Wim 'Wannes' Van de Velde werd geboren in Antwerpen in 1937. Hij groeide op in de volksbuurt de Seefhoek. Zijn vader was een metaalbewerker, zijn moeder een naaister en huisvrouw.

Hij studeerde aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten en het Hoger Instituut voor Grafiek. Het was in zijn studententijd dat zijn passie voor flamenco ontstond.

In de jaren zestig raakte hij in de ban van de volksliederen die dreigden te verdwijnen. Al gauw begon hij zelf nummers te schrijven: in het dialect. Zijn eerste plaat verscheen in 1966.

In de jaren zeventig maakte hij samen met de Internationale Nieuwe Scène de theaterproductie 'Mistero buffo', gebaseerd op monologen van Dario Fo. Het werd een internationaal succes.

In de jaren tachtig maakte hij poppentheater en zette hij projecten op als 'De IJslandsuite' (met zeemansliederen) of 'Het zwarte goud' (een eerbetoon aan de mijnwerkers).

Wannes Van de Velde werd, zeker op zijn laatste platen, veel meer dan een volkszanger. Hij evolueerde naar een stijl waarin hij veel meer invloeden vermengde. Hij heeft veel mediterrane stijlen, vooral uit Andalusië en Griekenland, in zijn liederen betrokken.

Dat kwam goed tot uiting op zijn laatste platen, zoals De Kleuren Van De Steden (1995) en In de Maat van de Seizoenen (2006). Maar hij hield niet van opervlakkige fusies. Muziek moet rijpen in de buik van het leven, zei hij.

Hij was een eigenzinnig man, die niet hield van de 'middenweg' zoals hij het uitdrukte. Daarmee bedoelde hij de 'mainstream', waarvoor een artiest compromissen moet maken die hem uithollen.

Zijn liederen zong hij het liefst 'in kleine kring', maar in zijn laatste jaren op het podium genoot hij toch ook van de bijval die een wat breder publiek hem gunde, onder meer tijdens een tournee met blueszanger en geestesgenoot Roland. Door een selecte schare fans werd hij op handen gedragen.

Hij stopte met intensief toeren toen hij in 2000 lymfatische leukemie kreeg.

In 2002 vertelde hij aan De Standaard: 'De dood boezemt mij geen angst in. Dertig jaar geleden zou dit zeker een zwaardere dobber geweest zijn. Natuurlijk heb ik er regelmatig diep over nagedacht: het kan gedaan zijn van de ene dag op de andere. Maar ik kan er niets zinnigs over zeggen.'

Begin 2008stond hij een laatste keer op het podium.