Verdwenen
&
gerestaureerd
erfgoed
De schuur van de
papiermolen van Huldenberg. Deel 1
Op de uithoek van de gemeente
Huldenberg, midden in het groene kasteelpark aan de IJse, staat een gebouw uit
de vroegere eeuwen dat een nieuwe bestemming gekregen heeft. Het beantwoordt aan een nieuwe behoefte in
onze moderne maatschappij: het onthaasten in de volle natuur, in een omgeving
die eeuwenlang de ingreep van de mens quasi doorstaan heeft.
Economische activiteit
We gaan terug tot in de late middeleeuwen om vast te stellen
dat op deze plek een economische activiteit plaatsvond.
Hier stond een smoutmolen
die samen met de Coerenmolen, die
iets lager stond en nog altijd gekend staat als de molen, voor inkomsten
zorgden voor de plaatselijke heer. Hij
was de meester van het lopend water dat door zijn domein liep en had aldus het
recht één of verschillende molens in zijn heerlijkheid uit te baten. Zo een molen noemt men een banmolen. De inwoners konden niets anders dan hun graan
te laten malen in de plaatselijke molen. Dat was in het maaldersrecht bepaald.
Smout is koolzaadolie die op ambachtelijke wijze geslagen
wordt in een smoutmolen. Het kan voor
verschillende doeleinden gebruikt worden: voor het bakken van vis, vlees en
aardappelen en
voor smoutbollen die nog altijd een traditie gebleven zijn in
de lage landen. Smout was tevens nuttig om vezels, bijv. wol, in te vetten
teneinde deze soepeler te maken. Men
gebruikte ook raapzaad, vlaszaad en zelfs beukennootjes. Ook voor de
verlichting gebruikte men deze oliën.
De locatie van deze molen was van strategisch belang voor de
plaatselijke bevolking.
Enerzijds heeft men van het verval van de IJse gebruikt
gemaakt om stenen op te hopen en zodoende een kunstmatig watervalletje te
bouwen waar een rad kon geplaatst worden.
Het was een onderslagmolen. Het water viel onderaan op de molen en deed
deze in tegenwijzerzin draaien.
Dit watervalletje bestaat nog altijd in het
kasteelpark. Tot in de 20ste
eeuw was de IJse overspannen door een bruggetje.

Anderzijds wilde de mens controle uitoefenen op de natuurelementen. Op deze plaats was er een ark waarmee men
het niveau van het water kon regelen; in geval van nood, hevige regen of storm
bijvoorbeeld, kon een deel van het water naar de kleine IJse afgeleid worden om overstromingen in het dorpscentrum
te vermijden. De kleine IJse vertrekt boven de waterval en is een kanaal dat door
de mens uitgegraven werd in de middeleeuwen.
Ze heeft haar functie sindsdien bewaard en is o.a. zichtbaar tussen de
Kronkel en de school van de Elzasstraat.
Op een bepaald tijdstip ruimde de smoutmolen de plaats voor een slijpmolen
waarvan in geschriften van de jaren 1600 en later nog gewag gemaakt wordt. Een slijpmolen
wordt gebruikt om stenen te slijpen en te polijsten.
De pampiermolen
In 1532 wordt in geschriften gesproken van den Pampiermolen met huis en hof ernaast gelegen.
De papiermolen van Huldenberg vervaardigde grauw papier dat grijs tot
zwart, soms bruinachtig was.
Verschillende generaties heren en vrouwen van Huldenberg
hebben de papiermolen uitgebaat. Maria
van der Spout, de Van Houthems, Filips Rijckewaert en andere de Baudequin de
Peuthys hebben ervoor gezorgd dat gedurende meer dan drie eeuwen deze
economische bron van inkomsten kon floreren en werk kon verschaffen aan
verscheidene generaties pachters en huurders.
Zo weten dat twee
generaties van de familie Clabots de papiermolen van Huldenberg uitbaatten. Joos Clabots kwam er rond 1590 aan en Roelant
Clabots (wellicht de zoon van de vorige) nam de molen in 1614 over en hij bleef
er tot 1623. Uit een aantal documenten blijkt dat deze molenaars het financieel
moeilijk hadden en dat het uitbaten van een papiermolen niet altijd een
rendabele zaak moet geweest zijn.

Op de de Ferrariskaart
(1775) ziet men duidelijk de papiermolen staan, moulin à papier
Een papiermolen was geen zeldzaamheid in de streek. De vallei van de Molenbeek en de Zenne waren
gekend voor hun papiernijverheid en in Terhulpen stond één van de grootste
papiermolens van Europa. Dit had te
maken met de uitvinding van het drukwerk en de omgeving van Brussel en haar
administratie. Het landschapsprofiel van
het zuidwesten en het zuiden van de hoofdstad met de snel stromende beekjes
maakte dat er talrijke molens gebouwd werden.
Als Peter Machiels de papiermolen op 15 november 1819 voor
zes jaar overneemt wil hij die moderniseren, mechaniseren en omvormen tot een
papierfabriek. Hij leent hiervoor van
baron Theodoor de Baudequin de Peuthy 1151 gulden en verricht de noodzakelijke
veranderingen aan het gebouw. We vinden
nog een duidelijke beschrijving: een in
bakstenen gebouwd batiment met twee verdiepingen, met pannen bedekt
Er
bevinden zich twee rollen, drie persen, een scherp werktuig en enige
voddenputten. De werktuigen worden in
beweging gebracht door een molenrad.
De fabriek verschaft werk aan 35 arbeiders. In het huurcontract worden nog een woning,
stallen, een schuur en weiden vermeld.
De fabriek draait tot 1846 maar dan kent Machiels financiële
problemen. Het einde van zijn pacht doet
hij niet uit. In 1849 neemt baron de
Baudequin de Peuthy de machines over en laat ze schatten. De papierfabriek wordt daarna gesloopt.

Zo zag er een
papiermolen vanbinnen uit. Achteraan het
waterrad. (afbeelding Internet)
Tekst : Jean-Pierre Van Binnebeek
(Wordt vervolgd)
Bronnen
Dank aan graaf Thierry en gravin Katia de
Limburg Stirum.
Dank aan Norbert Mosselmans voor de
verschafte informatie.
In en om het kasteel van Huldenberg. J. Vanhoren
De financiële tribulaties van een tweetal
papiermolenaars uit Huldenberg.
A.Clabots. Heemblad. 1994_2
Internet
Postkaarten
De Ferraris-kaart en Popp-Kaart
|