De jonkvrouw en de kikkers.
Een legende uit Neerijse.
Er was eens een edele jonker, die het schilderachtige Neerijse had uitverkozen om er zijn sprookjeskasteel neer te zetten voor zijn beeldschone jonkvrouwe, eveneens van adellijke bloede, Anna.
Hun liefdesnest was voorzien van een wagenhuis en paardenstallen, met daarnaast ook een Brabantse vierkantshoeve, bewoond door een pachtersfamilie, om in hun levensbehoeften te voorzien. Zij woonden temidden van een aangelegd park en hun enige buren waren herten, vogels en kikkers. En daar leefden ze op hun roze wolk, hoe kon het ook anders, ze waren smoorverliefd.
Op een herfstdag wandelde Anna door de Doode Bemde, een plaats die haar voorkeur genoot omdat de natuur er op haar mooiste was. In de verte hoorde zij een gebrul. Het leek meer op het geluid van een gewond dier dan op dat van een wolf of een wilde hond.
Geleid door haar nieuwsgierigheid liep Anna in de richting van het aanhoudend geschreeuw en dat leidde haar naar één van de talrijke vijvers van de Doode Bemde. Achter het struikgewas ontdekte ze een hond, die alle moeite van de wereld had om zijn kop boven water te houden, omdat hij vast zat in een klem. Wie weet hoelang dit dier hier al vastzit, bedacht ze zich, en snel nam ze een stevige tak en liet zich in de vijver zakken. Het koste haar al haar energie, maar uiteindelijk slaagde ze erin de hond te bevrijden en hem, en haarzelf, op het droge te heisen. Het beest leek helemaal uitgeput, haar hulp kwam geen seconde te vroeg.
Anna bracht de hond naar het wagenhuis, legde hem in het hooi, gaf hem iets te eten en droogde hem met een handdoek waarop het dier in een diepe slaap viel.
Bij het verlaten van het wagenhuis, stuitte Anna op Jules, de jongste zoon van de pachter, die meehielp in de hoeve van zijn vader. Opgeschrikt door zijn plotse aanwezigheid, besefte ze toen pas hoe onverzorgd ze eruit zag, zij deed haar adellijke komaf op deze manier allerminst eer aan. Ze mompelde iets wat leek op een verontschuldiging en haastte zich terug naar het kasteel.
s Anderendaags werd aan de deur van het kasteel geklopt. Anna opende de deur en stond tegenover Jules die haar een boeket zelf geplukte bloemen bracht.
Hij had zijn schroom kunnen overwinnen en vertelde haar dat hij zijn hond had ontdekt in het wagenhuis. Hij wou haar komen bedanken want gezien hij al twee dagen zoek was, had hij alle hoop opgegeven om hem nog levend terug te vinden. Gevleid door deze spontane toenadering nam ze de bloemen in ontvangst en met een roze blos op de wangen volgde ze hem naar het wagenhuis om te kijken of de hond opnieuw wakker was geworden.
Aangezien de hond nog vast sliep, besloot Jules s namiddags terug te keren.
Ditmaal had hij twee trossen druiven voor Anna meegebracht. De hond was wakker en stelde het goed, Jules nam hem voorzichtig in zijn armen. Anna volgde dit liefdevolle schouwspel en bij het kruisen van hun blikken, leek de tijd even stil te staan. s Anderendaags gingen ze terug naar de plaats waar Anna de hond had gevonden, op de terugweg naar het kasteel werden zij onverwacht overvallen door een regenbui. Ze liepen naar het kasteel terug en Jules stak de haard aan om hun kleren te laten drogen. Laat op de avond verliet Jules het kasteel, de heer des huizes zou immers die nacht nog terugkeren van een verre reis.
Sinds die avond leidde Anna een dubbel leven: haar komaf maakte van haar een kasteeldame, in haar hart koesterde zij echter een passionele liefde voor de pachterszoon.
Inmiddels waren er schermutselingen ontstaan tussen de Spaanse troepen en lokale verzetstrijders. Een Spaanse generaal had van het kasteel zijn hoofdkwartier gemaakt.
Het werd Anna moeilijker om Jules te ontmoeten. Zij ontdekte in de vijver onder de hoeve tal van kikkers die iedere avond voor de hele omgeving een overweldigend concert gaven.
Hierdoor verzon zij het perfecte excuus om haar minnaar vaker te zien: ze liet namelijk uit alle streken van het land andere kikkers invoeren, van alle rassen en kleuren en groef nieuwe poelen waar nieuwe inwoners konden gedijen en zich vermenigvuldigen.
s Avonds zaten zij onder hun beide, Jules en zij, naast het water met hun kikkers.
Tot het onvermijdelijke gebeurde: Anna werd zwanger.
Zij kon haar geheim niet meer verborgen houden voor de heer en werd verplicht het kasteel te verlaten. Verbannen door de hele gemeenschap, die de heer trouw gehoorzaamde, zag zij geen uitweg meer en besloot haar kikkers te vervoegen en verdronk zichzelf in de vijver.
Ook Jules mocht niet langer in de hoeve blijven en hij besloot toe te treden tot het verzet. Hij kwam twee jaar later om tijdens een veldslag dichtbij Brugge. Inmiddels had hij de toenaam Sang Del Toro gekregen, omdat hij meer dan 200 Spaanse soldaten met zijn aan twee kanten snijdende mes had omgebracht; het was nog een geschenk van Anna geweest.
De naam Anna zou ergens in één van de balken van het wagenhuis te lezen zijn, wellicht uitgesneden in het hout met een tweesnijdend mes.
En de kikkers blijven iedere avond, voor hun Anna en Jules, een overweldigend concert geven.
Tekst: Sofie en Jean-Pierre Van Binnebeek Naar de tekst van de legende verschenen op www.ranadelrey.com foto: Jean-Pierre Van Binnebeek Postkaart
|