De teksten op dit webblog zijn authentiek. Mogen wij u dus daarop wijzen dat iedere overname van tekst een schriftelijke toelating vereist van de auteur. De redactie.
Langs de IJse Lente - Smeerwortel - Look-zonder-look - Fluitenkruid - Witte dovenetel - Hondsdraf - Vergeet-mij-nietje
Nest van koolmees
HULDENBERG
Vroeger en nu
28-02-2011
De Mariakring - deel 3
Verdwenen erfgoed De Mariakring - deel 3
Velen zullen nog de Mariakring gekend hebben. Het was in de tweede helft van de twintigste eeuw de parochiezaal waar tal van activiteiten konden plaatsvinden. Het gebouw werd afgebroken toen het gemeenteplein in de jaren negentig gerenoveerd werd.
De Jeugdkring
De Jeugdkring werd opgericht in 1969 onder de toenmalige benaming VLC-jeugd (Veiller Martine, Langsberg Eliane, Caron Greta), de stichters. Annette Vanderlinden vervoegde vlug, op zeer jeugdige leeftijd, dit trio.
Toen het pand in de jaren 60 leeg kwam te staan heeft de jeugdkring erop aangedrongen hier zijn lokalen te mogen vestigen.
Zij namen hun intrek in het lokaal gelegen vooraan, vroeger dienstdoend als openbare bibliotheek.
Stilaan groeide de groep en werd het lokaal onder het podium ingepalmd. De zaal werd gebruikt als spellokaal voor de leden en eveneens voor georganiseerde festiviteiten zoals het groepsfeest, het sinterklaasfeest, optredens, bal, enz.
De zaal werd gebruikt voor tal van festiviteiten.We herkennen op het podium,Anneke vaSuzannevaJullekePataat (Ann Michiels), Danny Vlek (Danny Van Goidsenhoven) en Gino en Anneke va Moens (Gino en Ann Ackermans). (foto uit het archief van Mia De Keyser)
Toen deze lokalen het groeiende aantal leden niet meer kon slikken, nam de Jeugdkring een gedeelte van de zaal in beslag door er een houten wand in te plaatsen. Dit werd het derde lokaal en van deze infrastructuur heeft de jeugd jaren genoten. Ieder lokaal was voorzien van een dikke ronde, hoge kolenkachel. Deze werden in de koudste maanden al om 10 uur s morgens aangestoken om alles warm genoeg te krijgen tegen 14.00 uur, het startuur van de zondagse activiteiten.
Het aanpalende huis Stanis dat eveneens eigendom van de gemeente was, kwam leeg te staan.
Dit was de kans om aan alle leeftijdsgroepen een apart lokaal te bieden.
Het heeft de kring veel moeite gekost maar het is hen uiteindelijk toch gelukt. Annette Vanderlinden herinnert zich dat de toenmalige burgemeester Charel Verheyden haar zei : Gij gaat dat toch niet blijven doen!.
Het huis was ondertussen in erbarmelijke staat en de jongeren hebben het met man en macht opgeknapt: alles behangen, geverfd en voorzien van het nodige meubilair.
Ondanks alles begon de woning gebreken te vertonen : waterinsijpeling achteraan, trapleuning stuk, gebarsten treden, rotte ramen, enz. Het was niet meer verantwoord en veilig.
Ondertussen had de gemeente het voormalig pakhuis aangekocht en gerestaureerd; na veel aandringen werd de zolderverdieping ingericht voor de jeugd en ze vertoeven er heden ten dagen nog altijd.
Annette Vanderlinden vertelt verder: De mooiste momenten heb ik meegemaakt in de Mariakring en het aanpalende huis. Hier zou ik een boek kunnen over schrijven. Eén ding is zeker, het had in handen van de gemeente moeten blijven en met een bewaarde voorgevel was dit een prachtig cultureel centrum geweest !
Het einde van een mooi stuk patrimonium
Foto archief J.Vandeuren-Verheyden
In de jaren negentig kende het centrum van Huldenberg grootse werken en vernieuwingen.De Mariakring kon er niet aan ontsnappen.De zaal beantwoordde niet meer aan de vereiste veiligheid.
In een eerste fase werden de schoolgebouwen achteraan met de grond gelijk gemaakt.Nadien was het de beurt aan het café Jef Stoel en tenslotte werd de kraan ingezet voor het slopen van de Mariakring.
Foto archief J.Vandeuren-Verheyden
Het ruimde de plaats voor een stijlloos appartementsgebouw.
Bronnen
Foto's uit het archief van Mia De Keyser en de familie J. Vandeuren-Verheyden. Dank aan Annette Vanderlinden en Willy Vandermosten voor de verstrekte info. Tekst Annette Vanderlinden en Jean-Pierre Van Binnebeek
Het is winter. De natuur slaapt en rondom de woning zien we heel wat vogels op zoek naar voedsel. Tijdens de winter willen we een reeks zeer bekende gasten in onze tuin eens van dichterbij leren kennen. Onze eerste gast :
DE KOOLMEES of de kèizemus
Deze vogel is de grootste van de mezenfamilie maar ook de agressiefste en de meest acrobatische. Vet en andere voedsel in een netje zetten hem aan om de meest acrobatische toeren uit te halen. In het voorjaar eet hij de voorjaarsknoppen ( suiker) later worden dat vruchten, zaden bessen , keukenafval en spinnen. Hij beschikt over een hele scala van geluiden. Anders dan bij andere mezen.Zijn meeste tonen klinken metaalachtig. Het is als een hamertje op een aambeeld. Tie-tsjer, tie-tsjer, tie-tsjer of pie-toe , pie toe. Hoor je het? Het nest is komvormig en gevoerd met mos, dons, gras en haar. Deze vogel bouwt het in een holte van een boom of een muur maar ook in een nestkastje en liefst nog in een brievenbus. Er komen vijf tot twaalf eieren en het vrouwtje broedt ze uit in twee weken. Na vier weken zijn de jongen zelfstandig.
Guido Gezelle schreef over het mezennest een prachtig gedicht.
H E T M E E Z E N N E S T J E
Een meezennestje is uitgebroken, dat, in den wulgentronk gedoken, met vijftien eikes blonk; ze zitten in den boom te spelen, tak-op, tak-af, tak-uit, tak-in, tak-om, met velen en k lach mij, k lach mij, k lach mij bijkans krom. Het meezenmoêrtje komt getrouwig, komt op den lauwen noen, al blauwig en geluwachtig groen; het brengt hun dit en dat, om te azen, tak-om, tak-op, tak-af, tak-uit, tak-in, ze razen, en kruipen, vlug, het meezennestjen in. Het meezenvaârrtje zit - de looveren verduiken t voor t gestraal - te tooveren, al in de meezentaal; daar vliegen ze, al med' een, te zamen, tak-om, tak-op, tak-af, tak-in, tak-uit, en, amen, het meezennestje is weêrom ijele en uit.
Biblio: Vogels van west en middeneuropa readers digest De verzamelde werken van Guido Gezelle internet
Hij is zeer makkelijk te herkennen aan zijn lichtblauw mutsje en zijn gele borst. Hij heeft geen stropdas zoals de koolmees .Het is een stand en broedvogel.
Deze vogel leeft doorgaans in hoge boomtoppen maar zoekt zijn voedsel graag op voedertafels. Daar is hij een nog grotere acrobaat dan de koolmees. Hij eet alles. Maar op deze tafel kunnen de pimpelmezen zeer agressief zijn tegen soortgenoten. Wie het eerst daar is heet eerst ook eet. Daar wordt niet van afgeweken!
Hij broedt in boomholten waar het paar allerlei zacht materiaal Deze iets kleiner broer (11cm) van de koolmees is wel veel kleuriger. deponeert: mos, dor gras, dorre bladeren en zelfs wol; ook haartjes, veertjes en dons. Nestkastjes zijn uitgelezen broedplaatsen. De ingang moet dan wel zo klein zijn dat koolmees en huismus geen toegang hebben. Ze leggen zeven tot twaalf eitjes en beginnen te broeden wanneer het legsel ongeveer volledig is. Verlaat het vrouwtje het nest dan dekt ze alles af met nestmateriaal om de warmte te behouden. Uitgekomen jongen krijgen een menu van rupsen en blijven één tot drie weken in het nest.
De zang is minder rijk dan van de koolmees. Hij bestaat uit twee of drie noten gevolgd door een triller. Zij alarmroep is een schelden tjur-rr.
norbert mosselmans (01/2008)
info foto internet vogels uit west-europa readers digest
Langs straten en op pleinen staan ze te schitteren met hun veelkleurige lichtjes en ballen. Over al hoort men 'O dennenboom ' De kerstboom is terug van weg geweest. Maar onze kerstboom is geen dennenboom maar een spar.
Deze soort hoort hier eigenlijk niet thuis. Hij is hier aangeplant als kerstboom maar ook voor zijn hout. Hoofdzakelijk hoort hij thuis in Noord- en Midden-Europa. Van de Alpen tot Scandinavië en van de Balkan tot in Rusland. Hij houdt van een vochtige atmosfeer en een koud klimaat. Hij groeit dan ook op grote hoogten. Daar ontwikkelt hij zich tot een krachtige boom met een fraaie rechte stam. In onze streken wordt hij bijlange niet zo fraai. In vergelijking van zijn broers uit het hoge noorden is hij een verschrompeling. Hij werd hier ingevoerd in de 18de eeuw. De stammen uit het hoge noorden werden en worden veelal als masten gebruikt op zeilboten maar ook van grote en hoge tenten. Hij kan tot 62 hoog worden en zeer oud worden. Men spreekt tot 600 jaar. De fijnspar verdraagt veel schaduw en daardoor worden ze dicht bij elkaar geplant. Het is echt helledonker in een sparrenbos. Maar daardoor had men een grotere houtopbrengst. Na 3 tot 35 jaar kon men aan de kap beginnen. Daarna de grond ploegen en opnieuw planten.
De vrouwelijke bloem
De spar heeft platte naalden die rondom de twijg staan. Ze zijn scherp gepunt. De bovenste twijgen zijn omhoog gericht de onderste gaan neerhangen. Deze twijgen zijn roodachtig bruin.De boomschors is roodachtig bruin. Later zal, bij oudere bomen, deze kleur overgaan naar donker paarsachtig.. De schors vertoont barsten die ronde kleine gladde platen vormen.
De vruchten zijn 12 tot 18cm lange kegels. Die als sigaren van 2,5cm dikte aan de boom hangen. Tijdens de herfst rijpen de zaden maar het is pas een jaar later dat de kegel zijn zaden los zal laten. Hoger schreven dat de spar om zijn hout gekweekt wordt.
Hij levert sterk, licht , elastisch hout met een bleekgele kleur. Het is vooral gekend als vurenhout. Het wordt evenwel ook gebruikt voor kisten, interieurs, in de papierindustrie, voor violenbouw, als hei en telefoonpalen en in de scheepsbouw. In sparrenhout (vurenhout) vind je steeds kleine knoesten (wieren) tussen de grote. De den (grenenhout) heeft dat niet omdat hij geen zijtakken heeft. Op stam vindt men de harsblaren. Uit deze hars zal men terpentijn winnen. Heel de boom zit vol alveolen die met hars gevuld zijn. Ze hebben geen verbinding met elkaar. Het zijn die harsbubbels die ervoor zorgen dat het haardvuur knettert wanneer je harshoudend hout brandt. Het hout mag jaren drogen, toch blijft het vonken en gensteren. Het hout werd ook als mijnhout gebruikt.in de mijnen stutte men er de gangen mee. Wanneer er een instorting dreigde dan ging het hout zingen kraken en wist men dat men zich uit de voeten moest maken. Ander hout bezweek onmiddellijk onder de druk. Dit is ook de verklaring waarom er in de Kempen zoveel naaldhoutbossen aangeplant werden.
KERSTBOOM
De spar is reeds eeuwen het symbool van groei en bloei en de verjager van heksen en slechte geesten. Vroeger bond men sparrenboompjes hoog in de mast van een terugkerend zeilschip; men hoopt met kerst terug thuis te zijn. In de 5de eeuw was het reeds de Boom des levens in de mysteriespelen in Duitse kerken. Bij die gelegenheid was de boom versierd met appels en koekjes. In de 9de eeuw verbood Karel de Grote het opzetten van deze boom. Paus Martinus II deed hetzelfde in de 10de eeuw. Straatsburg toonde de eerste versierde kerstboom reeds in 1605. Het is pas in de 19de eeuw dat de opmars zal beginnen.
VOLKSGENEESKUNDE
Sinds mensenheugenis weet men dat het sap van de spar en bij uitbreiding bijna alle coniferen, slijmoplossend is en helpt bij aandoening van de luchtwegen. De etherische olie wordt, opgelost in heet water, gebruikt bij griep, koorts, astma.
LEGENDE Deze legende komt uit Beieren
Het was volop winter. Het sneeuwde en het vroor dat het kraakte. De drie bosarbeiders keerden terug naar huis. Onderweg kwamen ze een mooie vrouw tegen. Zij brak van een spar drie takken af en gaf ze aan de mannen met de woorden: Dit zijn gelukstakken. Bewaar ze goed. Twee arbeiders vertrouwden het zaakje niet en gooiden de vermeende heksentakken weg. De derde stak het takje op zijn muts. Als bij wonder veranderde het in een echte gouden tak. Onmiddellijk liepen de twee anderen terug om hun takjes te zoeken. Wie vandaag naar de Beierse bossen gaat zal die twee mannen nog steeds zoekend vinden.
ZALIG KERSTFEEST
Hoe herkennen ?
Spar : De naalden staan alleen rondom de tak solo (alleen) Den : de naalden staan per 2 duo ( per twee) Lork: de naalden staan gegroepeerd legio (met vele)
norbert mosselmans 12/2009
INFO
Bomen en struiken Readers Digest Fotos Internet Legende internet Kerjean info Volksgeneeskunde internet Gielenaroma
Verdwenen erfgoed Het 'Hospice' of het Godshuis - deel 1
Het grootste deel van de zuidelijke kant van de vroegere Kasteelstraat (de huidige de Peuthystraat) werd ingenomen door het Hospice.Het gebouw stond juist naast de watermolen, rechtover het pachthof Van Bruystegem.
Foto archief Keyhof- Het Hospice aan de Kasteelstraat.
Het Godshuis, een schenking
Het Godshuis, in de volksmond het Hospice genoemd, gaat terug tot een schenking van de familie de Baudequin de Peuthy waarbij volgens akte van 9 maart 1834 voor notaris Roberti te Leuven baron Theodoor de Baudequin de Peuthy een huis, hof en bijhorigheden aan het weldadigheidsbureel van Huldenberg legeert. Dit gebouw stond tussen de watermolen en het dorpsplein en was op het einde van de 18e eeuw, in het begin van de 19e eeuw gebouwd.
Bedoeling was onderdak aan 6 behoeftige vrouwen zonder inkomsten, geboren en wonend te Huldenberg, te verschaffen. Nadien kwamen er ook mannen.
Daarbij kwam er nog een jaarlijkse en eeuwigdurende en onafkoopbare rente van 2000 F aan de stichting, waarvan 1800 F moesten dienen voor onderhoud en voedsel van de ouderlingen.
Deze rente zou een aanvang nemen op de dag van het overlijden van de baron en werd gehypothekeerd op het hof ten Schonenberg.
Indien zijn erfgenamen een beroep zouden doen op wetschikkingen om deze rente af te kopen, zou de afstand moeten gebeuren voor een kapitaal van 50.000 F belegd op onroerende goederen en panden.
De oprichting van een katholieke school
Zijn wens was tevens dat er in Huldenberg katholiek onderwijs zou gegeven worden. Er bestond reeds een school voor het gemeentelijk onderwijs. Een vrije school zou zodoende de jeugd aan de schadelijke invloed van de goddeloosheid kunnen onttrekken.De baron keek duidelijk in de richting van Neerijse waar baron dOverschie een gelijkaardig project op touw had gezet en in 1862 een beroep deed op de Zusters van Liefde van de Heilige Vincentius a Paolo om het katholiek onderwijs te verzekeren.
Op aanraden van E.H. Van Lathem besliste hij rond dezelfde periode een vrije school naast het godshuis te laten oprichten. Hij zou het resultaat van zijn beslissing nooit zien want hij overleed te Brussel op 23 mei 1863.
We stellen inderdaad vast dat op de Popp-Kaart die rond 1860 getekend werd, het schoolgebouw nog niet voorkomt terwijl het godshuis duidelijk te zien is.
Popp-kaart (rond 1860): op het leeg perceel (208d) zou iets later de school komen.
In deze periode bestuurden de zusters van Maria gekend als de zusters Maricollen van de Charles de Bériotstraat Leuven het godshuis en de vrije school. We hebben daaromtrent weinig informatie.
(wordt vervolgd)
Bronnen: In en om het kasteel van Huldenberg.J. Vanhoren
Archief Keyhof Parochiearchief Huldenberg
Dank aan Denise Van Deuren, Jaak Bertmans, GhislaineMercy en Miel Van Reusel voor de verstrekte info.
Verdwenen erfgoed Het 'Hospice' of het Godshuis - deel 2
Het grootste deel van de zuidelijke kant van de vroegere Kasteelstraat (de huidige de Peuthystraat) werd ingenomen door het Hospice.Het gebouw stond juist naast de watermolen, rechtover het pachthof Van Bruystegem.
De overname door de zusters Annonciaden
Met Pasen 1911 namen de zusters Annonciaden van Keyhof de taak van de zusters Maricollen over.
Mevr. De Greef, onderwijzeres van de gemeentelijke meisjesschool, ging met pensioen en pastoor Timarche verkoos zusters te hebben in plaats van leken als onderwijzeressen. Hij deed een aanvraag bij de Algemene overste van de zusters Maricollen die over het aantal zusters niet beschikten. Zo werden de Annonciaden aangesproken zowel voor de gemeenteschool als voor het godshuis want pastoor Timarche had niet graag zusters van twee verschillende orden in dezelfde parochie.
In die tijd bestond het godshuis uit drie zusters, twee voor het rusthuis en één voor de bewaarschool.Zuster Adelinda die met Pasen de bewaarschool overnam, had 105 leerlingen!
Na de zomervakantie, in oktober 1911, gaven twee andere zusters onderwijs in de lagere school naast het gemeentehuis: zuster Florimonda deed het 1ste tot het 4de jaar (samen 83 leerlingen !) en zuster Emila deed het 5de tot het 8ste jaar (samen 64 leerlingen!).
Speelplaats van de school
De zusters in het gemeentehuis
Voor de zusters was er geen huis beschikbaar. Zij verbleven tot het einde van het jaar in het Godshuis. Vervolgens besliste het gemeentebestuur dat de zusters onderwijzeressen van de bewaarschool en de lagere school de achterkant van het gemeentehuis mochten bewonen; zij konden de plaats betrekken waar de vroegere onderwijzeres gewoond had.Zij verbleven er tot 1952.
Hieronder een foto uit het parochiearchief van Huldenberg.
De foto werd genomen in de tuin van het gemeentehuis.Op de achtergrond merkt men de kerk, de casino en de eerste twee huizen van de Langestraat die later gesloopt werden.
De tuin van het gemeentehuis was omringd door een muur met erin (men ziet het tussen de twee zusters links) een kapelletje.
Op de foto staan de eerste zusters Annonciaden die met de opdracht gestart zijn:
Staande van links naar rechts:
Zr Emilaschool 5de tot 8ste jaar
Zr Florimondaschool 1ste tot 4de jaar
Zr Féliciennerusthuis (1914-1916)
Zr Adelinda bewaarschool in het rusthuis
en zittend
Zr Bonaventurarusthuis (1911-1918)
De eerste vijf zusters in de tuin van het gemeentehuis
In 1952 richtte de congregatie op de aanpalende grond in de Elzasstraat een nieuw gebouwencomplex op: 4 klaslokalen, waaronder een bewaarklas. Vier aanpalende ruimten werden als klooster ingericht. Zodoende kregen de zusters een nieuwe woonst die zij tijdens het verlof 1952 konden betrekken.
Op 1 september 1953 werd de bewaarschool ontdubbeld: zo had Huldenberg twee bewaarklassen, één naast het godshuis en één in de Elzasstraat.
Binnentuin naast de kasteelstraat.
Het einde van het Hospice
Op 14 augustus 1963 werd het ouderlingentehuis opgegeven. Zuster Eustasie, die er 41 jaar actief was en sinds geruime tijd er alleen met de ouderlingen woonde, ging naar Keyhof.De drie ouderlingen werden opgenomen in het rusthuis van Overijse.
In de periode 1911-1963 hebben 19 zusters Annonciaden in het Hospice diensten bewezen. Zij stonden in voor de bejaardenzorg of de huishouding.
Zuster
Familienaam
1911-11
Urbanie
Dielens
1911-18
Bonaventura
Van Lindt
1914-16
Felicienne
Van Nieuwenhoven
1916-18
Apollonia
Meulepas
1918-21
Antonia
Docx
1918-20
Hippolite
Stockmans
1920-21
Cassiana
Vandenberge
1921-27
Celestine
Boeckx
1922-63
Eustasie
Piron
1923-33
Liberta
Wagemans
1927-31
Himeline
Van Oevelen
1930-31
Neria
Vennekens
1931-43
Cunegonde
Van Nieuwenhoven
1933-34
Raphaëli
Mees
1934-35
Raineldis
Verhaegen
1943-45
Waldetrudis
Vercammen
1943-45
Constantia
De Vroede
1944-57
Sylvina
De Bont
1945-47
Athanasia
Verdaet
Bronnen: In en om het kasteel van Huldenberg.J. Vanhoren
Archief Keyhof
Parochiearchief Huldenberg
Archief Familie Van Deuren
Dank aan Zr. Denise Van Deuren, Jaak Bertmans, Colette De Keyser, GhislaineMercy en Miel Van Reusel voor de verstrekte info.
Verdwenen erfgoed Het 'Hospice' of het Godshuis - deel 3
Het grootste deel van de zuidelijke kant van de vroegere Kasteelstraat (de huidige de Peuthystraat) werd ingenomen door het Hospice.Het gebouw stond juist naast de watermolen, rechtover het pachthof Van Bruystegem.
De eerste zuster Annonciade kwam met Pasen 1911 in de bewaarschool van het Hospice aan.In het totaal noteren we 10 zusters Annonciaden die ingezet werden in de bewaarschool van het Hospice.
1911-16
Adeline
Nijs
1916-21
Gonzaga
Van Dun
1921-24
Cyrina
Van Mellaert
1924-28
Vincent
Collogne
1925-27
Leonarda
Taelemans
1926-27
Humilia
Lanckmans
1928-32
Irma
Segers
1932-33
Odulpha
Willems
1933-36
Corona
Heremans
1935-67
Hombeline
Van Kerkhoven
Zuster Hombeline maakte de verhuis mee naar het nieuwe klooster en de nieuwe school in 1952.
Het rusthuis en zijn bewoners
Van de mensen die er gewoond hebben, hebben we weinig gegevens gevonden.
We onthouden Joanna Catherina Vandenplas die er op 90-jarige leeftijd overleden is.
Joanna Catherina Vandenplas (4.6.1856-28.6.1946)
in de tuin van het Hospice.
Verder zijn enkele toenamen overgebleven:
- Pieke va Trese Ruus die slechtziend was.
- Fienke
- Susse en Wannes va Gaus, ook de Gauskes genaamd.
- Berthe va Minet die het goed van Minet onderhielt, heeft er ook gewoond.
In 1963, toen het tehuis reeds opgegeven was kon de oudste dochter van Tille Kallot in het hospice een tijdje verblijven.
In 1966 werden de gebouwen van het Hospice te Huldenberg gesloopt.Het stuk werd verkaveld en René van Michiel (René Vanderperren), Mil Kwip (Emiel Van Reusel), Advocaat Nijs en de toenmalige bank Cera kochten de gronden. Het schilderachtige pand ruimde de plaats voor een winkelcentrum en appartementen.
Plan en uitzicht van het domein
Als men vanaf de watermolen vertrok, had men eerst een tuin, daarna de eerste vleugel van het gebouw die de kleuterschool herbergde. Sommigen zullen nog bij zuster Ombeline gezeten hebben.
Iets verder gaf een deur toegang tot een binnenkoer waar de ingang van een rusthuis was.Achteraan was er een dodenhuisje.
Hieronder een groepsfoto waarop de gevel van het Hospice te zien is, wellicht één van de laatste keren dat het gebouw op een foto voorkwam .Enkele jaren daarna werd het gebouw afgebroken.
Groepsfoto huwelijk van Miel Van Reusel en Ghislaine Mercy op 11 september 1958.
Van l. naar r. onderaan:
Sjarel van de Garasj (Charel Van Wayenbergh),Sjarel va Klei (Charel Van Der Linden), Neke (Leonie Foucaert), Marsel va Klei (Marcel Van Der Linden), Mariët va Sajet (Mariette Renders),Godelieve Van Der Linden, Jeanne Delsaert.
Van l. naar r. bovenaan:
Kamil van den Tooreman (Kamiel Mercy), Tanke Nee (Stephanie Van Hoegaerden), Marja va Sjetoo (Maria Van Roo), Léon va Tiske den Tooreman (Léon Mercy), Jean va Sja de Smet (Jean Van Wayenbergh ), Ghislaine Mercy, Josephine Van Doorslaer, Mil Kwip (Emiel Van Reusel), Roger Van Weddingen, verborgen dame is: Maree va Gen va Constant (Marie Vanderlinden), Jeanne Kwip (Jeanne De Becker), Jan va Jeanne Kwip (Jean Van Reusel), Sjarel va Steenes (Charel Van Reusel), Moris va Susse Mus (Maurice De Keyser), Julia Wargée, Den Brië (Jean Breedstraat),Maree vaSteenes (Marie Van Reusel),,Gen va Kwip (Eugène Debecker),Adeline x, (echt van Marie Van Reusel), Jeanne van Weddingen, Edward Lelong, Anna De Keyser, Alfons van Reusel, Emiel Van Reusel , Marie Tourrée, Armand va Sja de Smet (Armand Van Wayenbergh), Marie DHondt, Ré va Sja de Smet (Henri Van Wayenbergh), Plene (Pauline De Becker),Rosalee va Sjade Smet (Rosalie Van Wayenbergh), Jean va Kwip (Jean Debecker), Wannes va Steenes (Joannes Van Reusel), Léontin vanden Troef (Léontine Van Eyck).
Bronnen: In en om het kasteel van Huldenberg.J. Vanhoren
Archief Keyhof
Parochiearchief Huldenberg
Archief Familie Van Deuren
Dank aan Zr. Denise Van Deuren, Jaak Bertmans, Colette De Keyser, GhislaineMercy en Miel Van Reusel voor de verstrekte info.
Deze bekende donkerbruine, zwarte vogelsoort vind je in sloten, beken vaarten, vijvers en alle andere niet te grote wateren. Het is een broedvogel, wintergast en doortrekker. De IJse is zijn biotoop.
Hij is een alleseter: waterplanten en hun vruchten en zaden, spinnen, insecten en ander kleine ongewervelde dieren. Net als de meerkoet is hij een zeer agressieve vogel. Zijn gebiedsverdediging leiden meestal tot wederzijds gepik en het uitdelen van trappen. Om nog groter te lijken zwemt hij met uitgespreide witte staartveren.
Het grote onderscheid met de meerkoet is dat de waterhoen een rode bles heeft. Deze bles bedekt gedeeltelijk de bek waarvan het puntje net niet rood is.
Om te vliegen neemt hij ook een lange aanloop en vliegt met bengelende poten.
Hij heeft lange tenen en geen zwemvliezen. Maar die lange tenen stellen hem in staat om gemakkelijk over de waterplanten te lopen. Door het gebrek aan zwemvliezen zwemt hij moeilijk. Hij zwemt met een schokkende kop alsof hij een zware inspanning moet leveren. Onder water is het echter een uitstekende zwemmer. Is er onraad dan blijft hij bewegingloos onder water met enkel de snavel aan de oppervlakte.
Zijn nest maakt hij als een platform tussen de waterplanten en het drijft soms op het water. In het nest liggen 5 tot 10 lichtbruine eieren met roodachtig bruine stippels. Soms liggen er wel 20 eieren in. Die zijn dan afkomstig van verschillende vrouwtjes. Soms volgt er nog een tweede broedsel en die jongen worden mee gevoerd door de jongen van het vorig nest.
norbert mosselmans 11/2010
INFO Vogels uit West-Europa Readers Digest Fotos Internet
Langs de IJse wandelend gebeurt het al eens dat er plots een zwarte vogel klapwiekend over het water scheert en dan plots onder een afhangende struik of pol gras duikt. Het is de meerkoet. Deze zwarte vogel met een witte bles en witte bek is een algemene broedvogel. Het liefst van al in open water afgezoomd met riet, zeggen, biezen.
De mannetjes zijn zeer agressief. Ze vechten voor hun territorium. Daarbij zwemmen ze woedend op elkaar af: kop naar voren gestrekt, uitgezette veren en klapwiekend met de vleugels. Daarbij luidkeels hun rauwe onmuzikale roep schreeuwend. Het is alsof er met een hamer op metaal gebonkt wordt.
Hij voedert zich zowel met plantaardig als dierlijk voedsel. Komt daar nog bij dat ook de mens tijdens de winter hem voorziet van wintervoeding en dat was deze watervogel vlug gewoon. Zijn voedsel haalt hij onder water. Hij duikt onder en komt als een onderwater geduwde kurk naar boven. Steeds op dezelfde plek waar hij kopje onder ging. Dit is te wijten aan de lucht die tussen de veren zit.
Het nest een meestal uit riet gebouwd en ligt boven het waterniveau. In het nest komen de lichtbruine eieren met een fijn tekening. Na acht weken zijn de kuikens onafhankelijk. Vaak volgt er nog een tweede en zelfs een derde legsel.
De meerkoet is eigenlijk geen echte zwemvogel zoals eend, gans, zwaan Tussen de tenen heeft de vogel geen zwemvliezen maar wel lobben die het zwemmen en duiken vergemakkelijken. Deze poten stellen hen ook in staat om over het water en de waterplanten te lopen. Vliegen is wel een enorme karwei! Zij moeten een aanloop nemen alvorens de lucht in te kunnen gaan. Zij vliegen ook steeds met bengelende poten.
---=oOo=---
Wist u dat meerkoeten een hekel hebben aan duiven? Lang geleden was de meerkoet wit en kon net zo goed vliegen als de duif. Hoe hij in een zwarte watervogel is veranderd en één van de slechtste vliegers is geworden, verhaalt dit oude sprookje.
In lang vervlogen tijden verafschuwde de meerkoet de duif. In die dagen was de meerkoet een witte vogel met roze poten. Ondanks hun wat lompe uiterlijk waren zowel de duif als de meerkoet goede vliegers. Vaak hielden ze met elkaar langeafstandsvliegwedstrijden. De ene keer was de duif de snelste, de andere keer de meerkoet. Eigenlijk waren ze elkaars gelijken. Alleen bij droppings in een vreemde omgeving, wanneer ze de weg terug zelf moesten zoeken, kon de duif de terugweg beter vinden en moest de meerkoet het onderspit delven.
De meerkoet was jaloers en als gevolg daarvan zat hij de duif op alle mogelijke manieren dwars. Voortdurend zocht de meerkoet ruzie en schold de duif uit. Of ze vochten tot dat de veren in het rond vlogen. Regelmatig tot bloedens toe. Op een dag was God getuige van een ernstige vechtpartij tussen beide vogels en werd heel boos. De meerkoet had de duif zo ernstig verwond, dat het bloed langs zijn poten naar beneden sijpelde en het is er nooit meer afgegaan en sindsdien heeft de duif dan ook rode poten. God besloot dat er voor altijd een einde moest komen aan de heftige ruzies.
Nooit meer zouden die twee vogels in elkaars nabijheid mogen komen. Met één enkele armbeweging werd het lot van de boosdoener beslecht. De meerkoet, die op dat moment triomfantelijk rond vloog, viel plotseling naar beneden in het water. Tot zijn stomme verbazing merkte hij dat hij kon zwemmen en hij voelde dat zijn ranke poten groeiden tot lompe, brede groene tenen. Toen hij probeerde weg te vliegen, moest hij eerst een poosje over het water rennen voordat hij moeizaam omhoog kwam en hij bleek niet hoger te kunnen vliegen dan één tot twee meter boven het water en nooit lang.
de poten
Zijn witte kleur verdween en hij werd helemaal zwart, met slechts een wit voorhoofd en een bleke snavel. Door deze witte plek wordt hij nog steeds herinnerd aan zijn wrede verleden. Hoewel de meerkoet als straf voor zijn agressieve gedrag werd veranderd in een zwarte watervogel, heeft hij zijn les nog steeds niet geleerd. Tot de dag van vandaag hoort en ziet u hem ruzie maken, niet alleen met argeloze voorbij zwemmende eenden, maar zelfs met zijn soortgenoten.
norbert mosselmans 11/2010
INFO Vogels uit West-Europa Readers Digest Fotos Internet Verhaal www.natuurverhalen.nl
Op zondag 31 oktober 2010 s morgens gebeurt de overgang van zomer- naar wintertijd.
De vraag is:
Welk uur zal de zonnewijzer op de kerk van Huldenberg in de eerste week van november 2010 aangeven als het op de klok 14.03 uur zal zijn ?De zon moet dan wel (en dat is vanzelfsprekend) schijnen.
Antwoord 1:12.15 uur
Antwoord 2:12.48 uur
Antwoord 3: 13.01 uur
Antwoord 4:13.30 uur
Antwoord 5:14.18 uur
Schiftingsvraag: Hoeveel juiste antwoorden zullen er gegeven worden ?
Een tip: lees het artikel hieronder over de zonnewijzer.
Om gratis mee te doen : klik in de rechter kolom op quiz-vraag en stuur je antwoord op de vraag en de schiftingsvraag via e-mail door.
De winnaar(ares) krijgt een waardebon voor 2 streekbiertjes geschonken door de TAVERNE ROCHUS en in de taverne te drinken, Gemeenteplein Huldenberg, onder de zonnewijzer.
De antwoorden moeten doorgestuurd worden voordat het winteruur begint. Het juiste antwoord en de naam van de winnaar(ares) zullen op blog Huldenberg bekend gemaakt worden.
Wie is er dezer dagen al niet op jacht gegaan in de slaapkamer? Een zenuwslopend gezoem belet je rustig in te slapen. Het wordt steeds een echte speurtocht om die kwelgeest te vinden. Pats ! Je hebt de zoemer, maar op het behangpapier verschijnt een mooie bloedvlek.
Alleen al het zoemen van een mug werkt verschrikkelijk op je zenuwen. Want je weet dat ze binnenkort ergens op je huid zal landen om je te steken.
Meestal voel je zelfs het prikje niet: je weet pas dat je gestoken bent, als het begint te jeuken. Het eigenlijke prikje voel je alleen als de monddelen van de mug een zenuw raken - en op je rug, buik, armen en benen liggen de zenuwen nu eenmaal ver uiteen. De monddelen van een mug zijn wonderlijk: ze kan ermee boren, sproeien en zuigen. Eerst boort de mug een gaatje in een bloedvat. Ze sproeit speeksel in het bloed zodat het in haar nauwe monddelen niet gaat stollen. Dan zuigt, of liever pompt, ze het bloed in haar maag.
Na 2 tot 3 dagen kan ze eieren leggen. Alleen wijfjesmuggen zuigen bloed. Dat hebben ze nodig voor het produceren van eitjes. Mannetjesmuggen zuigen nectar uit bloemen.
Mannetjesmuggen worden door het zoemgeluid van wijfjes aangetrokken en vliegen naar ze toe om te paren. Met hun grote borstelige antennes horen mannetjesmuggen het verschil tussen de vleugelslagen van mannetjes en die van wijfjes.
Een mug is 5 tot 6 mm lang. Een volwassen mug leeft slechts een paar dagen en heeft veel vijanden, waaronder zwaluwen en gierzwaluwen.
Bekijk een mug eens onder een vergrootglas en geniet van een wonderbaarlijk, sierlijk insect met een lange slurf. Hoe komt het toch dat menig slaapkamer kleine bloedvlekken op de muur heeft? Waarom heeft bijna iedereen zo'n hekel aan dit kleine insect?
Een verhaal Koning Salomon verstond het gebrul van de wilde dieren, het gesis van de slangen, het gezang van de vogels, het gegons van de insecten, de taal van de bomen en planten en het gepraat van de mensen. Hij regeerde een kleine 3000 jaar geleden over Israël. Het was koning Salomon die de dieren hun voedsel aanwees. De een gaf hij het vlees van de verzwakte dieren, de ander gaf hij de kruiden, weer een ander de zaden of de bessen. Tegen de slang zei hij: Jij krijgt het zoete bloed van de mensen.
Na enige tijd beklaagden de mensen zich bij de koning. Een slang is een gemeen en stiekem dier, hij verstopt zich in de struiken en valt ons onverhoeds aan. We hebben geen eerlijke kans. Hierdoor neemt ons aantal zo snel af dat wij mensen dreigen te verdwijnen. De koning dacht na en berispte de mensen: Waarom zou ik de slang zijn voedsel ontnemen? Jullie kunnen ook slimmer worden en geen willoos slachtoffer zijn van dit slimme dier. Ontmoedigd en bang keerden de mensen huiswaarts.
Tijdens de jaarlijkse dierenvergadering beklaagden de mensen zich wederom over de gemene slang: Wij zijn beter dan de dieren, wij verdienen bescherming! Alle dieren brulden, keften, knorden en schreeuwden van verontwaardiging. Stilte! gebod de koning. Ik geef de kleinste der dieren hier aanwezig, de mug, opdracht te onderzoeken welk dier het zoetste bloed heeft. De slang krijgt het dier met het zoetste bloed.
Na een jaar onderzoek vloog de mug naar de volgende vergadering. Mensenvriend de zwaluw vloog een poosje mee en vroeg de mug wie het zoetste bloed had. De mens zoemde de mug. Wat zeg je? vroeg de zwaluw? De mug opende zijn bek om te antwoorden en op dat moment beet de vogel de tong uit de bek van het insect.
Op de bijeenkomst aangekomen vroeg Salomon de mug naar zijn bevindingen. Grraahuu zei de tongloze mug. Wat zeg je, mug?' vroeg de koning en toen hij weer grruu antwoordde werd de koning boos, waarop de zwaluw riep: Koning, de mug is onderweg plotseling zijn spraak verloren. We vlogen hier samen naar toe en hij vertelde me onderweg dat de kikker het zoetste bloed heeft. De koning vatte de wilde gebaren van de mug op als een bevestiging en sprak: Goed, vanaf heden is de kikker het voedsel van de slang. De slang protesteerde: De kikker smaakt niet zoet! Alle protest was tevergeefs. Sindsdien eet de slang kikkers, maar af en toe kan hij het niet laten en bijt hij in een mens om weer eens het zoete bloed te proeven.
En de mug? De mug is zo boos op de mensen dat hij daarom zo vaak mogelijk het zoete bloed drinkt en jeuk achterlaat.
. En de zwaluw? De mensen zijn zo blij met het bedrog van deze vogel dat ze de zwaluw als enige gastvrijheid geven in hun huizen. Zwaluwen leven dicht bij mensen, broeden onder de daken van huizen en schuren en eten als dank zo veel mogelijk muggen.
Huldenberg is twee muziekmaatschappijen rijk en alle twee hebben een bijnaam.De Koninklijke Harmonie De IJsschegalm heet in de volksmond Het Ziel en de Koninklijke Fanfare De WareVrienden, De Keit.Wat weinigen nog weten is de herkomst van deze twee bijnamen.
Albert Veiller, die juist 90 jaar geworden is waarvoor een dikke proficiat, heeft het nog horen vertellen van zijn grootmoeder.
Mijn grootmoeder, Theresia Denberg (Huldenberg 1853 1941), heeft me dikwijls de oorsprong van de bijnaam De Keit verteld.
De Keit (bron: Internet) 't Ziel (bron: archief Josée Demesmaeker)
Deze toenaam komt voort uit een serenade die zij op een avond moesten geven.In die tijd werden fakkels op hoge staken meegedragen om de muzikanten toe te laten hun partituur te lezen.De Ware Vrienden wilden echter nog wat meer en hadden die staken gepaleerd met papieren kettingen.
Als de leden van de andere muziekmaatschappij dat zagen, hebben zij onmiddellijk uitgehaald met De mannen van de Keit.
Wat natuurlijk niet in dank afgenomen werd.En het antwoord liet op zich niet wachten.
Als wij van de Keit zijn, zijn jullie van t Ziel.
En aldus zijn die bijnamen gegeven en bestaan ze tot vandaag nog.
Vandaag 12 september 2010 trekken 600 schapen door Huldenberg.Vanavond overnachten ze in de Kausdelle op de boerderij van Lucien Stas.
Deze tocht begon op 5 juni in Berlijn en eindigt op 17 oktober in Trier.Tijdens deze periode trekt de kudde door Duitsland, België, Nederland en Luxemburg.
Herder Johan Schouteden trekt gedurende twee weken dwars door Vlaanderen, van Maaseik naar Brussel.
Deze onderneming vindt plaats in het kader van het internationaal jaar van de biodiversiteit, van de verscheidenheid aan leven bij mens, planten- en diersoorten. De rondtrekkende schapen verspreiden deze biodiversiteit. In hun vacht, hun poten en hun uitwerpselen kunnen schapen zaden, kleine insecten en sporenelementen verspreiden. Door van het ene gebied naar het andere te trekken kunnen zij een verbindingsschakel zijn in de natuur.
Satelliet volgt schapen
Om de tocht in kaart te brengen, werkt de organisatie samen met de Universiteit Hasselt. Die ontwikkelde een online-toepassing om via satellietverbinding de schapen en hun herder te volgen.
Als je vroeger van Overijse kwam, reed je aan het kasteel voorbij en het eerste gebouw aan de linker zijde was het pachthof Van Bruystegem met het café A la vue du moulin.In de jaren 90 werd het stukje erfgoed met de grond gelijk gemaakt en vervangen door een modern gebouw.
Het hoofdgebouw dat deel uitmaakt van een pand bestond reeds in de jaren 1860 toen de Popp-kaarten getekend werden.
Het was Wannes (Joannes Franciscus Van Bruystegem) (1831-1908), getrouwd met Joanna Maria Decafmeier (1833-) die de hoeve-estaminet een combinatie van kroeg en boerderij kocht.
De staminee droeg de aangepaste naam A la vue dumoulin: het gebouw stond juist rechtover de watermolen van Huldenberg.Het adres was Kasteelstraat 15; later werd de straat omgedoopt in de Peuthystraat.In de volksmond was dit De Chasse, het verzamelpunt van jagers vooraleer ze op jacht gingen.
Wannes droeg als bijnaam de fijnen tien en dat staat voor een fijne vakman.Zijn kinderen en kleinkinderen hebben de bijnaam van den tien geërfd.
Naast de hoeve-activiteiten en het uitbaten van de kroeg begon hij een handel in kolen die hij met paard en kar ging afhalen aan het station van Terhulpen.
Zijn zoon Désiré van den Tien (Joannes Desiderius Van Bruystegem) (1876-1957) getrouwd met Joanna Maria Mathilde Philips (1878-1931) bleef er met zijn drie kinderen Louiza (1913-2003), Marguerite ((1914-1980) en Maurice Jozef Octave (1916-1983) wonen.
En Octaaf van den Tien (Octave Van Bruystegem) die getrouwd was met Sarah De Koning uit Bertem heeft er ook gewoond; zij stond bekend als een fijne naaister van lingerie. Zij hielt altijd een citroen bij de hand om de huid van haar vingers zacht te houden.Inmiddels had hij met zijn familie het naburige huis van Pee Stoöel (De Mesmaeker) betrokken.
Laten we overgaan tot de beschrijving van het pand.
Men kwam op de binnenkoer via het hek op de hoek van het gebouw.Daar vond men de stallen voor de veulens, de twee paarden en zes koeien.Een voederij gaf wel de mogelijkheid om door een raam de nodige voeding voor de dieren aan te brengen.Daarnaast stond de schuur die via een grote poort kon betreden worden.
Oktaaf van den Tien voor de voederij en de schuurpoort.Op het hooi, Paul van Oktaaf van den Tien (Paul Van Bruystegem) en Marie-Claire Van Bruystegem. (foto archief P. Van Bruystegem)
Als we de binnenkoer betraden stond links de bakkerij en de schrijnwerkerij.Achteraan was er een bakoven die toeliet 12 broden te bakken.Voor het gebouw was er de borre die uitmondde in een drinkbak en die continu liep.Dit water liep door tot op het gemeenteplein aan de Pomp.Naast de bakkerij stonden het karhuis, een kippenhok en de varkenskoten.
De binnenkoer van het pachthof.Octaaf van den Tien staat op de kar die getrokken wordt door twee paarden : Pitoe, de grijze merrie, en Duk, de bruine gesneden hengst.Rechts, de achterkant van de paardenstal.Achteraan, het hoge dak van de schuur van Maria va Lorens met aan de rechterkant de schuur van Pee Stoöel en aan de linkerkant het karhuis. Helemaal achteraan ontwaren we de toren van de kerk.
Schilderij van A. Van de Putte.
We komen terug naar de straatkant.Naast de schuur stond het café.
De cafédeur was geflankeerd door twee ramen.Achteraan vonden we de leefruimte en de melkveranda.Deze ruimte gaf toegang tot een ruime kelder waarin de melk en de boter niet alleen verwerkt maar ook bewaard werden.In deze kelder werd ook het bier dat in het café geschonken werd, bewaard.Boven de kelder was er een slaapkamer.Links vonden we de notariskamer, een ruimte die als bureau maar ook als slaapkamer gediend heeft.
Voor het café A la vue du moulin.(foto archief P. Van Bruystegem)
Van links naar rechts.
Staande : Anjke Noure (Henri Clement), Henri Fluyt, Maurits va Susse Mus (Maurice De Keyser, Torre Philips (Victor Philips), Sjorj va Wannes Kuul (Georges Verdoodt),Marcel va Klei of Rettel (Marcel Vanderlinden), Sjaak va Main va Janes (Jacques Fluyt), De Rosse va Tist Schoöen (Charel Vandendael), Sjuul va Frans va Teere (Jules Cahy), Oktaaf van den Tien (Octave Van Bruystegem)
Knielend: Marsel va Main va Janes (Marcel Fluyt), Sjuul va Main va Janes (Jules Fluyt), Fons va Besonnes (Fons De Muylder) en Jules Sterckx.
Het café dat gehouden werd door de twee dochters van Désiré van de Tien (Louisa en Margrietke) heeft in 1957 zijn deuren gesloten.
Tekst: Jean-Pierre Van Binnebeek
Bron:De familie Van Bruystegem.- Paul Van Bruystegem
Dank aan Paul Van Bruystegem enMarcel Vanderlinden voor de verschafte info.
Het is volop hoogzomer. De natuur bakt onder de verzengende zon. Toch is er leven! Plots ziet men een vlinder van bloem naar bloem fladderen. Een ogenblik zet hij zich neer. Juist de tijd om met zijn roltong nectar op te zuigen en weg is hij.
Tussen al die fladderende juwelen verschijnt plots onze grootste en mooiste vlinder: de koninginnepage. Hij behoort tot onze opvallendste en mooiste vlinders In West- en Midden- Europa. In de Alpen treft men hem zelfs aan op 2000 m hoogte.
Deze vlinder geeft ons tijdens de zomer twee generaties. De eerste van eind april tot half juni, de tweede van half juli tot augustus. Misschien komt er dit jaar nog een derde generatie omdat het een zeer warme zomer was.
Het is een zeer goede vlieger. De vleugelspanning gaat van 55 mm tot 75 mm. Hij is in staat om grote afstanden af te leggen. Als vlinder bezoekt hij bloemrijke graslanden en bloeiende klaver- en luzernevelden. Bloemen die rijk zijn aan nectar.
Om te paren trekt hij naar heuvel - en bergtoppen. De voorjaarsgeneratie is lichter van kleur dan de zomergeneratie. Het bijzonder kenmerk van deze vlinder zijn de twee staarten. Een ander typisch kenmerk zijn de roodblauwe oogvlekken aan de binnenste uiteinden van de achtervleugels. De koninginnepage legt haar eitjes op de planten van de schermbloemenfamilie: wortel, kervel, venkel, dille, peterselie.
De rups De rups in verdediging: de sterkruikende klier
De volgroeide rups is groen van kleur met zwarte banden en oranje vlekken. Bij gevaar stulpt de rups een roodachtige gevorkte klier uit. Deze verspreidt een sterke geur en schrikt daardoor de vijanden af.
De groen bruine pop hangt met een sterke gordeldraad en een spinselkussen aan de plant; De rupsen van de laatste generatie overwinteren als pop. Zij vormen de eerste generatie van het volgend jaar.
De Heilige Rosalia, terug in de O.-L.-Vrouwekerk van Huldenberg
Enkele decennia geleden is het schilderij De Heilige Rosalia gekroond door het Kind Jezus uit de O.-L.-Vrouwekerk weggenomen.Nadat het een tijd bewaard werd op Keyhof en gerestaureerd is, heeft het doek opnieuw een plaats gekregen in het Huldenbergse bedehuis.
De Heilige Rosalia gekroond door het Kind Jezus.O.-L.-Vrouwekerk Huldenberg
Wie was de Heilige Rosalia ?
De Heilige Rosalia is omstreeks 1130 in Palermo geboren en in 1160 overleden.Zij was van rijke afkomst.Haar vader Sinibald was heer van Quisquina en haar moeder, Rosa, was verwante van Rogier I de Hauteville, stichter van het koninkrijk Sicilië, koning van Jerusalem en afstammelinge van de familie van Karel de Grote.
Het verhaal wil dat zij zeer mooi was en de naijver van prins Boudewijn, gast aan het hof van Sicilië verwekte.Tijdens een jachtpartij in de bergen van Sicilië werd koning Rogier door een leeuw aangevallen.Boudewijn kwam tussenbeide en velde het dier.Rogier vroeg welke vergoeding hij de prins schuldig was.Deze vroeg hem de hand van Rosalia.Na dit huwelijksaanzoek vluchtte zij uit Palermo.Eerst vond zij een onderkomen in een Benedictijnenklooster maar snel verhuisde zij naar de grotten van Monte Pellegrino bij Palermo waar zij zich als kluizenares terugtrok.Zij voedde zich met wortels en bronwater.Boven de opening van de grot schreef zij op een steen de volgende woorden : Ik, Rosalia van Sinibald, dochter van de heer van deze streek en van de Rozen, heb mij omwille van mijn liefde tot de heer Jezus Christus ermee verzoend in deze grot te verblijven.
Daar leidde een engel haar voor de troon van Maria en het Kind Jezus, die haar een kroon van bloemen schonk. Die gebeurtenis wordt op het schilderij getoond.
Zij was een geliefd thema bij schilders.Een gelijkaardig tafereel vindt men op het doek van Gaspar De Craeyer, dat in Gent te zien is. Op het altaarstuk is zij gekleed in een mantel van goudbrokaat met een rozenkrans in de hand. De boeken, de lelie en de doodskop herinneren nog aan haar leven als kluizenares.
De kroning van de Heilige Rosalia. Gaspar De Crayer.
Zij wordt meestal in deze hoedanigheid voorgesteld: gekleed in een bruin kleed met sandalen of blootsvoets, een koord om haar middel en een rozenkroon op haar lang loshangend haar of liggend naast haar.
Als attributen vinden we vaak een gesel, een rozenkrans, een boek, een palm, een drinkschaal, een doodskop en een kruisbeeld.Soms draagt ze een boek met daarop een schedel, symbool van de pest.
Na haar overlijden op 4 september 1160 verspreidde zich het nieuws over haar dood zeer snel.
Een volksdevotie ontstond in Palermo.In 1180 werd haar door Paus Alexander III een feestdag toegewezen.Rosalia zorgde voor de genezing van kwalen en door haar bemiddeling werden allerlei gunsten verkregen.Maar ook snel verdween haar nagedachtenis omdat de stichting van nieuwe religieuze orden de aandacht trok.
De pest van 1624
Belangrijk is dat ze aangeroepen wordt tegen de pest.
Op 7 mei 1624 legde in de haven van Palermo een schip aan, afkomstig van Tunis.De lading werd gelost en de pest verspreidde zich snel in de stad.Nadat de voorspraak van beschermheiligen van de stad, zoals die van heilige Agatha, tevergeefs werd ingeroepen kreeg een jonge vrouw in het ziekenhuis van Palermo een visioen: de Heilige Rosalia verscheen stralend in de hemel. Een genezing van de kwaal werd beloofd indien haar relieken zouden teruggevonden worden, hetgeen geschiedde.Rosalia werd de nieuwe beschermheilige van de stad.
Het jaar erop, in 1625, verscheen de heilige aan een jonge man, Vincenzo Banelli, en beloofde hem dat een plaatselijke pestepidemie zou uitdoven als haar reliekenschrijn in een processie naar Palermo zou overgebracht werden.Tijdens de processie stopte de pest.De man overleed aan cholera drie dagen later.
De relieken werd overgebracht naar de kathedraal van Palermo en tijdens die dag werd de stad overspoeld met een aangename rozengeur.Deze gebeurtenis wordt nog jaarlijks herdacht tijdens een stoet genaamd il festino.
In dit verband heeft Huldenberg, met de Heilige Rochus, een lange traditie.Het mag dus geen toeval zijn dat het schilderij in de kerk hing om de pest te bezweren.
Wie is de schilder ?
Het schilderij is zeker en vast een kopie gemaakt door een anonieme
schilder van de Vlaamse School uit de 17e eeuw.Zoals het vaak gebeurde, werden kopieën van
doeken van beroemde schilders verspreid.
In dit geval is het originele doek van Antoon Van Dijck. Hij schilderde
dit altaarstuk voor de vereniging Sodaliteit der bejaerde jongmans van
Antwerpen.Hij was er lid van. In 1776,
onder de Oostenrijkse periode, verhuisde het doek naar Wenen.Het werd opgenomen in de privé collectie van
Maria Theresia van Oostenrijk.Via
vererving bleef het werk in de keizerlijke collectie tot 1918.Sinds dan hangt het in het Kunsthistorisches
Museum van Wenen.
In de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Brugge hangt een kopie van hetzelfde doek. Het wordt toegeschreven aan Jacob van Oost de Oude (1601-1671).
Waarom heeft Antoon Van Dijck dit thema op doek geschilderd ?
Na zijn opleiding in het atelier van Rubens vervolmaakte Van Dijck zijn talent in het buitenland.Tussen 1621 en 1627 vertoefde hij in verschillende Italiaanse steden.Zo arriveerde hij in juli 1624 in Palermo waar hij tot september van hetzelfde jaar verbleef. Op dat ogenblik beleefde Palermo het roes van de cultus van de heilige Rosalia.Onder de druk van de Siciliaanse Jezuïeten werd Rosalia heilig verklaard en in die sfeer schilderde Van Dijck verschillende taferelen van het leven van deze heilige, bijvoorbeeld De ten hemelopneming van de H. Rosalia dat in New York hangt.
Gelijkaardige schilderijen vinden we terug in privé-collecties en in verschillende steden, o.a. in Palermo.
Het is zeker dat Van Dijck op beslissende wijze bijdroeg tot de creatie van een nieuwe iconografie van de heilige.
Hij heeft zodoende de verering van de heilige naar Antwerpen overgebracht.Hierbij werd hij geholpen de Jezuïeten, die relieken overbrachten naar de scheldestad, dit in een contrareformatorische geest waarbij de heilige een bijzondere plaats werd toegekend.
Beschrijving van het schilderij
De officiële titel (Koninklijk Instituut van het Kunstpatrimonium) is :
De Heilige Rosalia gekroond door het Kind Jezus. In het Frans draagt het werk de titel : "Le mariage mystique de Sainte Rosalie".
Het doek is relatief groot : 270 op 203 cm
Tot 1938 hing het schilderij boven de deur in de lambrizering van het zuidportaal. Het ruimde dan de plaats voor het doek 'De ten hemelopneming van de H.Maria' dat dat jaar weg moest van boven het hoofdaltaar. Toen werden de kerkramen vrijgemaakt om er glasramen in te plaatsen. Daarna heeft het enkele decennia een plaats gevonden in de pastorie maar was veel te groot voor deze ruimte. Het werd nadien opgeborgen op het Keyhof en in 2010 op vraag van de kerkfabriek door het atelier Salvartes te Leefdaal gerestaureerd.
Verschillende personages zijn gemakkelijk herkenbaar.
De knielende H. Rosalia ontvangt van het Kindje Jezus en de Maagd een kroon versierd met rozen.Zij is gekleed in een bruin brokaatkleed.Achter haar biedt een allegorisch personage op een plaat een andere kroon.Erboven zien we een vliegende engel die de sfeer van de contrareformatie weergeeft.Achter de H. Maagd staan de H. Paulus met het zwaard en de H. Petrus met de sleutels.Onderaan op de treden merken we twee boeken en een schedel, symbool van de pest.
Tijdens de plechtige hoogmis van 15 augustus 2010 in de O.-L.-Vrouwekerk zal het schilderij, dat in de linker kruisbeuk hangt, speciaal in de kijker gezet worden.
Jean-Pierre Van Binnebeek
Bronnen:
Sanctus.- Meer dan 500 heiligen herkennen. J.Claes, A.Claes, K.Vincke.- Davidsfonds. Leuven
Geneesheiligen in de lage landen.J.Claes.Davidsfonds. Leuven
Van Dijck, de Jezuïeten en de pest. Hoe de Rosalia van Palerma Antwerpse pestheilige werd. J.-P. Tricot. Internet.