Het sneeuwklokje
Wandelend op het IJsewegje, heeft men de indruk dat de natuur nog geen teken van leven vertoont. En toch...
Aan de samenvloeiing van de Grote en de Kleine IJse staan ze te bengelen in de wind. Het sneeuwklokje. Het zijn er minder dan anders. Maar ze zijn er. Ze hebben zich door de harde grond en een dikke sneeuwlaag moeten wringen om het kopje op te steken. Ze zijn later dan andere jaren.
Het zijn de eerste voorboden van de komende lente.
Bloemknop en bloeistengel worden bescherm en zijn als een naald die door de grond boort. In vele tuinen vind je deze lieve plantjes terug. Maar diegenen die je in de vrije natuur vindt stammen altijd af van verwilderde exemplaren.
Oorspronkelijk komt het plantje uit Zuid en Zuidoost Europa
Het is een stinzenplant. Het zijn planten die hier eigenlijk niet thuis horen maar sinds mensenheugenis hier gekweekt worden . Sommige al van voor de 15de eeuw. Stinz betekent steen. Zij groeiden indertijd nabij oude pachthoeven, kastelen, stenen huizen en parken. Die gebieden die door bewerken anders waren dan de omliggende gronden.
Het sneeuwklokje is een bolgewas. Daarin slaat het zijn reservevoedsel op voor de volgende bloei.
Het groeit in frisse, vochtige maar voedselrijke grond. Ze staan het liefst in de schaduw. Daardoor valt hun wit zijn nog meer op. Het liefst groeien ze nabij beken en rivieren Vandaar dat ze aan de IJse in hun nopjes zijn. In grasland en loofbossen voelen ze zich echt thuis. Het sneeuwklokje heeft altijd twee blauwgroene bladeren. De binnenste bloemdekbladen zijn beduidend korter dan de buitenste en aan de toppen groen.
Het sneeuwklokje bloeit van februari tot april.
Het is weer één van onze giftige planten. Het wordt zelf in de geneeskunde niet gebruikt.
DE SNEEUW EN HET KLOKJE
Waarom de sneeuw wit is.
Toen God de aarde schiep in zes dagen, was er voor hem wel heel veel tegelijk te doen. Er was zoveel te creëren dat er soms een tekort aan onderdelen was. Zo was er voor het konijn geen normale staart meer over en moest het zich dan ook behelpen met een raar opstaand wit staartje. Het muisje bleef grijs en voor het roodborstje was alleen bruin nog over (pas veel later kreeg het zijn rode borstje). Toen de regen, de sneeuw en de wind aan de beurt waren, bleken de kleuren helemaal op. De sneeuw was hierover zeer ontstemd en weigerde zich terug te trekken na de winter. De bossen en landerijen bleven bedekt onder een dik pak doorzichtige sneeuw. De zaden waren weliswaar zichtbaar maar onbereikbaar onder de kleurloze sneeuw, waardoor de dieren honger leden. Door deze barre omstandigheden kreeg God medelijden met de planten en de dieren en zei tegen de sneeuw dat ze een kleur aan een plant mocht vragen. Maar de planten weigerden mee te werken. De gele katjes van de hazelaar wilde het zachte geel niet afstaan. Ook de Duindoorn weigerde de oranje kleur van de bessen te geven. De rode kleur van de bessen van de Gelderse Roos wilde de sneeuw zelf niet omdat die te fel was. De sneeuw werd toen heel boos. De wind, die ook geen kleur had gekregen, werkte samen met de sneeuw. Hevige sneeuwstormen teisterden het land. Een klein klokje zag dit allemaal aan en kreeg medelijden met de sneeuw. Toen de sneeuw aan het uitrusten was van de laatste sneeuwstorm, riep het klokje dat de sneeuw haar kleur mocht hebben.
De sneeuw vond de witte kleur van dit klokje prachtig. De sneeuw was zo geroerd over de gave dat ze besloot dat het klokje als enig bloempje in de sneeuw mocht bloeien zonder te bevriezen. Het klokje was zo dankbaar dat het zich sindsdien het 'sneeuwklokje" noemt. Ook de mensen houden van het plantje, want als de sneeuwklokjes gaan bloeien in januari en februari, weten de mensen dat het voorjaar in aantocht is.

Sneeuwklokjes zijn inheems in midden en zuid Europa. In noord Frankrijk, België en Nederland zijn het 'stinzenplanten', die vanaf de 16e eeuw meegenomen werden uit zuidelijker streken om de tuinen van de rijken te sieren. Het bolgewas vermeerdert zich o.a. door zaadvorming. In bossen zorgen de rode mieren voor verspreiding van de zaadjes van de verwilderde sneeuwklokjes. Om het kostbare stuifmeel te beschermen, gaan de bloempjes van de Sneeuwklokjes pas open als de buitentemperatuur boven de 10 graden komt.De beste tijd om in uw tuin sneeuwklokjes te poten of te verplaatsen ,is direct na de bloei als de blaadjes nog groen zijn. Neem wat aarde van de plantjes mee, daarin zitten bodemschimmels die nodig zijn voor groei en bloei. Miljoenen bolletjes worden illegaal uit de bossen van o.a. Turkije geschept en in West Europa verkocht.
INFO
Wilde planten Readers Digest Verhaal Natuurverhalen Els Baars nl
Fotos Internet
norbert mosselmans, maart 2009
|