De cougnou,
een Belgische lekkernij op kerstdag.
De cougnou is een typisch kerstgebak dat tijdens de kerstperiode geconsumeerd
wordt. In Huldenberg kan hij bij de bakker gekocht worden. Het is tevens een traditie dat hij na de
middernachtmis als geschenk aan de zangers van het Koninklijke Vocaal Ensemble
Sint-Cecilia aangeboden wordt.
De cougnou is een briochebrood waarvan de vorm Le pain de Jésus est un pain
brioché dont la forme rappelle celle de
l'enfant Jésus emmailloté.herinnert aan die
van het in luiers gewikkelde Kindje Jezus. Il peut aussi avoir la forme spéciale d'un pain à deux têtes.
Het kan ook de vorm van een brood met twee hoofden hebben. On ajoute à la pâte des raisins secs ou des pépites de chocolat accompagnés parfois par
des grains de sucre. Rozijnen worden aan het deeg toegevoegd, vergezeld van korrels suiker. Il est à différencier du craquelin qui est accompagné uniquement de
pépites de sucre. Het werd meestal gegeven aan kinderen op kerstochtend en vaak
geserveerd met een kop warme chocolademelk. Ce pain semble être originaire de l'ancien
Hainaut mais son usage s'est répandu dans
toutes les provinces du sud des Pays-Bas belgiques et en Principauté de Liège . Dit brood zou
afkomstig zijn uit Henegouwen. Het gebruik
ervan heeft zich verspreid in alle Waalse provincies en wordt nu beter bekend
in Vlaanderen.
Het woord gaat terug tot het Picardische (Noord-Franse) 17e
eeuwse quenieux, dat zijn met eieren en melk geknede broodjes. Het woord quenieux stamt van coniado of cuneolus, kleine (drie)hoek, dat een spel was. In 1560 zien we er een afbeelding van als Breughel het spel schildert op zijn schilderij Kinderspelen.
Foto genomen in het Kunsthistorisches Museum van Wenen.
De cougnous werden normaal versierd met ronde vormen in terracotta of
plaaster. Men vond ze in het centrum van het gebak, daarom werden ze de navel
van het kindje genoemd. Na 1960 zijn ze
niet meer vervaardigd. In Huldenberg
worden ze met een kindje in suiker voorgesteld.
Jean-Pierre Van Binnebeek
|