Foto

Welkom in Huldenberg


Foto
Zoeken in blog

De teksten op dit webblog zijn authentiek.  Mogen wij u dus daarop wijzen dat iedere overname van tekst een schriftelijke toelating vereist van de auteur.
De redactie.

N i e u w
  • De watermolen van Huldenberg
  • De kerk van Sint-Agatha-Rode
  • Historische doopvont in de OLV-kerk
  • Kapelletje schoolgebouw Elzasstraat
  • Ottenburg : de Tomme
  • O.-L.-Vrouw ten Pui
  • De Casino
  • De kapel Minet
  • Art déco in Loonbeek
  • De boogschuttersgilde
    Geschiedenis
  • Ontstaan van Huldenberg
  • Ontstaan van Loonbeek
  • Ontstaan van Neerijse
  • Ontstaan van St-Ag.-Rode
  • Ottenburg: magische Tomme
  • Koninklijke Filharmonie 1
  • Koninklijke Filharmonie 2
  • Ganspoel
  • De kerk van Sint-Agatha-Rode
  • De kerk van Loonbeek
    Foto
    Monumenten
  • OLV-kerk: vroege gotiek
  • OLV-kerk: Brabantse gotiek
  • De zonnewijzer
  • De pomp is honderd jaar
  • Loonbeek: het Blauwhof
  • Art deco in Loonbeek
  • 50 jaar gedenkenzuil Felix Sohie
  • Meisjesschool Loonbeek
  • Het monument
  • Kapelletjes
    Kunstpatrimonium OLV-kerk
  • Aanbidding der Wijzen
  • Aanbidding der herders
  • Bekering St-Hubertus
  • H. Rosalia gekroond
  • OLV tenhemelopneming
  • Jezus aan het Kruis
  • La Deposizione
  • De graflegging
  • Primaat van Petrus
  • De Heilige Familie en de kleine Johannes
    Kunstpatrimonium 2
  • De klokken van Huldenberg 1
  • De klokken van Huldenberg 2
  • De Mariaklok
  • De angelusklok
  • O.-L.-V. van den Elzas
  • De kapel Minet
  • Restauratie orgel Neerijse
  • Restauratie orgel Ottenburg
  • Kruisweg St-Niklaas Ottenburg 1
  • Kruisweg St-Niklaas Ottenburg 2
    Kunstpatrimonium 3
  • Zuidportaal en zijn beelden
  • Historische doopvont in de OLV-kerk
  • Kapelletjes
  • Kapelletjes 1
  • Kapelletjes 2
  • Kapelletjes 3
  • Kapelletjes 4
  • De Heilige Familie historiek
  • Inhuldiging van O.-L.-Vrouw van den Elzas
  • O.-L.-V. van den Elzas
  • Foto
    Monumenten: Keyhof
  • De kloosterkapel - 1
  • De kloosterkapel - 2
  • De kloosterkapel - 3
  • De kloosterkapel - 4
  • De kloosterkapel - 5
  • De kloosterkapel - 6
  • De kloosterkapel - 7
  • De kloosterkapel - 8
  • De boom van Jesse
  • De kruisweg
    Verdwenen erfgoed 1
  • De Stroobants hoeve
  • Pachthof Sneessens 1
  • Pachthof Sneessens 2
  • Pachthof Van Bruystegem
  • Het Hospice 1
  • Het Hospice 2
  • Het Hospice 3
  • De Mariakring 1
  • De Mariakring 2
  • De Mariakring 3
    Verdwenen erfgoed 2
  • Ter Meeren of Roodhof
  • Het Blauwhof - 1
  • Het Blauwhof - 2
  • Het Blauwhof - 3
  • Het Blauwhof - 4
  • Schuur v papiermolen 1
  • Schuur v papiermolen 2
  • Schoolgebouw Elzasstraat
  • De watermolen van Huldenberg
  • Toponymie - 1
  • Straatnamen & betekenis
  • De Zesdagmaalstraat
  • De Korenheide
  • De Billande
  • De Hasselheide
  • De Elzasstraat
  • De Oliestraat
  • Wolfshaegen
  • Loswegstraat
  • Schaveistraat
    Toponymie - 2
  • De Kausdelle
  • Foto
    Bijnamen in Huldenberg
  • Het Gemeenteplein
  • De KVLV in 1958
    Bijnamen in Loonbeek
  • St-Jansbergsteenweg -1
  • De KVLV Deel 1
  • De KVLV deel 2
  • De KVLV deel 3
    Foto
    Bijnamen in Neerijse (1)
  • Foto
    Bijnamen in Ottenburg (1)
  • Foto
    Bijnamen in St-Agatha-Rode
  • Volkse wijsheden
  • Bamis, kermis in het dorp
  • Antonius met het varken
  • Antonius: weerspreuken gezegden
  • De boogschuttersgilde
  • De kribbe Gemeenteplein
  • De Huldenb. processie 1
  • De Huldenb. processie 2
  • De Huldenb. processie 3
  • De Huldenb. processie 4
  • St.-Rochusommeganck
    Verhalen
  • De Jonkvrouw en de kikkers
  • Voor een mot'cyclet
  • Het verhaal van de instrumenten
  • Den Bluts
  • Cafés en handelszaken
  • Cafés in St.-Agatha-Rode
  • Wolfshaegen: cafés & winkels
  • Winkels in St.-Ag.-Rode
  • Uit het dagboek van een pastoor
  • Liefdesverdriet
  • Den drapeau
  • Monsieur Dupont
  • Vergaderen
  • De broek van Juffrouw Linda
  • Kapsalon
  • Kerstvrede ?
  • Dialoog
  • Huisbezoek
  • Uit het dagboek van Mariette Vandenschrieck
  • Inleiding
  • D1 Mobilisatie 1
  • D2 Mobilisatie 2
  • D3 Oorlog breekt uit
  • D4 Op vlucht
  • D5 Op vlucht
  • D6 Oorlogsjaren
  • D7 Voedsel
  • d8 crash
  • Foto

    Lente: Vergeet-mij-nietje

    Natuur 1
  • Langs de IJse - De lente
  • De smeerwortel
  • De stinkende gouwe
  • Langs de IJse - De zomer
  • De klaproos
  • De moerasspirea
  • Langs de IJse - De herfst
  • Het boerenwormkruid
  • De vlier
  • Natuur 2
  • Het koninginnenkruid
  • De paardebloem
  • Het pijlkruid
  • De grote kattenstaart
  • De mispel
  • De hulst
  • De maretak
  • Het sneeuwklokje
  • De IJse in de winter
  • De merel
    Foto
    Natuur 3
  • De koolmees
  • De pimpelmees
  • De staartmees
  • De kuifmees
  • Het roodborstje
  • De groene specht
  • De zwaluw
  • De mus
  • De egel
  • De kalkoen
    Natuur 4
  • De meikever
  • De distelvlinder
  • Het wilgenroosje
  • De wesp
  • De sleedoorn
  • De klimop
  • De brandnetel
  • De dovenetel
  • Het koolwitje
  • De koninginnepage
    Natuur 5
  • De meerkoet
  • De waterhoen
  • Het fluitenkruid
  • De houtduif
  • De meidoorn
  • Brem
  • De robinia
  • De duizendblad
  • De madonnalelie
  • De vos
    Natuur 6
  • De Japanse kerselaar
  • De Boshyacint
  • De kerkuil
  • Het madeliefje
  • Natuurwandelingen 1
  • Rode Bos
  • Huldenberg: 't middenrif
  • Huldenberg: langs kleine weggetjes
  • Huldenberg: langs nieuwe weggetjes
  • Huldenberg: langs de velden
  • Naar het Westen
  • Bij de buren
  • Op 't dak van Huldenberg
  • Op't dak van Huldenberg2
  • De Kapelletjeswandeling
    Natuurwandelingen 2
  • Loonb.-Neerijse-Loonb.
  • Weg en zo terug thuis
  • Huld.-Terlaenen-Huld.
  • De stoomtram
  • Dichtbij wandelen
  • Huldenberg: bergop bergaf
  • Taal
  • De sjup in de sjeu (1)
  • De sjup in de sjeu (2)
  • Gebouwen
  • Het oud gemeentehuis van St.-Ag.-Rode
  • Het nieuw kasteel van St.-Ag.Rode
  • Allerlei
  • KVLV Loonbeek naar Luik
  • In het Nieuwsblad
  • Pastoor Bertmans, 30 jaar in Huldenberg
  • Huwelijk Graaf Rodolphe
  • Loflied voor F. Sohie
  • Schapen door Huldenberg
  • Schapen verlaten Huldenberg
  • Huwelijksverjaardag platina
  • Sofie Van Binnebeek, Laureate beurs
  • Winter in Huldenberg

    Magische Tomme
    Tulpvormige aarden potten

    Foto
    Langs de IJse
    Herfst

    Kardinaalsmuts
    Haagwinde
    Reuzenpaardenstaart
    Foto
    Foto
    Foto

    Langs de IJse
    Zomer

    - reuzenbalsemien
    - moerasspirea
    - kattenstaart
    - wikke
    - wilgenroosje
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto

    Langs de IJse
    Lente
    - Smeerwortel
    - Look-zonder-look
    - Fluitenkruid
    - Witte dovenetel
    - Hondsdraf
    - Vergeet-mij-nietje

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto

    Nest van koolmees

    Foto
    Foto
    HULDENBERG
    Vroeger en nu
    16-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gotiek (1). Vroege gotiek
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De O.-L.-Vrouwekerk van Huldenberg is meer dan 750 jaar oud.  Zij is één van de oudste gotische  bouwwerken van ons land en heeft in al die tijd verschillende evoluties gekend. 
    Zo is zij één van de enige kerken waar de overgang van vroege gotiek (13e eeuw) naar Brabantse gotiek (14e eeuw) duidelijk zichtbaar is.  In dit artikel geven we u enkele kijktips om haar ontwikkeling beter te begrijpen.

     

    Van romaans naar gotiek

    Gotiek is in de 12e eeuw in Frankrijk ontstaan.   Het duurde bijna een eeuw vooraleer men de eerste godshuizen in gotische stijl in onze contreien begon te bouwen.

     

    Tot 1200 waren de kerken in onze streek in romaanse stijl gebouwd, een architectuur die vrijwel steeds uitging van een zware, gesloten en vrij sobere bouwwijze.  Dit kwam overeen met een algemene houding waarbij ingetogenheid, soberheid en ‘gebukt gaan’ voor de Heer een uiting was tegenover de almachtige God. 

     

    Met de gotiek heeft men dit doorbroken : de nieuwe kunstvorm streefde naar openheid, slankheid en rijke versiering. De kerk, het huis van God, moest een groots centrum voor het geloof worden.  Men probeerde een hemelse sfeer in het gebouw te verwezenlijken.

     

    Deze nieuwe stromingen konden in de praktijk omgezet worden dankzij de nieuwe constructiemogelijkheden van het kruisribgewelf.  Om dit te ondersteunen deed men een beroep op steunberen, luchtbogen en spitsbogen.  De traditionele romaanse tongewelven lieten dergelijke vergrotingen niet toe.

     

    De aanzet om gotische werken uit te voeren kwam er door toedoen van de politieke machthebbers.  In Brussel werd op vraag van Hertog Hendrik 1 een nieuwe kooromgang in gotische stijl aangebracht aan de romaanse Sint-Goedelekerk (1226).  Hendrik 1 bezorgde Brabant dankzij zijn contacten met Frankrijk een op dat ogenblik revolutionair bouwwerk.

    Het voorbeeld kende spoedig navolging.  Het koor van de nabij gelegen Kapellekerk werd in gotische stijl opgetrokken (1250-1275).

     

    Vroege gotiek in Huldenberg

    Het was tevens in die periode dat het koor van de kerk van Huldenberg verwezenlijkt werd (1251).  Later werden op andere plaatsen, nl. in Duisburg en Sint-Agatha-Rode, kerken gebouwd in gotische stijl.

    Het is dus merkwaardig te moeten vaststellen dat in Huldenberg voor het eerst in een Brabantse parochie (buiten Brussel) een gotische kerk gebouwd werd. 

     

    In een eerste fase is men begonnen met het koor, wellicht het meest prestigieuze onderdeel waarbij men gebruik maakte van het kruisribgewelf. Dit is met fraai gebeeldhouwde sluitstenen en ribben afgewerkt, het geheel rustend op met maskerkoppen versierde kraagstenen.

    Jean-Pierre Van Binnebeek
    (wordt vervolgd)


    >> Reageer (0)
    15-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gotiek (2). Brabantse gotiek
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    In het koor is de overgang van vroege naar Brabantse gotiek nog duidelijk zichtbaar. 

    De vroegere zware kolom heeft de plaats geruimd voor een elegante zuil.  Maar achter de zuil is nog enig 'knoeiwerk' zichtbaar.



    Vier zware zuilen, maar de twee voorsten zijn eleganter.

    De vier kolommen die ook de zware hoge toren ondersteunen, bestonden wellicht reeds in de vroegere romaanse kerk.  Ze werden wellicht overgenomen en aangepast aan de gotische constructie.


    Zij zijn massief, naar het voorbeeld van romaanse pijlers.  In de vroege gotiek had men nog niet veel ervaring met lichtere constructies en gaf men nog de voorkeur aan stevige constructies.

     

    Opvallend is dat de vier pijlers een verschillend uitzicht hebben.  De twee pijlers in de hoofdbeuk zijn massiever dan de twee die tussen het koor en de dwarsbeuk staan.  Vroeger zullen deze laatste wellicht ook zwaar gebouwd zijn maar zij kregen later een nieuw uitzicht: ze zijn eleganter, verfijnd ; zij zijn aangepast aan sommige kenmerken van de Brabantse gotiek.

    De Brabantse gotische school is ongetwijfeld één van de belangrijkste in de Nederlanden.  Zij gaat terug tot de 14e eeuw, een ogenblik waarop het koor, de doopkapel en andere belangrijke onderdelen van de kerk in Huldenberg reeds gebouwd waren.  

    Desondanks heeft de O.-L.-Vrouwekerk van Huldenberg de invloed gekend van de Brabantse gotiek.  Zo zijn de kenmerken ervan zichtbaar in de dwarsbeuken, bv. bij het doorlopen van het traceerwerk op de zwikken van de grote bogen.  Zo heeft men de indruk dat de eerste bogen van het koor doorlopen in de twee zware zuilen tussen koor en dwarsbeuk.  Dit element geeft aan het uitzicht vanuit de hoofdbeuk een elegante toets.  Deze vormgeving kondigt tevens de derde fase van de gotiek aan: de vlamgotiek waarbij de bogen helemaal doorlopen op de kolommen.


    Geen knoeiwerk maar een overblijfsel van de overgang

    In Huldenberg werd deze aanpassing in de 14e of in de 15e eeuw gedaan.  Bewijs ervan, de overgang van het koor naar de twee zuilen.  Men heeft de indruk dat men op deze plaats geknoeid heeft.  Maar in feite heeft men de kraagstenen van de vroege gotiek laten staan en de zuil aangepast aan de elegantie van de latere (Brabantse en vlam-) gotiek.  Het ‘knoeiwerk’ is niet zichtbaar vanuit de kerk; men moet tot in het koor komen om het te bemerken.

    Maar dit is een duidelijk bewijs dat onze kerk in de Brabantse gotische periode talrijke aanpassingen ondergaan heeft.  


    Jean-Pierre Van Binnebeek


    >> Reageer (0)
    17-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De kruisspin

    DE KRUISSPIN

     

    Bij het begin van een warme zomerdag ziet men aan planten en hagen de spinnenwebben bepareld met dauwdruppels als diamanten glinsteren in de opkomende zon. Het is meestal het web van de kruisspin.

    Met haar acht behaarde poten lijkt het wel een monster. Velen hebben dan ook schrik van de spin (arachnafobie).

    Hier bij ons leven nochtans geen gevaarlijke spinnen; ze zijn niet eens in staat om door onze huid te bijten.

    De kruisspin (13mm) is te herkennen aan het witte kruis op de rug.

    De mannetjes zijn kleiner dan het vrouwtje en maken geen web.

    Hij loopt wel gevaar. Want als hij het web afstroopt naar voedsel loopt hij gevaar van opgegeten te worden door het vrouwtje. Eten is eten!

    Het weven van een web is een ingewikkelde affaire. De spinnen zijn echter met die weefgave geboren. Wanneer het web niet meer voldoet dan wordt het gewoon opgegeten door de spin en volgt er een nieuw web.

    Om te vermijden dat ze in haar web verstrikt geraakt zijn haar  acht poten bedekt met een olielaagje.

    In het midden van  het net wacht ze op haar prooi. Deze zal in het net verstrikt geraken maar ook aan de kleverige draden blijven plakken. De spin bijt insect om het te verlammen, omwikkelt het met spinsel en spuit er enzymen in om het lichaamsweefsel op te lessen. De maaltijd kan beginnen. Is er niet onmiddellijk nood dan wordt het brokje naar de zijkant gebracht en bewaard voor later.

    De kruisspin legt 800 eitjes op een hoopje en spint er een gele laag spinsel om.

    In de lente komen de jonge spinnen uit maar ze blijven in een bal bijeen. Stoort men ze dan valt de bal uit elkaar.

                     

                                 eitjes                                                   jonge spinnen


                                                                         

    spinnenweb van kruisspin

     

    EEN LEGENDE

    Hoe de kruisspin haar kruis kreeg.

    Vanuit het web tussen twee struiken kon de spin zijn ogen niet geloven. Zij zag, bijna tweeduizend jaar geleden, de soldaten zonder mededogen dobbelen om het geweven kleed van de veroordeelde. In doodsstrijd hing deze aan het kruis. Het bloed liep van de doornenkroon over zijn gezicht. Hij werd belaagd door vele vliegen die zich te goed deden aan het geronnen bloed. Jezus had duidelijk last van het gekrioel van de insecten. De spin kreeg medelijden en kroop uit haar web, liep naar het kruis en omhoog naar het gezicht. Zorgvuldig weefde zij draad voor draad een web rond het hele hoofd. Zij spon de draden zo nauwgezet, dat het gezicht een grijze waas kreeg.
    Toen de spin klaar was liep zij rustig naar beneden. De zon scheen toen zij over de grond terug liep naar haar eigen web. De spin draaide zich om en keek omhoog. Ze zag dat de vliegen zich boos maakten omdat ze door het web het bloed niet meer konden bereiken. Het leek of Jezus dankbaar naar haar glimlachte. Op dat moment viel de schaduw van het kruis precies op de rug van de spin. Het leek of er in haar oor gefluisterd werd: “Dank je wel, spin, voor je goede zorgen.”
    Rustig en tevreden liep de spin terug naar haar web. Daar aangekomen zag zij dat het kruis op haar schild niet verdwenen was en zij realiseerde zich dat zij een web had geweven voor een bijzonder iemand.
    Het dankbetoon van God voor het mededogen van de spin werd aan al haar nakomelingen doorgegeven. Zij hebben nog steeds een kruis op hun rug en daarom worden ze kruisspinnen genoemd.

    norbert mosselmans

    Info

     

    Dieren                                    Readers Digest

    Foto’s                                      Internet


    >> Reageer (0)
    05-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De robinia

    De robinia

     


    Bij het bekijken van deze foto zullen velen even het voorhoofd fronsen en denken dit is toch de acacia.  Wij noemen hem inderdaad acacia maar officieel is zijn naam robinia pseudo-acacia. In onze streken wordt hij acacia genoemd omdat het bladsysteem gelijkt op de echte acacia. Maar die  zijn bladeren zijn fijner en vouwen toe bij aanraking. Ook de bloemen zijn anders: wij kennen ze als mimosa.

     

    Zijn naam robinia heeft hij te danken aan de 17de eeuwse hovenier: Jean Robin.

    Hij kweekte in de plantentuin van Parijs deze bomen nadat hij zaad had laten overkomen uit Amerika. Soms noemt men de boom ook Valse acacia of witte acacia.

    Het is een boom die weinig eisen stelt aan de grond. Maar de bodem mag niet te droog zijn. Ook is hij gevoelig voor kou en nachtvorst.

    De boom groeit snel. Hij maakt heel wat uitlopers en zorgt ook voor vele zaden.

    In de lente draagt hij zoetgeurend trossen vlinderbloemen. Deze bloemen zijn eetbaar en bezorgen ons de fijn lopende acaciahoning. Voor de rest is de plant giftig en dus te mijden.

     

    Na de bloei siert de boom zich met peulen waarin een 5-tal zaden zitten.

    In de herfst springt de peul open en de niervormige zwarte zaden worden weggeslingerd. De peulen zelf blijven de hele winter aan de boom.

    Ook heeft de boom ferme doornen.

     

    Het hout is geel, taai en duurzaam. Het ruikt bitter door de aanwezige looistof.

    Een eigenaardigheid: Op de wortels groeien stikstofknolletje die de boom voorzien van de nodige stikstof. Men moet dus geen stikstof inwerken in de grond.

     

    Spelletjes

     

    Ritst men tussen duim en wijsvinger de blaadjes af dan heeft men een groene bloem.

     

    Als kind plukten wij de blaadjes één voor één van het steeltje daarbij zeggend: kajut (hut), huis, kasteel. Wat men zegde bij het laatste blaadje dat men plukte wel daarin ging men later wonen.

     

    Op later leeftijd werd dat dan: hij/zij ziet mij graag ; hij/zij ziet mij niet graag. Wat men dan bij het laatste blaadje zegde dat was het dan !

     

    Gebruik

     

    Daar het een harde houtsoort is wordt het veel gebruikt als het hout om tandwielen, laddersporten, pinnen te maken. Wel moet het hout zeer droog zijn. Anders gaat het “werken”.

    Ook gebruikt men het om wijnranken te steunen. Het is weinig of niet onderhevig aan rot.

    Polen en Hongarije  hebben hele bossen robinia op hun grondgebied.

    Zij zijn dus leveranciers van hout maar ook van honing.

     

    norbert mosselmans 05/2011

     

      

     

     Blad                                                                     Doornen                                                       

     

     

               

    Zaadpeulen              

     

    Info

     

    Bomen en struiken                 Readers Digest

    Foto’s                                      Internet

    Spelletjes                                Jeugdherinneringen


    >> Reageer (0)
    29-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dialoog

    DIALOOG

    Uit het dagboek van een pastoor


    Eén keer per jaar breng ik een bezoek aan mevrouw Van Praet. Ze woont in de stad, op een net appartement, drie hoog. Mevrouw Van Praet is al jaren weduwe. De kinderen zijn uitgetrouwd. Ze is veel alleen. Een eenzame, maar dappere vrouw.  Met haar zoon Dirk versleet ik nog mijn broek op de middelbare schoolbanken.  Toen kwam ik er veel aan huis. Later groeiden onze wegen uiteen: ieder had zijn werk, zijn zorg, zijn bezigheden, en zo werd dit contact verdund tot een jaarlijks bezoekje.



    "Ik ben blij u weer eens te zien", zegt mevrouw Van Praet, als ik uit de lift stap, “Hoe gaat het met u?"  Zonder antwoord af te wachten, vervolgt ze : "Weet ge het al van Dirk? Hij werkt niet meer in die Antwerpse firma. Hij is in Gent, en heeft daar een goede job.  En Liesbeth (zijn vrouw) heeft een betrekking als onderwijzeres; ze neemt Anneke en Kristof mee naar de kleuterschool, da's gemakkelijk, en... maar, ga toch zitten! Kom, ik zal uw jas weghangen."



    Mevrouw Van Praet (nomen est omen ?) begeeft zich naar de vestiaire, terwijl ze het verhaal van Dirk, Liesbeth, Anneke en Kristof voortzet.   Zolang het bij die vier namen blijft, kan ik volgen, maar verdere uitweidingen, verbindingen of vertakkingen in de stamboom, haal ik niet.

    "De neef van de schoonbroer van Dirk", vervolgt mevrouw Van Praet, "je weet wel : Herwig, wel, die zijn neef...."

    "Karel ?" raad ik roekeloos.

    "Nee, niet Karel", verbetert mevrouw Van Praet, "Gerard!"

    "Karel", tracht ze te verduidelijken, "is de halfbroer van Liesbeth, uit het eerste huwelijk van Louis met Rosa - dat weet je toch - maar Gerard die is..."

    Enz., enz. 



    Mevrouw Van Praet begint aan een nieuwe stamboom.   Stamboom? Dit is geen boom meer.   Dit is een oerwoud.

    "Zal ik koffie zetten?" onderbreekt ze plots.

    "Heel graag, mevrouw!"

    Ik heradem, ben blij voor de korte onderbreking.

    Mevrouw Van Praet gaat naar de keuken en begint ondertussen het uitvoerig verhaal van de appendicitis van Kristof (zoontje van zoon Dirk), een paar maanden geleden.  Ze schotelt mij een heel medisch dossier voor.   Gelukkig is Kristof nu weer o.k.


     

    Daarna mag ik nog kijken naar de mooie kleurtekeningen van Anneke - gemaakt bij kleuterjuf Suzanne - die ze kreeg ter gelegenheid van haar Moederdag.  Het herinneringsalbum van het gouden huwelijksjubileum van nonkel Jef en tante Fien wordt bovengehaald, en tenslotte nog wat foto's van de laatste vakantie aan zee : Anneke en Kristof aan het strand, Anneke en Kristof in het water, Anneke en Kristof in de duinen, Anneke en Kristof op wandel met mama, enz., alles voorzien van uitgebreid commentaar.

     

     

    Mevrouw Van Praet maakt haar koffie niet met een modern koffiezetapparaat, maar met de goeie, ouwe waterketel.  Die is inmiddels finaal uitgekookt.   Je kan het ruiken.

    "Hoe is 't mogelijk?" merkt ze verbaasd op.

    "Misschien te weinig water in gedaan?" tracht ik te vergoelijken.


     

    Een tweede poging wordt ondernomen, en nu met meer succes.  Koffie slurpend en koekjes knabbelend, raak ik volledig op de hoogte van wat de familie Van Praet het laatste jaar heeft meegemaakt.  Schier zonder ademhalen, babbelt mijn gastvrouw voort.  Het doet haar zichtbaar goed wat te kunnen praten.  Een eenzame, dappere vrouw.

     

     

    Na een uur of twee kraam ik op en neem afscheid. Ik heb, geloof ik, nog geen tien zinnen kunnen zeggen.  Mevrouw Van Praet begeleidt me tot aan de lift.  Wanneer ik binnenstap, schijnt ze in een moment van verbijsterende helderheid te beseffen dat ik nauwelijks aan het woord ben geweest.  Terwijl de liftdeuren dichtschuiven, vraagt ze haastig : "En hoe gaat het met u, eigenlijk, zeg, hoe gaat het met u, na uw hartoperatie?  De lift zakt al naar beneden, en ik roep: "Goed, heel goed, dank u !" Ik beland op het gelijkvloers.  Waarschijnlijk heeft ze mijn geroep niet meer gehoord.


     
    Ik zal het haar volgende keer vertellen.

    Jaak Bertmans


    >> Reageer (0)
    26-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brem
    BREM

     

    Op open plekken in het bos en langs holle wegen en kanten staan ze nu in volle bloei: de bremplanten. Hun goudgele vlinderachtige bloemen schitteren in de zon. Deze bloemen verspreiden een zeemzoete geur en zijn dus van op afstand al te ruiken. Ze zijn rijk aan stuifmeel en trekken dus de bijen aan.

     

    Om er bij te geraken moeten ze op de onderste lip gaan zitten. Door het gewicht springen stamper en meeldraden te voorschijn. De bij kan bij de nectar maar laadt ondertussen stuifmeel op haar rug. Bij een volgend bloemenbezoek gebeurt hetzelfde maar het stuifmeel op de rug zet zich nu af op de vrijgekomen stampers en de bloem is bevrucht. Zo helpt dus de bij mee in ruil voor stuifmeel en nectar.

     

    Eind van de zomer hebben zich de peulen gevormd met daarin de zaden.  Wanneer deze nu rijp zijn springt de peul open en slingert de zaadjes weg.  Vandaar dat wij in de nazomer soms opschrikken van een knisperende de klap. In de beurt zal er een brem staan en die slingert zijn zaadjes weg. Deze zaden zijn giftig.

     

    Nog een eigenaardigheid: op zijn wortels vindt je ook stikstofknolletjes terug, net als bij de robinia en de erwten.
    De struik kan tot 2 m hoog worden. Hij heeft immer groene dunne twijgen. 

    De plant is wel vorstgevoelig en zal na strenge winters zichzelf verjongen.

     

    De brem stelt zich tevreden met zandige gronden in heide en bossen en op de bermen. Hij bloeit pas in zijn derde jaar. Soms doet hij dat nog eens over in het najaar bij heel mooi weer.

    De twijgen werden indertijd gebruikt om bezems te maken.

     

    Een weetje

     

    De hertogen van Bretagne, die ooit de koningskroon van Engeland( 1154 – 1485) droegen, hadden in hun wapenschild een afbeelding van de gewone brem. Daarom werden zij ook de Plantagenets genoemd. Het geslacht was betrokken bij de honderdjarige oorlog (1337 – 1453) tussen Engeland en Frankrijk.

    In het Frans heet de brem genêt. Komt van het Latijn planta genesta. Vandaar de naam.

     

    In sommige dialecten noemt men deze plant genst.   Hetgeen weer verwijst naar de wetenschappelijke naam. Andere namen zijn bezemkruid en priemkruid.

    Volgens een oude legende zou brem door de Heilige Maagd vervloekt zijn omdat de openspringende peulen zoveel lawaai maakten dat zij de Heilige Familie bijna verraden aan koning Herodes hebben.

    Geneeskunde

     

    Het is een ingrediënt voor talrijke medicijnen tegen nier- en blaasklachten.

     

    Volksgebruik

     

    De zaden werden wel eens als surrogaatvoor koffie gebruikt.

     

    Voor men bij het brouwen hop gebruikte, gaven de jonge groene toppen de bitterheid aan het brouwsel.

     

    De jonge bremknoppen werden ingemaakt in het zuur en werden als kappertjes gebruikt. Men beschouwde ze als een delicatesse.

    Brem werd vroeger in huis opgehangen om het kwaad te weren. Met een brembezem kon men het kwaad het huis uit vegen.

    Misschien werkt het tegenwoordig ook nog. Het is het proberen waard.

    !!! Het is en blijft een giftige plant.



    peulen

     

    norbert mosselmans 05/2011

     

    Info

     

    Bloeiende heesters                                         Cera

    Flora der lage landen                                     Tirion

    Kruiden                                                          Van Reemst

    Foto’s – weetjes                                             Internet


    >> Reageer (0)
    22-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De koninklijke Filharmonie - deel 1
    Klik op de afbeelding om de link te volgen



    In 1997 verscheen een interessant werk over de geschiedenis van de Koninklijke Filharmonie van Ottenburg.   Raf Steeno die jarenlang voorzitter was, was de auteur.  De tekst is in die mate leerrijk omdat het een beeld schetst van de sociale relaties in een dorp waar de mogelijkheden tot vermaak beperkt waren.


    Raf Steeno gaf ons de toelating een deel van dit ‘brokje Ottenburgse geschiedenis’ te publiceren. 

    Voor wie geïnteresseerd is: er zijn nog enkele exemplaren beschikbaar.




    Deel 1 – Oorsprong en politiek

    Voor de oorlog van 1914-18 hing Ottenburg volledig af van de stad Waver.  De post, de Rijkswacht, de belastingen en later ook de telefoon waren allemaal gevestigd te Waver.  Ook voor de dokter, de apotheker, de markt (kleding, schoenen, enz.) waren de Ottenburgenaars volkomen afhankelijk van Waver.


    Het is dan ook niet te verwonderen  dat dit alles een grote invloed had op het reilen en zeilen van onze Ottenburgse gemeenschap.

    Van in de 19e eeuw waren in Waver, twee grote, goed gestructureerde  fanfares, die respectievelijk de namen droegen van: “Les Amis Réunis” en “La Philharmonique”.  Rond de eeuwwisseling groeide hun aantal naar vier.  Zij waren mekaar waard en beschikten over 60 à 70 of in sommige perioden over nog meer muzikanten.  Regelmatig hadden in Waver grootse muziekactiviteiten plaats, bijzonder op de Alphonse Bosch- en de Kerkplaats.  Veel inwoners uit Ottenburg snoven de sfeer en aantrekkingskracht van deze verenigingen en hadden een sterke behoefte ooit eens muzikant te worden in een vereniging te Ottenburg.


    In 1876 werd deze droom gerealiseerd, en stichtte men in onze gemeente, dus helemaal onder de invloed van Waver, een fanfare met als naam: “Les Amis Réunis”.


    Veel inwoners uit onze gemeente die het niet eens waren met de ideeën van deze personen wat zich bij de gemeenteraadsverkiezingen duidelijk manifesteerde, speelden met de gedachte om zelf ook een muziekvereniging te stichten.  Dit werd reeds drie jaar later, nl. in 1879 bewaarheid.


    Automatisch en naar Wavers voorbeeld kreeg deze de naam van “La Philharmonique” (dit betekent “muziekminnend”).


    Deze twee muziekverenigingen gingen in Ottenburg elk hun eigen weg maar bij de gemeenteraadsverkiezingen steeg de spanning en was jaloersheid, naijver en allerhande twisten de aanleiding tot een soms geanimeerde tweestrijd.


    “Les Amis Réunis” bestond hoofdzakelijk uit katholieken terwijl “la Philharmonique” een meer liberale strekking had.

    (wordt vervolgd)

    Raf Steeno


    >> Reageer (0)
    21-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Koninklijke Filharmonie van Ottenburg - deel 2

    In 1997 verscheen een interessant werk over de geschiedenis van de Koninklijke Filharmonie van Ottenburg.   Raf Steeno die jarenlang voorzitter was, was de auteur.  De tekst is in die mate leerrijk omdat het een beeld schetst van de sociale relaties in een dorp waar de mogelijkheden tot vermaak beperkt waren.

    Raf Steeno gaf ons de toelating een deel van dit ‘brokje Ottenburgse geschiedenis’ te publiceren.  Voor wie geïnteresseerd is: er zijn nog enkele exemplaren beschikbaar.

    Wenst u deel 1 te lezen, ga naar http://www.bloggen.be/huldenberg/archief.php?ID=1198648

       Ottenburg rond de eeuwwisseling


    Het was dus in het jaar 1879 dat enkele personen de koppen bij mekaar staken met als doel een nieuwe fanfare te stichten om te kunnen wedijveren met de reeds bestaande muziekvereniging.  Het waren de heren Jan-Baptist Lenoir, Michel Michiels en Jozef Peeters, drie mannen uit de begoede middenklasse, die terzelfder tijd ook verzeild waren in de dorpspolitiek, met andere woorden op dit gebied rechtstreekse concurrenten van de reeds bestaande maatschappij.  Deze drie families zullen in de loop der jaren een grote rol spelen in de ontwikkeling het voortbestaan van de vereniging.

    Volgens goede bron hebben op dat moment zelfs enkele muzikanten van de reeds bestaande fanfare, Les Amis Réunis, zich aangesloten bij de nieuwe vereniging, omwille van bestaande vriendschapsbanden.  Zulke feiten zullen zich in de toekomst nog enkele malen herhalen.

    Hard hebbend deze mensen gewerkt.   Maar met de steun van enkele vrienden werd spoedig het beoogde doel bereikt en op korte tijd stapten zij fier door de Ottenburgse straten met “hun” muziek om dan het jaar daarop, in 1880, met een eigen vaandel te kunnen pronken.

    Deze nieuwe fanfare had natuurlijk een bestuur nodig en het waren de stichters die onwillekeurig de eerste bestuursleden werden met Jan-Baptiste Lenoir als voorzitter, Michel Michiels als ondervoorzitter en Jozef Peeters, de man die er een dagboek op nahield, als secretaris.  Deze laatste werd enkele jaren later erevoorzitter terwijl nog andere vrienden hielpen om de vereniging in rechte banen te leiden en de verschillende taken te verdelen.

    Het voornaamste element bij een fanfarestichting was natuurlijk de zorg voor de nodige fondsen, nodig voor de aankoop van instrumenten, muziekpartituren, studieboeken en de aanwerving van een bekwaam muziekmeester.

    Er was in ’t algemeen weinig geld bij de mensen, die allemaal een eenvoudig leven kenden, met weinig inkomsten en lange werkdagen.  Van muziekscholen was er natuurlijk geen sprake om dezelfde reden: gebrek aan tijd, aan geld en nog meer het probleem van de moeilijke verplaatsingen.

    Hoe konden ze dan hun voornaamste onkosten dekken?

    Daarvoor werden er op de eerste plaats leden, zeg maar supporters gerekruteerd.  Die betaalden 6 Fr. per jaar en mochten daarvoor gratis naar het jaarlijks concert komen.  Zij waren een geweldige morele steun voor de muzikanten en lieten hun voorliefde voor hun verenging graag zien aan de buitenwereld door hun aanwezigheid op iedere muzikale activiteit.

    De muzikanten moesten in principe om hun instrument te helpen betalen maar nog meer als bewijs van lidmaatschap dezelfde bijdragen inbrengen maar zij deden dit door maandelijks O,50 Fr. te storten.  Verder was er een jaarlijkse gemeentelijke subsidie van 25 Fr. Daarvoor moest de vereniging haar medewerking verlenen aan de jaarlijkse processies: Kermisdag, H. Sacramentsdag en de daarop volgende donderdagavondprocessie.  De gemeentelijke bijdrage werd stilaan verhoogd en bedroeg in 1914 reeds 250 Fr.  

    (Wordt vervolgd)

    Raf Steeno

    Uit "De koninklijke Filharmonie, een brokje Ottenburgse Geschiedenis" 


    >> Reageer (0)
    20-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De filharmonie 3

    De Koninklijke Filharmonie van Ottenburg - deel 3

    In 1997 verscheen een interessant werk over de geschiedenis van de Koninklijke Filharmonie van Ottenburg.   Raf Steeno die jarenlang voorzitter was, was de auteur.  De tekst is in die mate leerrijk omdat het een beeld schetst van de sociale relaties in een dorp waar de mogelijkheden tot vermaak beperkt waren.

    Raf Steeno gaf ons de toelating een deel van dit ‘brokje Ottenburgse geschiedenis’ te publiceren.  Voor wie geïnteresseerd is: er zijn nog enkele exemplaren beschikbaar.

    Wenst u de tekst vanaf het begin te lezen, ga naar http://www.bloggen.be/huldenberg/archief.php?ID=1198648

    Deel 3.- Muziekstudie, lokaal en dirigent

     De leuvensebaan, achter de bomen de poel

    Muziekstudie

    De muziekstudie gebeurde op een primitieve manier en de eerste notenleerlessen werden onder mekaar aangeleerd.  In de winter kwamen de kandidaat-muzikanten  ’s avonds onder kaarslicht bij mekaar en samen werd de moeilijke notenleer besproken en ingeoefend.  In de zomer, en er waren nog echte zomers, kwamen muzikanten met hun instrument  ’s avonds na de dagtaak samen op de graskant of op de bermen van de weg waar dan eenvoudige stukjes en dansjes aangeleerd werden. Overal hoorde men door de avondstilte vrolijke deuntjes wat een speciale sfeer gaf aan het rustige dorpsleven.

    De muziek van toen was betrekkelijk eenvoudig en veel jongeren leerden door zelfstudie. Zij gingen wel hier en daar wat uitleg vragen maar verder bewezen zij dat met veel wilskracht een behoorlijk resultaat kon bereikt worden.

    Op de wekelijkse repetities werd dan door de dirigent de nodige uitleg gegeven, waardoor muziek spelen mogelijk werd.

    Persoonlijke aanleg en inzet waren vanzelfsprekend zeer belangrijk om als muzikant te kunnen meedoen.

    Lokaal

    Om op een verantwoorde manier te kunnen repeteren moest er natuurlijk een lokaal gezocht worden.  Dit werd nogal gemakkelijk gevonden in de Kerkstraat  (tegenwoordig huisnummer 10) bij Jan-Baptiste Dekeyser, die er een café uitbaatte met achteraan een voor die tijd behoorlijke ruimte die dienst deed als danszaal met de kermissen.

    De repetities hadden daar wekelijks plaats op zondag na de hoogmis.  Dit lokaal werd later uitgebaat door zijn dochter en haar schoonzoon Alfred Vanpée en later door diens dochter, gehuwd met Ernest Van Groenderbeek.  De fanfare is er gebleven tot 1948.

    Dirigent

    Een volgende, maar moeilijke beslissing, was op zoek te gaan naar een muziekleraar, muziekmeester of “maatslager” zoals hij toen ook genoemd werd.  Vrij vlug veranderde men deze namen onder de invloed van Waver in “Chef”.  De eerste “chef” was Emiel Baus, die nogal spoedig opgevolgd werd door Jozef Jacobs en in 1898 was het Emile Boisacq die het roer in handen nam.

    Hij ontving voor zijn werk 150 F per jaar.  In 1901 was die bijdrage opgelopen tot 180 F.  Deze overeenkomst werd in 1905 in een speciale vergoeding per repetitie, concert of andere prestatie omgezet en bedroeg dan 5 F per activiteit.  In 1910 nam Alfred Van pee de dirigeerstok in handen.  Deze persoon, ook lokaalhouder, was met hart en ziel verbonden aan de nog jeugdige muziekvereniging en heeft er dan ook hard voor gewerkt.  Hij begon met zelf lichte muziekstukjes te componeren, bepaalde liederen en eenvoudige stapmarsen, alsook verschillende processie- en begrafenismarsen.  De treurmars of “doodsmars” nr. 1 die wij heden nog gebruiken is een werk van hem.

    De muzikanten begeleidden vroeger, en dit tot voor enkele jaren, al de leden bij hun overlijden met vaandel en muziek naar hun laatste rustplaats.

    De aldaar door een bestuurslid, meestal de voorzitter in naam van de vereniging uitgesproken afscheidsrede, werd dikwijls al adelbrief aan de familie meegegeven en door deze laatst zorgvuldig bewaard, zelfs ingekaderd.

    Verder zorgde dirigent A. Vanpée ook voor aangename, gemakkelijke en plezierige muziekstukken die meer op dansmuziek geleken.  Zo werden veel jongeren gefascineerd door de muziek en kregen behoefte om als muzikant actief te worden.

    (Wordt vervolgd)

    Raf Steeno

    Uit "De koninklijke Filharmonie, een brokje Ottenburgse Geschiedenis"


    >> Reageer (0)
    18-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het fluitenkruid
    Klik op de afbeelding om de link te volgen





    HET FLUITENKRUID










    Bermen, dijken en vochtige loofbossen zijn bedekt met het witte bloementapijt van het fluitenkruid.

     

    Deze plant groeit op een stikstofrijke bodem maar ook op verwaarloosde vruchtbare grond waar geen plaats is voor andere planten.

    Het is de meest voorkomende schermbloemige en de eerste die in de lente in bloei staat.

    Heel dikwijls heeft men ze nog niet zien staan, maar wel geroken.

     

    Het fluitenkruid verspreidt bij warm weer een kenmerkende geur en deze is van verre te ruiken.

     

    De plant heeft een gegroefde stengel die bovenaan kaal is en onderaan behaard. De bladeren zijn fijn geveerd in getande slippen. Hij gelijk goed op de kervel, die ook een schermbloemige is.

     

    Het fluitenkruid wordt 60 tot 150 cm hoog. De plant bloeit met langgesteelde samengestelde schermen.  Na de bloeitijd worden de dopvruchten  gevormd. Ze zijn kegelvormig en glad en hebben een korte snavel.

     

    Het is een volkomen onschuldige plant. Werd zelfs als groenvoer gebruikt.

    De stengel, die hol is, werd door de kinderen als blaaspijp gebruikt maar ook maakten ze er fluitjes van. Vandaar de naam.

     

    De wetenschappelijke naam Anthriscus sylvestris komt uit het Grieks.

    Anthriscus komt van athos = bloem, ryskos = heg en sylvestris betekent “bosbewonend”.


    Volksnamen : f
    luiters, hondjeskruid, pijpkruid, toeters, wilde kervel.

     

    norbert mosselmans 05/2011


    Info
    Wilde planten               Readers Digest

    Volksnamen                 CERA


    >> Reageer (0)
    13-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Houtduif


    DE HOUTDUIF


    We zijn het duivenseizoen begonnen in april. Waar we vroeger vele duivenmelkers hadden, blijft er nu niet veel meer van over.


    In de vrije natuur is er ook een duif te ontdekken: de houtduif, of bosduif. In sommige streken spreekt men ook van een valduif.

    Men hoort ze  met haar zacht gekoer op veld en in het bos.

    Voor de boer is deze onschuldig uitziende duif ( men zegt zelfs: wat een onnozele duif) wel een echte vijand.

    In het park eten ze het toegeworpen brood. Maar op de velden! Ze eten granen, aardappelen, bieten, erwten en groenten Vooral tijdens de wintermaanden bestormen ze de velden waar de  granen pas ingezaaid zijn.

    Vinden ze geen rijk gedekte tafel op de velden dan eten ze: klimopbessen, eikels en onkruidzaden.

    Er wordt aardig op duiven geschoten. Maar daardoor mindert de populatie niet wezenlijk.

    Enkel een zeer strenge winter kan invloed hebben op de populatie.

    Het nest is een dun maar stevig platform tussen de boomtakken.Men ziet soms de eieren liggen van onder uit. Er zijn drie legsels per jaar.

    De jonge, pas uitgekomen ,duiven zijn eerst ongeveer naakt maar toch met wat geelachtig dons bedekt. Tijdens de 29 – 35 dagen die ze in het nest verblijven zullen ze hun grijs verenkleed ontwikkelen.

    Een goed herkenningsteken van de houtduif is de witte boord in de nek.

    Als je tijdens de wandeling deze mooie vogels ziet, observeer hem dan. Je zal dan zien hoe plechtstatig hij over het veld of de wei kan stappen.

     

    EEN VERHAAL

     

    U denkt dat de duif roekoe, roekoe roept. Maar als u goed luistert, hoort u dat hij iets anders zegt. Wat hij roept en hoe dat zo gekomen is, leest u in dit oude verhaal over de Ark van Noach. En dan begrijpt u ook waarom de duif sindsdien rode poten heeft.
     
    Vele, vele maanden dobberde de Ark van Noach op de wateren van de overstroomde wereld. Na de eindeloze regenperiode klaarde de lucht op. In die dagen was blauw de kleur van de hoop. De hoop dat er een einde zou komen aan de overstromingen en een einde aan de toorn van God.
    Was het water al aan het zakken? Viel er al weer land droog? Noach vroeg aan de vliegende dieren een vrijwilliger om op onderzoek uit te gaan.
    De sterke witte raaf stelde zich direct beschikbaar, maar verkwanselde zijn opdracht en werd een zwarte krassende vogel. Ook de ijsvogel dacht alleen aan zichzelf en werd blauw van de diep blauwe lucht1.
    Noach was boos en teleurgesteld in hen.
    “Drie maal een scheepsrecht” dacht hij bij zichzelf, “ik ga het nog een keer proberen.” Hij dacht diep na welke vogel de meest geschikte zou zijn en besloot ten slotte dat hij de lompe, wat tragere, maar o zo betrouwbare duif op onderzoek uit te sturen.
    Met veel geklapper vloog de wat lompe vogel over de uitgestrekte wateren. Al snel zag hij wat groen op het verdronken land. Daar lagen allemaal kadavers. Hij trippelde over het sompige land, waar het bloed van de dode dieren vermengd was met het water van de overstroming. Sindsdien zijn de poten van de duif bloedrood.
    De trouwe vogel was niet vergeten dat hij een belangrijke opdracht had te vervullen. Hij trok een takje met groene bladeren van de boom en vloog er mee terug naar de Ark. Noach was blij verrast dat de duif zo snel terug kwam met het bewijs dat het water zakte en het leven terugkwam. Spoedig konden ze een nieuw bestaan opbouwen op de droogvallende aarde. Noach vroeg de duif wat hij had gezien. De vogel was nog steeds zo verbijsterd en in de war over alle dode dieren die hij had gezien, dat hij alleen  maar mompelde, “rotte koe, rotte koe”.
    Sinds die tijd staat de duif dicht bij de mensen en voert hun opdrachten nauwgezet uit. Maar nog altijd heeft hij rode poten en roept hij nog steeds “rotte koe, rotte koe, rotte koe”


    Duivenjong

     

    Info

    Vogels            readers digest

    Verhaal           natuurverhalen.nl

    Foto’s             internet


    >> Reageer (0)
    21-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kruisweg Keyhof

    De kruisweg in de kloosterkapel van Keyhof te Huldenberg
    Huldenbergs patrimonium

    De kruisweg in de kloosterkapel van Keyhof is wellicht de meest indrukwekkendste van de gemeente.
    Hij werd geplaatst in 1909, het jaar waarop de kapel het daglicht zag.

    De kruisweg, uitgevoerd in bas-reliëf, is waarschijnlijk van beeldhouwer Frans de Vriendt (Lier 1829 - Borgerhout 1919).  Hij is dus van dezelfde beeldhouwer als die van de O.L.Vrouwkerk van Alsemberg, geplaatst op 3 november 1878.




     
    Kruisweg in de O.L.Vrouwkerk te Alsemberg.  F. de Vriendt wordt afgebeeld in statie 7, 13 en 14.  Hierboven statie 13.

    Hieronder de kruisweg van de kloosterkapel van Keyhof in Huldenberg.
    Info Zr Denise Van Deuren
    foto's Valère Fransen & Jean-Pierre Van Binnebeek





























    >> Reageer (0)
    20-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Huldenbergse Processie

    De Nacht van de Geschiedenis
    Davidsfonds
    DE HULDENBERGSE PROCESSIE
    maart 2011
    Foto's








          











    (Wordt vervolgd)


    >> Reageer (0)
    19-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kledingsstukken

    De Nacht van de Geschiedenis
    Tentoonstelling Davidsfonds
    DE HULDENBERGSE PROCESSIE
    maart 2011


    Kledingsstukken




    AMIKT

    Vierkantig of rechthoekig doek dat met twee linten kruisgewijs over de borst gebonden wordt. Is van Romeinse oorsprong.

    Naam komt van het Latijn: amicere, hetgeen “omhullen” betekent.




    ALBE:

    Wit kleed dat de priester onder het kazuifel draagt. Kreeg zijn naam van alba:Latijn voor wit. Het witte kleed van de dopelingen in de beginjaren van de Kerk.



    CINGEL:

    De cingel is de meestal witte koord waarmee de albe van de geestelijke om het lichaam wordt vastgehouden.




    KAZUIFEL:

    Komt van “casula” dat” huisje” betekent.

    Wordt gedragen door de priester die voorgaat tijdens de eucharistieviering.

    Was oorspronkelijk een mouwloos opperkleed in een volmaakte cirkelvorm met een opening in het midden. Men noemt ze gotisch.

    Later werden ze kleiner, stijver en met meer borduurwerk. Men noemde ze ook klokmodel. Ze kregen ook de naam “vioolkist”omdat de voorzijde er als een grote vioolkist uitziet.

    Vergeet niet dat de priester voor het Concilie van 1962 met zijn rug naar het volk stond.




    DALMATIEK:

    Kledingsstuk dat door de diaken gedragen. Verschilt van het kazuifel doordat het afhangende korte mouwen heeft.

     Het kreeg zijn naam doordat het op een kledingsstuk uit Dalmatië leek .Het is anders versierd dan het kazuifel.




    TUNIEK:

    Gedragen door de subdiaken. Naam komt van het Latijn: tunica of tunicella. ( korte jas). Gelijkt op de dalmatiek maar is meestal nog iets minder versierd.

     

    Diaken en subdiaken zijn als lagere wijding niet meer in voege sinds het decreet  van Paus Paulus VI in 1967.




    KOORKAP:

    Heeft een andere vorm dan het kazuifel. Is als een wijde mantel die vooraan sluit met een gesp. Heette in de middeleeuwen “cappa”. De mantel had indertijd een kap of capuchon.Is afkomstig van de Romeinse kledij.  Heeft ook steeds de kleur van de dag.



    STOLA:

    Een strook stof, versierd en in de liturgische kleur van het kazuifel. Wordt over de albe en gekruist gedragen. Vandaag wordt het gewoon rechtaf gedragen als de priester geen kazuifel aan heeft.

    Is het symbool van het juk van het kruis waarover het kazuifel gedragen wordt als de mantel der liefde.




    MANIPEL:

    Gedragen over de linkerarm. Was oorspronkelijk een zweetdoek. Staat symbool voor de last en het werk in de wijngaard van de Heer.

    Heeft dezelfde kleur als kazuifel en stola.


    (wordt vervolgd)

    Tekst norbert mosselmans
    foto's jean-pierre van binnebeek


    >> Reageer (0)
    18-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Processie: Rekwisieten

                                                     De Nacht van de Geschiedenis
                                                       Tentoonstelling Davidsfonds
                                 DE HULDENBERGSE PROCESSIE
                                                                   maart 2011


    Rekwisieten



    BALDAKIJN:

    Baldakijn of processiehemel is een vierkante rijkversierde overkapping. De priester die de monstrans droeg tijdens de processie werd  het baldakijn boven het hoofd gehouden. Het werd meestal gedragen door notabelen van het dorp. Anderen droegen  grote flambeeuwen. Het werd steeds voorafgegaan door misdienaars die kwistig met het wierookvat zwaaiden en de altaarbellen lieten rinkelen.




    MISSAAL:

    Meestal een rijkversierd gebedenboek met de lezingen dat diende bij het opdragen van de mis. In de loop der eeuwen zijn er kostbare missalen uit handen van kunstenaars gekomen.
     

                    


    MONSTRANS:

    Ontstaan uit de reliekhouders die tijdens de middeleeuwen op het altaar stonden. Geleidelijk aan werd ook de geconsacreerde hostie tentoongesteld. In het begin beperkte men zich tot de vorm van de reliekhouders maar geleidelijk aan werden de voorschriften strenger en ontstond de monstrans (montrare = tonen).

    Door de eeuwen  heen zijn uit de handen van kunstsmeden prachtige sacramentsmonstransen ontstaan.

    De monstrans werd gebruikt tijden het lof  en tijdens de sacramentsprocessie.

    Stralenmonstrans met de H.Geest onder de gedaante van een duif. Vooraan de pelikaan die zijn jongen voedt. Aan de zijkanten twee engelen in aanbidding. Heeft een hoogte van 74 cm en gemaakt  van zilver en messing.(geel koper).




    KELK:

    Komt van het Latijn “calix”. Voornaamste liturgisch vaatwerk. De kunstsmid gebruikte edele metalen: goud en zilver, zoals voorgeschreven. De dag van vandaag gebruikt men andere materialen al moeten ze onbreekbaar zijn.




    KELK

    2de helft van de XVIIde  eeuw.  Zilver.




    KELK

    Kelk van pastoor Moerenhout ( laatste pastoor van Huldenberg uit het Augustijnenklooster van

    Groenendaal).Zilver uit 1756.





    KELK

    Tinnen kelk van rond 1800 ( Franse Revolutie).





    PROCESSIEKRUIS

    Ligt aan de oorsprong van het altaarkruis. Bij het verlaten van de sacristie werd het processiekruis voorop gedragen. Wordt in een standaard geplaatst tijdens de misviering of zoals in onze kerk is het er steeds aanwezig. Wanneer de processie uitgaat opent het kruis, gedragen door een misdienaar en omgeven door twee kandelaars, de processie.




    FLAMBEEUW

    Kaarsenhouder. Er waren twee soorten.

    De grote :die in de sacramentsprocessie gedragen werden  nabij de H. Sacrament onder de hemel.

    De kleine: gedragen door de gelovigen die achter de “hemel” kwamen.




    PAPIERSNIPPERS,

    ZAND, BLOEMEN

    Om de processie in rechte banen te leiden werden er op straat stroken aangebracht hetzij met gekleurde papiersnippers, hetzij met zand of zelfs met bloemen. Deze laatste werden nogal eens verboden omwille van de kans van uitglijden.

    Tekst norbert mosselmans
    Foto's jean-pierre van binnebeek


    >> Reageer (0)
    17-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Processie Mysteries a
                                                     De Nacht van de Geschiedenis
                                                       Tentoonstelling Davidsfonds
                                 DE HULDENBERGSE PROCESSIE
                                                                   maart 2011



    MYSTERIES

    Wanneer het rozenhoedje (5 reeksen van 10 weesgegroetjes) gebeden wordt, herdenkt men voor elk tientje een feit uit het leven van Jezus of Maria.

    Er zijn “BLIJDE”, “ DROEVIGE”, en “ GLORIEVOLLE “ mysteries

    Bidt men 3 maal een rozenhoedje ( rozenkrans) dan werden de 15 mysteries in die volgorde de één na de andere herdacht.

    Blijde geheimen


         
    De engel Gabriël brengt de blijde boodschap aan Maria (Annunciatie)


        
          Maria bezoekt haar nicht Elisabeth (Maria-Visitatie)


        
         Jezus wordt geboren in de stal van Bethlehem (Kerstmis) 

              
              Jezus wordt in de tempel opgedragen (Maria Lichtmis)

                      
             Jezus wordt in de tempel teruggevonden (Heilige Familie)


    Droevige geheimen
    (Goede Vrijdag)
              

                    Jezus bidt in doodsangst tot zijn hemelse Vader


             

                                       Jezus wordt gegeseld


             

                            Jezus wordt met doornen gekroond


            

                  Jezus draagt het kruis naar de berg van Calvarië


            

                                     Jezus sterft aan het kruis


    Glorievolle geheimen

               

                            Jezus verrijst uit de doden (Pasen)

            

                      Jezus stijgt op ten hemel (Hemelvaart)


            

            De Heilige geest daalt neer over de apostelen (Pinksteren)


             
      Maria wordt in de hemel opgenomen (Maria-Tenhemelopneming)


              
                 Maria wordt in de hemel gekroond (Maria Koningin)

    Tekst Norbert Mosselmans
    Foto's Jean-Pierre Van Binnebeek


    >> Reageer (0)
    03-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Mariakring - deel 1


    Verdwenen erfgoed
    De Mariakring - deel 1

    Velen zullen nog de ‘Mariakring’ gekend hebben.  Het was in de tweede helft van de twintigste eeuw de parochiezaal waar tal van activiteiten konden plaatsvinden.  Het gebouw werd afgebroken toen het gemeenteplein in de jaren negentig gerenoveerd werd.

     
    De postkaart gaat terug tot voor WO I.  Links op de achtergrond: de Mariakring.  Op het plein staat de pomp (gebouwd in 1905) op een andere plaats dan nu.



    Op de Popp-kaart (daterend van rond 1860) merken we reeds een gebouw op de plaats waar de Mariakring stond (perceel 223b).

     


                                                                                                                                                                                  Au Vert Chasseur

    Rond de eeuwwisseling fungeerde het gebouw als melkerij.  Meineke (Philomène) Parijs, weduwe, stond voor de zaak in.

    Zij was de moeder van Jerôme Parijs (1881-1923) die, in de eerste helft van de twintigste eeuw, er het café ‘Au Vert Chasseur’ hielt.  Hij was getrouwd met Marie Van Eyck, die de dochter van ‘den Troef’ was.  

     

    Jerôme Parijs was schepen in Huldenberg.  Als cafébaas was hij zeer actief en creatief.  Zo stichtte hij de Van Hauwaertkring, een ‘veloclub’ die de naam droeg van de toemalige wielervedette Cyriel Van Hauwaert die verschillende klassiekers in de wacht sleepte en in 1909 de eerste belg was die een rit in de Ronde van Frankrijk won.  Een voorbeeld van activiteit was het organiseren van ‘ringsteken per fiets’.  Dwars door het plein, langs het pad dat er doorheen liep, werden ringen geplaatst.  Het doel van het spel was per fiets en met een stok zoveel mogelijk ringen,  in een minimum van tijd, te ‘steken’. 

     

    Jerôme Parijs stierf op relatief jonge leeftijd (42 jaar) en zijn echtgenote hertrouwde na het overlijden van haar man met Guillaume Borremans uit Overijse.  Zij hadden op late leeftijd een zoon, René Borremans, die als jonge knaap tijdens de tweede oorlog op 14 mei 1940 overleed. 

     

    In die periode vonden andere families onderdak in het gebouw: bv. Torre va Freike (Victor Van Loo) en de garde van de graaf.

     

    De foto hier onderaan is genomen in de tuin van de Mariakring.  Drie families zijn erop verenigd: de familie Parijs, de familie ‘Vlek’ en die van ‘den Troef’.  De tuinen van de drie families paalden aan elkaar en waren alleen door de IJse gescheiden.





    v.l.n.r. (2) Jerôme Parijs,  (3) Silvee van den Troef (Sylvie Van Eyck) die later toetrad tot de zusters Annonciaden als zuster Daniëlla, (4) Maree van den Troef (Maria Van Eyck) , (5) Leonee van den Troef (Léonie Van Eyck, echtgenote van Talle Vandermosten),  (6) Maree Vlek (Marie Veiller), (7) Lentin van den Troef  (Léontine Van Eyck, echtgenote van Armand va Sja de Smed), (8) Paul Vlek (Paul Veiller), (9) Fonje Vlek (Fons Veiller).

    De kinderen onderaan kunnen we niet herkennen. (foto archief Pierre De Bois) 



    Rond 1930 werd het hele gebouw voor 101.000 F aan Jef Trappeniers uit Loonbeek verkocht. Hij renoveerde het en liet zijn schrijnwerkerij onder de reeds bestaande zaal onderbrengen.
     

     
                                                                                                                                                                              Een parochiezaal

    Na het failliet van de eigenaar werd het gebouw eigendom van de graaf de Limburg Stirum die er een parochiezaal van maakte.




                

    Tijdens de oorlog stelde de graaf de zaal ter beschikking aan Leuvenaars die de stad voor de bombardementen ontvluchtten.    

    Ook werd in de ‘vestiaire’, de ruimte onder het podium, soep klaargemaakt voor de “winterhulp” en de schoolkinderen.

     

    De Mariakring werd  tussen 1949 en 1963 bewoond door Architect Stanis (Stanislas Vanpée) en zijn echtgenote Valree va Mister (Valérie Gilis).  Na de oorlog tekende hij plannen voor uitbreiding van het gebouw: er werd een vleugel aan de kant van de Elzasstraat bijgebouwd.  Het werd de inkomhal van de woning.

     

    In de naoorlogse periode was het gebouw het centrum van tal van parochiale activiteiten.  De Jeugdkring werd erin gehuisvest.


    (wordt vervolgd)

    Bronnen
    Postkaarten van Huldenberg
    Foto uit het archief van Pierre De Bois
    Dank aan Albert Veiller, Annette Vanderlinden en Willy Vandermosten voor de verstrekte info.
    Tekst Jean-Pierre Van Binnebeek


    >> Reageer (0)
    02-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Mariakring - deel 2
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Verdwenen erfgoed
    De Mariakring - Deel 2



    Velen zullen nog de ‘Mariakring’ gekend hebben.  Het was in de tweede helft van de twintigste eeuw de parochiezaal waar tal van activiteiten konden plaatsvinden.  Het gebouw werd afgebroken toen het gemeenteplein in de jaren negentig gerenoveerd werd.



    Een fraaie voorgevel

     


    In het begin van de twintigste eeuw vertoonde de voorgevel van het gebouw drie traveeën met een perfecte symmetrie.

     


    Het middenstuk had drie verdiepingen.  Een sierlijke rondboog in twee kleuren overspande de hoofddeur.  Bovenaan stond de tekst te lezen J PARYS – VANEYCK de uitbaters van het café.  

     


    De eerste verdieping was van de benedenverdieping gescheiden door een horizontale siersteen die door de hele voorgevel liep.  Daarboven vond men een raam met boog met erboven het opschrift “AU VERT CHASSEUR”, de naam van het café.

    De tweede verdieping had een fraai dubbelraam met twee kleine rondbogen die uiteindelijk door een sierlijke overkoepelde rondboog onder een trapgevel overspannen waren.

     



       


     

    Aan beide zijden van het middenstuk telde het gebouw een gelijkvloerse verdieping en een eerste verdieping, volledig symmetrisch en met hetzelfde uitzicht als de middentravee.  Telkens waren deuren en ramen omringd door een speklaag in witte steen.

     

    Het gebouw kende nadien veranderingen.  Ook de voorgevel werd aangepast.

     

    Opvallend waren de drie openslaande vensters (portes-fenêtres).  Twee van de drie werden in de jaren veertig onderaan dichtgemetseld en vervangen door gewone ramen.

    Op de hoek met de Elzasstraat werd een vleugel in dezelfde stijl bijgebouwd.  Hij diende als kantoor en een deel van de woning van architect Stanis.




                                                                                                                              De zaal
                                                                                    

                                                 

    Je kwam binnen via een grote dubbele deur in een gang, dadelijk rechts had je een ruimte met ingebouwde kasten waar vroeger de bibliotheek gehuisvest was. Een groot raam gaf zicht op 't plein. Toen de Jeugdkring erin kwam zaten de meeste boeken er nog in.

     

    Van in de gang had je via een houten trap met een trede van 5/6 toegang tot de zaal. Zoals in alle zalen vroeger had je een houten verhoog achteraan en links en rechts langs de zijkanten van een 20 cm hoog met in het midden dan de zaalruimte. Op het verhoog achteraan stond een mooie houten toog (die verplaatsbaar was). Hierboven was het plafond iets lager dan de zaal en tegen die muur stond op een sokkel een zeer groot mariabeeld. 

                                                                 
      
                                                                                                                   (foto parochiearchief)


    Het podium achteraan lag een 1.20 m hoger en was toegankelijk rechts en links met een smalle trap 5/6 treden. Deze trap liep dan rechts en links naar beneden in de kelder. Dit was dan de ruimte onder het podium (kleedkamer) die met een achterdeur toegang gaf tot een kleine tuin.

     

    Het podium was geflankeerd door twee Corinthische nepzuilen; bovenaan pronkten naast mekaar het gemeentewapen van Huldenberg en het wapenschild van de familie de Limburg Stirum, die in de tweede helft van de 20ste eeuw eigenaar geweest is van het pand . 

     

    Aan beide zijden van de twee heraldische symbolen kon men de leuze “Voor altaar en haard” lezen.  Zij betekent “Voor Kerk en gezin” en gaat terug tot de ‘Boerenkrijg’ toen op 12 oktober 1798 de boerenbevolking (de brigands) in opstand kwam tegen de Franse bezetter (de Sansculotten).  De legendarische brigand Charles-François Jacqmin (alias Charles de Loupoigne of Charlepoeng) vormde in die tijd een verzetgroep; hij werd in juli 1799 verraden en gedood tijdens een schermutseling in Margijsbos te Loonbeek.


                                                                   
    Het podium tijdens een gastoptreden van Tim Visterin bekend om zijn succeslied ‘Merlijn, de tovenaar’, een organisatie uit de jaren 70 van de Jeugdkring.
    (foto uit het archief van Mia De Keyser)

    (Wordt vervolgd)


    Bronnen

    Foto's uit het archief van Mia De Keyser en het kerkarchief.
    Dank aan Annette Vanderlinden en Willy Vandermosten voor de verstrekte info.
    Tekst Annette Vanderlinden en Jean-Pierre Van Binnebeek
    (Wordt vervolgd)

    >> Reageer (0)
    28-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Mariakring - deel 3

    Verdwenen erfgoed
    De Mariakring - deel 3


    Velen zullen nog de ‘Mariakring’ gekend hebben.  Het was in de tweede helft van de twintigste eeuw de parochiezaal waar tal van activiteiten konden plaatsvinden.  Het gebouw werd afgebroken toen het gemeenteplein in de jaren negentig gerenoveerd werd.

    De Jeugdkring

     

    De Jeugdkring werd opgericht in 1969 onder de toenmalige benaming VLC-jeugd (Veiller Martine, Langsberg Eliane, Caron Greta), de stichters. Annette Vanderlinden vervoegde vlug, op zeer jeugdige leeftijd, dit trio.


    Toen het pand in de jaren ’60 leeg kwam te staan heeft de jeugdkring erop aangedrongen hier zijn lokalen te mogen vestigen.

    Zij namen hun intrek in het lokaal gelegen vooraan, vroeger dienstdoend als openbare bibliotheek.

    Stilaan groeide de groep en werd het lokaal onder het podium ingepalmd.  De zaal werd gebruikt als spellokaal voor de leden en eveneens voor georganiseerde festiviteiten zoals het groepsfeest, het sinterklaasfeest, optredens, bal, enz. 


          
              De zaal werd gebruikt voor tal van festiviteiten.  We herkennen op het podium, Anneke va Suzanne va Julleke Pataat
             (Ann Michiels), Danny Vlek (Danny Van Goidsenhoven) en Gino en Anneke va Moens (Gino en Ann Ackermans).
            (foto uit het archief van Mia De Keyser)

     

     

    Toen deze lokalen het groeiende aantal leden niet meer kon slikken, nam de Jeugdkring een gedeelte van de zaal in beslag door er een houten wand in te plaatsen.  Dit werd het derde lokaal en van deze infrastructuur heeft de jeugd jaren genoten.  Ieder lokaal was voorzien van een dikke ronde, hoge kolenkachel.  Deze werden in de koudste maanden al om 10 uur ’s morgens aangestoken om alles warm genoeg te krijgen tegen 14.00 uur, het startuur van de zondagse activiteiten.

     

    Het aanpalende huis Stanis dat eveneens eigendom van de gemeente was, kwam leeg te staan.

    Dit was de kans om aan alle leeftijdsgroepen een apart lokaal te bieden.

    Het heeft de kring veel moeite gekost maar het is hen uiteindelijk toch gelukt. Annette Vanderlinden herinnert zich dat de toenmalige burgemeester Charel Verheyden haar zei : ‘Gij gaat dat toch niet blijven doen!”.

     Het huis was ondertussen in erbarmelijke staat en de jongeren hebben het met man en macht opgeknapt: alles behangen, geverfd en voorzien van het nodige meubilair.

     

    Ondanks alles begon de woning gebreken te vertonen : waterinsijpeling achteraan, trapleuning stuk, gebarsten treden, rotte ramen, enz.  Het was niet meer verantwoord en veilig.

     

    Ondertussen had de gemeente het voormalig pakhuis aangekocht en gerestaureerd; na veel aandringen werd de zolderverdieping ingericht voor de jeugd en ze vertoeven er heden ten dagen nog altijd.

     

    Annette Vanderlinden vertelt verder: “De mooiste momenten heb ik meegemaakt in de Mariakring en het aanpalende huis.  Hier zou ik een boek kunnen over schrijven.  Eén ding is zeker, het had in handen van de gemeente moeten blijven en met een bewaarde voorgevel was dit een prachtig cultureel centrum geweest !” 

     

    Het einde van een mooi stuk patrimonium



          
             Foto archief J.Vandeuren-Verheyden

     

    In de jaren negentig kende het centrum van Huldenberg grootse werken en vernieuwingen.  De Mariakring kon er niet aan ontsnappen.  De zaal beantwoordde niet meer aan de vereiste veiligheid. 

     

    In een eerste fase werden de schoolgebouwen achteraan met de grond gelijk gemaakt.  Nadien was het de beurt aan het café ‘Jef Stoel’ en tenslotte werd de kraan ingezet voor het slopen van de Mariakring.


         

            Foto archief J.Vandeuren-Verheyden

     

    Het  ruimde de plaats voor een stijlloos appartementsgebouw.


             

    Bronnen

    Foto's uit het archief van Mia De Keyser en de familie J. Vandeuren-Verheyden.
    Dank aan Annette Vanderlinden en Willy Vandermosten voor de verstrekte info.
    Tekst Annette Vanderlinden en Jean-Pierre Van Binnebeek


    >> Reageer (0)
    09-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De koolmees
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het is winter. De natuur slaapt en rondom de woning zien we heel wat vogels op zoek naar voedsel.
    Tijdens de winter willen we een reeks zeer bekende gasten in onze tuin eens van
    dichterbij leren kennen.
    Onze eerste gast :

    DE KOOLMEES   of de kèizemus

    Deze vogel is de grootste van de mezenfamilie maar ook de agressiefste en de meest acrobatische.
    Vet en andere voedsel in een netje zetten hem aan om  de meest acrobatische toeren uit te halen. In het voorjaar eet hij de voorjaarsknoppen ( suiker) later worden dat vruchten, zaden bessen , keukenafval en spinnen.
    Hij beschikt over een hele scala van geluiden. Anders dan bij andere mezen.Zijn meeste tonen klinken metaalachtig. Het is als een hamertje op een aambeeld.
     Tie-tsjer, tie-tsjer, tie-tsjer of pie-toe , pie –toe.  Hoor je het?
    Het nest is komvormig en  gevoerd met mos, dons, gras en haar.
    Deze vogel bouwt het in een holte van een boom of een muur maar ook in een nestkastje en liefst nog in een brievenbus.
    Er komen vijf tot twaalf eieren en het vrouwtje broedt ze uit in twee weken.
    Na vier weken zijn de jongen zelfstandig.

    Guido Gezelle schreef over het mezennest een prachtig gedicht.

     

    H E T  M E E Z E N N E S T J E

    Een meezennestje is uitgebroken,
    dat, in den wulgentronk
    gedoken,
    met vijftien eikes blonk;
    ze zitten in den boom te spelen,
    tak-op, tak-af, tak-uit, tak-in, tak-om,
    met velen
    en ‘k lach mij, ‘k lach mij, ‘k lach mij bijkans krom.
    Het meezenmoêrtje komt getrouwig,
    komt op den lauwen noen,
    al blauwig
    en geluwachtig groen;
    het brengt hun dit en dat, om te azen,
    tak-om, tak-op, tak-af, tak-uit, tak-in,
    ze razen,
    en kruipen, vlug, het meezennestjen in.
    Het meezenvaârrtje zit - de looveren
    verduiken ‘t voor ‘t gestraal -
    te tooveren,
    al in de meezentaal;
    daar vliegen ze, al med' een, te zamen,
    tak-om, tak-op, tak-af, tak-in, tak-uit,
    en, amen,
    het meezennestje is weêrom ijele en uit.



    Biblio:
    Vogels van west –en middeneuropa    readers digest
    De verzamelde werken van Guido Gezelle   internet

    norbert mosselmans (december 2007)


    >> Reageer (1)


    Foto


    Ontdek Huldenberg



    Foto

    Gastenboek


    Blog als favoriet !

    Bijnamen in Ottenburg
    De Leuvense Baan
    De vroegere poel in het centrum van het dorp


    Foto

    Bijnamen in Huldenberg
    Het Gemeenteplein onder de loep

    Foto

    Foto

    Bijnamen uit Huldenberg
    Den Elzas onder de loep.
    Zakke Norekkes voor haar deur.

    Foto

    Bijnamen uit Huldenberg
    Het hospice (voor 1963)
    (foto uit het archief van Keihof)

    Foto



    De pomp,

    van levensbelang !


    Foto

    Loonbeek:
    het klokje klept niet meer


    Foto

    Het Blauwhof:
    binnenkort uit het straatbeeld !

    Foto

    Fraaie glasramen in de Art-Deco-kapel van het Blauwhof in Loonbeek 
    Foto

    Foto

    Foto

    Bijnamen in Loonbeek
    'Bij Kozze'

    Foto

    Bijnamen in Neerijse
    Marieke Flaurius en Witte Lowieke voor hun huis met bakstenen trapgevel

    Foto

    Bijnamen in Neerijse
    De Put
    Tekening van Steven Wilsen


    Foto

    Bijnamen in
    Sint-Agatha-Rode

    De Leuvense Baan

    Postkaart uit 'Dorpsbeelden uit het verleden' - R.Van Hoegaerden


    Foto

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 01-2024
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 12-2022
  • 09-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 09-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 01-2020
  • 10-2019
  • 06-2019
  • 10-2018
  • 04-2018
  • 11-2017
  • 08-2017
  • 06-2017
  • 01-2017
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 04-2016
  • 01-2016
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 02-2015
  • 11-2014
  • 08-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 10-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 11--0001


    Foto




    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs