naar ha dan krijgen we 100x100 of 10000 maal groter. Een ha is dus 10000ca of 10000m².Als maatstaf neem je hiervoor een voetbalveld.

     m² duidt op 100 en m³ duidt op 1000

     

    Daar de grond niet overal even gemakkelijk te bewerken is (denk maar aan zand, leem, klei) was er zeker een verschil in hetgeen men op een dag gedaan kon krijgen.

    De kleinste maat die men gebruikte was de vierkante roede zijnde 14m².( roede werd ook als lengtemaat gebruikt, maar dat valt hier buiten ons bestek)

    Voor een groter stuk land gebruikte men dagmaal :zijnde 100 vierkante roede. Dus 1400m²

    Bij nog grotere oppervlakte gebruikte men bunder( afkomstig van het Latijn : bonnarium : grens) zijnde 400 vierkante roeden.Dus 5600m² of 56a.

    De grootste maat die men gebruikte was de morgen die van 0,8 tot 1 ha bedroeg.  Het was oppervlakte die men in één morgen kon ploegen of hooien.  Dat was wel werken hoor want er waren toen niet de machines van nu en het was dus handwerk.


    Zoals we daarstraks al zegden  verschilde de afmeting van de oppervlakten van streek tot streek. Daardoor kon een roede in Vlaanderen gaan van 8,9m² tot 36m²

    Voor het Leuvense was een roede 27,3041ca; 30,3640ca; of 32,4941ca al gelang het aantal vierkante voeten die men gebruikte. Voet was een lengtemaat van 28,55cm en men had verschillende vierkanten voeten:18 1/3;  19 1/3;  20 voet en daardoor komt men op die verschillende oppervlakten.

    Terug naar onze straat:Zesdagmaalstraat.

    Rekening houdend met wat we hiervoor geschreven hebben en ons met de tussenmaat van Leuven tevreden te stellen  komen we tot een oppervlakte van 6x (100x 30,3640ca) of 18218,4ca wat ons 1,82184ha geeft.

    Sommige streken spreken van dagwand.

    Wand is een vorm van wenden: wat in één dag gekeerd of geploegd kan worden.

    Wanneer de dag dan om was zal de boer zeker zijn karig maal verdiend hebben.

     

    norbert mosselmans


    >> Reageer (0)
    16-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vergaderen

    VERGADEREN

     

    (Opgelet: deze tekst werd in 1981 geschreven; wat hier volgt is een ongewijzigde weergave.)  

     

    Wist u dat de grote Ruusbroec begonnen is als onderpastoor? Gewone kapelaan op Sint-Goedele in Brussel. Simple vicaire ! En pas véél later opgeklommen tot meester in de mystiek.

     

    U hoeft dus nooit te wanhopen, beste lezer, het kan soms aardig evolueren in 't leven.  Een schitterende levensloop kan ook u nog wachten.  Er zijn genoeg voorbeelden : van boerenzoon tot paus, van shoe-shine-boy tot mister president, van korporaal tot maarschalk, en hier weer: van Brussels kapelaan tot Vlaanderens grootste mysticus.  En voor u, dames, wie weet : van leek tot lector I (Ja, echt jammer, hoger kan u als vrouw niet geraken in het kerkelijk ambt. Aan mij zal het niet liggen, want in onze parochie is het zwakke geslacht al opgeklommen tot de duizelingwekkende hoogte van het akolitaat, en mogen ze zelfs bellen onder de H. Mis ! Maar zeg het a.u.b. niet voort).

     

    Terug ter zake.

     

    Weet u hoe oud Ruusbroec was toen hij van Brussel naar de kluis in 't Zoniënwoud overwaaide ? Vijftig jaar ! Een mooie leeftijd om nog iets gloednieuw te beginnen, vindt u niet ?

     

    Hij heeft het nog 38 jaar uitgehouden.

     

    En waarom die ommezwaai ? Waarom van Brussel naar Groenendaal ? Ha, zie beste lezer, nu komen wij bij de kern van de zaak. Daarover gaat het hier juist. Waarom verlaat iemand de drukte van de stadspastoraal om zich terug te trekken in het woud ? Wat drijft zo'n mens ?

     

    Dienaangaande bestaan verschillende veronderstellingen, maar échte klaarheid is er niet.  De specialisten van het Internationaal Ruusbroec-colloquium dat deze maand te Leuven gehouden wordt, kunnen er hun hoofd over breken. Ik, als buitenstaander, neem al genoegen met het veelbetekenend zinnetje dat broeder Gerardus - een tijdgenoot van heer Jan van Ruusbroec - onachtzaam tussen de plooien van zijn verhaal laat vallen, namelijk : “her Jan hadde alle vergaderingen liver  ledich gheweest..

    Zegt dat niet alles ?

     

    U begrijpt het, beste lezer, Ruusbroec was 't vergaderen beu.  Hij wilde zich met iets anders onledig houden.  Hij was die samenkomsten moe.  Hij wilde weg.

     

    Wie zou op zijn vijftigste de vergaderingen niet beu zijn ?

     

    Wie zou zijn druk huis niet willen ruilen voor een stille kluis ?

    Van de actie naar de contemplatie, van de stad naar het land, van de vergaderingen naar de visioenen, van de besprekingen naar de bespiegelingen en beschouwingen...

     

    Ik ben nog geen vijftig, maar ik begin er al aardig aan te denken.  Hoe langer hoe meer kan ik iets van Ruusbroecs ommezwaai begrijpen.  En bovendien moet je weten dat die vergaderingen in de middeleeuwen eigenlijk één grote ellende waren.  Toen beschikte ze nl. nog niet over vergadertechnieken.  De wetenschap stond zo ver niet.  Stel je voor : geen moderator, geen agenda, geen ordelijk verloop, altijd maar: varia, varia... Alles door elkaar. Iemand die kon schrijven krabbelde een verslag in een wasbordje, maar de anderen konden dan weer niet lezen, en zo bleef het één hopeloos gemodder, Nee, dan zijn onze vergaderingen een feest van efficiëntie.

     

    Alle gekheid op een stokje, beste lezer, maar over zin en onzin van vergaderen valt nog een hartig woordje te plaatsen. (Dat laatste wordt dan wéér een vergadering).

     

    De priester-geleerde, prof.  Frits Van der Meer, zei daarover aan Joos Florquin in ten huize van, iets in deze zin “Vergaderingen ? Ga ik nooit naartoe ! Er zijn daar twee mogelijkheden : ofwel ben je de baas en beslis je en dan kun je het af in een paar minuten - ofwel zit je erbij voor spek en bonen en dan is het puur tijdverlies.  Daarbij is op te merken dat diegenen die op een vergadering aldoor het woord nemen, gewoonlij.k niets te zeggen hebben.  Kortom, ik heb geen geduld voor zo lets en blijf er dan ook weg. Ik neem het verwijt dat ik egoïstisch ben er graag op de koop toe bij.”

     

    Een mening als een andere, uitgesproken door een encyclopedische geest die zijn tijd en talent inderdaad zinvoller kan gebruiken.

     

    Ik, voor mij - als veldwerker - vind vergaderen een noodzakelijk kwaad.  Een vervelende zaak meestal, maar nodig.

     

    Soms zelfs nuttig.  Eén enkele keer ook plezierig... En dus doe ik nog wat verder.  U ook ?

     

    Jaak Bertmans


    >> Reageer (0)
    09-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Top 100
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Blog over Huldenberg in Top 100 van de blogs in Vlaanderen.

    Deze blog staat vandaag op de 97ste plaats in de populariteitsmeter van alle blogs in Vlaanderen.
    Dit is een mooi resultaat als men weet dat de opstart ervan minder dan één jaar geleden gebeurde.



    De weblog over Huldenberg werd op 19 april 2007 opgestart.  Hij verschaft kwaliteitsvolle informatie over de vijf deelgemeentes van Huldenberg.  De geschiedenis, de monumenten en de natuur komen aan bod.  Ook de mens wordt uitdrukkelijk in het licht gesteld.  Zo worden de bijnamen van de inwoners van vroeger en nu straat per straat, huis per huis weergegeven.   Boeiende verhalen, anekdoten ontbreken niet.

    Op woensdag 9 april 2008 waren er exact 41.137 bestaande blogs in Vlaanderen.  Alle soorten onderwerpen komen aan bod.   Slechts enkele stellen zich tot doel de lokale cultuur in het licht te stellen. Van alle blogs staat www.bloggen.be/huldenberg op de 97ste plaats op de populariteitsmeter.

    Van harte dank aan de tientallen Huldenbergenaars die zich ingezet hebben voor het welslagen van dit initiatief. 

    De grote interesse bij de bevolking van Huldenberg toont aan dat dit kanaal nog veel groeikansen heeft. 


    >> Reageer (1)
    30-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Peperdure peper

    Peperdure peper

     

    Zij was een niet zo graag geziene figuur in het dorp.   Ze was gierig en egocentrisch.  Ze was klein van gestalte, in tegenstelling tot haar man, een reus van een vent die ooit deel uitmaakte van de elite van het leger, de grenadiers.  Zij kon op een haatdragende wijze uit de hoek komen; niet alleen met de buren maar met quasi de hele wijk had zij het aan de stok.  Ook met de familie zat het vaak scheef, zelfs voor kleinigheden.

     

     

    Haar voornaam was Marie, maar zoals het toen gebruikelijk was kende iedereen haar onder haar bijnaam Meree va Meinkes.  Ze woonde in de Groebbe.  Haar huis stond in de helling van het dal, iets achteruit.  Het was in die tijd het eerste huis van de wijk.

     

     

    In de jaren dertig heerste een economische crisis.  De werkloosheid haalde pieken en teisterde de bevolking.  Op het platteland liepen heel wat leurders rond die hun waar aan de man probeerden te brengen om hun boterham te kunnen verdienen .  Op een bepaalde dag kwam een verkoper aankloppen bij Meree;  ze was alleen thuis.

     

     

    “Dag Madammeke”, zei ie heel vriendelijk.  Hij droeg een houten kast op de borst waarin hij zijn kostbare ‘marchandise’ bewaarde.  Hij zette die neer voor haar voeten.  “Ik heb hier het ene en het andere waar je van zal opkijken” voegde hij eraan toe.   “Bijvoorbeeld de beste peper die men op de markt kan vinden.  Verder zit mijn kast vol met alle soorten knoppen, garen, spellen en lint.”

     

     

    Het aanbod was aanlokkelijk, origineel en niet alledaags.  Lint kon zij altijd gebruiken, een zakje peper zou het avondeten van haar man wel lekker kunnen kruiden.

     

     

    Zij vroeg naar de prijs.  “15 centiem voor een zakje peper, Madammeke” antwoordde hij.

     

     

    Meree moest even weg naar haar verborgen schatkamer om het nodige geld boven te halen.  Ze kwam terug met een briefje van honderd frank, wat in die tijd voor een doorsnee werkman een weekloon betekende. 

     

     

    De verkoper stond er even verveeld bij maar herpakte zich snel en zei:

    “Madammeke, daar kan ik niet op teruggeven maar dat geeft niets, ik zal het briefje in de winkel boven gaan wisselen.  Wilt gij zo goed zijn om op mijn kast met mijn ‘marchandise’ te letten”.   Meree voelde zich ineens verantwoordelijk voor het kostbare goed.

     

     

    De man trok iets hoger het weggetje in, richting winkel en verdween uit het zicht van Meree.

     

     

    Het duurde wel heel lang voordat Meree zich vragen begon te stellen.  Hij kwam maar niet opdagen en zij werd ongerust.  Zij sloeg haar sjaal om de hals, nam de kast mee en ging de leurder achterna, sprak iedereen aan om de man op het spoor te komen, maar tevergeefs. 

     

     

    Ongerustheid ruimde de plaats voor woede.  Ze voelde zich bedrogen en begon zelfs buren te beschuldigen als of zij die man op haar hadden afgestuurd.

     

     

    In het dorp deed het verhaal snel de ronde.  Meree kon echter niet rekenen op de sympathie van de dorpelingen.  De gazet haalde uit met de kop: “Huldenberg: vrouw beetgenomen”.  Tot groot jolijt van iedereen met wie Meree ooit in aanvaring was gekomen, of kortweg quasi de hele wijk.

     

     

    En Meree bleef de rest van haar leven met het kastje zitten. Met de enkele zakjes peper dat het bevatte, kon zij een tijdje voort.  Maar voor haar bleef het alles bij mekaar… peperdure peper.

     

     

    Naar een verhaal van Albert Veiller.

    Eindredactie van Jean-Pierre Van Binnebeek


    >> Reageer (0)
    24-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De groene specht
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    DE GROENE SPECHT

     Wie dezer dagen door de velden wandelt of langs het bos loopt, heeft de indruk dat hij uitgelachen wordt. Met de regelmaat van een klok hoor je het lachende en snel herhaalde “kjuu-kjuu-kjuu” of “kluu-kluu-kluu”.

    Wees gerust het is de groene specht die zich laat horen.


    Eén van onze mooie vogels. Groengele borst, een groene rug. Rode muts en rode bakkebaarden. Tenen die zo geplaatst zij  dat hij makkelijk boom op en af kan. Maar vooral een scherpe en lange  bek


    Deze vrij talrijke broedvogel, al is het aantal wel geminderd, laat zich horen en bakent zijn gebied af. De groene specht roffelt zelden en zoekt zijn voedsel meestal op de grond. Hij is nl. verzot op mieren en hun poppen. Vooral de rode bosmier. Hij eet ook de larven van houtborende insecten, van kevers en vlinders en vliegen. Soms zou hij, naar men vertelt, wel eens een bijenkorf durven plunderen.


    Karakteristiek bij onze mooie vogel is dat bij het baltsen de kuif, op de heen en weer zwaaiende kop,  rechtop komt te staan.

    Het enige broedsel per jaar wordt door het wijfje en mannetje uitgebroed in een 18-tal dagen. Het nest is een holte in een boom en volledig kaal.


    Gedurende een 21-tal dagen voeren ze beide de jongen met een melkachtige brij die in hun krop uit de gangen insectenmassa ontstaat.


    norbert mosselmans


    INFO:

    Vogels in midden- en west-europa       Readers Digest

    Gids voor onderweg                            Tirion

    Foto                                                    Internet


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Billandestraat

    Ottenburg

    De Billandestraat

     

    De Bilande (het beekje) vormt de verbinding tussen Neerpoorten (Ottenburg) en de Schaatbroekstraat (Overijse) aan de grens met Waver.  De lengte van de straat bedraagt 349m.

     

    Eens de Lane over bij de molen van Terlanen krijgen we een  knooppunt van verschillende straten voorgeschoteld.  De grootste en “breedste” (wel meer riool als straat ) is de Neerpoorten.  We hebben er  de Onderbosstraat,  dan de weg die naar Rodebos klimt.  In de bocht krijgen we de Oliestraat  en wat verder de Hoevestraat die van het dorp naar de Lane daalt. Deze straten liggen allemaal links.

    Voorbij de Hoevestraat kunnen we op de rechterkant de Billandestraat instappen.

    Bij het woord Billande denkt iedereen onmiddellijk aan de mooie vierkantshoeve die wat verder gelegen is.



    Maar deze hoeve heeft haar naam gekregen van één van de twee waterloopjes die in Ottenburg stromen nl. de Lijkstraatbeek (waths in a name?) en de andere is de Bilande.

    Deze kleine beek die de grens maakt met Waver is inderdaad de naamgever en van straat en van de grote en Kleine Bilande hoeve en van het grote en kleine Bilandebos.

    We hebben nu die naam al verschillende keren teruggevonden in onze streek, maar vanwaar komt hij ?

     

    We gaan het woord even splitsen: Bi en Lande

    Bi: wil zeggen bij. Denkt aan het West-Vlaamse: hij zit er bi. Andersgezegd: nabij.

    Lande: is de voormiddeleeuwse naam van de Lane.


     


    De Laan is een zijrivier van de Dijle. Ze is 25 km lang  en heeft een debiet van 1,5m³/sec. bij laag waterstand.  Ze ontspringt in Plancenoit en vloeit door Maransart, Couture Saint-Germain, Lasne (naam) Genval (papier en balatum) Rosières (eertijds bij Overijse en Vlaams), Overijse –Tombeek, Terlanen (naam), Sint-Agatha-Rode ( bos rooien) en mondt daar in De Hoek uit in de Dijle.

    Was eertijds de grens tussen Aduatieken en Nerviërs.  Ook tussen  de  bisdommen Cambrai en Luik was het een grens.

    De betekenis van Laan is Keltisch en wil zeggen: kalm, rustig (IJse: Keltisch Isca= water; Voer: Fura= Germaans= de glijdende).


    Zowel de hoeven als de bossen liggen in de buurt van de Lane en ons beekje de
    Bilande mondt er in uit.

     

    In de Billandestraat stonden vroeger een drietal huizen.  We ontdekken er enkele bijnamen:

     

    Als we van de Neerpoortestraat komen woonden rechts Jules va Polaïe (Jules Lahaye),

    schoenmaker, en Louise Decoster.

     

    Ernaast stond de woonst van Mil va Polaïe (Emile Lahaye) getrouwd met Lange Loewis

    (Louise Verheyden).


     


    Lager in de straat waren Mil Schauwers gehuwd met Maree van de Woela (Marie

    Lodewijcks) gevestigd.

     

    Tekst :Norbert Mosselmans en Jean-Pierre Van Binnebeek

    Foto’s: Jean – Pierre Van Binnebeek     












    >> Reageer (0)


    Foto


    Ontdek Huldenberg



    Foto

    Gastenboek


    Blog als favoriet !

    Bijnamen in Ottenburg
    De Leuvense Baan
    De vroegere poel in het centrum van het dorp


    Foto

    Bijnamen in Huldenberg
    Het Gemeenteplein onder de loep

    Foto

    Foto

    Bijnamen uit Huldenberg
    Den Elzas onder de loep.
    Zakke Norekkes voor haar deur.

    Foto

    Bijnamen uit Huldenberg
    Het hospice (voor 1963)
    (foto uit het archief van Keihof)

    Foto



    De pomp,

    van levensbelang !


    Foto

    Loonbeek:
    het klokje klept niet meer


    Foto

    Het Blauwhof:
    binnenkort uit het straatbeeld !

    Foto

    Fraaie glasramen in de Art-Deco-kapel van het Blauwhof in Loonbeek 
    Foto

    Foto

    Foto

    Bijnamen in Loonbeek
    'Bij Kozze'

    Foto

    Bijnamen in Neerijse
    Marieke Flaurius en Witte Lowieke voor hun huis met bakstenen trapgevel

    Foto

    Bijnamen in Neerijse
    De Put
    Tekening van Steven Wilsen


    Foto

    Bijnamen in
    Sint-Agatha-Rode

    De Leuvense Baan

    Postkaart uit 'Dorpsbeelden uit het verleden' - R.Van Hoegaerden


    Foto

    Archief per maand
  • 01-2024
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 12-2022
  • 09-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 09-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 01-2020
  • 10-2019
  • 06-2019
  • 10-2018
  • 04-2018
  • 11-2017
  • 08-2017
  • 06-2017
  • 01-2017
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 04-2016
  • 01-2016
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 02-2015
  • 11-2014
  • 08-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 10-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 11--0001


    Foto




    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs