De teksten op dit webblog zijn authentiek. Mogen wij u dus daarop wijzen dat iedere overname van tekst een schriftelijke toelating vereist van de auteur. De redactie.
Langs de IJse Lente - Smeerwortel - Look-zonder-look - Fluitenkruid - Witte dovenetel - Hondsdraf - Vergeet-mij-nietje
Nest van koolmees
HULDENBERG
Vroeger en nu
15-11-2010
De meerkoet
De Meerkoet
Langs de IJse wandelend gebeurt het al eens dat er plots een zwarte vogel klapwiekend over het water scheert en dan plots onder een afhangende struik of pol gras duikt. Het is de meerkoet. Deze zwarte vogel met een witte bles en witte bek is een algemene broedvogel. Het liefst van al in open water afgezoomd met riet, zeggen, biezen.
De mannetjes zijn zeer agressief. Ze vechten voor hun territorium. Daarbij zwemmen ze woedend op elkaar af: kop naar voren gestrekt, uitgezette veren en klapwiekend met de vleugels. Daarbij luidkeels hun rauwe onmuzikale roep schreeuwend. Het is alsof er met een hamer op metaal gebonkt wordt.
Hij voedert zich zowel met plantaardig als dierlijk voedsel. Komt daar nog bij dat ook de mens tijdens de winter hem voorziet van wintervoeding en dat was deze watervogel vlug gewoon. Zijn voedsel haalt hij onder water. Hij duikt onder en komt als een onderwater geduwde kurk naar boven. Steeds op dezelfde plek waar hij kopje onder ging. Dit is te wijten aan de lucht die tussen de veren zit.
Het nest een meestal uit riet gebouwd en ligt boven het waterniveau. In het nest komen de lichtbruine eieren met een fijn tekening. Na acht weken zijn de kuikens onafhankelijk. Vaak volgt er nog een tweede en zelfs een derde legsel.
De meerkoet is eigenlijk geen echte zwemvogel zoals eend, gans, zwaan Tussen de tenen heeft de vogel geen zwemvliezen maar wel lobben die het zwemmen en duiken vergemakkelijken. Deze poten stellen hen ook in staat om over het water en de waterplanten te lopen. Vliegen is wel een enorme karwei! Zij moeten een aanloop nemen alvorens de lucht in te kunnen gaan. Zij vliegen ook steeds met bengelende poten.
---=oOo=---
Wist u dat meerkoeten een hekel hebben aan duiven? Lang geleden was de meerkoet wit en kon net zo goed vliegen als de duif. Hoe hij in een zwarte watervogel is veranderd en één van de slechtste vliegers is geworden, verhaalt dit oude sprookje.
In lang vervlogen tijden verafschuwde de meerkoet de duif. In die dagen was de meerkoet een witte vogel met roze poten. Ondanks hun wat lompe uiterlijk waren zowel de duif als de meerkoet goede vliegers. Vaak hielden ze met elkaar langeafstandsvliegwedstrijden. De ene keer was de duif de snelste, de andere keer de meerkoet. Eigenlijk waren ze elkaars gelijken. Alleen bij droppings in een vreemde omgeving, wanneer ze de weg terug zelf moesten zoeken, kon de duif de terugweg beter vinden en moest de meerkoet het onderspit delven.
De meerkoet was jaloers en als gevolg daarvan zat hij de duif op alle mogelijke manieren dwars. Voortdurend zocht de meerkoet ruzie en schold de duif uit. Of ze vochten tot dat de veren in het rond vlogen. Regelmatig tot bloedens toe. Op een dag was God getuige van een ernstige vechtpartij tussen beide vogels en werd heel boos. De meerkoet had de duif zo ernstig verwond, dat het bloed langs zijn poten naar beneden sijpelde en het is er nooit meer afgegaan en sindsdien heeft de duif dan ook rode poten. God besloot dat er voor altijd een einde moest komen aan de heftige ruzies.
Nooit meer zouden die twee vogels in elkaars nabijheid mogen komen. Met één enkele armbeweging werd het lot van de boosdoener beslecht. De meerkoet, die op dat moment triomfantelijk rond vloog, viel plotseling naar beneden in het water. Tot zijn stomme verbazing merkte hij dat hij kon zwemmen en hij voelde dat zijn ranke poten groeiden tot lompe, brede groene tenen. Toen hij probeerde weg te vliegen, moest hij eerst een poosje over het water rennen voordat hij moeizaam omhoog kwam en hij bleek niet hoger te kunnen vliegen dan één tot twee meter boven het water en nooit lang.
de poten
Zijn witte kleur verdween en hij werd helemaal zwart, met slechts een wit voorhoofd en een bleke snavel. Door deze witte plek wordt hij nog steeds herinnerd aan zijn wrede verleden. Hoewel de meerkoet als straf voor zijn agressieve gedrag werd veranderd in een zwarte watervogel, heeft hij zijn les nog steeds niet geleerd. Tot de dag van vandaag hoort en ziet u hem ruzie maken, niet alleen met argeloze voorbij zwemmende eenden, maar zelfs met zijn soortgenoten.
norbert mosselmans 11/2010
INFO Vogels uit West-Europa Readers Digest Fotos Internet Verhaal www.natuurverhalen.nl
Op zondag 31 oktober 2010 s morgens gebeurt de overgang van zomer- naar wintertijd.
De vraag is:
Welk uur zal de zonnewijzer op de kerk van Huldenberg in de eerste week van november 2010 aangeven als het op de klok 14.03 uur zal zijn ?De zon moet dan wel (en dat is vanzelfsprekend) schijnen.
Antwoord 1:12.15 uur
Antwoord 2:12.48 uur
Antwoord 3: 13.01 uur
Antwoord 4:13.30 uur
Antwoord 5:14.18 uur
Schiftingsvraag: Hoeveel juiste antwoorden zullen er gegeven worden ?
Een tip: lees het artikel hieronder over de zonnewijzer.
Om gratis mee te doen : klik in de rechter kolom op quiz-vraag en stuur je antwoord op de vraag en de schiftingsvraag via e-mail door.
De winnaar(ares) krijgt een waardebon voor 2 streekbiertjes geschonken door de TAVERNE ROCHUS en in de taverne te drinken, Gemeenteplein Huldenberg, onder de zonnewijzer.
De antwoorden moeten doorgestuurd worden voordat het winteruur begint. Het juiste antwoord en de naam van de winnaar(ares) zullen op blog Huldenberg bekend gemaakt worden.
Wie is er dezer dagen al niet op jacht gegaan in de slaapkamer? Een zenuwslopend gezoem belet je rustig in te slapen. Het wordt steeds een echte speurtocht om die kwelgeest te vinden. Pats ! Je hebt de zoemer, maar op het behangpapier verschijnt een mooie bloedvlek.
Alleen al het zoemen van een mug werkt verschrikkelijk op je zenuwen. Want je weet dat ze binnenkort ergens op je huid zal landen om je te steken.
Meestal voel je zelfs het prikje niet: je weet pas dat je gestoken bent, als het begint te jeuken. Het eigenlijke prikje voel je alleen als de monddelen van de mug een zenuw raken - en op je rug, buik, armen en benen liggen de zenuwen nu eenmaal ver uiteen. De monddelen van een mug zijn wonderlijk: ze kan ermee boren, sproeien en zuigen. Eerst boort de mug een gaatje in een bloedvat. Ze sproeit speeksel in het bloed zodat het in haar nauwe monddelen niet gaat stollen. Dan zuigt, of liever pompt, ze het bloed in haar maag.
Na 2 tot 3 dagen kan ze eieren leggen. Alleen wijfjesmuggen zuigen bloed. Dat hebben ze nodig voor het produceren van eitjes. Mannetjesmuggen zuigen nectar uit bloemen.
Mannetjesmuggen worden door het zoemgeluid van wijfjes aangetrokken en vliegen naar ze toe om te paren. Met hun grote borstelige antennes horen mannetjesmuggen het verschil tussen de vleugelslagen van mannetjes en die van wijfjes.
Een mug is 5 tot 6 mm lang. Een volwassen mug leeft slechts een paar dagen en heeft veel vijanden, waaronder zwaluwen en gierzwaluwen.
Bekijk een mug eens onder een vergrootglas en geniet van een wonderbaarlijk, sierlijk insect met een lange slurf. Hoe komt het toch dat menig slaapkamer kleine bloedvlekken op de muur heeft? Waarom heeft bijna iedereen zo'n hekel aan dit kleine insect?
Een verhaal Koning Salomon verstond het gebrul van de wilde dieren, het gesis van de slangen, het gezang van de vogels, het gegons van de insecten, de taal van de bomen en planten en het gepraat van de mensen. Hij regeerde een kleine 3000 jaar geleden over Israël. Het was koning Salomon die de dieren hun voedsel aanwees. De een gaf hij het vlees van de verzwakte dieren, de ander gaf hij de kruiden, weer een ander de zaden of de bessen. Tegen de slang zei hij: Jij krijgt het zoete bloed van de mensen.
Na enige tijd beklaagden de mensen zich bij de koning. Een slang is een gemeen en stiekem dier, hij verstopt zich in de struiken en valt ons onverhoeds aan. We hebben geen eerlijke kans. Hierdoor neemt ons aantal zo snel af dat wij mensen dreigen te verdwijnen. De koning dacht na en berispte de mensen: Waarom zou ik de slang zijn voedsel ontnemen? Jullie kunnen ook slimmer worden en geen willoos slachtoffer zijn van dit slimme dier. Ontmoedigd en bang keerden de mensen huiswaarts.
Tijdens de jaarlijkse dierenvergadering beklaagden de mensen zich wederom over de gemene slang: Wij zijn beter dan de dieren, wij verdienen bescherming! Alle dieren brulden, keften, knorden en schreeuwden van verontwaardiging. Stilte! gebod de koning. Ik geef de kleinste der dieren hier aanwezig, de mug, opdracht te onderzoeken welk dier het zoetste bloed heeft. De slang krijgt het dier met het zoetste bloed.
Na een jaar onderzoek vloog de mug naar de volgende vergadering. Mensenvriend de zwaluw vloog een poosje mee en vroeg de mug wie het zoetste bloed had. De mens zoemde de mug. Wat zeg je? vroeg de zwaluw? De mug opende zijn bek om te antwoorden en op dat moment beet de vogel de tong uit de bek van het insect.
Op de bijeenkomst aangekomen vroeg Salomon de mug naar zijn bevindingen. Grraahuu zei de tongloze mug. Wat zeg je, mug?' vroeg de koning en toen hij weer grruu antwoordde werd de koning boos, waarop de zwaluw riep: Koning, de mug is onderweg plotseling zijn spraak verloren. We vlogen hier samen naar toe en hij vertelde me onderweg dat de kikker het zoetste bloed heeft. De koning vatte de wilde gebaren van de mug op als een bevestiging en sprak: Goed, vanaf heden is de kikker het voedsel van de slang. De slang protesteerde: De kikker smaakt niet zoet! Alle protest was tevergeefs. Sindsdien eet de slang kikkers, maar af en toe kan hij het niet laten en bijt hij in een mens om weer eens het zoete bloed te proeven.
En de mug? De mug is zo boos op de mensen dat hij daarom zo vaak mogelijk het zoete bloed drinkt en jeuk achterlaat.
. En de zwaluw? De mensen zijn zo blij met het bedrog van deze vogel dat ze de zwaluw als enige gastvrijheid geven in hun huizen. Zwaluwen leven dicht bij mensen, broeden onder de daken van huizen en schuren en eten als dank zo veel mogelijk muggen.
Huldenberg is twee muziekmaatschappijen rijk en alle twee hebben een bijnaam.De Koninklijke Harmonie De IJsschegalm heet in de volksmond Het Ziel en de Koninklijke Fanfare De WareVrienden, De Keit.Wat weinigen nog weten is de herkomst van deze twee bijnamen.
Albert Veiller, die juist 90 jaar geworden is waarvoor een dikke proficiat, heeft het nog horen vertellen van zijn grootmoeder.
Mijn grootmoeder, Theresia Denberg (Huldenberg 1853 1941), heeft me dikwijls de oorsprong van de bijnaam De Keit verteld.
De Keit (bron: Internet) 't Ziel (bron: archief Josée Demesmaeker)
Deze toenaam komt voort uit een serenade die zij op een avond moesten geven.In die tijd werden fakkels op hoge staken meegedragen om de muzikanten toe te laten hun partituur te lezen.De Ware Vrienden wilden echter nog wat meer en hadden die staken gepaleerd met papieren kettingen.
Als de leden van de andere muziekmaatschappij dat zagen, hebben zij onmiddellijk uitgehaald met De mannen van de Keit.
Wat natuurlijk niet in dank afgenomen werd.En het antwoord liet op zich niet wachten.
Als wij van de Keit zijn, zijn jullie van t Ziel.
En aldus zijn die bijnamen gegeven en bestaan ze tot vandaag nog.
Vandaag 12 september 2010 trekken 600 schapen door Huldenberg.Vanavond overnachten ze in de Kausdelle op de boerderij van Lucien Stas.
Deze tocht begon op 5 juni in Berlijn en eindigt op 17 oktober in Trier.Tijdens deze periode trekt de kudde door Duitsland, België, Nederland en Luxemburg.
Herder Johan Schouteden trekt gedurende twee weken dwars door Vlaanderen, van Maaseik naar Brussel.
Deze onderneming vindt plaats in het kader van het internationaal jaar van de biodiversiteit, van de verscheidenheid aan leven bij mens, planten- en diersoorten. De rondtrekkende schapen verspreiden deze biodiversiteit. In hun vacht, hun poten en hun uitwerpselen kunnen schapen zaden, kleine insecten en sporenelementen verspreiden. Door van het ene gebied naar het andere te trekken kunnen zij een verbindingsschakel zijn in de natuur.
Satelliet volgt schapen
Om de tocht in kaart te brengen, werkt de organisatie samen met de Universiteit Hasselt. Die ontwikkelde een online-toepassing om via satellietverbinding de schapen en hun herder te volgen.
Als je vroeger van Overijse kwam, reed je aan het kasteel voorbij en het eerste gebouw aan de linker zijde was het pachthof Van Bruystegem met het café A la vue du moulin.In de jaren 90 werd het stukje erfgoed met de grond gelijk gemaakt en vervangen door een modern gebouw.
Het hoofdgebouw dat deel uitmaakt van een pand bestond reeds in de jaren 1860 toen de Popp-kaarten getekend werden.
Het was Wannes (Joannes Franciscus Van Bruystegem) (1831-1908), getrouwd met Joanna Maria Decafmeier (1833-) die de hoeve-estaminet een combinatie van kroeg en boerderij kocht.
De staminee droeg de aangepaste naam A la vue dumoulin: het gebouw stond juist rechtover de watermolen van Huldenberg.Het adres was Kasteelstraat 15; later werd de straat omgedoopt in de Peuthystraat.In de volksmond was dit De Chasse, het verzamelpunt van jagers vooraleer ze op jacht gingen.
Wannes droeg als bijnaam de fijnen tien en dat staat voor een fijne vakman.Zijn kinderen en kleinkinderen hebben de bijnaam van den tien geërfd.
Naast de hoeve-activiteiten en het uitbaten van de kroeg begon hij een handel in kolen die hij met paard en kar ging afhalen aan het station van Terhulpen.
Zijn zoon Désiré van den Tien (Joannes Desiderius Van Bruystegem) (1876-1957) getrouwd met Joanna Maria Mathilde Philips (1878-1931) bleef er met zijn drie kinderen Louiza (1913-2003), Marguerite ((1914-1980) en Maurice Jozef Octave (1916-1983) wonen.
En Octaaf van den Tien (Octave Van Bruystegem) die getrouwd was met Sarah De Koning uit Bertem heeft er ook gewoond; zij stond bekend als een fijne naaister van lingerie. Zij hielt altijd een citroen bij de hand om de huid van haar vingers zacht te houden.Inmiddels had hij met zijn familie het naburige huis van Pee Stoöel (De Mesmaeker) betrokken.
Laten we overgaan tot de beschrijving van het pand.
Men kwam op de binnenkoer via het hek op de hoek van het gebouw.Daar vond men de stallen voor de veulens, de twee paarden en zes koeien.Een voederij gaf wel de mogelijkheid om door een raam de nodige voeding voor de dieren aan te brengen.Daarnaast stond de schuur die via een grote poort kon betreden worden.
Oktaaf van den Tien voor de voederij en de schuurpoort.Op het hooi, Paul van Oktaaf van den Tien (Paul Van Bruystegem) en Marie-Claire Van Bruystegem. (foto archief P. Van Bruystegem)
Als we de binnenkoer betraden stond links de bakkerij en de schrijnwerkerij.Achteraan was er een bakoven die toeliet 12 broden te bakken.Voor het gebouw was er de borre die uitmondde in een drinkbak en die continu liep.Dit water liep door tot op het gemeenteplein aan de Pomp.Naast de bakkerij stonden het karhuis, een kippenhok en de varkenskoten.
De binnenkoer van het pachthof.Octaaf van den Tien staat op de kar die getrokken wordt door twee paarden : Pitoe, de grijze merrie, en Duk, de bruine gesneden hengst.Rechts, de achterkant van de paardenstal.Achteraan, het hoge dak van de schuur van Maria va Lorens met aan de rechterkant de schuur van Pee Stoöel en aan de linkerkant het karhuis. Helemaal achteraan ontwaren we de toren van de kerk.
Schilderij van A. Van de Putte.
We komen terug naar de straatkant.Naast de schuur stond het café.
De cafédeur was geflankeerd door twee ramen.Achteraan vonden we de leefruimte en de melkveranda.Deze ruimte gaf toegang tot een ruime kelder waarin de melk en de boter niet alleen verwerkt maar ook bewaard werden.In deze kelder werd ook het bier dat in het café geschonken werd, bewaard.Boven de kelder was er een slaapkamer.Links vonden we de notariskamer, een ruimte die als bureau maar ook als slaapkamer gediend heeft.
Voor het café A la vue du moulin.(foto archief P. Van Bruystegem)
Van links naar rechts.
Staande : Anjke Noure (Henri Clement), Henri Fluyt, Maurits va Susse Mus (Maurice De Keyser, Torre Philips (Victor Philips), Sjorj va Wannes Kuul (Georges Verdoodt),Marcel va Klei of Rettel (Marcel Vanderlinden), Sjaak va Main va Janes (Jacques Fluyt), De Rosse va Tist Schoöen (Charel Vandendael), Sjuul va Frans va Teere (Jules Cahy), Oktaaf van den Tien (Octave Van Bruystegem)
Knielend: Marsel va Main va Janes (Marcel Fluyt), Sjuul va Main va Janes (Jules Fluyt), Fons va Besonnes (Fons De Muylder) en Jules Sterckx.
Het café dat gehouden werd door de twee dochters van Désiré van de Tien (Louisa en Margrietke) heeft in 1957 zijn deuren gesloten.
Tekst: Jean-Pierre Van Binnebeek
Bron:De familie Van Bruystegem.- Paul Van Bruystegem
Dank aan Paul Van Bruystegem enMarcel Vanderlinden voor de verschafte info.
Het is volop hoogzomer. De natuur bakt onder de verzengende zon. Toch is er leven! Plots ziet men een vlinder van bloem naar bloem fladderen. Een ogenblik zet hij zich neer. Juist de tijd om met zijn roltong nectar op te zuigen en weg is hij.
Tussen al die fladderende juwelen verschijnt plots onze grootste en mooiste vlinder: de koninginnepage. Hij behoort tot onze opvallendste en mooiste vlinders In West- en Midden- Europa. In de Alpen treft men hem zelfs aan op 2000 m hoogte.
Deze vlinder geeft ons tijdens de zomer twee generaties. De eerste van eind april tot half juni, de tweede van half juli tot augustus. Misschien komt er dit jaar nog een derde generatie omdat het een zeer warme zomer was.
Het is een zeer goede vlieger. De vleugelspanning gaat van 55 mm tot 75 mm. Hij is in staat om grote afstanden af te leggen. Als vlinder bezoekt hij bloemrijke graslanden en bloeiende klaver- en luzernevelden. Bloemen die rijk zijn aan nectar.
Om te paren trekt hij naar heuvel - en bergtoppen. De voorjaarsgeneratie is lichter van kleur dan de zomergeneratie. Het bijzonder kenmerk van deze vlinder zijn de twee staarten. Een ander typisch kenmerk zijn de roodblauwe oogvlekken aan de binnenste uiteinden van de achtervleugels. De koninginnepage legt haar eitjes op de planten van de schermbloemenfamilie: wortel, kervel, venkel, dille, peterselie.
De rups De rups in verdediging: de sterkruikende klier
De volgroeide rups is groen van kleur met zwarte banden en oranje vlekken. Bij gevaar stulpt de rups een roodachtige gevorkte klier uit. Deze verspreidt een sterke geur en schrikt daardoor de vijanden af.
De groen bruine pop hangt met een sterke gordeldraad en een spinselkussen aan de plant; De rupsen van de laatste generatie overwinteren als pop. Zij vormen de eerste generatie van het volgend jaar.
De Heilige Rosalia, terug in de O.-L.-Vrouwekerk van Huldenberg
Enkele decennia geleden is het schilderij De Heilige Rosalia gekroond door het Kind Jezus uit de O.-L.-Vrouwekerk weggenomen.Nadat het een tijd bewaard werd op Keyhof en gerestaureerd is, heeft het doek opnieuw een plaats gekregen in het Huldenbergse bedehuis.
De Heilige Rosalia gekroond door het Kind Jezus.O.-L.-Vrouwekerk Huldenberg
Wie was de Heilige Rosalia ?
De Heilige Rosalia is omstreeks 1130 in Palermo geboren en in 1160 overleden.Zij was van rijke afkomst.Haar vader Sinibald was heer van Quisquina en haar moeder, Rosa, was verwante van Rogier I de Hauteville, stichter van het koninkrijk Sicilië, koning van Jerusalem en afstammelinge van de familie van Karel de Grote.
Het verhaal wil dat zij zeer mooi was en de naijver van prins Boudewijn, gast aan het hof van Sicilië verwekte.Tijdens een jachtpartij in de bergen van Sicilië werd koning Rogier door een leeuw aangevallen.Boudewijn kwam tussenbeide en velde het dier.Rogier vroeg welke vergoeding hij de prins schuldig was.Deze vroeg hem de hand van Rosalia.Na dit huwelijksaanzoek vluchtte zij uit Palermo.Eerst vond zij een onderkomen in een Benedictijnenklooster maar snel verhuisde zij naar de grotten van Monte Pellegrino bij Palermo waar zij zich als kluizenares terugtrok.Zij voedde zich met wortels en bronwater.Boven de opening van de grot schreef zij op een steen de volgende woorden : Ik, Rosalia van Sinibald, dochter van de heer van deze streek en van de Rozen, heb mij omwille van mijn liefde tot de heer Jezus Christus ermee verzoend in deze grot te verblijven.
Daar leidde een engel haar voor de troon van Maria en het Kind Jezus, die haar een kroon van bloemen schonk. Die gebeurtenis wordt op het schilderij getoond.
Zij was een geliefd thema bij schilders.Een gelijkaardig tafereel vindt men op het doek van Gaspar De Craeyer, dat in Gent te zien is. Op het altaarstuk is zij gekleed in een mantel van goudbrokaat met een rozenkrans in de hand. De boeken, de lelie en de doodskop herinneren nog aan haar leven als kluizenares.
De kroning van de Heilige Rosalia. Gaspar De Crayer.
Zij wordt meestal in deze hoedanigheid voorgesteld: gekleed in een bruin kleed met sandalen of blootsvoets, een koord om haar middel en een rozenkroon op haar lang loshangend haar of liggend naast haar.
Als attributen vinden we vaak een gesel, een rozenkrans, een boek, een palm, een drinkschaal, een doodskop en een kruisbeeld.Soms draagt ze een boek met daarop een schedel, symbool van de pest.
Na haar overlijden op 4 september 1160 verspreidde zich het nieuws over haar dood zeer snel.
Een volksdevotie ontstond in Palermo.In 1180 werd haar door Paus Alexander III een feestdag toegewezen.Rosalia zorgde voor de genezing van kwalen en door haar bemiddeling werden allerlei gunsten verkregen.Maar ook snel verdween haar nagedachtenis omdat de stichting van nieuwe religieuze orden de aandacht trok.
De pest van 1624
Belangrijk is dat ze aangeroepen wordt tegen de pest.
Op 7 mei 1624 legde in de haven van Palermo een schip aan, afkomstig van Tunis.De lading werd gelost en de pest verspreidde zich snel in de stad.Nadat de voorspraak van beschermheiligen van de stad, zoals die van heilige Agatha, tevergeefs werd ingeroepen kreeg een jonge vrouw in het ziekenhuis van Palermo een visioen: de Heilige Rosalia verscheen stralend in de hemel. Een genezing van de kwaal werd beloofd indien haar relieken zouden teruggevonden worden, hetgeen geschiedde.Rosalia werd de nieuwe beschermheilige van de stad.
Het jaar erop, in 1625, verscheen de heilige aan een jonge man, Vincenzo Banelli, en beloofde hem dat een plaatselijke pestepidemie zou uitdoven als haar reliekenschrijn in een processie naar Palermo zou overgebracht werden.Tijdens de processie stopte de pest.De man overleed aan cholera drie dagen later.
De relieken werd overgebracht naar de kathedraal van Palermo en tijdens die dag werd de stad overspoeld met een aangename rozengeur.Deze gebeurtenis wordt nog jaarlijks herdacht tijdens een stoet genaamd il festino.
In dit verband heeft Huldenberg, met de Heilige Rochus, een lange traditie.Het mag dus geen toeval zijn dat het schilderij in de kerk hing om de pest te bezweren.
Wie is de schilder ?
Het schilderij is zeker en vast een kopie gemaakt door een anonieme
schilder van de Vlaamse School uit de 17e eeuw.Zoals het vaak gebeurde, werden kopieën van
doeken van beroemde schilders verspreid.
In dit geval is het originele doek van Antoon Van Dijck. Hij schilderde
dit altaarstuk voor de vereniging Sodaliteit der bejaerde jongmans van
Antwerpen.Hij was er lid van. In 1776,
onder de Oostenrijkse periode, verhuisde het doek naar Wenen.Het werd opgenomen in de privé collectie van
Maria Theresia van Oostenrijk.Via
vererving bleef het werk in de keizerlijke collectie tot 1918.Sinds dan hangt het in het Kunsthistorisches
Museum van Wenen.
In de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Brugge hangt een kopie van hetzelfde doek. Het wordt toegeschreven aan Jacob van Oost de Oude (1601-1671).
Waarom heeft Antoon Van Dijck dit thema op doek geschilderd ?
Na zijn opleiding in het atelier van Rubens vervolmaakte Van Dijck zijn talent in het buitenland.Tussen 1621 en 1627 vertoefde hij in verschillende Italiaanse steden.Zo arriveerde hij in juli 1624 in Palermo waar hij tot september van hetzelfde jaar verbleef. Op dat ogenblik beleefde Palermo het roes van de cultus van de heilige Rosalia.Onder de druk van de Siciliaanse Jezuïeten werd Rosalia heilig verklaard en in die sfeer schilderde Van Dijck verschillende taferelen van het leven van deze heilige, bijvoorbeeld De ten hemelopneming van de H. Rosalia dat in New York hangt.
Gelijkaardige schilderijen vinden we terug in privé-collecties en in verschillende steden, o.a. in Palermo.
Het is zeker dat Van Dijck op beslissende wijze bijdroeg tot de creatie van een nieuwe iconografie van de heilige.
Hij heeft zodoende de verering van de heilige naar Antwerpen overgebracht.Hierbij werd hij geholpen de Jezuïeten, die relieken overbrachten naar de scheldestad, dit in een contrareformatorische geest waarbij de heilige een bijzondere plaats werd toegekend.
Beschrijving van het schilderij
De officiële titel (Koninklijk Instituut van het Kunstpatrimonium) is :
De Heilige Rosalia gekroond door het Kind Jezus. In het Frans draagt het werk de titel : "Le mariage mystique de Sainte Rosalie".
Het doek is relatief groot : 270 op 203 cm
Tot 1938 hing het schilderij boven de deur in de lambrizering van het zuidportaal. Het ruimde dan de plaats voor het doek 'De ten hemelopneming van de H.Maria' dat dat jaar weg moest van boven het hoofdaltaar. Toen werden de kerkramen vrijgemaakt om er glasramen in te plaatsen. Daarna heeft het enkele decennia een plaats gevonden in de pastorie maar was veel te groot voor deze ruimte. Het werd nadien opgeborgen op het Keyhof en in 2010 op vraag van de kerkfabriek door het atelier Salvartes te Leefdaal gerestaureerd.
Verschillende personages zijn gemakkelijk herkenbaar.
De knielende H. Rosalia ontvangt van het Kindje Jezus en de Maagd een kroon versierd met rozen.Zij is gekleed in een bruin brokaatkleed.Achter haar biedt een allegorisch personage op een plaat een andere kroon.Erboven zien we een vliegende engel die de sfeer van de contrareformatie weergeeft.Achter de H. Maagd staan de H. Paulus met het zwaard en de H. Petrus met de sleutels.Onderaan op de treden merken we twee boeken en een schedel, symbool van de pest.
Tijdens de plechtige hoogmis van 15 augustus 2010 in de O.-L.-Vrouwekerk zal het schilderij, dat in de linker kruisbeuk hangt, speciaal in de kijker gezet worden.
Jean-Pierre Van Binnebeek
Bronnen:
Sanctus.- Meer dan 500 heiligen herkennen. J.Claes, A.Claes, K.Vincke.- Davidsfonds. Leuven
Geneesheiligen in de lage landen.J.Claes.Davidsfonds. Leuven
Van Dijck, de Jezuïeten en de pest. Hoe de Rosalia van Palerma Antwerpse pestheilige werd. J.-P. Tricot. Internet.
Zondag, 1 augustus 2010 was het vlindertelling. Uit de resultaten is gebleken dat het koolwitje de meest voorkomende vlinder is. Bij de telling zal het evenwel moeilijk geweest zijn om vlug een onderscheid te maken tussen het kleine en het grote koolwitje. Deze vlinder was indertijd alom tegenwoordig. Door het gebruik van insectenbestrijdingsmiddelen is hij wel in de verdrukking gekomen.
Men vond ze terug boven de koolvelden. Vandaar de naam. Er zijn ook sluipwespen die hun eitjes leggen in de rupsen. De rupsen van dit natuurlijk bestrijdingsmiddel vinden bij hun geboorte een gedekte tafel.
Zoals hoger al geschreven leggen deze vlinders hun eitjes vooral op allerlei koolsoorten. Ook andere kruisbloemigen dienen als waardplant: muurbloem ( gekend als vlierbloem) waterkers, raapzaad, mosterdzaad, pinksterbloem, look-zonder-look, mierikswortel, herderstasje, Er is wel een verschil. De rupsen van het grote koolwitje voeden zich open en bloot met de buitenste bladeren terwijl het kleine koolwitje zich in het hart van de kool te goed zoet.
rups klein koolwitje rups groot koolwitje
Het vrouwtje herkent de voedselplant met behulp van gevoelige cellen aan de poten en de antennen. Na de paring blijven de dieren soms urenlang aan elkaar vastzitten. Worden de vlinders gestoord dan zal de ene de andere meeslepen. Maakt het mannetje het hof aan een reeds bevrucht wijfje dan zal ze dit kenbaar maken door haar achterlijf op te richten. De eitjes worden netjes aan de onderkant van het blad gelegd in groepjes van 60. Ze zijn geel van kleur die intenser wordt naarmate de eitjes ouder worden.
De pop
Eens de rupsjes uitgekomen eten ze, alvorens aan de plant te beginnen, de eischaal op. De vlinder zelf voedt zich met bloemennectar en is dus ongevaarlijk.
Het grote koolwitje heeft een vleugelspanning van 65 66 mm. De vleugels zijn wit met zwarte punten die doorlopen tot aan de basis van de vleugel en op elke voorvleugel twee zwarte stippen. Het kleine koolwitje heeft een vleugelspanning van 45 50 mm De voorvleugels hebben ook zwarte punten die niet doorlopen. Het mannetje heeft maar één zwarte stip, daar waar het vrouwtje er twee heeft.
Wie de vlinder(s) in zijn tuin ziet fladderen mag er van op aan dat er reeds kwaad is geschied aan de koolplanten. De vlinder is evenwel een juweeltje van onze natuur.
norbert mosselmans 08/2010
INFO Vlinders en insecten readers digest Fotos internet
Dezer dagen heeft men het dikwijls over de zwoele zomeravonden. Zwoel omdat het nog verschrikkelijk warm is maar ook omdat er honderden geuren door de lucht zweven. Er is één geur die boven al de andere uitsteekt: een zoete, aangename en zachte die je neus streelt. De linde laat a.h.w. zijn heerlijk ruikend aroma over de stilaan donker wordende aarde glijden.
Juni en juli zijn de maanden dat ze er zijn. Dan bloeien de linden.
In ons land kennen we de Hollandse linde, de Hongaarse zilverlinde, de Zomerlinde en de Winterlinde. De Hollandse linde is een bastaard van de Zomer- en de Winterlinde. De linde kan meer dan 500 jaar oud worden. Op heel wat dorpspleinen staan linden uit de 17de en 18de eeuw. Het is ook een echte straatboom. Heel wat lanen zijn door honderden linden afgeboord. Al is het in de meeste gevallen een plakkerige boel op de autos en de straatstenen. Deze boom trekt de bladluizen aan die zich voeden met de sappen. Zij scheiden een zoete kleverige stof uit die neer druppelt op autos en stenen en van alles een kleverige boel maakt. Daarom dat men meer en meer Hongaarse linde aanplant. Zij hebben dat euvel niet. De Hongaarse linde is zeer goed te herkennen aan de zilveren onderkant van zijn blad. Men noemt hem Hongaars omdat ze inderdaad afkomstig zijn uit de Balkan.
De Zomerlinde wordt ook Grootbladige linde genoemd. Terwijl de Winterlinde de Kleinbladige linde is. Kenmerken voor alle linden is de bloeiwijze. De bloemen, groenachtige en/of geel, hangen samen aan een dun stengeltje met daarboven een schutblad.
Al de lindebloesems verspreiden een zoete geur. Van de Hongaarse linde wordt gezegd dat de bijen bedwelmd geraken door de nectar. Alle linden zijn inderdaad grote nectarproducenten en worden dus door bijen druk bezocht. De lindehoning, die vloeibaar is, wordt tot de waardevolste gerekend.
Het hout van de linde is licht en fijn en wordt dus gebruikt voor houtsnijwerk en het vervaardigen van instrumenten en voor meubilair. Vandaag nog vinden we in kerken en musea nog heel wat waardevol snij en draaiwerk. De bast (schors) werd vroeger gebruikt om matten en touwen te vlechten. In Moskou vlecht men nog steeds de matten meet lindebast.
GENEESKUNDE
Vandaag nog worden de lindebloesems als een krachtig geneesmiddel beschouwd. Hul heerlijke geur blijft ook bewaard na het drogen. Een kopje lindebloesemthee is aangewezen als slijmafdrijvend, hoeststillend en zweetbevorderend middel. Ook als mondwater wordt het verwerkt. Het werkt als maagversterkend middel. Ook wordt er zeep een haarshampoo van bereid.
EEN VERHAAL
Lang, heel lang geleden geloofden de mensen nog dat er nog talloze goden en nimfen op deze wereld rondwaarden. Zo was er een godin van de zeeën, ondergrondse rivieren én van het verzorgen van kinderen en ze heette Tethys. De god van de wereldzeeën, Oceanus, was haar man. Deze twee goden werden de ouders van wel drieduizend dochters en drieduizend zonen. Hun drieduizend zonen werden de riviergoden. De drieduizend dochters werden zeenimfen, de Oceaniden. Iedere nimf beschermde een stukje van een zee. Een van deze dochters was de zeenimf Philyra, zij beschermde een deel van de zee rond Griekenland. De oppergod van dat moment Cronos vond de zeenimf zo mooi en probeerde haar te verleiden. Maar zij wees hem af, zij wilde niets van deze wrede god weten. Toen dwong hij haar met hem het bed te delen. De vrouw van Cronos betrapte hem tijdens de gedwongen paring met de zeenimf. Zodra de oppergod zijn vrouw zag naderen veranderde hij zichzelf, nog tijdens de paring razendsnel in een hengst, in de hoop zijn vrouw te misleiden. Door deze wisseltruc werd het kind dat hieruit geboren werd half mens, half paard, een centaur. Moeder Philyra schaamde zich zo voor het monster dat zij baarde, dat ze de goden smeekte haar niet langer als mens te laten te leven. En de goden luisterden. Ze veranderde in een prachtige lindeboom.
Linde
Als linde zorgde zijn moeder, die immers ook godin van het verzorgen van kinderen was, er voor dat haar zoon, de centaur Chiron, een wijze centaur werd en ze fluisterde hem ook de geheimen van de plantenwereld in. Vele koningen stuurden hun zonen voor een nobele en wijze opvoeding naar deze bijzondere centaur, die steeds in de schaduw van een linde stond.
norbert mosselmans 07/2010
INFO
Bomen en struiken Readers Digest Geneeskruiden Micho-Helmond Fotos Internet Verhaal Natuurverhalen.nl
Vertrek: grote parking onderaan de kerk van Loonbeek Afstand: 6 7 km
We steken voorzichtig de Sint-Jansbergsesteenweg over en stappen over de brug van de IJse. Eens daar over houden we rechts aan en volgen de beek stroomopwaarts. Aan de Weysbrug blijven we de rivier volgen.
Na een paar bochten vinden we aan de rechterhand twee betonnen buizen in de bronbeek. Op de boom rechts van het kleine pad dat daar links opgaat, is een rood-wit X ( GR-paden) getekend. Het is daar dat we links naar boven stappen. We wandelen nu door Margijsbos.
We klimmen en blijven de weg volgen. Nu wandelen we rond de villa, aan onze rechterkant zien we het tennisveld. Blijf de weg volgen tot op de geasfalteerde toegangsweg naar de villa. Hier houden we links aan. Zo komen we aan Margijsbosweg die we rechts nemen om op de Nijvelse baan te komen. We blijven rechtdoor stappen en dalen de Grote Keistraat af.
Aan het fietsknooppunt 5 nemen het pad links en dalen dit af om via de Kleine Kei in de Wolfshaegen te komen. Daar nemen we naar links en stappen gezwind richting Neerijse. Dus voorbij het kruispunt naar Sint-Joris-Weert . We volgen een tijdje deze baan. We gaan voorbij het RVT Ter Meeren, de oude melkerij, het tramstation van toen en komen zo aan de brug over de IJse. Na de brug nemen we het pad dat links stroomopwaarts loopt.
We stappen aan de Kamstraat rechtdoor en wandelen tot aan de oude trambrug waar we onderdoorgaan en onze weg blijven vervolgen. Aan de Bertelsheide moeten we enkele meters naar links om onze weg voort te kunnen zetten achter het domein van Blauwhof door.
We eindigen bij de watermolen en het kasteel van Loonbeek. We stappen de brug over en zijn op de parking terug.
norbert mosselmans 05/2010 foto Jean-Pierre Van Binnebeek
Wandelaars komen dezer dagen wel de drie soorten dovenetels tegen: de witte, de gele en de paarse. In het volgend stukje zullen we ze alle drie behandelen. Men noemt ze dovenetels omdat ze in tegenstelling met de brandnetel absoluut niet netelen. Ze bezitten geen brandharen. Ze zijn dus zonder gevolgen aan te raken.
DE WITTE DOVENETEL
Al heeft deze plant bladeren die min of meer gelijken op die van de brandnetel toch is er een groot onderscheid. Het zijn de bloemen die het verschil uitmaken.
De bloemen van de witte dovenetel worden druk bezocht door hommels en bijen. Zij zoeken de nectar die onder in de kroonbuis zit. Deze landen op de onderlip en strijken met hun lichaam over de boven hen staande helmknoppen.. Bij een bezoek aan een andere bloem bevruchten ze deze zonder het te weten. Want de kleverige stempel bevindt zich in de bovenlip.
Het is een plant die in grote groepen groeit.
De zaadjes of nootjes zijn geliefd door de mieren. Zij verslepen ze naar allerhande plaatsen waar ze door de wind niet kunnen gebracht worden omdat ze nog al zwaar zijn. De mieren doen echter niets voor niets en smullen van het witte olieachtig aanhangsel onder aan de nootjes. De plant groeit op sterk bemeste weiden, in heggen, beschaduwde ruigten De stengel is vierkantig, hol en behaard Bloeitijd april herfst.
Gebruik
Heel lang gebruikte men deze plant als bloedstelper. Van de bladeren bereidde men thee om het transpireren te bevorderen. In delen van Frankrijk en Zweden worden de bladderen in soepen gebruikt of gegeten als groente.
Volksnamen
Dampnetel, doefnetel, melknetel, memmekens, papnetel, suikernetel, tamme tingel, witte tingel.
DE GELE DOVENETEL
Plant die nauw verwant is met de witte en paarse dovenetel. Al wordt hij door sommige botanici tot een ander geslacht gerekend omwille van enkele afwijkende kenmerken. Het verschil zit hem vooral in de vorm van de bloemen. Ook zijn de helmknoppen kaal; daar waar bij de nadere dovenetels ze behaard zijn.
De gele dovenetel groeit vooral in bossen, en struikgewas. Steeds moeten het voedselrijke plaatsen zijn. Groeit hij op een helling dan kan hij als een hanger meterslange stengels vormen. Op schaduwrijke plaatsen komt de plant niet tot bloei en zal hij zich voortplanten door aan het uiteinde van de boogvormige stengel wortels te vormen. Hij plant zich dus voort met uitlopers. Het gevolg is dat de gele dovenetel hele plekken kan innemen zonder dat men er zich van bewust is want er zijn geen bloemen te zien. Deze plant werd veredeld en in de tuinen vindt men de gele dovennetel met lichtgevlekte bladeren terug als bodembedekker. Bloeitijd: mei juli voor beide.
Bodembedekker in de tuin.
DE PAARSE DOVENETEL
Deze kleinste van de dovenetels komt overal voor: op akkers, in moestuinen, op stortplaatsen, langs wegen en verwaarloosde terreinen. Het is een één- of tweejarige plant zonder uitlopers. Heeft, in vergelijking met de witte en gele dovenetel, kleine bloempjes die maar 1 2cm groot zijn. Zijn stengel is rood aangelopen en kantig. Kneust men het blad dan ruikt men een kruidige geur. De plant bloeit van maart tot in de herfst.
norbert mosselmans 05/2010
INFO Wilde planten Readers Digest Veldbloemen CERA Kruiden Lesley Bremnes Foto Internet
LANGS TRAGE WEGEN ROND HULDENBERG Vertrek: gemeenteplein Huldenberg Afstand: 7 8 km
We vertrekken op het gemeenteplein en beklimmen de trappen tussen de krantenwinkel en het café Casino.
Voor de kerk ( 13de eeuw) nemen we rechts en bekijken op de zuidermuur de zonnewijzer. Het chronogram vertelt ons sinds wanneer de Huldenbergenaren het uur al kunnen lezen.(1764).
We vervolgen de weg en verlaten het kerkhof via de poort en gaan de Sint-Rochusstraat op. Aan onze linkerzijde zien we de ommuurde pastorie (1664).
We vervolgen de straat en komen zo aan de Sint-Rochuskapel (1727) omgeven door lindebomen.
Voor de kapel links aanhouden tot aan de wegwijzer Begraafplaats. We klimmen en nemen het pad naast het kerkhof ( de eerste begraving was in 1997).
We klimmen verder en dwarsen de J. Minetstraat en gaan rechtdoor tussen de twee velden nemen we het pad en dalen tot aan de boerderij die we rechts langsgaan ( er staat een rood-witte pijl) en zo komen we op de Reniersstraat. We dalen 30 meter naar rechts om dan aan het huis 13 het graspad links op te gaan en achter de huizen door te wandelen en zo aan de Spitsberg te komen.
We nemen naar links en stappen tot de betonnen paal nr. 800 en voor huis nr. 14 nemen we het pad naar rechts en dalen naar de Jan van der Vorstlaan. Opgepast: het laatste deeltje kan glibberig zijn omwille van het knuppelpad. Eens terug op de rijweg nemen we links en stappen tot aan de kapel( 1916) op het kruispunt. We dalen de Vranksberg af tot op aan de Sint- Janssbergsesteenweg. Rechts staat een kapel.
Voorzichtig de baan dwarsen en de Weysbrug over de IJse nemen; . Hier onmiddellijk rechts gaan en we volgen de IJse stroomopwaarts. Hier kan je volop genieten van de mooie meanders. Na een 300m kan je (indien het pas gemaaid is) de loop van de beek echt volgen. Zoniet blijf je het IJsepad volgen.
Je steekt Klein - Waver over en vervolgt tot Smeysberg waar je het zebrapad o voorzichtig oversteekt en rechtdoor om via het pad tussen de huizen nr. 4 en nr. 6 verder de IJse te volgen. Aan het pompstation van Aquafin (d.i. het eerste pad naar links) verlaat je het IJsepad en volgt dit pad omhoog. Aan de bocht (IJsedal) stappen langs de afsluiting naar omhoog.
Eens boven volg je de Acacialaan naar links tot aan de trap rechts die je bestijgt. Een stevige klim brengt je op het Geroyt. Hier neem ja naar rechts en gaat voorbij de Kafmaashoeve (17de eeuw) via de dalende Koxberg tot aan de Breembosstraat op je linkerhand.
Je draait deze straat tot in en stapt tot aan de plaat Braambos 26-28-30. Hier neem je naar rechts en stapt voorlangs de huizen tot aan het laatste huis. Daar neem je uiterst rechts en langs de afsluiting kom je op een pad dat uitgeeft aan de pomp op Koxberg. We dalen een 30-tal meter en tussen de huizen 36 en 38 nemen we het pad om zo in de Kausdelle te komen. We steken over en bestijgen het pad recht voor ons. Via de weiden en met een prachtig zicht op Huldenberg bereiken we Stockhembos. We bevinden op de scheiding van Overijse en Huldenberg.
Nu dalen we één van onze mooiste holle wegen af: Stockhemstraat. We blijven deze volgen tot we op de Elzas zijn. Daar draaien we naar links en aan de school nemen we het zebrapad en wandelen tot net over de IJsebrug en nemen daar terug rechts het pad langs de IJse om zo via de parking van de Kronkel naar de parking aan het gemeentehuis te komen.
Schone castanjen, hoe blijde is uw groen, vol sneeuwwitte keerskens gesteken; ze blinken, ze bloeien, ze dansen, ze doen hun' diennaar ootmoedig geweken voor 't waaien van 't windtje dat op en neêr, voor 't waaien van 't windtje, dat weg en dat weêr, komt wandelende over uw takken gegaan, noch stille en laat staan geen een van uw wentelende bladeren! Schone castanjen, hoe blijde is uw groen, één zee is 't, vol zandgroene baren
Zo dichtte Guido Gezelle over de paardekastanje die nu overal in bloei staat. Deze boom, al vinden we hem overal is geen inheemse boom. Reizigers uit Klein-Azië brachten hem rond 1600 in onze streken.
De plant heeft ook niets te maken met de eetbare of tamme kastanje. Die is van de beukenfamilie en de vruchten daarvan zijn eetbaar. Onze paardekastanje is niet eetbaar. Ze zijn ongenietbaar voor de mens omdat ze veel looistof bevatten. Herten en schapen daarentegen lusten ze wel. . Maar ze zijn ook eetbaar voor geiten en varkens. De glanzende bruine kastanje zitten in een stekelige groene bolster Tijdens de winter zitten blad en bloem veilig in een kleverige knop. Kleverig opdat het water niet zou indringen .Binnenin de knop vinden we alles omgeven door een dons. Zo beschermt de plant zich tegen de koude. Is de lente daar, dan ontvouwt de knop zich en verschijnen blad en bloem. Het blad is samengesteld met vijf tot zeven dikke bladen die duidelijke nerven hebben. De bloem vormt een rechtopstaande bloeiwijze die men kaarsen noemt.
Bovenstaande foto toont duidelijk hoe uit de viltige en kleverige knop het nieuwe blad en bloemenkaars groeien. Tegenwoordig verliezen de witte paardekastanje nog voor het einde van de zomer hun bladeren. De kastanjemineermot is hiervan de oorzaak. Deze kleine mot legt haar eitjes tussen bladschijf en moes. Die larven die uitkomen voeden zich met het moes en de bladeren verdorren en vallen af. De plant zal nog wel trachten nieuwe bladeren te vormen maar dat is ten koste van veel energie en de boom zal uitgeput geraken. Ook een boom die op een zeer winderige plek staat verliest zijn bladeren voor het zomereind. En staat er dus kaal bij. Ze kunnen ook oud worden, de oudste, nog levende bomen staan in Engeland en die zijn geplant in 1664.
De paardekastanje is een echte sierboom, want het hout is niet goed te gebruiken voor constructies of het maken van meubels. Dit komt o.a. doordat de stam vaak getordeerd is waardoor het moeilijk te bewerken is en ongeschikt is voor constructiehout. Dat is ook heel kenmerkend voor de boom en kun je in de straat ook bij veel bomen zien dat de stam getordeerd is. Zelfs als openhaardhout is het niet goed te gebruiken. Het is vooral om zijn prachtige bloeiwijze dat hij parken en langs lanen geplant wordt. De boom die tot 35 m hoog kan worden vraagt wel een vochtige bodem en veel licht.
Naam 1. Hippos = ros, paard, castanum = kastanje. Waarschijnlijk vertaald uit het Turks van castanesi (paardekastanje). De zaden dienden o.a, als paardenvoer. De Turken gaven de vruchten aan hun merries te eten wanneer deze een veulen verwachtte. Maar ook zouden ze gebruikt zijn tegen de hoest van paarden. 2. Bekijkt men onderstaande foto dan ziet men een bladlitteken juist onder de knop. Op die plaats stond een blad. Wanneer de boom ze verliest da,n blijft er een litteken achter. Dit heeft de vorm van een hoefijzer met 5 zwarte puntjes. Het zijn de spijkergaten in de hoef.
Is het hout niet veel waard toch werd de witte paardekastanje voor allerlei doeleinden gebruikt. - Men bereidt er een shampoo van want de kastanjevrucht is zeer rijk aan saponine. Lanen die afgeboord zijn met de paardekastanje zijn in de herfst als het regent dikwijls bedekt met een schuimlaag. - De bast wordt gebruikt als ontstekingsremmer en zijn werkzaam bij waterzucht en oedeem ook bij krampen, bloedsomloopstoornissen en sclerose brengt de plant soelaas. - De kastanjevrucht wordt gebruikt als geneesmiddel bij spataderen en bloedingen. Hetzij als zalf hetzij als injectie. - Kinderen verzamelen de kastanjes en knutselen er figuurtjes mee. - Bij bladval in de herfst liggen dikke hopen op de grond. Het is dan heerlijk om te ravotten in die hopen en de bladeren te horen ritselen. - Met drie bladstelen kan men een bril knutselen. - Tijdens de oorlog werden de kastanjes gemalen en als veevoeder gebruikt en bakte men er brood van. Brood dat aan het mes bleef plakken en dat walgelijk was omwille van de bittere looistoffen. Maar men had niets anders.
norbert mosselmans 05/2010
INFO Bomen en struiken Readers Digest Fotos Internet Gebruik Geneeskruiden Gedicht Oud schoolboek
Spijts het koude weer hebben we toch het geluk gehad om een meikever te zien.
Daar waar hij vroeger veelvuldig voorkwam is het nu maar magertjes gesteld met de waarneming. Ouderen onder ons zullen zich zeker nog herinneren dat er voor de tweede oorlog ware klopjachten op deze diertjes gehouden werden zoveel waren er en de aangerichte schade was enorm.
Als kind waren wij blij dat we er eentje in een lucifersdoosje konden meenemen naar school. We luisteren dan naar het ritselen van de klauwtjes. Anderen bonden een garendraadje aan een pootje en lieten de kever opstijgen om hem dan, met een snok aan het draadje, naar beneden te halen. Beetje sadistisch, vind je niet. Ofwel telden we de lamellen aan het einde van de voelsprieten om te weten of het een mannetje (die hadden er 7) of een vrouwtje (die maar 6) was. Als kind vonden wij al dat de mannetjes er meer moesten hebben.
De vrouwtjes leggen groepjes van 15 tot 30 eitjesaan de voet van grassen of graangewassen. Na een zestal weken komen ze uit en begint hun driejarige cyclus als engerling. De naam duidt er op dat het maar een enge(vieze) rups is.
Men noemt ze soms ook spekmade. Haar witte achterlijfis spekwit maar de kop is kastanjebruin en heeft wel vervaarlijke kaken.
Gedurende al die tijd zal ze zich voeden met de worteltjes van grassen en gewassen. Daardoor brengt ze natuurlijk veel schade aan de landbouw. Ze is dus zeker niet het beste vriendje van de boer. Door het veelvuldig en jarenlange gebruik van bestrijdingsmiddelen en kunstmest is hun aantal sterk achteruitgegaan.
Na 23 jaar in de bodem verpopt de larve zich. In de herfst komt de kever uit de pop maar hij overwintert in de popholte. In mei van het volgend jaar komt hij te voorschijn uit de grond. Hij zal zich voeden met blaadjes van de bomen en brengt dus iets minder schade aan.
Deze kever leidt een nachtelijk leven. Aangetrokken door het licht zal hij rond de straatverlichting vliegen of met een harde tik tegen de ruit aan vliegen. Versuft neervallen en dan opgepeuzeld worden door een vogel of mieren.
Hij heeft roodachtig bruine dekschilden en een paar uiterst dunne vliesvleugels en een puntig toelopend achterlijf. Hij is groot en plomp en zes gedoornde (haakjes)poten. Ook heeft elk segment van het achterlijf een wit driehoekje.
Om te kunnen vliegen moet de meikever zijn vliegspieren eerst opwarmen. Hij doet dat door met de vleugels te klapperen en steeds harder te gaan zoemen.
De kever kan drie tot vier maand oud worden.
Andere namen: preekheer, prijkajuur, keveraod, mulder (omwille van de soms meelachtige bedekking van de dekschilden), averulle (Guido Gezelle)
Een recept uit de XIX de eeuw
Mijn grootmoeder zei ons, dat we soep gingen maken met die meikevers. Als ik een paar dozijn meikevers had, ontdeed ik ze van hun dekschilden en van hun getande poten. Vervolgens wreef grootmoeder ze fijn in een vijzel, en de brei die ze zo bekwam mengde ze met varkensvet. Ze deed er wat putwater bij, en liet het even koken. Wat peper en zout, en dan goot ze de bouillon door een fijne zeef over sneden geroosterd wittebrood. Het is niet na te vertellen Lentesoep met meikevers, dat is overheerlijk; zo aromatisch; niet helemaal zoals kreeftensoep, maar het komt er dicht bij in de buurt! Men kan de smaak ophogen met kalfslever of duif!
We vertrekken op de parking van de Kronkel. De Kronkel is de sporthal van de gemeente Huldenberg. Ze werd ontworpen door architect-zanger Jef Van UYTSEL, inwoner van onze gemeente. Deze sporthal werd ingehuldigd op 31 mei 1996. Ze kreeg haar naam van de kronkels die de IJSE maakt. Voor en achter het gebouw stroomt de IJSE. Deze bijrivier van de Dijle ontspringt nabij de Middenhut te Sint-Genesius-Rode. Ze wordt echt een snelstromende rivier vanaf de Ganzenpootvijver te Groenendaal. Op haar loop bevonden zich vijf watermolens : Hoeilaart, Overijse, Huldenberg, Loonbeek en Neerijse. Na Neerijse vloeit de IJse verder naar Korbeek-Dijle om daar uit te monden in de Dijle. Wanneer we de tweede brug oversteken zien we voor ons de gemeenteschool. Oorspronkelijk de school van de zusters Annonciaden van Huldenberg maar overgenomen door de gemeente om er een gemengde school van te maken.
We gaan de grote en kleine IJse over. Voor de afsluiting van de schoolspeelplaats draaien we naar rechts en gaan tot aan de Elzasstraat. We houden links aan en gaan over op het zebrapad. We stappen verder naar links en we draaien de Stockhemstraat in. Stock is een eigennaam en em komt van heim en betekent heem d.i. woning. Dus Stockemstraat betekent : straat van de woning van Stock). Om te kunnen genieten van deze mooie holle weg klimmen we rustig naar boven.
Op de kop laten we het wegje tussen de weiden links liggen.
Rechts ligt Stockhembos .
We stappen rechtdoor tot aan het eerstvolgend kruispunt. Daar nemen we links en tussen de velden door stappen we tot aan de kapel op het kruispunt van de veldweg, de Bollenstraat en de Moskesstraat. Daar dalen we de Bollenstraat naar links af tot aan de Varrendelle, die we ingaan. We volgen deze delle ( natuurgebied) tot de Zavelstraat. Die gaan we links op en weer krijgen we een prachtige holle weg.
Blijven stijgen tot we boven aan het kruispunt komen we houden rechts aan en blijven de Zavelstraat volgen. We stappen voorbij de VLAMOVEN ( gewezen steenbakkerij) tot we op het kruispunt van de Holstheide komen. Hier houden we links aan en komen op het kruispunt met de Stroobantsstraat. Hier voorzichtig oversteken en Smeysberg instappen tot aan de eerste straat rechts: de Nijvelse baan. Een van de oudste straten van onze gemeente. Deze verharde weg volgen tot het eerst kruispunt: de Klein Waverstraat. Die nemen we tot aan de eerste huizen links. Voor deze huizen draaien we links op en dan onmiddellijk rechts. Deze veldweg volgen we en houden steeds rechts aan. We stappen of liever dalen door de weiden via een smal pad. Vergeet niet de twee poortjes te sluiten op het eind van het pad.
Zo bereiken we de Molenweg.We dalen verder en draaien de eerste links Ondersmeysberg in. Na 50 m nemen we rechts een pad tussen de hagen en dalen af naar de IJse. Zo komen we op Klein Waver. Waver: doorwaadbare plaats begroeid met riet.
We volgen de rivier stroomopwaarts ( dus naar links). Dwarsen voorzichtig Smeysberg. Hier stond ooit de burcht van Huldenberg We gaan tussen de twee huizen door en volgen verder de IJse tot we terug op de parking van de Kronkel komen.
norbert mosselmans
Kaart: Regionaal landschap Dijleland ; deel 2; Topografische kaart uitgave 2003 Foto's J.-P. Van Binnebeek
De lente is begonnen. Wie deze dagen op wandel gaat, ziet natuurliefhebbers naarstig de koppen van jonge brandnetels plukken. Want men kan er soep, stoemp of thee van bereiden.
Nochtans is de brandnetel de vloek van landbouwers, tuiniers en blote kinderbillen. Ze groeit daar waar de grond stikstofrijk is. Als ongenode gast komt ze er aan. Onmogelijk om uit te roeien: een stukje wortelstok met een oog is voldoende om een nieuwe weelderige plant te krijgen.
De brandnetel is tweehuizig. D.w.z. dat de vrouwelijke hangende katjes op een plant staan en de mannelijke aren op een andere. De meeldraden worden opgerold gehouden tot hun volledige rijpheid en dan met een ruk losgelaten. Het stuifmeel vliegt door de lucht en komt op de vrouwelijke bloemen in de omgeving.
De plant kan 2 m hoog worden. De bladeren zijn tot 10cm lang en gespitst. Ze zijn grof gezaagd met ondiepe insnijdingen. Ultica Uros luidt haar Latijnse naam. Uros is Grieks en betekent: Ik brand. Brandnetel is goed gevonden. We hebben er allemaal al kennis meegemaakt. De plant is bezet met duizende brandharen zowel op stengel als blad. Bij aanraking breken de haarpunten af en wordt de zure vleistof op de huid gesproeid. Gevolg; brandende pijn en jeukbulten. Een tegengif: Het gekneusd blad van de weegbree op de pijnlijke plekken wrijven.
Gebruik
In de Middeleeuwen gebruikten de monniken de netels als gesel. Dus om boete te doen.
Van de Romeinse soldaten wordt verteld dat, toen ze onze streken veroverden en door dit noorden trokken, ze zich met netels inwreven om het warm te hebben (?).
Uit de bastvezels weefde men een fijn linnen: neteldoek. Het werd en wordt veel gebruikt in de verzorging. Men draaide zelfs touwen uit de vezels en men schepte er papier van.
Op vandaag is de plant nog steeds de grote leverancier van chlorofyl ( groene kleurstof).
Het is een zeer goede compostversneller. Een aftreksel gebruikt men als meststof of als natuurlijke pesticide.
De rupsen van o.a. de dagpauwoog, de atalanta, de kleine vos leven op de brandnetel.
Voksnamen
In Huldenberg spreekt men van 'tingelen'. In andere streken heeft men het over netelkruid of duivelskruid (zie verder).
Legende
De listige wissel met de brandnetel
Veel natuursprookjes zijn overleveringen die al vele, vele generaties van mond tot mond werden doorverteld. In vervlogen eeuwen deden veel verhalen over goed en kwaad, over God en de Duivel de ronde. Hier is weer een duivelssprookje.
Toen God de hemel en de aarde schiep zorgde hij ook voor het voedsel van mens en dier. De muizen kregen de graszaden, de zwijnen de eikels, de eekhoorns en de spechten de dennenappels en de puttertjes de elzenzaden. En omdat God niet de beroerdste was, kreeg de duivel boekweit en haver en deze was er mee in zn nopjes. Maar in die dagen waren boekweit en haver het hoofdvoedsel van de mensen in de Lage Landen.
Een engel overzag dit en maakte zich zorgen. Het kon nooit goed gaan als de mensen voor hun voedsel van de duivel moesten krijgen. Deze zou er vast verkeerde dingen meedoen. God had in haar ogen een foutje gemaakt! De engel vertelde aan God dat de mensen als basisvoedsel boekweit en haver nodig hadden en dat het nooit goed zou aflopen als dat via de duivel ging. God gaf direct toe, dat hij bij de verdeling van het voedsel ondoordacht had gehandeld. Daarom kreeg de engel de opdracht om de granen terug te geven aan de mensen door deze met de duivel te ruilen voor iets anders. Daarop trok de engel naar het woongebied van de duivel.
De duivel was nog altijd zeer tevreden over zijn beheer over boekweit en haver. Tevreden zong hij bijna de hele dag haver en boekweit, boekweit en haver, haver en boekweit, boekweit en haver.
De engel begreep dat de duivel ze niet zomaar zou inwisselen. Daarom bedacht ze een list. Ze ging naar de duivel en zei nee, duivel, het is geen haver en boekweit, maar netel en distel. De duivel keek haar aan of ze gek was en ging door met zijn boekweit en haver, maar de engel bleef maar zeggen nee, netel en distel, distel en netel, dagen lang. De duivel werd er gek van. Toen de duivel een nacht slecht had geslapen en de engel weer hoorde roepen, netel en distel, raakte hij in de war en zei ook netel en distel, distel en netel. En toen de engel dit hoorde, ging ze er als een speer vandoor en gaf de haver en de boekweit terug aan de mensen.
Toen de duivel de wisseltruc ontdekte werd hij razend en was des duivels. Daarom voegde hij als wraak iets toe aan de netels: jeukend vuur.
Vanaf die dag brand je je vingers als je brandnetels plukt.
Dat is de vurige wraak die de duivel heeft toegevoegd aan een gezonde, veelzijdige plant, die daardoor plots een duivelsplant werd, de brandnetel.
norbert mosselmans 04.2010
INFO Wilde planten Readers Digest Rijkdom van Kruiden Groene boekerij Kruiden Uitgeverij Terra Foto Internet Legende Natuurverhalen.nl
Breughel schildert op een hoge boom in zijn winterlandschappen steeds een kraai. Het symbool van slechte tijden.
De kraai is door de mens steeds weinig geliefd geweest omwille van zijn roofzucht en het scherpe krassen. Want zingen kan hij niet. Steeds werd hij meedogenloos vervolgd vanwege de schade aan de landbouwgewassen en het klein wild. Het is een intelligente en sluwe vogel en daardoor moeilijk te benaderen. Tegenwoordig komt hij zeer dicht bij de menselijke bewoning.
De kraai heeft een glanzend, zwart verenkleed en een zware afgeronde zwarte snavel. De glans van de veren is zoals bij de ekster te wijten de breking van het licht. Naar gelang de hoek krijgt men andere blauw of groen te zien. Of waar eerst blauw was is het nu groen enz
Het nest wordt door mannetje en vrouwtje gezamenlijk gebouwd. Het is een groot komvormig bouwsel van takken en aarde dat binnenin bekleed wordt met een dikke laag wol of haar. Zij bouwen net als de ekster hun nest hoog in de bomen. Het vrouwtje legt einde maart tot in juni een 5-tal eitjes. Deze gaan variëren van lichtblauw tot diepgroen met bruine of grijze vlekken. Na negentien dagen broeden door het vrouwtje brengt zij de jongen praktisch alleen groot.
Het voedsel zoeken ze op grond. Maar roven wel eieren en jonge vogels. Hebben ze aan zee een krab gevonden dan laten ze deze van op grote hoogte vallen om het pantser te kraken en daarna te kunnen smullen. Kraaien leven meestal solitair of in paren.
Legende
De Kraaien Als verstotene van het kasteel moest Godelieve (°1052) werken op het land. Ze moest de kraaien van het net gezaaide korenveld weghouden. Toen de klok van de Kerk luidde en Godelieve als zeer devote vrouw absoluut naar de kerk wilde, gebood ze de kraaien te verzamelen in de schuur tot ze terugkwam.
In de Vlaamse literatuur vinden we een mooi gedicht over de kraaien. Het is van de hand van K. Vertommen (°1907 - 1991).
Galgenlied
er stonden drie galgen op 't galgenveld de kraaien hebben het voortverteld en stom blauwden winterse bossen rondom ze kaatsten 't gekrijs van de kraaien weerom
het volk stond zwijgzaam opeengehoopt drie mannen moesten opgeknoopt drie rechters lazen het vonnis voor de bossen bauwden het na in koor
één had in eigen macht geloofd hij moest het bekopen met zijn hoofd één had gehoopt op een nieuwe tijd dat was voor het heden een scherp verwijt één had de waarheid te zeer bemind daarvoor ging hij bengelen hoog in de wind
de kraaien krijsten: kwaad is kwaad, de bossen echoden: haat is haat
de kring van het volk werd enger en enger 't gelaat van de rechters werd strenger en strenger maar toen de koord in de hoogte ging in elke lus een rechter hing
het volk stond zwijgzaam opeengehoopt drie rechters werden opgeknoopt: één had z'n eigen volk verraden één had z'n geldkist volgeladen één had de macht om haarzelf bemind drie rechters bengelden hoog in de wind
de kraaien krijsten: kwaad is kwaad, de bossen echoden: inderdaad
P. Heyninck zette het op muziek en de Vaganten brachten het op hun kleinkunstavonden.
norbert mosselmans 03/2010
INFO Vogels uit West Europa Readers Digest Legende Internet Fotos Internet Gedicht Oud schoolboek
Over de witte winterlandschappen zweeft een zwarte vogel met een lange staart. Luid krijsend landt hij op de hoogste tak van een boom. Vandaar overschouwt de ekster zijn territorium. In de loop der eeuwen is deze vogel vervolgd door jagers, boeren en zelfs natuurliefhebbers. Onze ekster heeft dit te danken aan zijn eetgewoonte: hij eet granen, insectenslakken en knaagdieren maar hij rooft ook de jongen en de eieren van andere vogels en dieren. Maar hij is niet de enige van de kraaienfamilie die de naam heeft van rover.
De ekster bewoont het open landschap, dicht bij boerderijen en dorpen. De dag van vandaag zien we hem ook in de stad. Want in het zwerfvuil vindt hij voedsel. Waarom dan jagen op het platte land als je inde stad aan je trekken komt? Wel mijdt hij dichte bossen. Zijn lange staart en grote vleugels hinderen hem bij de verplaatsing. Wij herkennen hem aan zwart-wit verenkleed en lange staart. De kop is donker en de flanken buik wit. Staart en vleugelpennen iriseren ( onder invloed van het licht) rood, blauw, groen. ( Kleuren die steeds dezelfde blijven en als het ware geschilderd zijn noemt men pigmentkleuren.)
Dus naar gelang de lichtinval zullen de kleuren variëren. Het is een standvogel. In de winter zweven de jonge vogels ( die tot september in het nest blijven) over de velden op zoek naar een territorium. De oudere vogels verdedigen daarentegen hun gebied.
Het nest, van modder en takken, bevindt zich hoog in de boom en valt zeker op bij de kale bomen. Boven het nest is er meestal een koepeldak. In het nest legt moederekster, begin april, een éénmalig legsel van 5 tot 8 blauwgroene eieren. Na drie vier weken vliegen de jongen reeds uit, maar blijven tot de herfst bij het nest. Eksterkoppels blijven hun hele leven samen.
Eksters hamsteren: overtollig voedsel maar ook gekleurde en glimmende voorwerpen. In de lente vinden lawaaierige samenkomsten plaats.. De vogels springen, zitten achter elkaar aan, laten hun witte vleugels en staartveren zien en vliegen traag rond. Door het rumoer aangetrokken, komen alle eksters uit de buurt kijken en we krijgen een echte samenscholing. De indringers worden op het eind wel verdreven, soms maar voor een paar dagen.
Legende De ekster had oorspronkelijk een prachtig verenkleed. Toen de vogel echter spotte met de gekruisigde Jezus werd hij vervloekt en kregen zijn veren de kleur van de rouw.
Zij worden van oudsher beschouwd als ongeluksvogels, verkondigers van de dood en rampzaligheden.
Wie van ons heeft geen last van eksterogen?
Ook zouden zij door hun luidruchtigheid oorlog of het slechte weer voorspellen.
Muziek Rossini schreef de opera La Gazza Ladra ( De stelende ekster.) Het is het verhaal van een gestolen gouden ring. Een onschuldig ( valselijk beschuldigd) meisje wordt veroordeeld en ter dood gebracht. Te laat komt de waarheid aan het licht
INFO: Vogels in West-Europa Readers Digest Fotos Internet Weetjes Internet
DOEN: Muziek! Zoekmachine GOOGLE: intikken La gazza ladra rossini. In het eerste item heb je twee mogelijkheden om de ouverture te horen. De eerste is met de Wiener Philharmoniker olv Claudio Abbado en is het nieuwjaarsconcert van 1991. Veel luistergenot.